“
Toen ik op mijn achtste een keer een week bij mijn grootouders logeerde omdat mijn ouders met vakantie waren, vroeg ik mijn grootvader waarom oma toch zo vreemd deed, en waarom ze mijn naam niet meer wist. Ik vroeg het tijdens de reclame van een film die we keken.
'Oma heeft moeite bij haar herinneringen te komen,' zei mijn grootvader. 'Haar geheugen is als een grote zolder, vol dozen met stickers erop en spullen erin, maar oma weet niet meer zo goed in welke doos ze moet kijken om een herinnering op te halen, of wat sommige woorden betekenen die op de dozen staan. Alles zit nog wel in haar hoofd, maar oma weet niet waar ze moet zoeken om erbij te komen. Soms weet ze dus ook niet meer welke naam bij jouw gezicht hoort. En daar wordt ze verdrietig van, of bang. Begrijp je dat?'
Ik knikte.
'Heel goed. En daarom moeten we lief zijn voor oma. Want het is al vervelend genoeg dat ze zo in de war is. Gelukkig is ze vaak gewoon gelukkig, op de zolder in haar hoofd.
”
”