“
Van Hermans wordt al 1½ of 2 jaar een roman aangekondigd, maar ik zie nergens iets ervan, ook geen voorpublikaatsies. Louis Paul Boon schrijft niet meer, maar schildert nu. Richard Minne is dood, Jan van Nijlen is dood, Pierre Kemp is dood. Het holle vat Mulisch is van eigen verbeelding gebarsten, Wolkers absoluut ongenietbaar geworden. Het zo geestdriftig begroete talent Hamelink is verzand. De gehele markt, de gehele Nederlandse levende literatuur is voor mij — een gek idee, net alsof je een heel groot strandbad of koncertzaal voor jezelf alleen hebt. Het is niet echt leuk, & je wordt er nerveus van. Autorijden terwijl er nergens ook maar iemand op de weg is, dagen, jaren lang. Toch moet je rechts blijven houden, richting aangeven etc. etc. Vreemd, heel vreemd. Kwam Willem Frederik Hermans maar eindelijk weer eens met iets groots.
”
”