Ooit Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Ooit. Here they are! All 100 of them:

β€œ
Zelf denk ik dat de meest onderscheidende eigenschap van de mens is: schaamte. Dieren hebben buitengewoon weinig schaamte. Ooit wel eens een hagedis van een tak zien vallen met een blik van 'Oeps! Hihi'?
”
”
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
β€œ
Hoeveel bedroevender nog dan vroeger vond ik het sedert die dag (...) dat ik geen aanleg voor schrijven had en ervan moest afzien ooit een beroemde schrijver te worden.
”
”
Marcel Proust (Γ€ la recherche du temps perdu, Tome I)
β€œ
De hele wereld is vol mensen die hun hele leven op zoek blijven naar het wonder van de liefde zonder het ooit te zien. Het is heel simpel en vanzelfsprekend, maar onvindbaar voor wie ernaar zoekt.
”
”
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
β€œ
We staan elke dag op, doen wat van ons verwacht wordt, en gaan dan weer slapen, en dat noemen we leven. We saboteren onszelf zonder het te beseffen, omdat we nadoen wat ons ooit is voorgedaan, en dan denken we dat het zo mΓ³et gaan. En ondertussen organiseren we de dingen zo, dat we geen tijd hebben om stil te staan bij dat wat we ten diepste voelen. We vergeten wat we waard zijn en durven niet te geloven dat we het goeie wel degelijk verdienen. We vinden het makkelijker om te berusten bij ons leed, om onszelf te troosten na de pijn, dan te kiezen voor wat ons echt gelukkig zou maken.
”
”
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
β€œ
Sommige dingen die je hebt verloren, kun je maar beter niet proberen terug te vinden. Het verleden is bijna altijd mooier dan het echt was. En niets is zo funest voor het verleden als het te willen opwarmen als de kliekjes van een ooit memorabele maaltijd of om er als een banneling in het heden naar terug te verlangen als een verloren en sindsdien onveranderlijk gebleven vaderland. Vroeger is dromenland, een kinderboek dat ooit een onuitwisbare indruk op je heeft gemaakt en dat je vooral niet moet willen herlezen. (p. 167)
”
”
Ilja Leonard Pfeijffer
β€œ
Men kan nooit werkelijk een plek-van-vroeger terug vinden, of een voorbije staat van zijn opnieuw beleven. Er is ooit een toestand van volmaakt geluk geweest die men in de loop van de tijd onophoudelijk verliest, vergeet. Toch blijft men geloveen dat die ergens in het verleden verzonken is en hervonden kan worden.
”
”
Hella S. Haasse (Berichten van het Blauwe Huis)
β€œ
We staan elke dag op, doen wat van ons verwacht wordt, en gaan dan weer slapen, en dat noemen we leven. We saboteren onszelf zonder het te beseffen, omdat we nadoen wat ons ooit is voorgedaan, en dan denken we dat het zo moet gaan. En ondertussen organiseren we de dingen zo, dat we geen tijd hebben om stil te staan bij dat wat we ten diepste voelen.
”
”
Griet Op de Beeck
β€œ
Ik heb soms het gevoel dat ik al jaren mezelf loop te spΓ©len, alsof de rol die ik ooit heb gekozen met mij aan de haal is gegaan.
”
”
Griet Op de Beeck (Het beste wat we hebben)
β€œ
Wij hebben meerdere ijstijden overleefd, we hebben mammoeten gevloerd, wij zijn dragers, wij zijn erfgenamen van de grootste beschaving die ooit heeft bestaan.
”
”
Thierry Baudet
β€œ
Maar als het geschrevene soms al moeilijk te vergeten is, hoeveel moeilijker valt het dan niet datgene te vergeten waarvan men hoopte dat het ooit geschreven zou worden? Maar dat voor altijd ongeschreven is gebleven?
”
”
Tom Lanoye
β€œ
Het is een masochistische ketterij, dit geseculariseerde zondvloedgeloof, dat zich in deze tijd heeft meester gemaakt van de harten en geesten van onze bestuurders. Een manie, vergelijkbaar met de doodscultus die ooit Paaseiland teisterde.
”
”
Thierry Baudet
β€œ
Geen drenkeling zal ooit weten welke waterdruppel hem zijn laatste adem benam...
”
”
Nicholas Sparks (The Notebook (The Notebook, #1))
β€œ
Al wat je ooit zag of hoorde, al wat je dacht te weten, is niet meer dat, maar anders.
”
”
Hella S. Haasse (Sleuteloog)
β€œ
We lopen verder door de regen en ik wou dat het altijd zo zou blijven. Dat we zouden doorstappen tot het einde van de wereld, door alle landen, zonder ooit moe te worden, zonder ooit nog te moeten slapen of iets anders te eten dan frietjes of naar school gaan of werken of ooit nog opstellen over eten te moeten schrijven. Alleen maar altijd doorgaan. Papa en ik.
”
”
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
β€œ
…zag jij misschien dat ik naar jou, dat ik je zag en dat ik zag hoe jij naar mij te kijken zoals ik naar jou en dat ik hoe dat heet zo steels, zo en passant en ook zo zijdelings - dat ik je net zo lang bekeek tot ik naar je staarde en dat ik staren bleef. Ik zag je toen en ik wist in te zien dat in mijn leven zoveel is gezien zonder dat ik het ooit eerder zag: dat kijken zoveel liefs vermag.
”
”
Joost Zwagerman
β€œ
Ik lach er mee, maar ik vraag mij af waarom de mensen niet gebleven zijn lijk de andere dieren, waarom wij en wij alleen moesten gekruisigd worden met die hel van het verstand dat alles wil ontleden en begrijpen, en dat ons niets bijbrengt dan vloeken en tranen. Hebt ge dat ooit van een beest geweten? Ze eten en slapen, ze drinken, paren en gaan dood, en ze zijn gelukkig. Wij niet, wij hebben het verstand dat ons doet vragen: waarom? En datzelfde verstand dat ons zegt: er is geen waarom, en als er toch een waarom moest zijn dan is er geen antwoord op.
”
”
Louis Paul Boon (De voorstad groeit)
β€œ
Ik had beslist, ooit, dat gij mijn boei waart, als ik die losliet, dan zou ik verzuipen. Nu denk ik dat ik liefde wil.
”
”
Griet Op de Beeck
β€œ
Hoe kan iemand ooit bewijzen dat hij je vertrouwen waard is, als je het hem niet eerst van harte schenkt.
”
”
Arthur Japin
β€œ
Ieder beschaafd land heeft ooit op een bepaald moment zijn koning afgezet of onthoofd, het is hoog tijd dat BelgiΓ« ook een beschaafd land wordt.
”
”
Jean Pierre Van Rossem
β€œ
Ze zou voor geen goud weer vijftien willen zijn, tegelijkertijd is de onmogelijkheid ooit terug te keren naar haar jongere ik haast onverdraaglijk.
”
”
Aafke Romeijn (Concept M)
β€œ
Ik word zelf bang als ik aan allen denk met wie ik me altijd zo innig verbonden voelde en die nu overgeleverd zijn aan de wreedste beulen die er ooit bestaan hebben. En dat alles omdat ze joden zijn.
”
”
Anne Frank (The Diary of a Young Girl)
β€œ
Waarom moet ieder mens geschokt en geslingerd worden tussen een wereld hier, een wereld van zavel en cement, bloed, zenuwen, telefoonpalen en zonde, mensen die geboren worden en mensen die sterven, en een andere wereld die in onze gedachten spookt zonder te weten of zoiets bestaat, bestaan heeft of ooit zal komen?
”
”
Louis Paul Boon (De voorstad groeit)
β€œ
Ooit ging ik met mijn ex een week naar Toscane. We werden nergens geholpen. Soms wilde iemand me helpen, maar zodra ze hem zagen stopte de hulp onmiddellijk. Hij had een heel vervelend hoofd, ik viel toen nog op karakter.
”
”
StΓ©phanie Hoogenberk (We hebben het over je gehad)
β€œ
Ik was bij de proeven... Je was geweldig... Je hebt niet eens superkrachten gebruikt!... Ik ben geen begaafde, maar... toen ik jou zag dat ik even dat ik misschien ook wel ooit een Rebel zou kunnen worden. - Een meisje tegen Nova
”
”
Marissa Meyer (Renegades (Renegades, #1))
β€œ
Ik heb intussen het 3e Hoofdstuk voltooid, vol verguldsel, paars licht, Eeeuwig onvervulde liefdesverlangens, Jongens op bromfietsen, motregen en met oude canapΓ© kleden behangen grotten. Het leven is veel groter dan ik het ooit zou kunnen beschrijven. En God is gek op me.
”
”
Gerard Reve
β€œ
Maar wie het zeker weet, is per definitie niet nieuwsgierig. Wie koste wat het kost vasthoudt aan zijn overtuigingen, staat nooit open voor nieuwe informatie. Willen we goed met cijfers – en informatie in het algemeen – omgaan, dan zullen we die onzekerheid moeten omarmen.
”
”
Sanne Blauw (Het bestverkochte boek ooit (met deze titel): Hoe cijfers ons leiden, verleiden en misleiden)
β€œ
En ineens weet ze zeker dat ze het kleinste ding is dat ooit is gemaakt, nog kleiner zelfs dan de stukjes gruis in haar rug, of de mieren die om haar voeten kruipen, want de wereld is zo groot, zo vol met bomen en sterren en sterven dat ze misschien wel precies, denkt ze, een liggend streepje is.
”
”
Brooke Davis (Lost & Found)
β€œ
Is Oeroeg minder dan wij' stootte ik uit. 'Is hij anders?' 'Ben je belazerd,' zei Gerard kalm, zonder de pijp uit zijn mond te nemen. 'Wie zegt dat?' Ik bracht, niet zonder moeite, mijn gewaarwoordingen van die middag onder woorden. 'Een panter is anders dan een aap,' zei Gerard, na een pauze, 'maar is een van de twee minder dan de ander? Dan vind je een idiote vraag, en je hebt gelijk. Blijf dat nou net zo idioot vinden, als het mensen betreft. Anders zijn - dat is gewoon. Iedereen is anders dan een ander. Ik ben ook anders dan jij. Maar minder of meer zijn door de kleur van je gezicht of door wat je vader is- dat is nonsens. Oeroeg is immers je vriend? Als hij zo is dat hij je vriend kan zijn- hoe kan hij dan ooit minder zijn dan jij, of een ander?
”
”
Hella S. Haasse (Oeroeg)
β€œ
Je zit er nog middenin. Je zult er altijd middenin blijven zitten. Nee, niet letterlijk. Maar in je hart. Niets houdt ooit op, niet als het zo diep is gaan zitten. Je zult altijd met een open wond blijven rondlopen. Dat is na verloop van tijd nog de enige keus. Met een open wond rondlopen of dood. Denk je ook niet?
”
”
Julian Barnes (The Only Story)
β€œ
De maan heeft onze wereld langer dan wie ook gadegeslagen en van heel dichtbij. Alles wat er ooit op deze aarde is gebeurd, alle handelingen die er zijn verricht heeft de maan waarschijnlijk gezien. Maar hij houdt er zijn mond over dicht. Koud en correct als altijd draagt hij dat zware verleden met zich mee. Op de maan is geen lucht en ook geen wind. Een vacuΓΌm leent zich er uitstekend toe herinneringen onbeschadigd te bewaren. Niemand is in staat om het hart van de maan te verzachten. Aomame pakte haar glas en dronk de maan toe.
”
”
Haruki Murakami (1Q84 Book 1 (1Q84, #1))
β€œ
Het is tijd om cijfers op hun plek te zetten. Niet op een voetstuk, niet bij het vuilnis. Maar waar ze horen: naast woorden.
”
”
Sanne Blauw (Het bestverkochte boek ooit (met deze titel): Hoe cijfers ons leiden, verleiden en misleiden)
β€œ
Zal ook uit dit wereldfeest van de dood, ook uit deze vreselijke koortsgloed die overal rondom de regenachtige hemel in brand steekt, ooit de liefde opstijgen?
”
”
Thomas Mann (Der Zauberberg (German Edition))
β€œ
Aad kon behoorlijk verhit raken als ze geΓ―rriteerd was, en als er ooit een onderdeel 'razernij' aan de Olympische Spelen wordt toegevoegd, ben ik de grote favoriet voor goud.
”
”
Naomi Novik (The Last Graduate (The Scholomance, #2))
β€œ
Aan een vriend van mij, die ooit eens in een speech zei: β€œWeet dat alles waarvoor een oplossing bestaat, niet interessant is.
”
”
Griet Op de Beeck (Vele hemels boven de zevende)
β€œ
Bij onze geboorte ligt ons lot al vast, en niemand heeft ooit het zijne kunnen ontlopen (Hektor)
”
”
Stephen Fry (Troy (Stephen Fry's Great Mythology, #3))
β€œ
Zeer, zeer slim voorwaar, die aandacht voor de taal. Want niks zal hebben bestaan, niks zal zijn gebeurd, dat niet ooit kan worden naverteld.
”
”
Dimitri Verhulst (Bloedboek)
β€œ
Hij heeft nog een chip... Er zit een tweede zendertje achter zijn rechteroor. Voor het geval iemand ooit een poging deed om hem te kidnappen. - Torin 'Dank u.' - Cinder
”
”
Marissa Meyer (Cress (The Lunar Chronicles, #3))
β€œ
Ik weet tenminste hoe liefde eruitziet, zei ik tegen mezelf. Dat is iets. Nog nooit had iemand zo naar me gekeken, maar ik zou het kunnen herkennen als het ooit gebeurde.
”
”
Gail Honeyman (Eleanor Oliphant Is Completely Fine)
β€œ
Iets wordt pas onmogelijk als jijzelf alle mogelijkheden uitsluit,.. citaat uit 'Ooit keren de doden terug.
”
”
Joost Zwagerman (Kennis is geluk)
β€œ
Ik deed de deur tussen ons dicht. Niemand heeft me ooit gewaarschuwd dat het zo veel energie zou vergen om die deur dicht te houden! Of dat ik me aan de andere kant ervan zo eenzaam zou voelen.
”
”
Alice Walker (By the Light of My Father's Smile)
β€œ
Belgisch Congo stond nooit onder de heerschappij van Leopold II, en de 52 jaar van deze kolonie van 1908 tot 1960 waren de enige periode van goed bestuur die deze achterlopende regio ooit heeft gekend.
”
”
Bruce Gilley
β€œ
Er is ooit eens heel keurig uitgerekend dat je van een leven lang regelmatig te joggen twee jaar ouder wordt; maar uit een andere berekening blijkt dan weer dat je daarvoor alles bij elkaar twee jaar moet joggen.
”
”
Midas Dekkers
β€œ
LinguΓ―sten houden er congressen over, filosofen en logici zitten ermee verveeld: het probleem van de zelfreferentie. De kwestie is: kan een taal ooit over iets anders gaan dan over zichzelf? Kan God naar zichzelf verwijzen? Kan ik dat? Een wijsvinger kan niet wijzen naar zichzelf, een oog kan zichzelf niet zien. En toch kijken honden en dwazen inderdaad naar de vinger die wijst, en niet naar de richting waarin gewezen wordt.
”
”
Patricia De Martelaere (Het onverwachte antwoord)
β€œ
Wat als we inderdaad alle personen nog zijn die we ooit waren? De baby en de peuter, de kleuter en het schoolgaande kind. De puber en de jongvolwassene, wat als we dat Γ³Γ³k allemaal nog zijn? Alles wat we toen deden, dachten, meemaakten? Dan betekent dat dat de tijd niet iets is wat buiten ons om gaat. Dat de tijd niet voorbijglijdt, niet door onze vingers glipt, maar dat wΓ­j de tijd zijn. Hij zit in ons opgeslagen, we belichamen hem.
”
”
Nowelle Barnhoorn (Schemerdieren)
β€œ
Misschien was ze zich nog niet bewust van de helende kracht van poΓ«zie. De weinige poΓ«zie die ze ooit gelezen had, had ze in schoolverband gelezen. De beste manier om poΓ«zie tot het kerkhof van het hermetische gewauwel te veroordelen, was het op schoolse wijze te dissecteren. Nee, een gedicht moest je in de juiste stemming, op het juiste tijdstip, op de juiste plaats en in het gezelschap van jezelf lezen. Alleen dan kwam de magie der PoΓ«zie.
”
”
Danny Verstegen
β€œ
Jezus, ik ga niet zo iemand worden die het er altijd maar over heeft wat hij gaat doen. Ik ga het gewoon doen. Je de toekomst voorstellen is een soort nostalgie.' 'Huh?' vroeg ik. 'Je zit je hele leven in het labyrint vast, overdenkend hoe je er ooit uit zult ontsnappen, en hoe geweldig dat zal zijn, en dat beeld van de toekomst houdt je op de been, maar je doet het nooit. Je gebruikt de toekomst alleen maar om aan het heden te ontsnappen.
”
”
John Green (Looking for Alaska)
β€œ
Het belangrijkste wat ik ooit heb geleerd is het volgende: het mooiste wat je ooit zult meemaken, is dat een ander van je houdt. Zonder vriendschap is een mens verloren. Een vriend is iemand die je doet beseffen dat je leeft.
”
”
Eddie Jaku (The Happiest Man on Earth)
β€œ
Want als je haar eenmaal hebt gezien, kun je je onmogelijk voorstellen hoe je haar ooit hebt kunnen missen, ze is anders dan alle anderen, en ook in een gezelschap van honderden mensen zou je haar er in één seconde uit kunnen pikken
”
”
Johan Harstad (Max, Mischa & Tetoffensiven)
β€œ
De rust waarvan ik in een bibliotheek zo geniet bestaat niet alleen uit stilte. Al dat papier dempt ieder geluid, maar ook het ruisen van mijn gedachten. Hun ongedurigheid vindt troost in de overmacht aan kennis langs de wanden. Die is zoveel groter dan ooit in mijn hoofd zal passen. Dat kalmeert me en herinnert mij eraan dat ik niet per se alles hoef te weten en begrijpen. Zoveel is al opgeschreven en ik heb het allemaal binnen handbereik. Daar hoef ik mij dus niet meer mee bezig te houden. Zelfs al zal ik nooit meer dan een fractie van al die feiten tot mij kunnen nemen, ze zijn er, het staat er, de wereld is gerubriceerd, en als ik er eens nodig iets uit moet begrijpen kan ik het opslaan. Als de werkelijkheid zo onder controle en verifieerbaar is, kan ik haar makkelijker loslaten. Misschien is dit wel het nut van al die schrijvers, dat zij vastleggen wat buiten mij is zodat ik mij, zolang ik me met hen omring, kan wijden aan wat in mij leeft.
”
”
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
β€œ
Je zult zien, je zult zien, ooit wordt alles anders, morgen nog niet misschien, maar ooit wordt alles anders. Je zult zien, je zult zien, het is nog niet voorbij. Ik weet niet hoe en ik weet niet waar, maar je zult zien, ooit wordt alles anders.
”
”
NiccolΓ² Ammaniti (I'll Steal You Away)
β€œ
Het keuze-geobsedeerde Westen geeft de mens die anders wil eten meer ruimte dan elke andere cultuur ooit heeft gedaan, maar de ironie wil dat de volstrekt niet kieskeurige omnivoor - 'ik vind alles best, ik eet alles' - maatschappelijk bewuster kan lijken dan de mens die op een manier probeert te eten die goed is voor de samenleving. De keuze voor een bepaald soort voedsel wordt door allerlei factoren bepaald, maar de rede (en zelfs het bewustzijn) staat doorgaans niet hoog op die lijst.
”
”
Jonathan Safran Foer (Eating Animals)
β€œ
Hij herinnerde zich dat hij lang geleden ook eens op een morgen zoals nu hier had rondgehangen, de vissen bewonderd had en medelijden met ze gevoeld, hij was toen erg somber geweest; sindsdien was er veel tijd voorbijgegaan, en een massa water door de rivier gestroomd. Hij had toen erg in de put gezeten, dat wist hij nog wel, maar waarom hij zo in de put gezeten had, dat wist hij niet meer. Zo zag je maar weer: ook droevige dingen gingen voorbij, ook pijn en wanhoop gingen voorbij, ze waren maar tijdelijk, net als plezierige dingen, zij verbleekten, verloren hun diepgang en waarde, en ten slotte kwam er een tijd, dat je er met de beste wil van de wereld niet meer achter komen kon wat het geweest was, dat je ooit zo'n pijn had gedaan. Ook pijn raakte uitgebloeid en verwelkt.
”
”
Hermann Hesse (Narcissus and Goldmund)
β€œ
Hoewel hij het bijna voortdurend betreurde dat hij zichzelf was, verwarde hij zichzelf nooit met het probleem. De wereld was het probleem. Die paste niet. Maar hoe vaak zou er ooit iemand gelukkiger zijn geworden door het laakbaarheidsrecord van de wereld te verbeteren?
”
”
Jonathan Safran Foer (Here I Am)
β€œ
Kintsugi,' zei opa. 'Zo heet de techniek waarmee je een perfecte imperfectie maakt. Als je gebroken bent betekent dat niet automatisch dat je lelijk bent. Na een breuk ontstaat er ruimte. Dat is de plek voor het goud. Als je het een kans geeft maakt het je mooier dan je ooit bent geweest.
”
”
Lucia van den Brink (Niemand zoals hij)
β€œ
In het leven van iedereen, Kafka, is een punt waarvoorbij we niet verder terug kunnen. Maar in een enkel zeldzaam geval is er ook een punt waarvoorbij we niet verder door kunnen gaan. En als we zo'n punt ooit bereiken, dan kunnen we het alleen zwijgend aanvaarden, of het nu goed is of slecht.
”
”
Haruki Murakami (Kafka on the Shore)
β€œ
Steeds weer keek ik vanuit het klaslokaal naar buiten, naar de vrijheid van de vogels in de boom op het schoolplein. Als kind moest je van kooitje naar kooitje, gekortwiekt door regels en leerplicht en β€˜zo hoort het nu eenmaal’. Ooit zou ik daarboven uitstijgen, nam ik me voor. Ooit zou ik vliegen.
”
”
Judith Visser (Zondagskind)
β€œ
Ik weet ook dat je nooit koningin hebt willen zijn. Niet echt... Maar ik moet je toch vragen of je...' Kai aarzelde. 'Of je denkt dat je misschien... ooit... zou overwegen keizerin te worden.' ... 'Dat zou ik wel willen overwegen,' zei ze, en ze ademde dieper in dan ze de afgelopen dagen had gedaan. 'Ooit.
”
”
Marissa Meyer (Winter (The Lunar Chronicles, #4))
β€œ
Weer was het stil. Dan zei je: β€œVoel hoe de aarde ons draagt. Maf hΓ©? Heb je er ooit al eens bij stilgestaan hoe zwaar dat moet zijn voor de aarde? Al die mensen tegelijkertijd dragen, terwijl wij hier gewoon rustig met ons hele gewicht op haar liggen?” En zo lagen we daar, met heel ons gewicht op de aarde.
”
”
Zita Theunynck (Het wordt spectaculair. Beloofd.)
β€œ
Als ik niet meer zou kunnen vissen, zou ik een grote voorraad morfine aanleggen en diep het bos intrekken. Ik zou een afgelegen plek kiezen waar niemand ooit mijn lijk zou vinden en van waaruit ik een prachtig uitzicht zou hebben. Ik zou met mijn gezicht naar dat uitzicht gaan liggen - en mijn morfine nemen.
”
”
Jared Diamond (Collapse: How Societies Choose to Fail or Succeed)
β€œ
En terwijl hij weer opstapte en langzaam verder fietste, bedacht hij hoe vreemd het was in dezelfde stad te wonen zonder elkaar ooit nog te zien, te spreken of zelfs maar iets van elkaar te horen, terwijl als de wegen die ze elk in de stad aflegden plotseling konden oplichten zou blijken dat die elkaar talloze malen hadden gekruist.
”
”
Stephan Enter (Winterhanden)
β€œ
Ik voel de drang tegen de grenzen van de taal storm te lopen, en dat is geloof ik de drang van alle mensen die ooit geprobeerd hebben over ethiek en religie te schrijven en te spreken. Dat stormlopen tegen de wanden van onze kooi is geheel en al zinloos. Voor zover de ethiek ontstaat vanuit de wens iets over de uiteindelijke zin van het leven te zeggen, over het absoluut goede, het absoluut waardevolle, kan ze geen wetenschap zijn. Door wat ze zegt wordt onze kennis in geen enkele zin vermeerderd. Maar het is getuigenis van een drang in het menselijke bewustzijn die ik persoonlijk alleen maar kan waarderen en die ik voor geen enkele prijs belachelijk zou maken.
”
”
Ludwig Wittgenstein (Vortrag ΓΌber Ethik und andere kleine Schriften)
β€œ
Meestal luistert hij voor hij naar bed gaat nog even naar muziek, maar vandaag heeft hij daar geen zin in. Hij bladert in het in wasdoek ingebonden schrift, leest willekeurige notities uit het verleden. De dagen rijgen zich aaneen, de tijd vliedt, week na week, op zondagen is de datum in rood gemarkeerd. Hij is ijverig geweest, bijna dagelijks staat genoteerd dat hij een paar regels heeft geschreven. Helaas ook vaak, veel te vaak, dat het werk hem zwaar valt, dat hij geen zin heeft, dat hij maar moeilijk opschiet. Na het korte bericht over het werk elke morgen volgen de gebeurtenissen van de dag. Bezoekers, uitstapjes, maaltijden met Katja en de kinderen, wandelingen, theaterbezoek, lectuur en correspondentie. Zijn stemmingen, zijn lijden. Zijn lichaam reageert gespannen op de verplichtingen van het leven, met pijnen en verteringsproblemen. Het leven is nu eenmaal vaak moeilijk te verteren. Waarom schrijft hij dat allemaal op? Voor het nageslacht? Onwaarschijnlijk, de notities hebben geen enkele literaire waarde. Niemand heeft de schriften ooit gelezen, ook Katja en de kinderen niet. De dagboeken uit zijn jeugd heeft hij jaren geleden al verbrand, en ook wat zich sindsdien heeft opgehoopt zal hij op een dag in het vuur gooien. Niettemin zit hij avond aan avond aan zijn bureau om de vervliegende dag vast te houden. Rekenschap afleggen tegenover zichzelf, dat is het waarschijnljk, verplichte zelfobservatie. En een steun in moeilijke tijden, ook dat.
”
”
Britta BΓΆhler
β€œ
De rouw is in mij. Het is een vormeloze klomp die onstuitbaar groeit. Die me vult en uit mijn lichaam verdringt totdat ik naar adem moet happen. Geen mens zal dat ooit begrijpen totdat hij zelf op een dag iemand verliest, iemand die hem dierbaar was, en die druk ervaart. Die vormeloze, rijzende massa die door het verdriet wordt gevormd. Nee, het is waar, je bent jezelf niet meer.
”
”
Jens Christian GrΓΈndahl (Tit er jeg glad)
β€œ
Het was makkelijk genoeg om een programma te schrijven dat de doden zou ordenen, zei hij, maar eigenlijk wilde hij een programma schrijven dat de zin van het sterven kon verklaren. Dat was de verre toekomst. Ooit zouden de computers alle grote geesten bijeenbrengen. Over dertig, veertig, honderd jaar. Als we elkaar voor die tijd niet opblazen. We zitten op het topje van de menselijke kennis, mamma.
”
”
Colum McCann (Let the Great World Spin)
β€œ
Alle volkeren voelen nu dat er een vreemde schaduw breed en zwaar boven hun leven hangt. Maar wij, die nog de wereld van de individuele vrijheid hebben gekend, wij weten en kunnen getuigen dat Europa zich ooit zorgeloos verheugde in zijn caleidoscopische kleurenspel. En wij gruwen als wij zien hoe vol schaduwen, duister, vol slavernij en kerkers onze wereld dankzij zijn suΓ―cidale razernij geworden is.
”
”
Stefan Zweig (De wereld van gisteren)
β€œ
Joden moesten de Tora strikter naleven dan ooit tevoren. Het was niet langer voldoende geen moord te plegen, ze moesten ook hun woede inhouden. Niet alleen overspel was verboden, een man mocht zelfs niet begerig naar een vrouw kijken. De oude wetten van vergelding - een oog voor een oog en een tand voor een tand - werden opzij gezet: de joden moesten nu zelfs wie hen op de rechterwang sloeg, hun linkerwang toekeren en hun vijanden liefhebben.
”
”
Karen Armstrong (The Bible: A Biography (Books That Changed the World))
β€œ
Maar een trein vergeef je veel. Want de trein is een wonder waarover met grotere gebaren kan worden verteld dan over enig ander voertuig. De naam Stephenson galmde door alle klaslokalen, en misschien galmt hij zelfs in het klasje waar ik achteraan in de klas zat en van mijn stotterende buurman luizen kreeg nog altijd na. Wij hebben heldenverhalen gehoord over de eerste trein en niet over de eerste auto, wij weten dat BelgiΓ« het dichtste spoorwegennet ter wereld heeft, dat de eerste Europese passagierslijn tussen Brussel en Mechelen liep en dat de koeien zodanig flipten op het voorbij denderen van die eerste trein dwars door hun ooit zo rustige wei dat de hele bevolking wel drie weken lang zure melk moest drinken waarop een vel lag van zo'n zeven duimen dik. Overdrijf ik? Een beetje, maar toch niet veel. Meester Buyle hief zijn armen ten hemel, zijn hoofd zwol op tot de foto van koning BoudewijnΒ in de schaduw van zijn kaken stond wanneer hij oreerde over een tijd waarin BelgiΓ« nog iets betekende op wereldvlak, over vooruitgang, over stationsgebouwen die werden opgetrokken als gotische kathedralen, en dat al die welvaart te maken had met de komst van de trein en de schitterende organisatie van onze spoorwegen. Ik ben er zeker van dat meester Buyle niet de enige leraar was die zich ooit op deze wijze voor het bord heeft aangesteld.
”
”
Dimitri Verhulst (Dinsdagland: Schetsen van BelgiΓ«)
β€œ
Want niet alleen God is voor de wereld verloren gegaan, maar ook de duivel. Zoals het kwaad op verwensbeelden wordt geschoven, zo wordt het goede geschoven op wensbeelden die men vereert omdat ze datgene doen wat men zelf ondoenlijk vindt. Men laat andere mensen zwoegen terwijl men vanaf een zitplaats toekijkt, dat is de sport; men laat mensen de eenzijdigste overdrijvingen te berde brengen, dat is het idealisme; men schudt het kwaad van zich af en degenen die ermee worden bespat, dat zijn de verwensbeelden. Zo krijgt alles op de wereld zijn plaats en zijn ordening, maar deze techniek van heiligenverering en zondebokkenmesterij door afschuiven is niet ongevaarlijk, want ze vervult de wereld met de spanningen van alle onuitgevochten innerlijke conflicten. Men slaat elkaar dood of verbroedert zich zonder ooit zeker te weten of men dat in volle ernst doet, omdat men immers een deel van zijn wezen buiten zichzelf heeft, en alle gebeurtenissen schijnen zich half vΓ³Γ³r of achter de werkelijkheid te voltrekken, als een spiegelgevecht van de haat en de liefde. Het oude geloof in demonen, dat voor al het goede en het slechte waarmee men te maken kreeg de hemelse of helse geesten aansprakelijk stelde, werkte veel beter, accurater en netter, en men kan slechts hopen dat wij daar met de voortschrijdende ontwikkeling van de psychotechniek weer naar terug zullen keren.
”
”
Robert Musil (Der Mann ohne Eigenschaften: Erstes Buch (German Edition))
β€œ
Defne zou geenszins door dezelfde drek als ik gaan, dat stond ik niet toe, ik nam haar lot in eigen handen. Voor zover ik kon, want ik kon haar nu niet van haar wetenschapbestrijdende extatische basisschool en Koranschool af tiefen, ze was immers niet uit mijn kut gerold, en dus had men ooit bepaald dat ik dan geen zeggenschap had en dat de kut die baart, de kut die waakt is. En ik was de kut die mitst en maart. En voor nu was ik de kut die hierover bedaart.
”
”
Lale GΓΌl (Ik ga leven)
β€œ
Henry gaat op de schommel naast me zitten, met zijn gezicht de andere kant op, en we schommelen steeds hoger en hoger , we passeren elkaar, soms gaan we gelijk op en soms gaan we zo snel langs elkaar dat het net lijkt alsof we zullen botsen, en we lachen, en lachen, en niets kan ooit verdrietig zijn, niets kan ooit worden verloren, of dood zijn, of ver weg; nu zijn we hier, en niets kan onze volmaaktheid verstoren of dit volmaakte moment van zijn vreugde beroven.
”
”
Audrey Niffenegger (The Time Traveler's Wife)
β€œ
Alle goden en duivels die ooit hebben bestaan, of het nu bij de Grieken en Chinezen of bij de Zoeloe's is, zij huizen allen in ons, zijn aanwezig, als mogelijkheden, als wensen, als uitwegen. Als de mensheid zou uitsterven op een kind na dat op de helft van zijn ontwikkeling is blijven steken en dat geen enkel onderwijs heeft genoten, dan zou dat kind de gehele loop der dingen terug vinden, het zou goden, demonen, paradijzen, geboden en verboden, oud en nieuw testament, alles zou het weer kunnen voortbrengen.
”
”
Hermann Hesse (Demian: Die Geschichte von Emil Sinclairs Jugend)
β€œ
En er rees in him een vreemde verwondering op, een verwondering, dat een mens steeds zichzelve, steeds zijn eigen individu was, zonder zich ooit te kunnen verwisselen in de persoonlijkheid van een ander. Dikwijls, zonder de minste aanleiding, doemde die verwondering bij hem op, te midden van de vrolijkheid der anderen en vulde zij hem met een grote verveling bij de gedachte aan het onherroepelijke noodlot, dat hij steeds Vincent Vere was en wezen zou, dat hij nimmer herboren kon worden in een geheel ander schepsel, dat ademde onder geheel andere omstandigheden in een geheel anderen kring. Hij zou graag verschillende gemoedslevens hebben doorleefd, in verschillende eeuwen hebben bestaan, en in telkens wisselende metamorfozen zijn geluk hebben willen zoeken. En dat verlangen scheen hem tegelijkertijd zowel zeer kinderachtig, om de bespottelijke onmogelijkheid, als zeer verheven, om de grootse onbereikbaarheid, die het omvatte, en hij meende, dat niemand dan hij zulk een verlangen koesterde en gevoelde zich zeer hoog boven andere mensen geplaatst... In die mijmering van hem, of de drie anderen zeer ver van hem waren, als van hem gescheiden door den nevel van rook... Een gevoel van lichtheid doorzweefde eensklaps zijn hersenen; het werd, of hij elk voorwerp met heller kleuren zag, hun gelach en gepraat harder hoorde klinken in zijn oor, als op een plaat van metaal, den geur van de tabak, vermengd met een aroom van gestorten wijn, in meer scherpte rook, terwijl de anderen in zijn slapen en zijn polsen klopten, alsof zij barsten zouden...
”
”
Louis Couperus (Eline Vere)
β€œ
De andersdenkende mag de andere niet de mond snoeren, anders zal hij hem op zijn beurt ook ooit de mond snoeren en verdrukken. Telkens wanneer hij er zich toe verlaagt een mening te onderdrukken in plaats van haar te weerleggen, moet die beseffen dat zijn eigen opinie ooit ook onderdrukt zal worden. Laat de doctrines ontstaan en ontwikkelen zonder obstakels, we dienen slechts de vrijheid te verdedigen als die alleen geld voor alle burgers. Ook die van diegene die een doctrine hebben die volkomen tegengesteld is aan de onze.
”
”
Louis Joseph Antoine de Potter
β€œ
Als de wind van de geschiedenis opsteekt kan een mens er zijn pet naar draaien in de hoop gespaard te blijven of wie weet een slaatje te slaan uit het toeval. Hij kan tegen de storm in proberen te lopen of zich een schuilplaats zoeken. Wie uiteindelijk overeind blijft en wie onder de wielen van de Moloch verpletterd wordt weet niemand, zelfs de goede God niet. We zijn muizen die in het looprad van het noodlot trappelen en we kunnen het tempo aan of niet. Geen sonnet heeft ooit de koers van de geschiedenis verlegd. De wereld is de wereld.
”
”
Erwin Mortier (Godenslaap)
β€œ
Zou je me vragen wat ik het beste lied uit de Lage Landen vind, dan zou ik niet twijfelen, dat was "Laat me, Vivre" van Ramses Shaffy en Liesbeth List, onmiddellijk gevolgd door Tim van Wim de Craene. En als ik Liesbeth zo bezig zie, in een opname bij Paul de Leeuw, dan kan het toch niet anders dat zij, ooit de vrouw van de schrijver Cees Nooteboom, Ramses heeft bemind in de meest onmogelijke van alle liefdes. Ze heeft hem altijd bewonderd en uit die bewondering ontstond een platonische liefde die ze tot zijn dood (slokdarmkanker) levend heeft gehouden.
”
”
Jean Pierre Van Rossem
β€œ
Vol schaamte dat ik niet genoeg liet horen over uw schoonheid, vrouwe, denk ik weer hoe zij mij zozeer trof, die eerste keer, dat mij geen ander ooit nog zal bekoren. Maar u te loven is mij niet beschoren: te ontoereikend blijkt mijn ganzenveer. Mijn hersens lijken, als ik het probeer, verlamd te zijn en in ontzag bevroren. Vaak ving ik aan te zingen, maar moest zwijgen omdat mijn krachten mij begaven, want welk stemgeluid kan tot uw hoogte stijgen? Vaak wilde ik een lofdicht op u maken, maar schroom heeft steeds mijn pen, mijn hoofd, mijn hand gedwongen om die pogingen te staken. (Ike Cialona)
”
”
Francesco Petrarca
β€œ
Waarom heb ik er ooit genoegen mee genomen dat ik zou moeten leven in een onttoverde wereld, een leven van leegheid, sleur, van onzinnige procedures en sociale conventies? Waarin je je moet houden aan ongeschreven regels, zoals dat je hond niet op bed mag slapen, waarin je geluk moet doseren, waarin je altijd binnen de lijntjes moet kleuren en je iedere beslissing tot op het bot moet rationaliseren, ook al kom je keer op keer tot de conclusie dat je er op rationele wijze naast hebt gezeten? Dit is het dichtst bij een openbaring dat je als mens kunt komen: niet de wetenschap dat er een God bestaat, maar de wetenschap dat je het jezelf toestaat te geloven in dingen die je niet kunt toetsen.
”
”
Lieke Marsman (Op een andere planeet kunnen ze me redden)
β€œ
Toen ik mij onlangs terugtrok op mijn landgoed,..., kwam het mij voor dat ik mijn geest geen grotere dienst kon bewijzen dan hem, in een volstrekt nietsdoen, met zichzelf bezig te laten zijn, om hem tot rust en tot zichzelf te laten komen... Maar ik merk nu, steevast maakt nietsdoen ons warrig van zinnen, dat hij juist, als een op hol geslagen paard, zichzelf honderd keer meer te doen geeft dan hij ooit voor een ander op zich nam; en hij baart mij zoveel spooksels en gedrochten - het een na het ander, zonder zin of samenhang, dat ik, om op mijn gemak zijn dwaasheden en eigenaardigheden te bestuderen, begonnen ben ze te boek te stellen, in de hoop dat hij zich zo nog eens voor zichzelf gaat schamen.
”
”
Michel de Montaigne
β€œ
Sinds die vruchteloze rit moest ze almaar aan Frederik denken. Alsof de tijd niet meer bestond. Hij was de man die haar had geleerd wat liefde was, die haar op den duur had doen geloven dat ook zij zich graag gezien kon voelen. Hij was good met woorden, had de warmste armen en een blik die zij kon lezen zoals niemand het ooit eerder had gedaan. Hij was zo'n man die niet had durven geloven in zijn eigen verdriet, tot zij zei dat het goed zou komen. Hij was een doener en een meedenker, een veelwiller en een allesweter, een woestigaard met veel broos vel. Hij was de hare en zij de zijne, dat wisten ze eigenlijk allebei. Officieel mocht het misschien niet zo heten, maar dat had zij verdragen, want wachten is niet wachten als de ander er ook is nadat hij weer vertrekt.
”
”
Griet Op de Beeck (Gij nu)
β€œ
Kom naar beneden!’ Ik kwam naar beneden, en toen ik weer op de grond stond, gaf mijn moeder me twee klappen in mijn gezicht. Wat zijn dat voor spelletjes?’ Ik wilde de Wildernis zien.’ Er is daar niets. Dat weet je.’ Als er niets is, kan het ook geen kwaad.’ Niets is het gevaarlijkste dat er is.’ Waarom?’ Als er niets is, kun je iets bedenken. Je zult de leegte niet kunΒ¬nen verdragen. Het zal evengoed leeg zijn, maar je zult jezelf wijsmaken dat dat niet zo is.’ Wat ik mezelf wijsmaak is waar.’ Wat jij jezelf wijsmaakt is een verhaal.’ Dit is een verhaal: jij, ik, het schroothuis, de schat.’ Dit is het echte leven.’ Hoe weet je dat?’ Niemand zou er ooit voor betalen om ernaar te kijken.’ Ze draaide zich om om het haveloze huis weer binnen te gaan. Toen draaide ze zich weer om naar mij. En ik zou er alles voor over hebben om het niet te hoeven leΒ¬ven.’ Je moet het niet leven. Je moet het veranderen.' 'Je begrijpt het niet, hΓ¨?’ Wat begrijp ik niet?’ Dit is het echte leven.
”
”
Jeanette Winterson (Powerbook)
β€œ
Maar je ziet het als je oefent. Je contouren die dunner worden, je silhouet dat vervaagt. Je bent nog niet helemaal verdwenen. Dat duurt een hele poos. Jaren. Maar je verdwijnt. Je verdwijnt voor jezelf, wordt een ander, elke dag. Je bent niet wie je ooit was. De microscopisch kleine cellen die je gezicht vormen op de foto die je ouders in de kamer hebben hangen, zijn weg, vervangen door nieuwe. Je bent niet meer wie je was. Maar ik ben er nog wel, de atomen wisselen van plek. Zo is het ook met de mensen van wie je houdt. Met bijna stilstaande snelheid verkruimelen ze in je armen en je zou willen dat je je aan iets bestendigs in hen kon vastklampen, hun skelet, hun tanden kon vastpakken, de hersencellen, maar dat kun je niet, want bijna alles is water en het heeft geen zin dat vast te houden. Alle sporen verdwijnen, stukje bij beetje. En later verdwijnen de sporen die ze hebben achtergelaten, het huis waarin ze woonden, de tekeningen die ze voor je maakten, de woorden die ze op briefjes schreven. De herinneringen waarmee je achterblijft zullen uiteindelijk ook loslaten, als oud behang, en mettertijd zal het niet meer mogelijk zijn om antwoord te geven op de vraag of er op deze planeet aan de rand van dit perifere zonnestelsel ooit leven is geweest.
”
”
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
β€œ
Want de Atheense democratie is inmiddels, zoals iedere democratie mettertijd, een parodie op zichzelf geworden, waarin leiders dagelijks ter verantwoording worden geroepen en waarin het beleid elke dag opnieuw ter discussie staat. De staat wordt geregeerd door de angst voor volksgerichten en de volatiliteit van de publieke opinie. […] Het volk is verdeeld. Het lijkt wel alsof er elke dag meer facties en partijen met verontwaardigde deelbelangen bij komen, die meer energie investeren in het bestrijden van elkaar dan in het dienen van het collectieve belang. Wanneer zich geen substantiΓ«le kwestie aandient waarover men van mening kan verschillen, worden willekeurige trivialiteiten aangegrepen om haat en vijandigheid uit te diepen en te benadrukken wat het volk verdeelt in plaats van wat het volk zou moeten verbinden. Ieder is overtuigd van zijn eigen gelijk en de waarheid wordt onder de immense hoeveelheid waarheden bedolven. Hiermee is de democratie verworden tot een ochlocratie, waarin de turbulentie van opvliegendheid en oncontroleerbare verontwaardiging de macht hebben gegrepen en waarin het staatsbelang dagelijks wordt geofferd op het altaar van de deelbelangen van doelgroepen. Wantrouwend en verdeeld volk kan leiders afzetten en beleid saboteren, maar het kan geen staat besturen. De democratie erodeert onder de obsessie voor pietluttigheden en details. Achterdocht knaagt onophoudelijk en de metselspecie van vertrouwen in de collectieve zaak wordt met elk incident verder afgebikt tot zij verpulvert en het bouwwerk instort dat ooit solide leek. Een autocratie kan maatschappelijke coherentie goedschiks of kwaadschiks afdwingen, maar een democratie functioneert uitsluitend bij de gratie van het breekbare vertrouwen in haar wetten en instituties. Dit vertrouwen wordt doelbewust verder ondermijnd door politici die in naam van de democratie het wantrouwen in de democratie voeden. Hoe verdeeld het volk ook is, er staan om de haverklap leiders op die de uiteenlopende vormen van onvrede mobiliseren en pretenderen dat zij namens het gehele volk spreken. Zij spiegelen het volk voor dat het een monopolie heeft op het gezonde verstand en dat het homogeen is in zoverre het wordt verraden door de politieke elite. Zij presenteren het als een vanzelfsprekendheid dat de gezonde volkswil, die door de heersende klasse wordt genegeerd, naadloos samenvalt met hun eigen standpunten en elke mening die afwijkt van die van hen, beschouwen zij als een verloochening van het soevereine volk en een verkrachting van de democratie. Zij doen een beroep op emotie en presenteren rationaliteit als een instrument van het establishment. Het volk heeft geen behoefte aan feiten of argumenten, omdat het volk dondersgoed weet dat argumentatie een onderdeel is van het complot om het volk te onderwerpen en dat dat de feiten zijn. Met de insinuatie dat de democratische instituties het werktuig zijn waarmee de politieke elite het volk knecht en kleineert, zetten zij het volk in naam van de democratie op tegen de democratie, die in hun visie geen democratie mag heten als zij niet neerkomt op een compromisloze alleenheerschappij van hun eigen gelijk.
”
”
Ilja Leonard Pfeijffer (Alkibiades)
β€œ
β€žZie zoo, nu zie ik ze niet meer. Jij weet niet wat handel is, Koekebakker, anders zou je der niet om lachen. Om te beginnen ga je tot je achtiende jaar op school. Heb jij ooit geweten hoeveel schapen er in AustraliΓ« zijn en hoe diep ’t Suezkanaal is? Nou juist, daar heb je het. Ik heb dat geweten. Weet jij wat polarisatie is? Ik ook niet, maar ik heb ’t geweten. De raarste dingen heb ik moeten leeren. Vertaal in ’t Fransch: [80]β€žonder benefice van inventaris.” Ga der maar tegen aan staan. Je hebt er geen begrip van, Koekebakker. Dat duurt zoo jaren. Dan doet je ouwe heer je op een kantoor. Dan merk je, dat je al die dingen geleerd hebt om met een kwast papier nat te maken. Overigens is ’t ’t ouwe gedonderjaag, ’s morgens om negen uur present en urenlang stil zitten. Ik vond dat ik op die manier niet opschoot. Ik kwam altijd te laat, ik probeerde wel op tijd te komen, maar ’t wou niet meer, ik had ’t zooveel jaren gedaan. En taai. Ze zeiden dat ik alles verkeerd deed, daar zullen ze wel gelijk aan gehad hebben. Ik wilde wel, maar ik kon niet, ik ben geen kerel om te werken. Ze zeiden, dat ik de anderen van hun werk hield. Ook daarin zullen ze wel gelijk gehad hebben. Als ik klaagde, dat ik ’t niks lollig vond en vroeg of ik daarvoor nu op school al die wonderlijke dingen had geleerd, dan zei de oue boekhouder: β€žJa jongetje, het leven is geen roman.” Bakken vertellen, dat kon ik en dat vonden ze leuk ook, maar ze waren er niet tevreden mee. De ouwe boekhouder wist al heel gauw niet wat hij met me doen moest. Als de baas er niet was maakte ik dierengeluiden, zong komieke liedjes, die ze nog nooit hadden gehoord. De zoon van den baas was een ingebeelde kwajongen; af en toe kwam i op kantoor om centen te halen. Hij sprak vreeselijk gemaakt en keek met een allerellendigst, door niets gemotiveerd vertoon van superioriteit naar de bedienden van zijn pa. De lui lachten zich een beroerte als ik dien jongeheer nadeed. Ik heb daar ook nog een schrijfmachine bedorven en een boek weggemaakt. Toen hebben ze me aan een toestel gezet, dat ze de β€žguillotine” noemden. Daar moest ik monsters mee knippen. Dagen lang heb ik daaraan gestaan: alle monsters werden scheef. De lui hadden ’t wel in de gaten, ze hadden niets [81]anders verwacht. Ze hadden me daar alleen maar aan gezet om erger te voorkomen. Die monsters werden weggegooid; die gingen nooit naar de klanten. Toch had ik in die dagen nog gelegenheid om een brief verkeerd in te sluiten. Natuurlijk was ’t erg; de man die den brief kreeg mocht niet weten, dat de baas zaken deed met den man waaraan i geschreven was. De boekhouder was totaal van streek. Toen begreep ik, dat ik maar liever heen moest gaan. Ik kreeg een poot van den baas. Ik was zelf ook blij dat ik wegging en heb hem hartelijk de hand geschud. Ik heb gezegd, dat ’t me speet, maar dat ik er niets aan doen kon en ik geloof, dat ’k ’t meende. Zie je, Koekebakker, dat is handel. Ik ben daarna nog drie weken volontair geweest op een effectenkantoortje, krantjes nakijken met een boek om te zien of de stukken van de klanten waren uitgeloot. Je ergste vijand zal er voor bewaard blijven. Ze moesten me wegdoen. Ik moest daar ook copieeren. Er was geen denken aan, dat ze uit ’t copieboek konden wijs worden. Ik zag wel in dat ’t zoo niet ging, ik kon er mijn hoofd niet bij houden.
”
”
Nescio (De Uitvreter, Titaantjes, Dichtertje, Mene Tekel)
β€œ
Tijdens een van mijn avondwandelingen belandde ik bij toeval in de Rua de Almeida Garrett (een zijstraat van Avenida Ho Chi Minh). Die was genoemd naar João Baptista da Silva Leitão de Almeida Garrett, een negentiende-eeuwse Portugese schrijver en politicus, die in de Verenigde Staten weinig gekend was, en in Angola nog minder. Ik kende hem alleen van een motto in een roman van José Saramago, een uitspraak die reuze toepasselijk was in Luanda: 'Ik vraag de economen en de moralisten of ze ooit wel eens hebben berekend hoeveel individuen veroordeeld moeten worden tot lijden, zwaar werk, demoralisatie, een ellendige jeugd, volstrekte onwetendheid, overweldigende rampspoed en de opperste armoede om één rijke man voort te brengen?
”
”
Paul Theroux (The Last Train to Zona Verde: My Ultimate African Safari)
β€œ
Omhoog schieten ze, langs de pui van ons relatief jonge stadhuis, omhoog langs de faΓ§ade van onze eeuwenoude cipierage – een gewezen gevangenis die in je jeugd nog heeft gediend als, oh symbool, bibliotheek, en waarvan ze binnenkort, oh teken des tijds, lofts willen maken, zoals ze tegenwoordig van alles lofts willen maken, zelfs van gewezen bibliotheken waarin jij ooit nog je ogen kapot hebt mogen lezen, zonder daar ooit een moment spijt van te krijgen, en waar op een bepaald ogenblik niet één boek meer overbleef dat je, volgens jouw leeftijdscategorie, mocht lezen, en waar vervolgens de bibliothecaris – zijn nagedachtenis weze in ere gehouden, zijn naam geprezen, zijn bloedlijn gezegend – jou de toestemming verleende om te beginnen aan de boeken van de volgende categorie, op voorwaarde dat je er met niemand over sprak, en zo geschiedde.
”
”
Tom Lanoye (Sprakeloos)
β€œ
Legermassa's die tegen elkaar in dreunen; reusachtig als nimmer nog bonsden op elkaar aan nimmer nog zoo uitgestrekte grensgebieden. Groot is dat alles, van ons menschelijk standpunt gezien. Armzalig blijft het voor de zaligen, zoo zij dat mierengewriemel aanschouwen. Misschien zien zij er nauwelijks heen... Klein blijven de menschen op hunne aarde, voor de geesten, die hoger zweven. Groot grooter dan ooit, doen hunne agglomeraties, voor wie, tijdgenooten, hun bloedig woelen maar menschelijk ontsteld aanzien. Het menschelijk bedenken spitst zich tot genialiteit. om elkander te vernielen.
”
”
Louis Couperus (Brieven van den nutteloozen toeschouwer)
β€œ
Hij lag te draaien naast de slapende Tereza en dacht terug aan wat ze ooit lang geleden tegen hem zei tussen onbeduidend gebabbel door. Ze praatten over zijn vriend Z. en ze bekende: 'Als ik jou niet had ontmoet, was ik vast en zeker op hem verliefd geworden.' Toen al brachten die woorden Tomas in een vreemde melancholie. Opeens besefte hij namelijk dat Terezea alleen maar door een toeval van hΓ©m hield en niet van zijn vriend Z. Dat er binnen het rijk der mogelijkheden naast haar verwerkelijkte liefde met Tomas een eindeloze hoeveelheid niet verwerkelijkte liefdes voor andere mannen bestaat. We vinden het allemaal ondenkbaar dat je grote liefde iets lichts zou kunnen zijn - iets dat niets weegt; we veronderstellen dat onze liefde iets is dat moest zijn; dat zonder haar ons leven niet ons leven zou zijn.
”
”
Milan Kundera (The Unbearable Lightness of Being)
β€œ
Wat het Verleden betreft, leven wij in eene illuzie van wetenschap. Wat het Heden betreft, leven wij in een dikken mist. Mocht ik ooit tachtig jaar worden, dan zal ik misschien in vele dikke boeken iets lezen kunnen van wat er gebeurde om mij heen in deze Augustusdagen en dan zal die late wetenschap misschien... nog maar een illuzie zijn. (...) Het is niet de moeite waard je eigen tijd te leven.
”
”
Louis Couperus (Brieven van den nutteloozen toeschouwer)
β€œ
Wanneer zullen mensen ooit leren luisteren naar katten?
”
”
Terry Brooks (The Black Unicorn (Magic Kingdom of Landover, #2))
β€œ
Het is zo gemakkelijk om het leven uit te stellen, je dromen op de bovenste plank te leggen waar je ze niet meer kunt zien, zodat je nooit hoeft te erkennen dat ze niet vervuld zijn. Te gemakkelijk om het allemaal te laten eindigen zonder je verwachtingen ooit leven in geblazen te hebben, ze ooit de kans te hebben gegeven om te vliegen. Het is beter dat geld uit te geven, de tijd en de moeite te besteden, dat pad te lopen, dat papegaaienshirt aan te trekken, of wat er ook voor nodig is om die droom te vervullen.
”
”
Raynor Winn (Landlines)
β€œ
De boeddhisten zeggen dat een les zoiets is als 'een vinger die naar de maan wijst'. De maan (verlichting) is het ding waar het om gaat en de wijzende vinger probeert ons die kant op te krijgen, maar het is zaak niet de vinger met de maan te verwarren. Voor de schrijvers onder ons die ervan dromen ooit net zo'n verhaal te schrijven als de verhalen waarvan we hielden, waardoor we op aangename wijze werden opgeslokt en die eventjes werkelijker leken dan de zogenaamde werkelijkheid, is het doel ('de maan') de geestelijkheid te bereiken die ons in staat stelt zo'n verhaal te schrijven. Alle workshop-praat en verhalentheorie en aforistische, slimme, ambacht bevorderende slogans zijn slechts vingers die wijzen naar die maan en ons proberen te dirigeren naar die geestelijkheid.
”
”
George Saunders (A Swim in a Pond in the Rain)
β€œ
Terwijl ik naar de lucht keek, met de aardse warmte onder mijn rug, vlamde er een oude herinnering op. Dit, dacht ik soezerig. De geur van warm gras, het zachte geritsel van wiegende halmen met gonzende insecten en flarden van geneurie. Zo ben ik ooit geweest.
”
”
Rosie Walsh
β€œ
Ooit had ze een zus gehad.
”
”
Salla Simukka (As White as Snow (Lumikki Andersson, #2))
β€œ
Je hoeft me niet lief te hebben, maar ik wil dat je erkent dat ik er ben, en dat mensen zoals ik door je dagen zullen sluipen. (...) Je zult zien dat er leuke, herkenbare mensen zijn met onverbiddelijke chaos in hun hoofd en misschien zul je ooit zelfs van eentje houden.
”
”
Nadia de Vries (Kleinzeer)
β€œ
In haar kindertijd ziekelijk en vlug van begrip, was ze door haar natuurlijke aanleg niet eerder vrouw geworden dan toen ze ruim zeventien was, maar op die leeftijd kende ze wel al de noten, de akkoorden en de melodieΓ«n waaruit de romantische symfonieΓ«n bestonden die zij op de piano had leren spelen om de dagen door te komen in dromen en verlangens, en de nachten in illusies waarvan ze er niet op vertrouwde ze ooit in vervulling te zien gaan, maar die ze voedde om de zin van een leven te behouden die haar door niets, behalve door de muziek, werd gegeven.
”
”
Antonio GΓ³mez Rufo (El alma de los peces)
β€œ
In het verlengde van mijn vinger moet ergens Vacqueyras liggen. Nog zo’n wijnparadijs. Jouw mama heeft daar grootse en schone zomers van haar jeugd doorgebracht. Je kon het merken als ze over deze streek praatte. Ze deed dat op een manier waarvan ik hoopte dat ze tegen anderen over mij praatte. Als ze mij slechts één keer aan een vriendin zou hebben beschreven zoals ze de ProvenΓ§aalse olijven mijn mond in praatte, dan zou mijn ego voor de rest van mijn leven zijn gestreeld. Alle vernederingen en tegenslagen zou ik er blijgemutst bij kunnen nemen. Misschien heeft ze mij ooit wel zo aan iemand beschreven. Het zou kunnen. Ik weet het niet.
”
”
Dimitri Verhulst (De zomer hou je ook niet tegen)
β€œ
Vladimir: Heb ik je ooit in de steek gelaten? Estragon: Je hebt me weg laten gaan.
”
”
Samuel Beckett (Waiting For Godot)
β€œ
Schrijven, dus het zien ontstaan van iets, dat is een avontuur, dus iets dat ik heel prettig vind. Maar het actuele doen, ik vind het verbazend dat ik het zo vervelend vind. Het schrijven zelf. Ik heb geen plezier, zoals ik me voorstel dat MΓ©rimΓ©e had toen hij schreef; het zou mijn vurigste wens zijn om het ooit ook een keer zo te kunnen doen.
”
”
Hugo Claus
β€œ
Ik zeg aan Iedereen, als je de Koran ergens kunt vinden, Koop hem en lees hem, dan weet u wat uw lot zal zijn, als kafir, als ongelovige, als zij het ooit voor het zeggen krijgen! Besef dat in negentien vier, vijf zesendertig toen het nationaal socialisme nog niet aan de macht was men ook, al perfect kon weten wat Hitler en zijn NSDAP zou doen, je moest alleen maar Mein Kampf lezen, het stond er allemaal in... Wel het staat ook in de Koran, dus je moet de Koran niet verbieden, je moet de Koran niet verscheuren, je moet de Koran niet verbranden, je moet hem vooral lezen!
”
”
Filip Dewinter (DE-islamiseer Europa 732)
β€œ
Want hij is op de maan geweest en niets kan ooit nog hetzelfde zijn.
”
”
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)