Vreemdeling Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Vreemdeling. Here they are! All 9 of them:

Vreemdelingen van niet-westerse herkomst zijn een typisch fenomeen van de postmoderniteit. Zo waren er in Nederland halverwege de jaren 1960 (golden sixties) minder dan 6000 vreemdelingen van Turkse of Marokkaanse afkomst. In België waren er 461 Marokkanen en 320 Turken. Bij aanvang van de postmoderniteit in 1970 waren er steeds nog maar 129.000 vreemdelingen van niet-westerse afkomst (toen vooral Surinamers) in Nederland. Eind 2015 waren dat er al 2.038.500 en tegen 2060 zullen dat er volgens het CBS 3.236.600 zijn. In België waren er in 1970 nog maar 82.888 niet-westerse vreemdelingen. In 2015 zijn dat er al 733.115. Tegen 2050 worden dat er 1.149.000. Ongeveer 70 procent van de niet-westerse vreemdelingen zijn in België moslim. In Nederland is dat slechts 50 procent. De niet-westerse vreemdeling in het straatbeeld is duidelijk een postmodern verschijnsel.
Jean Pierre Van Rossem (De postmoderne angst voor de vreemdeling)
Proust laat ook zien dat er geen betere manier om anderen te misleiden bestaat dan eerst jezelf te misleiden: 'Men liegt het hele leven door, met name tegen geliefden, en bovenal tegen de vreemdeling wiens minachting ons de meeste pijn zou doen: zichzelf.
Michael Foley (Lang leve het gewone. De lessen van het alledaagse leven.)
Zestien maanden lang,' zei de vreemdeling, 'heb ik geen vrouw in de ogen gekeken. Je hebt mooie ogen, Teresa, ze doen me denken aan de hemel boven Venetië. Soms zag ik een stukje hemel door het raam van de gevangenis, als ik even op en neer mocht lopen door de gang. Wat ik zag was een koel grijsachtig blauw, alsof de zee erin weerspiegeld werd. Je ogen hebben de kleur van de eeuwige dingen, maar dat zul je wel niet begrijpen en dat hoeft ook niet. Al die misverstanden, hoe lang bestaan die al niet tussen een man en een vrouw? Hoe vaak heb ik me achteraf niet geschaamd, als ik weer eens veel te veel gepraat had met een vrouw? Kus me maar.' Zijn stem klonk ongedwongen en vriendelijk. Toen het meisje zich niet verroerde en hem met haar grijsblauwe ogen bleef aanstaren, keek hij haar verwonderd aan en vroeg haar nog een keer vriendelijk: 'Kus me maar, of begrijp je het niet?' Later herinnerde Teresa zich dat zijn stem ook zo geklonken zou hebben, als hij haar om een glas water had gevraagd. Het had net zo eenvoudig en terloops geklonken, maar omdat ze nog nooit een man had gekust, bleef ze hem een beetje verdwaasd aankijken. Met een al even nonchalant gebaar sloeg hij zijn arm om haar middel en vroeg belangstellend: 'Wat voel je?' 'Niets,' antwoordde het meisje. 'Begrijp je me niet?' vroeg hij licht geprikkeld. 'Begrijp je niet wat ik vraag? Ik vroeg je niet wat je eigenlijk van mannen vindt of hoe je over de liefde denkt. Luister nou eens, kleintje, ik vraag je wat je voelt als ik je aanraak, als ik met twee vingers over je arm streel, als ik mijn hand op je hart leg. Kijk zo... Wat voel je nu, op dit moment?' Het meisje stond op, lichtte met een gracieuze beweging haar rok bij de zijkanten iets op van de vloer, zoals ze dat in de gelagkamer wel eens had zien doen, maakte een diepe buiging en zei toen beleefd: 'Met uw goedkeuring, meneer, ik voel niets.
Sándor Márai
Na het eten neemt hij het koele besluit in de toekomst zichzelf gade te slaan, even geboeid maar emotioneel onbewogen als gold het een vreemdeling die op bezoek is, iemand met wie hij slechts toevallig te maken heeft. En feitelijk is de wending 'als gold het' een stijlcliché, want het gaat om een doodgewone realiteit. Zichzelf begluren als een willekeurige mens, met wie men opgescheept zit: ziedaar zijn nuchter project. Dit heeft niets te maken met navelkijkerij, wel integendeel. De navelkijker is een blindstaarder die zichzelf vol eigendunk het middelpunt van de wereld acht. Wie scherp toekijkt echter, ontmaskert en verpulvert, niet dramatisch, maar met een juist gedoseerde glimlach, die meteen ook gechecked wordt op de mogelijke aanwezigheid van pose. Wie op die manier zichzelf bekijkt, raakt aan de hele wereld, leert de hele wereld kijken en glimlachen.
Paul de Wispelaere (Paul-Tegenpaul)
Gondález Videla, de verrader van Chili (Epiloog) 1949 Vanuit de oude cordilleras kwamen de beulen als beenderen, als Amerikaanse doornen op de ruige rug van een genealogie van rampen: ze werden aangesteld, geënt op de ellende van onze volkeren. Elke dag bevlekte het bloed hun mouwen. In de bergen werden ze als brute beesten gebaard uit onze zwarte klei. Zij waren de saurische tijgers, de glaciale tirannen, pas onlangs ontstaan uit onze grotten en onze nederlagen. Zo groeven ze de kaaksbeenderen van Gómez op onder de straten bezoedeld door vijftig jaar van ons bloed. Het beest verduisterde de gronden met zijn schoften toen het na de executies op zijn snor beet naast de Noord-Amerikaanse ambassadeur die hem thee inschonk. De monsters waren vuil, maar ze waren niet vuil. Nu, op de plek die het licht bestemde voor de zuiverheid, in het besneeuwde blanke vaderland van Araucanië, glimlacht een verrader op een verrotte troon. In mijn vaderland presideert de schande. Het is Gondález Videla, de rat die zijn haardos vol mest en bloed uitschudt over mijn aarde die hij verkocht heeft. Elke dag haalt hij het gestolen geld uit zijn zakken en denkt er aan of hij morgen land of bloed zal verkopen. Alles heeft hij verraden. Hij kroop als een rat naar de schouders van het volk en daar, knagend aan de heilige vlag van mijn land, krult hij zijn knaagdierenstaart en zegt tot de haciendahouder, de vreemdeling, de meester van de Chileense ondergrond: “Drink al het bloed van dit volk, ik ben de beheerder van de folteringen.” Trieste clown, miserabele kruising van aap en rat wiens staart ze in Wall Street kamden met pommade van goud, de dag is niet veraf dat je uit de boom valt en het hoopje vanzelfsprekend vuil wordt dat de voorbijganger op de straathoeken ontwijkt! Zo geschiedde. Het verraad werd Regering van Chili. Een verrader liet zijn naam in onze geschiedenis achter. Judas die doodshoofdtanden toont verkocht mijn broeder, gaf mijn vaderland vergif, stichtte Pisagua, sloopte onze ster, spuwde op de kleuren van een zuivere vlag. G abriel G ondález Videla. Hier zet ik zijn naam, opdat later, als de tijd de schande heeft uitgewist, als mijn vaderland zijn helder gezicht wast met tarwe en sneeuw, zij die hier de erfenis zoeken die ik als een groene vuurgloed in deze regels nalaat, ook de naam van de verrader vinden die de dodende beker gaf die mijn volk afwees. Mijn volk, volk van mij, neem je lot in handen! Sloop de gevangenis, slecht de muren die insluiten! Verpletter de g rimmige loop van de rat die beveelt in het Paleis: hef je op lansen naar de dageraad en laat op de hoogste top je woedende ster schitteren en de wegen van Amerika verlichten. (Willy Spillebeen)
Pablo Neruda (Canto General)
Op een toon die niet ironischer kon zijn, zei ze: 'Vraag je me in ernst met je te trouwen?' 'Tja, ik geloof van wel.' Ik probeerde te blijven schertsen. 'Als jij wilt. Om de problemen met je papieren op te lossen en om te voorkomen dat je op een dag als illegale vreemdeling Frankrijk wordt uitgezet.' 'Ik trouw alleen uit liefde,' zei ze met een priemende blik, stampend met haar rechtervoet. 'Ik zou nooit trouwen met een pummel die me op zo'n lompe manier een huwelijksaanzoek deed.' 'Als je wilt, zal ik voor je knielen en je met mijn hand op mijn hart smeken of je tot aan het einde der tijden mijn aanbeden vrouwtje wilt zijn,' zei ik, van mijn stuk gebracht, niet wetend of ze nog steeds een spelletje speelde of in ernst had gesproken.
Mario Vargas Llosa (Travesuras de la niña mala)
Soms ben je een migrant binnen je eigen familie; de pijnlijkste vorm van verplaatsing. Een vreemdeling voor de mensen die het dichtst bij je staan.
Sinan Çankaya (November)
In vijf landen ligt de graad van postmoderniteit boven de 80 procent, in de vier Scandinavische landen plus Nederland. In zes andere landen ligt die graad van postmoderniteit boven de 70 procent: in Luxemburg, Frankrijk, België, IJsland, het Verenigd Koninkrijk en België. In vier bestudeerde Europese landen ligt de graad van postmoderniteit onder de 20 procent. In Griekenland, Kroatië, Roemenië en Turkije. Daar is de postmoderniteit nog niet doorgebroken. Het meest achtergebleven land is ongetwijfeld Turkije (waar zelfs de moderniteit nog niet ten volle is doorgebroken). De aanzienlijke verschillen tussen de verschillende Europese landen zijn een duidelijke aanwijzing dat de sociale processen, als bestudeerd door de sociale dynamica, diachronische processen zijn
Jean Pierre Van Rossem (De postmoderne angst voor de vreemdeling)
Wie zich onder vreemdelingen begeeft, wordt automatisch zelf een vreemdeling.
Hanna Bervoets (Fuzzie)