Meter Zijn Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Meter Zijn. Here they are! All 8 of them:

β€œ
Ik dankte de hemel dat er geen getuigen waren van mijn blos, die voldoende zou zijn geweest om een sigaar op een halve meter afstand te doen ontbranden.
”
”
Carlos Ruiz ZafΓ³n
β€œ
Zo mooi was ze, Fergusons moeder, zo aantrekkelijk met haar grijsgroene ogen en haar lange bruine haar, zo spontaan, zo levenΒ­dig en goedlachs, zo fraai gevormd met de een meter achtenzestig die haar was toebedeeld, dat Stanley, bij de eerste handdruk die hij met haar wisselde, de afstandelijke en gewoonlijk vrijgevochten Stanley, de negenentwintigjarige Stanley die nog nooit door het liefdesvuur was verteerd, zichzelf ten overstaan van Rose voelde verschrompelen, alsof alle lucht uit zijn longen was gezogen en hij nooit meer zou kunnen ademen.
”
”
Paul Auster (4 3 2 1)
β€œ
Het was eruit voor hij het wist: 'Hoe komt dat toch dat negers zo'n lange hebben?' De neger, die trouwens So heette, want ze hebben ook een moeder die hen af en toe aan tafel moet roepen, leek niet te zijn geschrokken van deze impulsieve reactie en kwansuis bijna liet hij het zich ontvallen dat ook blanke mannen over een lange penis kunnen beschikken. Een blanke man een grote jan? Hoe dan? De neger, So dus, legde het recept voor een halve meter mannelijkheid uit en die avond nog bond Lode een baksteen aan zijn fluit. Zeker een kilogram zwaar was dat ding, maar het scheen de wetten van de fysica inderdaad logisch toe dat ieder lichaamsdeel, voortdurend onderhevig aan de trekkracht van een dom gewicht, langer kon worden. Er was trouwens sprake van kinderen met één te lange arm, namelijk die arm aan de hand waarmee ze altijd al hun boekentas hadden gedragen. De baksteen hing daar als een dobber aan een vislijntje, Lode ging ermee werken, baden en slapen tot de steen het gewenste resultaat had opgeleverd. Toen So één week later naar de vorderingen in Lodes onderbroek informeerde was het een glimlach waaruit zijn woorden kwamen: 'Hij is nog geen centimeter gegroeid, maar hij ziet wel al zwart.
”
”
Dimitri Verhulst (Problemski Hotel)
β€œ
De mens heeft geen twee meter grond nodig, geen landgoed, maar de hele aardbol, de hele natuur, waar hij vrijelijk alle kwaliteiten en bijzonderheden van zijn ongebonden geest kan ontwikkelen.
”
”
Anton Chekhov
β€œ
Op een zonnige ochtend in april loopt me in een van de smalle straatjes in Harajuku het 100 procent perfecte meisje voorbij. Eerlijk gezegd is het niet eens zo'n mooi meisje. Er is ook niet meteen iets opvallends aan haar. Ze draagt al evenmin prachtige kleren. Haar weerbarstige haar is achterop nog even warrig als bij het opstaan, en jong is ze ook niet meer. Ze moet al tegen de dertig zijn. Strikt genomen kun je haar wellicht geen meisje meer noemen. En toch, van vijftig meter afstand wist ik het al zeker: zij is voor mij het 100 procent perfecte meisje. Vanaf het moment dat ik haar in het oog kreeg, trilde mijn borst als de aarde die beeft en werd mijn mond korrelig droog als de woestijn.
”
”
Haruki Murakami (Liefdesdood in Kamara en andere Japanse verhalen)
β€œ
Er is mij eens iets grappigs overkomen in een herberg in Tirol. Professor Cotta en ik hadden er juist onze intrek genomen en zaten te dineren toen een kamermeid hem in zijn oor kwam fluisteren. Ze vroeg of het wel zin had mij een bed met schoon linnengoed te geven, aangezien het toch helemaal zwart zou worden wanneer ik ging liggen. De professor wuifde het wicht weg. We hebben er samen hard om gelachen, maar 's nachts overviel me een enorme mensen-moeheid. Alsof ik mijn leven lang door een moeras gewaad heb zonder een meter vooruit te komen. Dat zijn voor mij de angstige momenten, wanneer ik het vechten liever op zou geven. Met het ouder worden nemen die in frequentie en hardnekkigheid eerder toe dan af.
”
”
Arthur Japin (De zwarte met het witte hart)
β€œ
Toen ik op een dag de weg afliep, zag ik die kerel mij tegemoetkomen, en, weetje, ik had er een eed op kunnen doen dat hij het was, en, weetje, hij had er een eed op kunnen doen dat ik het was. We kwamen dichter bij elkaar en ik was er heel zeker van dat hij het was en hij was er heel zeker van dat ik het was. We kwamen nog dichter bij elkaar en ik was er verdomd zeker van dat hij het was en hij was er verdomd zeker van dat ik het was. Toen we nog maar een paar meter van elkaar verwijderd waren, was ik er volledig van overtuigd dat ij het was en hij was er volledig van overtuigd dat ik het was. En, moet je weten, toen we naast elkaar stonden, was het geen van ons.
”
”
Anne van Veen (Wie ik aan het zijn was)
β€œ
Poirot was een buitenissig mannetje. Hoewel amper een meter zestig lang, maakte hij door houding en optreden een waardige indruk. Hij had een eivormig hoofd, dat hij altijd een beetje schuin hield, en een stug, kortgeknipt snorretje. Zijn kleding was tot in de puntjes verzorgd: volgens mij zou een pluisje op zijn pak hem meer pijn doen dan een schotwond. Toch was deze typische dandy die nu, zoals ik tot mijn spijt zag, erg hinkte, in zijn tijd een van de meest gevierde leden van het Belgische politiekorps geweest. Als detective had hij zich onderscheiden door zijn enorme flair en hij had indertijd successen geoogst met het oplossen van enkele van de meest raadselachtige gevallen.
”
”
Agatha Christie (The Mysterious Affair at Styles (Hercule Poirot, #1))