“
Iemand reikte mij het beeld aan van de onderzeeër. Nu ben ik nog nooit in een duikboot geweest, maar het paste voor mij perfect bij wat ik ervoer. Je ligt op de bodem. Het buitenpantser beschermt je tegen het water dat tegen je aandrukt. Alles lijkt te vertragen: het geluid, de tijd, de realiteit. Je hebt weliswaar een periscoop om wat boven het wateroppervlak rond te kijken, maar dat lijkt toch eerder een andere verre wereld. De plek waar alles zich afspeelt, is de cabine waar je in zit: je binnenkant. (...) Het enige wat je in contact kan brengen met het feit dat je leeft, is dat iemand je streelt. Dat er aandacht is voor je gemis en verdriet. Als je je handen niet mag gebruiken om je medeleven te tonen, kies dan woorden die strelen. Gewoon strelen, je moet de pijn niet oplossen. Dat kan je toch niet. Zoek woorden die een warm dekentje kunnen leggen.
”
”