Ik Heb Je Lief Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Ik Heb Je Lief. Here they are! All 9 of them:

β€œ
Ik heb je lief zoals je soms gelijk een gouden zomerdag bent nee nee nee ik heb je lief zoals je bent nee nee ik heb je lief zoals nee ik heb je lief
”
”
K. Schippers
β€œ
Er zit een geheim in alles wat je ziet en zelfs als je dat geheim oplost blijft er het geheim van je vermogen om het te zien en op te lossen. Denk ook vooral niet dat ik met open mond van verbazing door de wetenschap gezworven heb, slechts gedreven door nieuwsgierigheid. Noodzaak, mislukking, geld of gemakzucht hebben me vaak een andere kant op geleid maar altijd weer naar de ontdekking van de natuurlijke schoonheid in elk mens en elk levend wezen. Je kunt zowel schoonheid horen in het gepiep van ratten als in het gepiep van autobanden, net zo goed als je schoonheid kunt zien in de vorm van onbegrijpelijke wolken en bergen en meren en in de geest van kinderen.
”
”
Leo Vroman (Warm, rood, nat en lief)
β€œ
Mijn hele leven heb ik gezocht naar verwantschap, mezelf dikwijls genoeg wijsgemaakt dat er van zulk een verwantschap sprake was, terwijl die er nooit, met geen enkel ander mens, of andere groep van mensen, geweest is, en er ook nooit zal zijn. Met kollegaas kan ik geen zinnig woord wisselen, en met het soort mensen dat men gevoelsgenoten pleegt te noemen is het nog erger - hoogmoet of Selbsthaß spelen hierbij een geringe rol, geloof ik - want in hun gezelschap voel ik mij zelfs eenzamer dan wanneer ik alleen ben, niet omdat ze zijn zoals ze zijn, maar juist omdat ze maar gedeeltelijk zijn zoals ze zijn en bijna allen, zonder uitzondering, de Moed missen zich in te zetten voor datgene, dat zij beweren lief te hebben, alsook de moed om te vechten en er op los te rammen als het er op aankomst, inplaats van die anonimiteit te prefereren waarbij men doet of men tot een onderwereld behoort die zo spoedig mogelijk zou moeten worden uitgeroeid; wat een ellende, dat zonder geslachtsnaam zich voorstellen als 'Rudi' of 'Eddie', dat eeuwige geteem over de snit van een broer en 'waar heb je dat gekocht' en nooit, nooit, godverdomme, één verstandig woord, of desnoods een onverstandig woord, over kunst, politiek, ethiek, religie.
”
”
Gerard Reve (Op weg naar het einde)
β€œ
Ik heb je liever Ik heb je liever dan brood, al zegt men dat het niet kan en al kan het ook niet. Ik heb je liever dan vrolijkheid of regen, liever dan de stilte van drie uur in de rustig in- en uitademende nacht. De meeuwen scheren overdag met hun vleugels langs de blonde warme lucht. De wilde bloemen staan te lachen in het warme bad van de zon. De zon danst zijn toch maar kleine rol met zoveel overgave dat het heel stil wordt, hier, in dit deel van het heelal. Ik heb je liever dan brood, al zegt men dat het niet kan en al kan het ook niet. Liever dan vrolijkheid of regen, liever nog dan ik heb je lief.
”
”
Hans Andreus (Vertel hoeveel ik van je hou: vijfendertig liefdesgedichten)
β€œ
Ik zal altijd om mijn moeder blijven rouwen. Zolang ik rouw, heb ik lief.
”
”
Lisanne van Sadelhoff (Je bent jong en je rouwt wat)
β€œ
Vriendelijk en dynamisch,' zei hij terwijl hij naar de tafel liep en een stoel voor haar klaarzette. 'Bent u dat,'vroeg ze met een glimlach en ging zitten terwijl ze haar schort strak trok over haar billen. 'Wel geweest,' zei hij spottend. 'Op het uitsloverige af. Als ik daaraan denk heb ik reuze spijt. Wat ben ik lief en goed geweest voor de mensen. Wat een naΓ―ef geloof heb je als je jong bent. In iedereen, in de hele mensheid. Maar er verzuurt veel in de loop der jaren. De meeste mensen blijken gewoon zelfzuchtige rotzakken te zijn die het goorste ochtendblad lezen en naar de walgelijkste televisieprogramma's kijken. Ze hebben een pisbiertje binnen handbereik en een karrevracht nepzoutjes en het lijkt allemaal vrij vredig, maar ze zijn net zo gemakkelijk op te stangen als Hitler indertijd heeft gedaan met het duitse volk. Illusies hoef je je niet te maken. Er is niet de minste hoop. Het ergste is dat je bij de grote klap met al dat tuig samensmelt. Dat er geen olifantenkerkhof is waar je je waardig neer kan vlijen.
”
”
Jan Wolkers (De perzik van onsterfelijkheid)
β€œ
Help mij en heb mij lief. Ik heb geen vreugde Maar wel de helft van een geheugen voor je.
”
”
Ramsey Nasr (27 gedichten & Geen lied (Dutch Edition))
β€œ
Voorzover ik me herinner duurde het geruime tijd voordat ik van mijn verbazing over de onverhoopte terugkeer van Austerlitz was bekomen; in elk geval staat me nog bij dat ik, voordat ik naar hem toe ging, een tijdlang nadacht over zijn gelijkenis met Ludwig Wittgenstein die mij nu voor het eerst opviel, over de verbijsterde uitdrukking die ze beiden op hun gezicht droegen. Ik geloof dat het vooral de rugzak was, waarvan Austerlitz mij later vertelde dat hij hem vlak voordat hij was gaan studeren voor tien shilling had gekocht uit voormalige Zweedse legervoorraden in een surplus-store aan Charing Cross Road, en dat het het enige waarachtig betrouwbare in zijn leven was geweest, het was geloof ik deze rugzak die mij op het eigenlijk nogal bizarre idee bracht van een zekere lichamelijke verwantschap tussen hem, Austerlitz, en de in 1951 in Cambridge aan kanker gestorven filosoof. Ook Wittgenstein had voortdurend zijn rugzak bij zich gehad, in Puchberg en Otterthal evenzeer als wanneer hij naar Noorwegen ging of naar Kazachstan of naar zijn zusters thuis om het kerstfeest te vieren in de Alleegasse. Die rugzak, waarvan Margarete haar broer op een keer schrijft dat hij haar bijna net zo lief is als hijzelf, reisde altijd en overal met hem mee, ik geloof zelfs over de Atlantische Oceaan, op de lijnboot Queen Mary, en vervolgens van New York tot Ithaka. Als ik nu dus ergens op een foto van Wittgenstein stuit, heb ik steeds meer het gvoel dat Austerlitz mij daarop aanstaart, en als ik naar Austerlitz kijk is het alsof ik in hem de ongelukkige denker zie, die zowel in de helderheid van zijn logische gedachtengangen als in de verwarring van zijn gevoelens zat opgesloten, zo opvallend is de gelijkenis tussen die twee, in hun gestalte, in de manier waarop ze je als van achter een onzichtbare grens bestuderen, in hun slechts provisorisch ingerichte leven, in het verlangen met zo weinig mogelijk toe te kunnen, en in het onvermogen zich bezig te houden met preliminairen, dat karakteristiek was zowel voor Austerlitz als voor Wittgenstein.
”
”
W.G. Sebald (Austerlitz)
β€œ
Ben jij eerlijk tegen de dokters? Ik niet. Ik ook niet. Dan hebben jullie dat weer gemeen. En waarom niet? Als ik pillen krijg, omdat ze mij willen behandelen, word ik nooit beter. Heb jij dat wel eens? Maar je hebt je pillen dan toch. OkΓ©, maar als je niet eerlijk bent, krijg je niet de juiste pillen en weten ze niet wat je mankeert. Ik ben wel eerlijk, eigenlijk, toch wel. OkΓ©. En waarom ben je dan soms niet eerlijk? Ik ben bang dat ze zien hoe slecht ik ben. En dat wil je liever niet? Dat ze dat weten. Nee. Ze zien meer aan ons dan je denkt hoor. En ze kunnen zelfs je gedachten lezen. Klopt, als ze zitten achter hun computer. Ja en dat schrijven ze dan ook op. Je gedachten. Als je lief bent is dat okΓ©.
”
”
Sanne Kabalt (Zolang je niet zo over problemen praat zie je er toch niks van)