β
Ik vraag of ze de muziek af wil zetten. Er is al zoveel lawaai op de wereld.
β
β
J. Bernlef (Hersenschimmen)
β
Bij de zoektocht naar de verloren tijd is muziek een veel krachtiger kompas dan een madeleinekoekje.
β
β
Bart Van Loo (Chanson)
β
Droomen is alles, 't is de muziek van ons leven, en daardoor kunnen wij dansen op den rand van de bittere werkelijkheid.
β
β
Felix Timmermans
β
Applaus," zei hij, "wat een vreselijke manier om een kunstenaar te belonen. Hij heeft zich ingespannen de mooiste muziek te zingen of te spelen en het brengt zijn publiek tot niets anders dan het maken van het eentonigste lawaai dat er bestaat.
β
β
Willem Frederik Hermans (Au Pair)
β
Een man viel,
sleepte heesters, spreeuwen, schoonheid
met zich mee.
βDoe dat nog eens,β zei een vrouw,
en hij viel opnieuw,
sleepte triestheid en muziek en liefde
met zich mee,
en kasten vol kinderen.
βEn nog eens,β zei zij,
en hij viel met een schreeuw,
sleepte de zon met zich mee.
βEn nog eens,β zei zij,
en het werd koud om hem heen -
hij viel in duizend stukken.
βEn nog één keer,β zei die vrouw,
en hij viel opnieuw.
β
β
Toon Tellegen
β
Wat boffen we toch. We zijn de rijkste mensen op aarde. Veel rijker dan miljonairs. Mensen die geen muziek in hun leven hebben zijn heel, heel arm.
β
β
Alice Herz-Sommer (Alice's Piano: The Life of Alice Herz-Sommer)
β
** Dutch **
Soms ben ik de stille getuige van ruzies die ogen als een trage dans zonder muziek.
β
β
Lauren Groff (Florida)
β
Muziek dient ertoe ons eraan te herinneren dat we maar heel kort een lichaam hebben.
β
β
Richard Powers (The Time of Our Singing)
β
Een van de grootste geneugten van muziek is ervoor zorgen dat anderen ernaar luisteren, zodat je even het gevoel hebt dat je deel uitmaakt van een volmaakte wereld waarin alles goed is en mooi.
β
β
Alice Herz-Sommer (Alice's Piano: The Life of Alice Herz-Sommer)
β
De bruiloft was in Monterey, een sombere, dreigende plechtigheid in een klein, Protestants kerkje. De kerk had al zo dikwijls twee rijpe lichamen zien afsterven door middel van het huwelijk, dat zij in het ritueel een mystieke, dubbele dood scheen te vieren. Jozef en Elizabeth voelden beiden de gemelijkheid van het vonnis. 'Gij zult verduren" zei de kerk; en haar muziek was een profetie zonder een sprankje zon.
β
β
John Steinbeck (To a God Unknown)
β
Er staan boterhammen voor je in het buffet,' zei zijn moeder. 'Dank je wel,' zei hij. Ze schakelde de radio in. 'Geen landbouw, geen veeteelt, geen slechte muziek, geen geoudehoer,' zei Frits. geen walsen van Strauss, geen illustratieve muziek. Laat alleen het allerbeste doorkomen. Toon, desnoods een gebrekkige, maar vooruitstrevende smaak.' 'Ik krijg er hoofdpijn bij,' dacht hij.
'Je bent niet aleen in huis,' zei ze. 'Je moet ook eens aan iemand anders denken. Het wordt tijd, dat je eens met anderen rekening houdt.' De radio was warm geworden en begon geluid te geven. 'Ik ben zo alleen en denk steeds aan jou,' zong een tenor. Zijn vader draaide de knop naar links, maar juist nog niet uit. Men kon horen, dat er gezongen werd, maar verder niets onderscheiden. 'Zo wordt het toestel gesmoord,' dacht Frits, kwam naderbij en zocht de schaal af. Tenslotte draaide hij de knop af.
β
β
Gerard Reve (De avonden)
β
Niets waaraan mensen zich zo lelijk kunnen verwonden als aan het geluk van een ander.
Dat iets moois je kwalijk genomen zou kunnen worden, als je jong bent kun je zoiets niet geloven. Dat iemand je de liefde misgunt, hoe kun je daarop bedacht zijn?
De eerste tijd heb je het ook helemaal niet door. Omdat het in jou zo zingt ga je ervan uit dat iedereen meeneuriet. Dat ze meedeinen op jouw muziek. Dit is maar schijn. Door jouw roes lijkt het of ze tollen. In feite staan ze stil en ze zetten zich alvast schrap. Vroeger of later bots je in volle vaart tegen ze op.
β
β
Arthur Japin (Vaslav)
β
De meeste vrienden die eens een keertje met me meelopen laten me al na een paar kilometer in de steek. Ze krijgen de slappe lach van het lopen. Ik niet. Er valt voor mij niets te lachen. Hardlopen is voor mij een heel ernstige zaak. In Duitse klassieke muziek wordt ook niet veel gelachen, dus waarom tijdens het hardlopen wel?
β
β
Abdelkader Benali (Marathonloper)
β
Meestal luistert hij voor hij naar bed gaat nog even naar muziek, maar vandaag heeft hij daar geen zin in. Hij bladert in het in wasdoek ingebonden schrift, leest willekeurige notities uit het verleden. De dagen rijgen zich aaneen, de tijd vliedt, week na week, op zondagen is de datum in rood gemarkeerd. Hij is ijverig geweest, bijna dagelijks staat genoteerd dat hij een paar regels heeft geschreven. Helaas ook vaak, veel te vaak, dat het werk hem zwaar valt, dat hij geen zin heeft, dat hij maar moeilijk opschiet. Na het korte bericht over het werk elke morgen volgen de gebeurtenissen van de dag. Bezoekers, uitstapjes, maaltijden met Katja en de kinderen, wandelingen, theaterbezoek, lectuur en correspondentie. Zijn stemmingen, zijn lijden. Zijn lichaam reageert gespannen op de verplichtingen van het leven, met pijnen en verteringsproblemen. Het leven is nu eenmaal vaak moeilijk te verteren.
Waarom schrijft hij dat allemaal op? Voor het nageslacht? Onwaarschijnlijk, de notities hebben geen enkele literaire waarde. Niemand heeft de schriften ooit gelezen, ook Katja en de kinderen niet. De dagboeken uit zijn jeugd heeft hij jaren geleden al verbrand, en ook wat zich sindsdien heeft opgehoopt zal hij op een dag in het vuur gooien.
Niettemin zit hij avond aan avond aan zijn bureau om de vervliegende dag vast te houden. Rekenschap afleggen tegenover zichzelf, dat is het waarschijnljk, verplichte zelfobservatie. En een steun in moeilijke tijden, ook dat.
β
β
Britta BΓΆhler
β
Ik dacht dat alles anders zou worden en dat is ook zo. Alles wordt altijd anders, daarom merk je het niet als het gebeurt en weet je nooit precies hoe je je voelt. Pas maanden later, misschien wel jaren, hoor je ineens een liedje uit die tijd en dan weet je precies welk gevoel daarbij hoort. Pas dan kun je denken zo voelde ik me toen. het duurt niet langer dan de muziek waarnaar je luistert.
β
β
Janneke Jonkman
β
Je afschuw van de politiek, je bedroefdheid over het geklets en het onverantwoordelijke gedoe van de partijen, de pers, je wanhoop over de oorlog, over de voorbije en die nog moet komen, over de manier waarop men tegenwoordig denkt, leest, bouwt, muziek maakt, feestviert, opvoedt! Je hebt gelijk, steppenwolf, duizendmaal gelijk, en toch moet je ondergaan. Jij bent voor deze eenvoudige, gemakkelijke, met zo weinig tevreden wereld van tegenwoordig veel te pretentieus en hongerig, de wereld spuwt je uit, je hebt een dimensie te veel. Wie tegenwoordig op een prettige manier, mag geen mens zijn zoals jij en ik. Wie in de plaats van gejank muziek, in de plaats van lol vreugde, in de plaats van geld geest, in de plaats van broodwinning echt werk, in plaats van gespeel echte hartstocht verlangt, voor die is deze aardige wereld hier geen tehuis...
β
β
Hermann Hesse
β
Mijn broer bezit geen platen die in de top dertig staan. Dat intrigeert me. De top dertig, dat is voor de popmuziek toch wat het klassement van de Tour is voor het wielrennen? Maar voor mijn broer lijkt het een erezaak te zijn om vooral niet bovenaan te eindigen. Waar is zijn klassement dan op gebaseerd? Mijn broer luistert naar artiesten met rare namen. Julian Cope. Talking Heads. Television. Elvis Costello, Wat voor namen zijn dat? Television! Een band die zichzelf televisie noemt. Kansloze missie.
β
β
Ivo Victoria (Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het mij spijt))
β
Ik keek allang niet meer uit naar de begeesterende leerkracht. Ik dacht: leer me nu maar gewoon hoe ik de woordeen moet articuleren zodat de achterste rij er ook wat van verstaat. En toen de nieuwe leraar drama binnen kwam lopen, met een hoed op en cowboylaarzen aan, dacht ik: weet je wat, een onenightstand, dat is nu ook eens zoiets wat ik altijd al heb willen kunnen.
Let op, hij was niet mooi. Mannen hoeven niet mooi te zijn. Ze moeten op die bepaalde manier lopen. Zo van: ik loop maar wat, ik denk daar echt niet bij na, bij mij gaat dat gewoon vanzelf. Van mannen die zo lopen, ga ik struikelen.
En ik was lang niet de enige die voor hem viel. We zaten allemaal tussen de spleten van het theatergordijn naar hem te gluren. Hoe hij zich met zijn laarzen op tafel steendood zat te ergeren aan ons onbestaande acteertalent. Door het draaien van zijn ogen voelden we ons elke dag kleiner worden. We zagen de posters met onze namen erop al kromtrekken en loslaten. We schrokken wakker uit nachtmerries over parochiale centra. 's Avonds huilden we bij een gaskachel die het nooit deed. Wij waren de nieuwe groten der aarde, waarom zag hij dat niet? De lul met zijn stomme laarzen. En de trieste muziek werd een streepje harder gezet. Net zolang tot het meisje dat wel een serieuze studie deed met een bezemsteel tegen het plafond ging bonken.
β
β
Lara Taveirne
β
Op de scholen werden naar Russisch voorbeeld 'scholierenraden' ingesteld om de leraren te controleren, de 'leerplannen' werden afgeschaft, want de kinderen moesten en wilden alleen leren wat hun aanstond. Tegen elke bestaande vorm werd gerevolteerd om het plezier van het revolteren, zelfs tegen de wil van de natuur, tegen de eeuwige polariteit van de geslachten. De meisjes lieten hun haar knippen, zo kort dat je hun 'Bubi'-kapsels niet van die van de jongens kon onderscheiden, jongemannen schoren snorren en baarden af om meisjesachtiger te zijn, homoseksualiteit en lesbiennendom werden, niet uit innerlijke noodzaak maar als protest tegen de ouderwetse, legale, 'normale' vormen van liefde de grote mode. Elke uitdrukkingsvorm van het bestaan deed zijn best radicaal en revolutionair voor de dag te komen, natuurlijk ook de kunst.[...] Overal werd het element van de toegankelijkheid uitgebannen, de melodie in de muziek, de gelijkenis in het portret, de verstaanbaarheid in de taal. De lidwoorden 'de', 'het' en 'een' werden uitgeschakeld.
β
β
Stefan Zweig (The World of Yesterday)
β
Roadies waren het podium aan het volzetten met instrumenten en microfoons, en Walter deed het verhaal van Conor Oberst: dat hij al op zijn twaalfde was begonnen muziek op te nemen, dat hij nog altijd in Omaha woonde, dat zijn band meer een familie of collectief was dan zomaar een rockgroep. Van alle kanten stroomden er weer jonkies de zaal binnen, stralend van verwachting, levende illustraties van de bandnaam Bright Eyes. (Wat een stuitende kutnaam, dacht Katz. Kijk ons eens jong en onbedorven zijn.) Zijn nu totaal bedorven stemming had niet zozeer met afgunst te maken, en zelfs niet met het gevoel dat hij zichzelf als rocker overleefd had. Het was meer een soort wanhoop over de versplinterdheid van de wereld. De natie vocht momenteel smerige grondoorlogen uit in twee verre landen, de planeet warmde sneller op dan een broodrooster, en hier in de 9:30 werd hij omringd door honderden kinderen Γ la de bananenbroodbakkende Sarah, overlopend van argeloze verwachting, verzekerd van hun onvervreemdbare recht op... ja, op wat? Op emotie.
β
β
Jonathan Franzen
β
Het is prettig om in een stad te lopen die de jouwe niet is. Bij voorkeur met muziek in je oren. Je loopt als het ware rond in je eigen videoclip. Je ziet mensen lopen en lachen, schelden en roepen. Je bent toeschouwer en deelnemer in één. Je maakt er deel van uit en je kijkt ernaar. Je zweeft erdoorheen als een camera op ooghoogte. Je scant. Je ziet niets wat je verrast, maar alles verbaast je. Je bent los van alles wat je kent en iedereen die jou kent. Je zou iemand kunnen spreken, en wat vertellen. Maakt niet uit wat. Alles zou waar zijn en nieuw en vol mogelijkheden. Alles kan opnieuw beginnen in een stad die je niet kent. Dat is het gevoel waarop ik verliefd ben. Dat gevoel vond ik in deze stad.
β
β
Ivo Victoria (Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het mij spijt))
β
Jazz is geen muziek. Sorry.
β
β
Petra Hermans
β
Het is niet gemakkelijk om een levensroeping naast je neer te leggen. Mijn muziek, dat was ik. Ik zag mezelf in de toekomst als pianist, als componist, als dirigent! Mijn gedachten zijn altijd melodieen geweest en alles wat ik doe beleef ik in een ritmische cadans. Ik ben muziek. Mijn muziek. En dan komt er een man mijn leven binnen die me doodleuk vraagt dat alles op te geven. Vraagt? Nee, eist!
Eigenlijk heeft niets me ooit zo geschokt en in de war gebracht als Gustavs voorwaardenbrief. Twintig ongelooflijke pagina's. Ik wist niet wat ik las.
'Over jouw muziek wil ik het niet hebben. Denk je dat je van iets onmisbaars afstand doet als je die opgeeft om van mij te zijn? Wat is dat voor "werk" waar je het over hebt? Componeren soms? De rol van componist komt mij toe. Ik ben degene die werkt, laat daar geen misverstand over bestaan. Jouw rol is het opgeven van alle oppervlakkige tijdspassering - zoals je zogenaamde werk - om je volledig en onvoorwaardelijk ondergeschikt te maken aan mijn behoeften. Je mag naar niets anders verlangen dan naar mijn liefde.
β
β
Anna Enquist (Twaalf keer tucht)
β
Zeg, Pa, je moeder was toch een Chinese? Dus jij bent een halve Chinees. En ik een kwart Chinees, die de weg in zijn DNA volgt met het snuffelen in de 'I Tjing', dat raadselachtige 'Boek der Veranderingen'. De 'I Tjing' zegt ergens in Hexagram 29: 'Want alleen door herhaling neemt de leerling de stof in zich op.'
Helaas kennen ze hier in Holland geen kritische zelfreflectie. Ze leuteren maar wat over slaven, koelies, gastarbeiders en de kinderen van de koloniale liefde. Ooit verspreidden ze jullie eerste generatie Indischen over gans het land: in elke straat een Indische famile was zo'n beetje het quotum in de jaren vijftig. Ze hadden jullie beter in een getto kunnen stoppen. Den Haag-Zuid zou een populaire wijk zijn geworden, met ons, de volgende generaties, als de laatste resten gemixt tropisch Nederland achter de ramen en balkonnetjes, met elke zaterdag een braderie met Hawaiaanse muziek, indorock, vliegeren en lootjes trekken. Nu wonen de 'allochtonen' er bij elkaar, en hinderlijk veel politieauto's patrouilleren in de straten.
β
β
Alfred Birney (De tolk van Java)
β
Wat kun je eigenlijk met een karabijn? Witlof verbouwen, muziek maken, naar een bal gaan, sokken stoppen? Een karabijn is gemaakt om mee te doden, punt uit, iets anders kun je er niet mee. En ik heb nooit welwillend tegenover de smaak van bloed gestaan. Toch nam ik het apparaat van hem aan, omdat ik dacht dat ik, als ik het Edmond liet behouden, misschien ooit, zonder het te weten, een onbelangrijke, met cider overgoten moord op mijn geweten zou krijgen. Sindsdien heb ik de gewoonte opgevat om de karabijn op mijn zondagse wandelingen mee te nemen en als wandelstok te gebruiken.
β
β
Philippe Claudel (Grey Souls)
β
Sophia schonk thee bij en zei: 'Weet u waar ik steeds aan moet denken sinds ik hier in uw winkel ben? Hoe het verleden steeds belangrijker wordt naarmate je ouder wordt. Ik ben nu vierenvijftig en heb het met mijn vriendinnen steeds vaker over vroeger. Over school, over de muziek die we luisterden, over jongens die we kenden, over leraren van toen. Ik heb vrouwen om mij heen die ik al mijn hele leven ken. Met hen deel ik zo veel herinneringen: aan studeren, werken, die dag dat je je man ontmoette, de relaties ervoor en soms erna. Hoe het was toen je kinderen klein waren. Zij zijn getuige geweest van mijn hele leven en steeds vaker zitten we samen om die verhalen op te halen. Maar met wie doe je dat wanneer je niemand kent die zelfs maar van een afstandje jouw leven heeft meegemaakt?
β
β
Marloes Kemming
β
Bij het licht van het vuur zag alleen Ana de blik die de Trianera haar toewierp. Het was maar een seconde, misschien nog minder. De blik van een zigeunerin: koud en hard, in staat om tot in de ziel door te dringen. Ana rechtte haar rug, bereid de uitdaging aan te nemen, maar ze stuitte op de blik van de Graaf. Luister en leer! zei zijn gezicht.β¨Β Β De Trianera zong zonder muziek, zonder dat iemand schreeuwde, klapte of haar aanmoedigde. Een melancholisch vers, een debla: een lied gericht tot zigeunergodinnen. Haar hese stem, oud, zwak, vals, raakte degenen die luisterde echter in hun diepste wezen. Ze hield haar gekromde, trillende handen voor haar borst, alsof dat haar kracht gaf, en zing over het vele leed van de zigeuners: het onrecht, de gevangenis, de verbroken liefdes... in verzen zonder metrum die hun betekenis ontleenden aan het ritme dat de stem van de Trianera eraan wilde geven en die altijd eindigden met een loftuiging in zigeunertaal. Deblica barea, schitterende godin.β¨Er leek geen einde aan het lied te komen. De Trianera had het zo lang kunnen maken als haar verbeeldingskracht of haar herinneringen zouden hebben toegelaten, maar ten slotte liet ze haar handen op haar knieΓ«n vallen en hief ze haar tot dan toe gebogen hoofd op. Met een brok in hun keel brastten de zigeuners, onder wie ook Ana, opnieuw in applaus uit; velen met betraande ogen. Milagros klapte ook, terwijl ze schuin naar haar moeder keek.Β
(p. 50-51, La reina descalza)
β
β
Ildefonso Falcones (La reina descalza)
β
Wanneer ze de straat in loopt, bespeurt ze een verandering in zichzelf, een concentratie van aandacht richt zich, voordat ze bewust iets hoort, in haar op als een cobra voor een fluitspeler. Een snoer van klanken komt haar tegemoet, muziek die omhoog- en omlaagwelft alsof zij precies de beweging van een wandelaar in de heuvels van Boeda volgt. Wat is dat voor instrument, waar komt die warme bas vandaan in de diepere regionen, die alt in de hogere? Het lijkt op de gordonka van de zigeuners, de gardon van de boeren. Het is hetzelfde, het is niet hetzelfde.
De muziek komt uit de tuin van het huis waar ze haar bestelling moet afleveren. In de schaduw van hoge bomen zit een elegant gezelschap in aandacht verzonken voor een musicus die voor haar een muzikant is, het subtiele verschil kent ze nog niet. Het wordt haar toegestaan vanaf een stenen trap naar de keuken mee te luisteren. Ze vraagt wat voor muziek het is die daar ten gehore wordt gebracht. De huishoudster is zo vriendelijk het voor haar te vragen. De tweede cellosuite van Bach. Ze prent het zich in, om het nooit meer te vergeten, de tweede cellosuite van Bach. De vermoeidheid van de wandeling valt van haar af, ze is opgewonden omdat er muziek bestaat die een illusie van oneindigheid oproept, een streling van de ziel die nooit meer ophoudt.
β
β
Tessa de Loo
β
Er is niets eenvoudigs aan de muziek van de Manoush. - Silvia
β
β
Mary Hoffman (City of Stars (Stravaganza, #2))
β
Het mooiste van muziek laat zich niet vastleggen.
β
β
Anna Jae
β
Als ik heel eerlijk was, was mijn truc dat ik het niet echt wist: het is de kunst dat je de taal kent, het vocabulaire, de verwijzingen, dat je in elke tegenstelling, in elk zwart en elk wit een paradox vindt en die opvoert als de diepere waarheid van de ambivalentie, als dubbelzinnigheid, als concurrerende paradigma's. Waren alle kunst en boeken en films en muziek niet gewoon een kwestie van verschuivende referentiekaders?
β
β
Joost de Vries (De republiek)
β
Muziek, poΓ«zie, religie - ze ontstaan allemaal in de ontmoeting van de ziel met een aspect van de werkelijkheid waarvoor de rede geen begrippen en geen taal heeft. (p.56)
β
β
Abraham Joshua Heschel
β
Vermeulen schraapt de laatste kapucijners van zijn bord en merkt ineens dat er aan de andere kant van het eethuis, achter een tafel naast de ingang, onafgebroken een jongen naar hem zit te staren. Een bekend gezicht heeft die knaap. Blootshoofd, met zijn handen naast zijn bord kijkt hij maar en kijkt, zonder zijn ogen af te wenden. Erg jong is hij nog, een jaar of zestien, zeventien - een schooljongen, als hij tenminste op school zit. Aan zijn kleding te zien heeft hij het thuis niet breed. Het is het soort jongen dat je in de stad bestellingen rond ziet brengen of als hulpje met een timmerman of schoorsteenveger mee ziet lopen. Al heeft hij geen dom of volks gezicht, eerder kwetsbaar en gevoelig. En prachtige, donkere schroei-ogen.
Waar ken ik die jongen toch van? denkt hij. In de Universiteitsbibliotheek zal ik hem niet tegengekomen zijn. Misschien kwam hij ook vaak muziek luisteren achter de hagen rond de Concertgebouwtuin. Ja, dat is het. Die jongen is een 'hek-abonnee', net als ikzelf vΓ³Γ³r ik aan 'De Tijd' kwam.
β
β
Erik Menkveld (Het grote zwijgen)
β
De Eiffeltoren is niet Eiffels toren; het is de toren van Koechlin, zijn assistent, die Eiffel met veel moeite heeft overgehaald zich aan het project te verbinden. Maurice Koechlin, net als Eiffel ingenieur, zette de eerste schetsen op papier en ontwierp vervolgens de constructie. Nu heeft iedereen het over Eiffel, maar u zult zien dat het monument over een paar jaar de Koechlintoren wordt genoemd. Zullen we wedden? De ingenieur is een Zwitser, misschien dat hij het daarom prettig vindt op de achtergrond te blijven. Aanvankelijk wilde hij zich aan de geneeskunst wijden en studeerde hij anatomie in ZΓΌrich; bij het ontwerp van de toren had hij de ligging van de spiervezels op het femur, het dijbeen, voor ogen, een heel licht, sterk bot, en tevens het grootste in het menselijk lichaam. Welnu, het femur was een bot waardoor ook Pythagoras was geobsedeerd; hij vond een relatie tussen dit bot en de muziek, en daarom tussen het bot en de getallenleer die in het universum verborgen ligt. Zodoende raakten onze occultisten er tenslotte van overtuigd dat Koechlin een volger is van Pythagoras, die het geheim heeft verraden. De toren heeft altijd symbool gestaan voor het centrum van de wereld; de occultisten zien deze ijzeren toren daarom als een vals centrum dat moet worden ontmaskerd.
β
β
Pablo De Santis
β
Sammy, die tot de laatste wil blijven, staat ijverig te dansen. De muziek doet er niet toe, hij hoort de muziek niet eens. Dansen, dat moet gebeuren en iemand moet het doen, zatte sukkels eerst. Leven, denkt Alex, en ervan houden om wat het is, en dan het begraven. Maar het is niet erg, denkt hij, dit moment gaat voorbij, vergeet het, stop het weg in de onderste lade, huil maar niet.
β
β
Saskia de Coster (Eeuwige roem)
β
De kop van de Lucifer strijkt de stok met Eer naar muziek.
β
β
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β
Onwillekeurig, bijna
zonder het te merken
heb ik je ingelijfd
bij de muziek die je niet raakt,
bij de taal die je niet spreekt
en niet verstaat, bij mij
van wie je niet houdt.
β
β
Hanny Michaelis (Verzamelde gedichten (Dutch Edition))
β
Muziek vindt hij bevrijdend: ze bevrijdt hem van eenzaamheid, geslotenheid, stof van de boekenkast; ze opent in zijn lichaam een deur waardoor zijn ziel de wereld binnentreedt om zich te verbroederen.
β
β
Milan Kundera
β
... de muziek die zo diep in haar gevloeid, mag langzaam uit haar stromen en zich vermengen met de liefde der aarde. (...) Muziek = liefde.
β
β
Anke Kranendonk (Weihnachtsoratorium)
β
... de muziek die zo diep in haar gevloeid is, mag nu langzaam uit haar stromen en zich vermengen met de liefde der aarde. Want dat is tenslotte waar het over gaat. Muziek = liefde.
β
β
Anke Kranendonk (Weihnachtsoratorium)
β
Wat me nog het meest bij haar opvalt, wat me de meeste treurnis bezorgt, dat is de dubbele stilte van haar zijn. De taal heeft de koffers gepakt en is over de reling van het kapseizende schip gesprongen, maar er heerst ook een andere stilte in haar of rond haar. Ik hoor de muziek van haar ziel niet meer; de existentiΓ«le aura om haar heen, dat hele vibrerende laken van narratieven en symbolieken waarmee ze zichzelf in de wereld heeft geweven β of omgekeerd, de wereld in haar.
β
β
Erwin Mortier
β
In 't verdriet om zijn tijd, en in toenemende maagpijn schilderde hij, terwijl er buiten sneeuw viel : 'De Blinden die elkander in de Gracht leiden';
't Valt voor in zijn vredige streek, met de kerk, ginder rustig en uitnodigend gezeten aan de voet van een buikrond heuveltje. Hier van voor, rechts, diept een koele gracht, waar lis wiegt en irissen tintelen. Op de voorgrond, in de richting van die gracht, komen de zes blinden met hun wijde mantels aan, achtereen elkaar vasthoudend aan hun staf, of de hand op de schouder van de voorgaande gelegen. Hun oude, getaande, domme bedelaarsgezichten zijn smekend omhoog gericht; maar hun ogen zijn ofwel gesloten, of 't zijn enkel matte, witte ballen of uitgezworen holtens. Ze zullen de gracht intuimelen, één voor één, lijk de voorsten al bezig zijn, - de eerste had nogal muziek bij!
Rond dit drama bloeit een schone, zachte zomer. Er is stilte, vrede en zon! Daarin ligt heel zijn tijd : 't verscheuren van elkanders overtuiging, de blindheid van elkendeen; daarin ligt zijn twijfel, zijn gebroken droom, zijn geloof, zijn verlangen naar rust, heel zijn hart en heel zijn ziel, - heel de tegenstrijdigheid van zichzelf en van zijn tijd. Toen hij de schilderij af had; - 't was enige dagen voor Kerstmis - liet hij palet en borstels uit zijn hand glijden.
'Nu heb ik, geloof ik, niets meer te doen dan maagpijn te lijden', zuchtte hij.
β
β
Felix Timmermans (Pieter Bruegel, zoo heb ik u uit uw werken geroken)
β
Muziek lokt van een ziel muziek weer los,
Die treedt in wondere gedaanten uit
De zielepoort, zoekend dat lokgeluid
β
β
Herman Gorter (Mei: een gedicht)
β
Het lijkt een paradox om de werkelijkheid waarin wij dagelijks leven tot schijnwerkelijkheid te proclameren en de ondefinieerbare sfeer, opgeroepen door het lezen van een gedicht, een boek, het horen van muziek, het kijken naar een schilderij, kortom het ondergaan van kunst, werkelijkheid te noemen, terwijl we juist geneigd zijn in dat geval van droomwereld te spreken. En toch ben ik ervan overtuigd dat het omgekeerd is. [...] Het lijkt misschien ongerijmd en een beetje aetherisch om te beweren, dat alleen in de kunst de werkelijkheid zich openbaart, en toch is het zo. Want alleen de kunst spreekt tot de ziel en is door haar voortgebracht. [...] Want kunst is niet in de eerste plaats aesthetica, kunst moet voor alles de openbaring van de ware, de enige werkelijkheid zijn. Dan alleen wordt de wereld aan zichzelf ontheven zonder zichzelf prijs te geven. Er zit iets tragisch in, dat er duizenden mensen rondlopen, die in kunst niets anders zien dan een middel om hun werkelijkheid (de schijnwerkelijkheid) te ontvluchten en blind zijn voor die andere, essentiΓ«le werkelijkheid die de kunst hun toont, en waarvoor zij waarschijnlijk ook in hun leven blind zijn. [...] Eigenlijk is het ontzettend, dat er zoveel mensen leven die niets anders kennen dan de schijnwerkelijkheid waarin ze leven. Wat moeten zij arm zijn, arm en leeg en zonder geluk.
β
β
Hanny Michaelis (De wereld waar ik buiten sta: Oorlogsdagboek 1942-1945)
β
Net als in mijn tienertijd zuiver ik de haat in mijn ziel met de diepe, ontroerende klanken van Beethovens Moonlight Sonata. Na het spelen van dit stuk voel ik me rustiger. Meer in balans. Het is de muziek waar ik de pijn uit mijn jeugd in kwijt kan.
β
β
Natascha Hoiting (Sonata)
β
Millie kijkt naar Stella die op haar thee blaast - de damp stijgt op en maakt figuren, net als de koffie in het warenhuis. Stel je voor dat alles zo zou ademen. Dieren en mensen en gras en bomen. Iedereen en alles had dan altijd dampende kronkellijnen om zich heen die figuren maakten, en bij sommige mensen zou je een korte, snelle ademhaling zien, door het rennen of een hartaanval, en anderen zouden een lange, trage ademhaling hebben van het slapen of tvkijken. Het zou net zijn of je naar muziek keek, als je aan muziek iets kon zien, en de wereld zou altijd vol ademmuziek zijn.
Misschien blaas je wel alles uit als je je laatste adem uitblaast: je herinneringen en gedachten en dingen die je had willen zeggen en dingen die je niet had willen zeggen en plaatjes in je hoofd van hete koffiedamp en de laatste blik op het gezicht van je vader en het gevoel van modder tussen je vingers en de wind als je van een heuvel af rent en de kleur van alles, ooit.
β
β
Brooke Davis (Lost & Found)
β
Nederland heeft zich buiten de lijn geplaatst, pas sinds kort na 850 jaar. Duits voor jachtmeester. Join the Party. Het klinkt immers, niet inmiddels, mij, me en ik als muziek in de oren.
β
β
Petra Hermans
β
In haar kindertijd ziekelijk en vlug van begrip, was ze door haar natuurlijke aanleg niet eerder vrouw geworden dan toen ze ruim zeventien was, maar op die leeftijd kende ze wel al de noten, de akkoorden en de melodieΓ«n waaruit de romantische symfonieΓ«n bestonden die zij op de piano had leren spelen om de dagen door te komen in dromen en verlangens, en de nachten in illusies waarvan ze er niet op vertrouwde ze ooit in vervulling te zien gaan, maar die ze voedde om de zin van een leven te behouden die haar door niets, behalve door de muziek, werd gegeven.
β
β
Antonio GΓ³mez Rufo (El alma de los peces)
β
Maar mannen zoals Angelo kan je misschien wel vasthouden tijdens het dansen, maar als de muziek is gestopt is dat niet meer zo eenvoudig.
β
β
Nicky Pellegrino (Een zomer in VenetiΓ«)
β
Kahn krijgt kleur op de wangen bij de herinnering. 'Rodin was een heuse Mozartman,' zegt hij. 'Un homme de Mozart,' herhaal ik en we lachen besmuikt. (De bundel van Baudelaire die Kahn me lang geleden heeft geschonken, de verzen heb ik nooit mooi gevonden, wel staan er prachtige tekeningen van Rodin in het boekje. In de dikke knuisten van de Mozartman, gewend aan hamer en beitel, school een fijne tekenhand.)
De muziek is afgelopen, in de verte kraait een haan. Ik zeg: 'We hebben wat te eten nodig.
β
β
Lia Tilon (Archivaris van de wereld)
β
Alles flonkerde. Er werd muziek gespeeld, er werd gedanst. Beeldschone vrouwen met lang zwart haar walsten met heel kleien pasjes, met de aristocratisch zelfbeheersing waar militairen van het expeditieleger hopeloos verliefd op werden.
β
β
Alexis Jenni (L'Art français de la guerre)
β
Best Dutch prostitute by Classic Music and Classic Theme, Janine Jansen.
β
β
Petra Hermans