β
Het moge echter eenieder tot troost strekken dat geen enkel boek nut heeft en dat elke gek er een schrijven kan.
β
β
Boudewijn BΓΌch (De Goethe-industrie: een Duitse ziekte (Dutch Edition))
β
Is het niet zo, dat men in het ondergaande, het ontbindende en hopeloos strijdende veel gemakkelijker de waarheid kan ontdekken dan in het bloeiende, zich samenvoegende en groeiende? Is het niet een feit, dat ziekte en dood veel duidelijker het wezen van het bestaan aan het licht brengen dan gezondheit en athletiek op Zondagmiddag?
β
β
Gerard Reve (Verscheur deze brief! Ik vertel veel te veel)
β
Zij was ziek, en ik was de ziekte. Dat is het verhaal. Andere mensen kunnen zeggen: βIk ben ziek. Ik moet genezen.β Of: βIk kan niet genezen, hoe graag ik dat ook zou willen.β Maar de ziekte kan dat niet. Dat is het verschil tussen het bijvoeglijk en het zelfstandig naamwoord. De ziekte moet ziekte blijven. Ik ben het zelfstandig naamwoord.
β
β
Arnon Grunberg (Tirza)
β
Er is iets wreeds aan een leven dat te lang duurt, misschien nog meer dan aan een leven dat te vroeg eindigt.
β
β
Aya Sabi (Half leven)
β
Passief ondergaand of actief ingrijpend, zwijgen of spreken. Het ene is ziekmakend, het andere helpt ons gezond te blijven.
β
β
Paul Verhaeghe (Intimiteit)
β
De filosoof behandelt een vraag zoals men dat met een ziekte doet.
β
β
Ludwig Wittgenstein (Philosophical Investigations)
β
Zo is god, de god van de Heidelbergse Catechismus, de god die mensen zo intens haat dat hij keelkanker voor ze heeft uitgevonden. Zelfs mensen zijn niet in staat elkaar op zoβn laaghartige wijze te vermoorden als god kan met behulp van deze ziekte. Ook al huil ik [..] toch ben ik blij dat ik twee van zijn dienstknechten heb kunnen aftuigen.
β
β
Maarten 't Hart (Een vlucht regenwulpen)
β
Pas vanaf 1920 werd de bevolking geteld. Rond 1930 waren er 10,3 miljoen inwoners, in 1960 ruim 15 miljoen. Jean-Paul Sanderson schat het aantal inwoners in 1885 op 11,5 Γ 20 miljoen. De afname lag dus tussen 1 en 5 miljoen. De oorzaken waren: een daling van de geboortes en meer sterfgevallen door bestaande en geΓ―mporteerde ziektes, ondervoeding en geweld.
β
β
Amandine Lauro (Koloniaal Congo - Een geschiedenis in vragen)
β
Seventig tot negentig procent van de kippen in de winkel heeft een andere potentieel dodelijke ziektekiem onder de leden, de campylobacter. De kippen worden vaak door een chloorbad gehaald om slijk, stank en bacteriΓ«n weg te spoelen. Grote kans dat het de consument opvalt dat hun kip niet helemaal smaakt zoals het hoort - hoe lekker kan een met medicijnen volgepropte, van ziektes vergeven en met stront overdekte vogel in vredesnaam smaken? - dus wordt het vlees geΓ―njecteerd met kunstmatige geur- en smaakstoffen en zoutoplossingen zodat het oogt, ruikt en smaakt zoals we het intussen gewend zijn. (Uit onderzoek van consumentenorganisaties is gebleken dat kip- en kalokoenproducten, vaak zelfs met het predicaat 'natuurlijk', voor tien tot dertig procent bestaan uit toegevoegde geur- en smaakstoffen en water.
β
β
Jonathan Safran Foer (Eating Animals)
β
Bij traumatische stoornissen en zelfs bij stressgerelateerde ziektes is sprake van een ontbrekende inbeelding (vandaar het onbewuste karakter ervan), waarbij de patiΓ«nt niet in staat is onderliggende spanningen te verwoorden. Precies daarom zoeken die spanningen een andere uitlaatklep, bijvoorbeeld in conversiesymptomen. Ze kunnen ook aan de basis liggen van verscheidene ziektebeelden die op het eerste gezicht geen psychologische grond hebben.
β
β
Paul Verhaeghe (Intimiteit)
β
Ook hij liet een grote stoommachine plaatsen en alles groeide zo overrompelend vlug, dat er echt geen tijd was zich om veiligheid of zelfs een minimum aan hygiΓ«ne te bekommeren. In de spinnerijen stonden de vrouwen, meisjes en kinderen in wolken dwarrelend pluk, bijna dagelijks raakten handen vermorzeld bij het 'indraaien' en in werkplaatsen waar men omgeven was van natte dampen, kregen de meeste vrouwen een ziekte die men waterkanker noemde.(...) De vrouwen brachten in de levensgevaarlijke werkplaatsen hun kleinste kinderen van huis mee en lieten ze rondkruipen in vuil, stof en stank.
β
β
Louis Paul Boon, Pieter Daens
β
Tot besluit
Ik ken de droefenis van copyrettes,
van holle mannen met vergeelde kranten,
bebrilde moeders met verhuisberichten,
de geur van briefpapieren, bankafschriften,
belastingformulieren, huurcontracten,
die inkt van niks die zegt dat we bestaan.
En ik zag Vinexwijken, pril en doods,
waar mensen roemloos mensen willen lijken,
de straat haast vlekkeloos een straat nabootst.
Wie kopiΓ«ren ze? Wie kopieer
ik zelf? Vader, moeder, wereld, DNA,
daar sta je met je stralend eigen naam,
je hoofd vol snugger afgekeken hoop
op rust, promotie, kroost en bankbiljetten.
En ik, die keffend in mijn canto's woon,
had ik maar iets nieuws, iets nieuws te zeggen.
Licht. Hemel. Liefde. Ziekte. Dood.
Ik ken de droefenis van copyrettes.
β
β
Menno Wigman (Dit is mijn dag: gedichten)
β
Wanneer iets ziekelijks is aan uw psychische proces, bedenk dan dat ziekte voor een organisme het middel is om zich van indringers te bevrijden; dan moet men het alleen helpen om ziek te zijn, zijn ziekte en volle te ondergaan en die tot uitbarsting te laten komen, want dat is zijn vooruitgang. Er gebeurt nu zoveel in u, mijn beste Kappus, u moet geduld oefenen als een zieke en van vertrouwen zijn vervuld als iemand die herstellende is; want misschien bent u dat wel allebei. En méér dan dat: u ben ook de arts die over zichzelf moet waken. Maar iedere ziekte kent tal van dagen waarop de arts alleen maar kan afwachten. En dat is wat u, voor zover u uw eigen arts bent, nu vooral moet doen.
Borgeby GΓ₯rd FlΓ€die, Zweden, 12 augustus 2017
β
β
Rainer Maria Rilke (Letters to a Young Poet)
β
Een beetje medelijden en een beetje ruimhartigheid, zei ik, ik zei geen liefde: in universele liefde geloof ik niet zo. Liefde van iedereen voor iedereen, dat kunnen we misschien beter overlaten aan Jezus. Liefde is immers iets heel anders. Het lijkt helemaal niet op ruimhartigheid en evenmin op mededogen. Integendeel. Liefde is een eigenaardig mengsel van twee tegengestelde dingen, een mengsel van het ergste egoΓ―sme en de meest volmaakte toewijding. Een paradox! Bovendien, liefde, de hele wereld praat voortdurend maar over liefde, liefde, maar liefde kies je niet, je raakt ermee besmet, als een ziekte. Liefde overvalt je, als een ramp. Dus wat kies je dan wel? Waartussen moet een mens bijna elk moment kiezen? Γf ruimhartigheid, Γ³f kwaadaardigheid.
β
β
Amos Oz (A Tale of Love and Darkness)
β
Het ogenblik werd alles voor me. Morgen lag eindeloos ver weg. Als Helen wakker werd, begon de dag en als ze sliep en ik haar naast mij voelde, begon het heen en weer slingeren van hoop en wanhoop, van plannen die op droomfundamenten gebouwd waren, van pragmatische wonderen en een filosofie van het nog-hebben en het sluiten van de ogen voor de werkelijkheid, die in het vroege licht uitdoofde en in de mist verdronk.
β
β
Erich Maria Remarque (The Night in Lisbon)
β
Als mens hebben we een betere manier om een conflict op te lossen: uitpraten en bijleggen, eventueel met de hulp van een derde. Spreken helpt: de gemoederen bedaren, de spanning daalt, hartslag en ademhaling worden terug normaal, ik voel me opgelucht.
Wanneer er geen oplossing komt, blijft de spanning aanhouden, mentaal en lichamelijk, met gevolgen die van kwaad tot erger gaan en vaak pas dagen later naar voren treden, zodat we ze niet eens meer in verband brengen met de ruzie. Ik drink net iets te veel, slaap daardoor slechter, kom moe op mijn werk, en voor ik het weet heb ik alweer een conflict. Uitpraten lukt niet, waardoor de kans dat ik in een neerwaartse spiraal terechtkom toeneemt. De spanning blijft onderhuids; er volgt spanningshoofdpijn, die ik onderdruk met paracetamol. "Onderhuids" is een mooie uitdrukking, omdat ze zowel de psychologische kant (ik slaag er niet in mijn kwaadheid uit te spreken) als de lichamelijke impact weergeeft (zonder dat ik het besef stapelen de stresshormonen zich op in mijn lijf). De effecten daarvan gaan zeer ver: ik word ziek.
β
β
Paul Verhaeghe (Intimiteit)
β
Als ik mij identificeer met - beter: als ik mij vervreemd op grond van - beelden en idealen die ingaan tegen mijn lichaam, dan is mijn buik de eerste lichaamsregio die protest aantekent, lang vooraleer ik bewust besef wat er aan de hand is. Onze (onder)buik is een lichaamsregio waar affecten voelbaar worden, wat we kunnen terugvinden in de wijsheid van onze taal: "het ligt zwaar op mijn maag", "ik doe het in mijn broek van angst", "er ligt iets op mijn lever". Wanneer ik daar geen gehoor aan geef en ondanks de protesten verderga op de ingeslagen weg, worden de signalen dwingender en verschuift protest van ongemak naar pijn en vervolgens naar ziekte.
Mijn lijf tekent protest aan - het doet pijn. Geef ik daar gehoor aan? Bij gebrek aan een goede afstemming op mijn lichaam doe ik dat niet. Het kan nog erger: vanuit het concurrentieprincipe kan ik zelfs nog een stap verdergaan en de pijn die ik voel als deel van het "offer" beschouwen dat ik moet brengen om een ideale vrouw of man te worden, als een te bepalen prijs om succesvol te zijn. Een dergelijke interpretatie van pijn illustreert hoe vervreemding erin slaagt ons een voor de hand liggende betekenis van signalen te doen negeren of zelfs om te keren. Pijn lezen als een aanmoediging om nog harder door te gaan op de ingeslagen weg - veel gekker hoeft het niet te worden.
β
β
Paul Verhaeghe (Intimiteit)
β
de kleine jongen was er nog steeds, nog steeds alleen. Hij sloeg met z'n vuisten op de gesloten deur zo hard als hij kon, huilde en snikte en sloeg en hamerde op de deur, opnieuw en opnieuw. Dat beeld van dat kind staat in m'n geheugen gegrift. Hij representeert de ontelbare miljoenen die een on vertelt verdriet lijden door de gebreken van volwassenen. Ze hameren op deuren die nooit zullen openen, klein uitschot in een onvriendelijke wereld: kinderen van oorlog, kinderen die zich anders weten door een handicap of ziekte, kinderen die wat voor vorm van geweld dan ook ondergaan, vluchtelingenkinderen overal
β
β
Adrian Snell (Lied van een balling)
β
Je verliest de zeggenschap die je nooit werkelijk bezeten hebt. Niemand voert de regie over zijn cellen.
β
β
Tommy Wieringa (Caesarion)
β
Schizofrenie kan erfelijk bepaald zijn, maar ook opgewekt worden door alcohol of marihuana. Een splitsing van de erfelijke ziekte, in chromosomen, zorgt voor een achteruitgang die geen halt toe te roepen is. Een geweten kan niet verder weg worden gestopt.
β
β
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β
Hij sloeg het notitieboekje dicht. Af en toe was hij in de stad een leerling of leerlinge tegengekomen aan wie hij jaren geleden les had gegeven. Het waren nu geen jongens en meisjes meer maar mannen en vrouwen met partners, beroepen en kinderen. Hij schrok als hij zag hoe hun gezicht was veranderd. Soms betrof zijn schrik het resultaat van de verandering: een te vroege verbittering, een opgejaagde blik, tekenen van een ernstige ziekte. Maar meestal was wat hem schrik aanjoeg het simpele feit dat de veranderde gezichten getuigden van het onstuitbare verstrijken van de tijd en het meedogenloze verval van alles wat leefde. Hij keek dan naar zijn handen waarop de eerste ouderdomsvlekken zichtbaar waren, en soms haalde hij foto's tevoorschijn van zichzelf als student en probeerde zich voor de geest te halen hoe het was geweest om die grote afstand af te leggen, dag na dag, jaar na jaar.
β
β
Pascal Mercier
β
Het waren er 427, en geen 429, die hingen aan de lantaarnpaal.
β
β
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β
Waarschijnlijk omdat de dood de enige ziekte is waar we niet mee besmet hoeven te worden, waarvan we de bacil al vanaf de geboorte bij ons dragen.
β
β
Jan Wolkers (De Onverbiddelijke Tijd)
β
Taallesje. Er zijn vele soorten kanker. De meeste kwalificaties zijn geschikt om duidelijk te maken hoe erg de ziekte is. Klote, vreselijk, rot, afschuwelijk, lullig, zwaar, ellendig, alles vernietigend, ontwrichtend, eng, verdrietig, ontzettend. Wanneer iemand meelevend zegt: 'Meid, wat lullig voor je', moet ik erg lachen. Voor de ander is dit een onbegrijpelijke reactie. Cultureel bepaalde humor: ik heb eierstokkanker en 'lullig' is niet de meest geschikte kwalificatie voor deze vorm van gynaecologische kanker. Teelbalkanker is zwaar klote. Prostaatkanker is ontzettend lullig. Bij eierstokkanker heb ik persoonlijk een sterke voorkeur ontwikkeld voor één kwalificatie: vet kut.
β
β
Suzanna van Hunnen
β
Mijn laatste vrouw kwam mijn leven binnengewandeld als in een bloemrijk vers van een stokoude Lodeizen. Ze beloofde me vijf jaar te wiegen. Ze stelde me voor aan haar zoon. Zeven jaar oud. En omdat het Austeriaanse Legoland Perpectief ook wat wil in dit universum, bleek het joch dezelfde ziekte als ik te bezitten. De televisiegenieke versie ook nog. Gooien, smijten en slaan. En er was nog een verrassing: zo onopgevoed had ik een kind nog nooit gezien. Onbegrijpelijk onopgevoed. In mij stond een vader op. Zo'n enorm groot beest van een vader, dat ik Opvoeden wilde tot ik erin bleef. Na drie weken was de vrouw jaloers op de aandacht die ik het kind schonk. Na vijf weken gebruikte ze hem als chantagemiddel.
β
β
Nanne Tepper
β
Cynici zeggen dat het sterven begint bij de geboorte. Zoals bij iedere polariserende stelling zit daar iets van waarheid in. Ieder mens bereikt op een gegeven moment een punt waar zijn leven eindigt en het sterven begint. Een oneindig kleine, maar meetbare logische seconde waarin we een onzichtbare grens overgaan die het keerpunt van ons bestaan vormt. Achter die grens ligt dan alles wat we ooit als toekomst hebben beschouwd. En vΓ³Γ³r ons is alleen nog de dood. Bij de meeste mensen ligt dat scheidingspunt ergens op het laatste kwart van hun levenslijn. Andere, die bijvoorbeeld aan een dodelijke ziekte lijden, lopen misschien al halverwege tegen die grens op. Bijna niemand overschrijdt die bewust. Slechts weinig mensen kunnen zeggen wanneer hun leven eindigt en het sterven begint. Zoals ik. Ik kan het je heel precies zeggen.
β
β
Sebastian Fitzek
β
Je bent inderdaad lelijk,β je bent kaal van de chemo en je wangen staan bol van de prednison'.
Ik vind deze citaat uit het boek heel kwetsend overkomen. Zeker naar de mensen toe die te maken hebben met kanker of een persoon hebben verloren aan kanker. Het wilt niet zeggen omdat je kanker hebt dat je lelijker bent in tegendeel het maakt je als persoon juist zo veel mooier en sterker. Maar ik vind het goed van de auteur dat ze deze citaat heeft verwerkt in haar boek. Het doet mensen dieper nadenken over deze zin en namelijk hoe kwetsend dit soms kan overkomen. Want kanker is nu eenmaal een ziekte waar je respect en liefde moet voor tonen voor de mensen die hier aan lijden.
" ik zie je tussen de wolken"
Ik vind dit een heel mooie en doordachte citaat. Het verwijst ook meteen naar de titel van het boek. Als je verder in het boek leest zie je een evolutie dat Casper er dagelijks slechter aan toe gaat door zijn leukemie. Aan het einde van het boek sterft Casper aan leukemie. Ik vind daarom '" ik zie je tussen de wolken" een heel mooi citaat. Het verwijst ernaar als je een persoon verliest zoals Casper die heel veel voor je betekend nog altijd dicht bij jou is. Doordat je naar de wolken kijkt zie je die persoon die je mist en waarvan je houdt.
β
β
Silke Van Bellingen
β
Misverstand
Dit wordt een droef gedicht. Ik weet niet goed
waarom ik dit geheim ophoest, maar sinds een maand of drie geloof ik meer en meer dat poΓ«zie
geen vorm van naastenliefde is. Eerder een ziekte
die je met een handvol hopeloze idioten deelt,
een uitgekookte klacht die anderen vooral verveelt
en 's nachts - een h e e l k u n s t is het niet.
De kamer blijft een kamer, het bed een bed.
Mijn leven is door poΓ«zie verpest en ook
al wist ik vroeger beter, ik verbeeld met niets
wanneer ik met dit hoopje drukwerk vierenzestig
lezers kwel of, erger nog, twee bomen vel.
β
β
Menno Wigman (Zwart als kaviaar: gedichten)
β
Met andere woordem: als je niet aan een bepaalde ziekte denkt, zul je de symptomen niet herkennen.
β
β
John Burley
β
Met andere woorden: als je niet aan een bepaalde ziekte denkt zal je de symptomen nier herkennen.
β
β
John Burley
β
De ogen kunnen niet zien wat het verstand niet weet.' Met andere woorden: als je niet aan een bepaalde ziekte denkt zal je de symptomen niet herkennen.
β
β
John Burley
β
Stalingrad is platgebrand.
Ik zou te veel moeten opschrijven als ik er een beschrijving van zou willen geven Stalingrad platgebrand. Stalingrad ligt in de as. De stad is dood. Mensen zitten in kelders.
Alles is uitgebrand De hete muren van de gebouwen zijn als de lichamen van mensen die in de verschrikkelijke hitte zijn omgekomen en nog niet zijn afgekoeld. Enorme gebouwen, gedenktekens, parken Borden: 'Hier oversteken' elektriciteitsdraden op een hoop, een slapende kat op een vensterbank, bloemen en gras in bloempotten. Een houten paviljoen waar ze bruiswater verkochten, staat wonderbaarlijk genoeg ongehavend tussen duizenden verbrande en half verwoeste stenen gebouwen.
Een stad als Pompei, overvallen door rampspoed op een dag dat alles bloeide. Trams en auto's zonder ramen. Uitgebrande huizen met gedenkplaten: `I.V Stalin hield hier in 1919 een toespraak.' Een kinderziekenhuis met een gipsen vogel op het dak. Een vleugel is afgebroken, de ander gespreid klaar voor op vlucht. Het Cultuurpaleis: het gebouw is door het vuur fluweelachtig zwart geworden, en twee sneeuwwitte naakte beelden steken af tegen deze zwarte achtergrond.
Rondzwervende kinderen, veel lachende gezichten. Veel mensen zijn halfgek.
Avondrood boven een plein. Een beangstigende en vreemde schoonheid: door de duizenden lege ramen en daken zie je de lichtroze lucht. Een kolossaal pamflet met ordinaire kleuren: De stralende weg.
Een gevoel van kalmte. De stad is na veel leed ter ziele gegaan en aan en oogt als het gezicht van een dode man die is overleden aan een dodelijke ziekte en eindelijk zijn eeuwige rust heeft gevonden. Opnieuw bommen, bommen op de dode stad.
β
β
Vasily Grossman (A Writer at War: Vasily Grossman with the Red Army)
β
Stalingrad is platgebrand.
Ik zou te veel moeten opschrijven als ik er een beschrijving van zou willen geven. Stalingrad is platgebrand. Stalingrad ligt in de as. De stad is dood. Mensen zitten in kelders.
Alles is uitgebrand. De hete muren van de gebouwen zijn als de lichamen van mensen die in de verschrikkelijke hitte zijn omgekomen en nog niet zijn afgekoeld. Enorme gebouwen, gedenktekens, parken Borden: 'Hier oversteken' Elektriciteitsdraden op een hoop, een slapende kat op een vensterbank, bloemen en gras in bloempotten. Een houten paviljoen waar ze bruiswater verkochten, staat wonderbaarlijk genoeg ongehavend tussen duizenden verbrande en half verwoeste stenen gebouwen.
Een stad als Pompei, overvallen door rampspoed op een dag dat alles bloeide. Trams en auto's zonder ramen. Uitgebrande huizen met gedenkplaten: `I.V Stalin hield hier in 1919 een toespraak.' Een kinderziekenhuis met een gipsen vogel op het dak. Een vleugel is afgebroken, de ander gespreid klaar voor op vlucht. Het Cultuurpaleis: het gebouw is door het vuur fluweelachtig zwart geworden, en twee sneeuwwitte naakte beelden steken af tegen deze zwarte achtergrond.
Rondzwervende kinderen, veel lachende gezichten. Veel mensen zijn halfgek. Avondrood boven een plein. Een beangstigende en vreemde schoonheid: door de duizenden lege ramen en daken zie je de lichtroze lucht. Een kolossaal pamflet met ordinaire kleuren: De stralende weg.
Vassily Grossman
Een gevoel van kalmte. De stad is na veel leed ter ziele gegaan en aan en oogt als het gezicht van een dode man die is overleden aan een dodelijke ziekte en eindelijk zijn eeuwige rust heeft gevonden. Opnieuw bommen, bommen op de dode stad.
β
β
Vasily Grossman (A Writer at War: Vasily Grossman with the Red Army)
β
Stalingrad is platgebrand.
Ik zou te veel moeten opschrijven als ik er een beschrijving van zou willen geven. Stalingrad is platgebrand. Stalingrad ligt in de as. De stad is dood. Mensen zitten in kelders.
Alles is uitgebrand. De hete muren van de gebouwen zijn als de lichamen van mensen die in de verschrikkelijke hitte zijn omgekomen en nog niet zijn afgekoeld. Enorme gebouwen, gedenktekens, parken Borden: 'Hier oversteken,' elektriciteitsdraden op een hoop, een slapende kat op een vensterbank, bloemen en gras in bloempotten. Een houten paviljoen waar ze bruiswater verkochten, staat wonderbaarlijk genoeg ongehavend tussen duizenden verbrande en half verwoeste stenen gebouwen.
Een stad als Pompei, overvallen door rampspoed op een dag dat alles bloeide. Trams en auto's zonder ramen. Uitgebrande huizen met gedenkplaten: `I.V Stalin hield hier in 1919 een toespraak.' Een kinderziekenhuis met een gipsen vogel op het dak. Een vleugel is afgebroken, de ander gespreid klaar voor op vlucht. Het Cultuurpaleis: het gebouw is door het vuur fluweelachtig zwart geworden, en twee sneeuwwitte naakte beelden steken af tegen deze zwarte achtergrond.
Rondzwervende kinderen, veel lachende gezichten. Veel mensen zijn halfgek. Avondrood boven een plein. Een beangstigende en vreemde schoonheid: door de duizenden lege ramen en daken zie je de lichtroze lucht. Een kolossaal pamflet met ordinaire kleuren: De stralende weg.
Een gevoel van kalmte. De stad is na veel leed ter ziele gegaan en aan en oogt als het gezicht van een dode man die is overleden aan een dodelijke ziekte en eindelijk zijn eeuwige rust heeft gevonden. Opnieuw bommen, bommen op de dode stad.
β
β
Vasily Grossman (A Writer at War: Vasily Grossman with the Red Army)
β
Stalingrad is platgebrand.
Ik zou te veel moeten opschrijven als ik er een beschrijving van zou willen geven. Stalingrad is platgebrand. Stalingrad ligt in de as. De stad is dood. Mensen zitten in kelders.
Alles is uitgebrand. De hete muren van de gebouwen zijn als de lichamen van mensen die in de verschrikkelijke hitte zijn omgekomen en nog niet zijn afgekoeld. Enorme gebouwen, gedenktekens, parken Borden: 'Hier oversteken,' elektriciteitsdraden op een hoop, een slapende kat op een vensterbank, bloemen en gras in bloempotten. Een houten paviljoen waar ze bruiswater verkochten, staat wonderbaarlijk genoeg ongehavend tussen duizenden verbrande en half verwoeste stenen gebouwen.
Een stad als Pompei, overvallen door rampspoed op een dag dat alles bloeide. Trams en auto's zonder ramen. Uitgebrande huizen met gedenkplaten: `I.V Stalin hield hier in 1919 een toespraak.' Een kinderziekenhuis met een gipsen vogel op het dak. Een vleugel is afgebroken, de ander gespreid klaar voor op vlucht. Het Cultuurpaleis: het gebouw is door het vuur fluweelachtig zwart geworden, en twee sneeuwwitte naakte beelden steken af tegen deze zwarte achtergrond.
Rondzwervende kinderen, veel lachende gezichten. Veel mensen zijn halfgek. Avondrood boven een plein. Een beangstigende en vreemde schoonheid: door de duizenden lege ramen en daken zie je de lichtroze lucht. Een kolossaal pamflet met ordinaire kleuren: De stralende weg.
Een gevoel van kalmte. De stad is na veel leed ter ziele gegaan en oogt als het gezicht van een dode man die is overleden aan een dodelijke ziekte en eindelijk zijn eeuwige rust heeft gevonden. Opnieuw bommen, bommen op de dode stad.
β
β
Vasily Grossman (A Writer at War: Vasily Grossman with the Red Army)
β
Stalingrad is platgebrand.
Ik zou te veel moeten opschrijven als ik er een beschrijving van zou willen geven. Stalingrad is platgebrand. Stalingrad ligt in de as. De stad is dood. Mensen zitten in kelders.
Alles is uitgebrand. De hete muren van de gebouwen zijn als de lichamen van mensen die in de verschrikkelijke hitte zijn omgekomen en nog niet zijn afgekoeld. Enorme gebouwen, gedenktekens, parken Borden: 'Hier oversteken' Elektriciteitsdraden op een hoop, een slapende kat op een vensterbank, bloemen en gras in bloempotten. Een houten paviljoen waar ze bruiswater verkochten, staat wonderbaarlijk genoeg ongehavend tussen duizenden verbrande en half verwoeste stenen gebouwen.
Een stad als Pompei, overvallen door rampspoed op een dag dat alles bloeide. Trams en auto's zonder ramen. Uitgebrande huizen met gedenkplaten: `I.V Stalin hield hier in 1919 een toespraak.' Een kinderziekenhuis met een gipsen vogel op het dak. Een vleugel is afgebroken, de ander gespreid klaar voor op vlucht. Het Cultuurpaleis: het gebouw is door het vuur fluweelachtig zwart geworden, en twee sneeuwwitte naakte beelden steken af tegen deze zwarte achtergrond.
Rondzwervende kinderen, veel lachende gezichten. Veel mensen zijn halfgek. Avondrood boven een plein. Een beangstigende en vreemde schoonheid: door de duizenden lege ramen en daken zie je de lichtroze lucht. Een kolossaal pamflet met ordinaire kleuren: De stralende weg.
Een gevoel van kalmte. De stad is na veel leed ter ziele gegaan en aan en oogt als het gezicht van een dode man die is overleden aan een dodelijke ziekte en eindelijk zijn eeuwige rust heeft gevonden. Opnieuw bommen, bommen op de dode stad.
β
β
Vasily Grossman (A Writer at War: Vasily Grossman with the Red Army)
β
Geluk is het tijdelijk ontbreken van verdriet,β zei hij nogmaals. Hij voelde een voorzichtige behoefte om deze gedachte met haar te delen. βHet is slechts een kortstondige gemoedstoestand,β dacht hij hardop. βEven geen tegenslag, even geen sterfgevallen, geen ziektes, geen problemen in je relatie, geen zorgen om het welzijn van de kinderen, geen onbetaalde rekeningen, geen ruzie met vrienden of familie. Even geen knoop in je maag. Even geen verdriet. Dat is geluk.
β
β
Ravelli (Verzamelaar van verboden liefdes (De Vliegenvanger trilogie Book 1) (Dutch Edition))
β
Het niet bewust kunnen ervaren en uiten van het gevoelsleven kan bijdragen tot ziek worden. Dat emoties te maken hebben met lichamelijke spanningen en dat ontlading deugd doet, van lachen tot huilen, kunnen we allemaal ervaren. Maar het omgekeerde verband, dat tussen ziekte en het niet kunnen uiten en ontladen van emoties, bleef lange tijd een raadsel. Ondertussen hebben we een sleutel gevonden om de deur te openen naar het holistische netwerk. Die sleutel heet "stress".
β
β
Paul Verhaeghe (Intimiteit)
β
Zo is het toch: pas als de mensen goedmoedig worden en alleen nog mild glimlachen, moet je je zorgen gaan maken. Dan loopt het met ze af, en dat ligt niet aan de honger of aan een ziekte, althans niet in de eerste plaats, het ligt aan het feit dat ze het hebben opgegeven. Als een bokser die zijn dekking laat zakken.
β
β
Charles Lewinsky (Terugkeer ongewenst)