Wat Is Liefde Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Wat Is Liefde. Here they are! All 100 of them:

Ik denk: ik wil begrijpen wat de liefde is, onthouden dat dat alles is, of toch bijna. Ik wil redden wat er te redden valt, mijzelf bijvoorbeeld, ik wil weten wat ik waard ben, kiezen voor wat klopt en goed is, geloven dat dat mag. Ik denk: dat is het, ik wil durven, eindelijk. Ja.
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
Je kan aan dieren erg veel liefde kwijt. Dieren zullen nooit zeggen: ‘Weet je wat? Ik ga alleen wonen. Ik kom nog wel ‘ns langs om je onderbroeken te wassen.
Herman Brusselmans (Mogelijke memoires)
Ik wou dat ik iemand was, dat denk ik ondertussen, en dat ik alles kon, of toch datgene wat ze van mij wilden. Ik wou het zelfvertrouwen van dat ene kind met die grote oren. En het grapje waar die mevrouw met dat haar, daar achter dat ene raam, zo om moet lachen. Ik wou stoute schoenen om aan te trekken. Ik wou glanzend geluk en onwerkelijk grote liefde. Ik wou troost voor mij en voor iedereen die dat nodig heeft. Ik wou dat ik steengoed was in wat ik deed. Ik wou dat ik hem kon geven wat hij dan verlangt. Ik wou een vader die ik meer kon helpen. Ik wou de mist boven de bergen, dingen om nooit meer te vergeten, en onweerstaanbaar zijn, dat ook nog.
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
Dat is de tragiek van de liefde: je houdt van niets zoveel als van dat wat je mist.
Jonathan Safran Foer
Liefde, wat is liefde? Ik geloof dat liefde iets is wat eigenlijk geen woorden kan hebben. Liefde is iemand begrijpen, van iemand houden, geluk en ongeluk met hem delen. En daarbij hoort en den duur ook de lichamelijke liefde, je hebt wat gedeeld, iets weggegeven en iets ontvangen en of je dan getrouwd ongetrouwd bent, of een kind krijgt of niet. Of je eer weg is of niet, dat komt er allemaal niet op aan, als je maar weet dat er voor je hele verdere leven iemand naast je staat, die je begrijpt en die je met niemand hoeft te delen.
Anne Frank (The Diary of a Young Girl)
Misschien zijn alle draken in onze levens eigenlijk prinsen en prinsessen die alleen maar zitten te wachten op het moment waarop we eindelijk, mooi en moedig, in actie schieten. Misschien is datgene waar we bang voor zijn in zijn blootste essentie iets hulpeloos wat onze liefde zoekt.
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
Misschien was liefde iets wat je op een gegeven moment kon wegstoppen in een la, samen met andere dingen uit het verleden die je niet meer nodig had.
Niña Weijers
Die liefde is ’n reus. Hy pas jou op, dra jou op die hande en verskuif jou grense. Maar as hy verwaarloos word, misgekyk word, as hy die dag loop lê, is daar bitter min van ons wat die gereedskap het om hom op te help, om hom weer in sy spore te laat staan.
Nataniël
Ze zeggen dat rouw even diep is als liefde was. Sommige dagen kom ik tot het inzicht dat ik geluk heb gehad omdat ik Maria zo lang naast me heb gehad en op andere dagen stel ik vast dat als ik haar niet zo lang naast me had gehad het niet zo moeilijk zou zijn om haar te missen. Elke dag moet ik beslissen of ik dankbaar ben of eenzaam. Maar ik wil haar verdomme gewoon terug zien. Dat is wat ik wil.
Ish Ait Hamou (Het moois dat we delen)
Om te beginnen moet één ding duidelijk zijn: met ons tweeën kan het niets worden. Nooit.' 'Maar...' zei Pinchas. 'Jamais.' Mimi voelde zich net een figuur uit een roman. (...) Hij leek gewoon niet te begrijpen wat ze wilde zeggen. Gelukkig schoot haar een zin uit een boek te binnen, die haar heel goed was bevallen en precies bij deze situatie paste. 'Onze harten zingen niet dezelfde melodie.' zei ze.
Charles Lewinsky
Scheppend kunstenaar, dat valt niet mede. Ik sprak heel vroeger wel eens vader Klatser die aan een betere samenleving bouwt, als hij nog niet in zijn hese geschreeuw gestikt is, tenminste. Hij zei een keer tegen me: 'Weet jij, wat of heel moeilijk is om te schilderen?' 'Nee?' 'Een s-s-s-sneeuwlandschap. En weet je wat of ook heel erg moeilijk is om te schilderen? Een z-z-z-zonsondergang.' (Hij stotterde ook nog) 'En weet je, wat ik nou aan het schilderen ben?' (Sprakeloze stilte) 'Een z-z-z-zonsondergang in een s-s-s-sneeuwlandschap.
Gerard Reve (De taal der liefde)
Altijd, het was iets wat niemand je kon geven. Altijd, je mocht het je laten wijsmaken op mooie zomeravonden, maar je deed er toch verstandig aan om dat de volgende morgen weer te herzien. Niemand, werkelijk niemand kon je de eeuwigheid beloven. Zelfs een liefde die gebeiteld was, kon overgaan.
Lara Taveirne (Kerkhofblommenstraat)
Een jongetje zei tegen zijn moeder dat hij 'helemaal' van haar hield. Ze corrigeerde hem: 'Het is niet "helemaal", maar "heel veel".' Maar hij zei: 'Nee, "helemaal". Van mijn schommelpaard en speelgoedauto hou ik "heel veel", maar van jou hou ik "helemaal". Toen begreep ze dat hij hield van alles wat zij was.
Leo Bormans (The World Book of Love - Het geheim van de liefde)
Misschien is zwakker het juiste woord niet, maar wat ik bedoel: liefde is een wedstrijd en degene die het meest voelt verliest. (Altijd.)
Hanna Bervoets (Alles wat er was)
Wat zij mij gaf, was voldoende. Misschien waren het korstjes brood, eigenlijk voor de meeuwen bestemd; ik was er gelukkig mee, of kon doen alsof.
Willem Frederik Hermans (In de mist van het schimmenrijk: Fragmenten uit het oorlogsdagboek van de student Karel R.)
Wilhelm, wat is, voor ons hart, een leven zonder liefde!
Johann Wolfgang von Goethe (Die Leiden des jungen Werthers)
Je hebt geen idee wat angst is tot je een kind hebt, en misschien is dat hetgeen ons ten onrechte doet geloven dat liefde indrukwekkender is omdat de angst zelf ingewikkelder is
Hanya Yanagihara
Ze wil weten of ik van haar hou, dat is eigenlijk het enige wat de ene mens van de ander wil, het gaat niet om de liefde op zich, maar om het idee dat de liefde er is.
Jonathan Safran Foer (Extremely Loud & Incredibly Close)
Als ik de liefde niet heb begrepen, wat heb ik er dan aan om de rest te begrijpen?
Michel Houellebecq (Platform)
Ik ben in vrede met wie ik ben. Ik heb geen controle over anderen. Maar wel over wat ik voel. Ik voel alleen liefde. Liefde is wie ik ben.
Sven Staes
Iemand toelaten in je leven betekent hem of haar permissie geven je te kwetsen, wat onherroepelijk zal gebeuren. Hij zal jou kwetsen, jij zal hem kwetsen. Hij zal jou teleurstellen, jij zal hem teleurstellen.
Heleen van Royen (De Mannentester)
De rede is van ons bewustzijn maar de buitenkant. Daaronder zit het gevoel. Vanbinnen, waar niemand ons kan zien, durven wij er feilloos op te vertrouwen. Daar weten wij alles zonder woorden. Als wij nooit naar buiten hoefden te treden zouden we geen moment aan onze intuïtie twijfelen. Maar we gaan uit en willen de anderen ook ons innerlijk keurig presenteren. Dus kammen we onze gedachten uit en trekken ze recht. Herinner jij je dan niet dat je als kind instinctief aanvoelde hoe mensen in elkaar zaten, bij wie je het goede kon vinden en wie voor jou gevaarlijk was, wat je moest doen om gevoed te worden, te overleven en liefde te vinden? Ik geloof dat veel van de kennis waarnaar wij op zoek zijn, een antwoord op alle belangrijke vragen, al vanaf onze geboorte in ons aanwezig is en dat wij alleen maar zijn vergeten hoe we die moeten aanboren. Sterker, van het meeste zijn we vergeten dat het bestaat (…). Al die intuïtieve kennis, die op zijn sterkst is bij onze geboorte, wanneer wij haar het hardst nodig hebben omdat ons nog geen andere middelen ter beschikking staan om te overleven, en die minder wordt naarmate wij leren te denken in plaats van te voelen, dat instinctieve weten is niet vergaan. Het ligt alleen bedolven onder de lawine aan argumenten en redeneringen die wij tegenwoordig nodig hebben om onze wereld voor onszelf begrijpelijk te maken. Af en toe, een enkele keer in een droom, in een moment van verstrooiing vinden we er misschien ineens iets van terug. Inspiratie zal een kunstenaar het noemen, voor iemand die gelooft is het een openbaring. Maar voor ons, die rationeel proberen te denken? Misschien zouden wij het een inval noemen, een moment van verlichting waarin je ineens de oplossing ziet van een vraagstuk dat je nog niet eens had geformuleerd.
Arthur Japin (In Lucia's Eyes)
Ze wil weten of ik van haar hou, dat is eigenlijk het enige wat de ene mens van de ander wil, het gaat niet om de liefde op zich, maar om het idee dat de liefde er is, zoiets als nieuwe batterijen in een zaklantaarn in de noodkist in de gangkast,
Jonathan Safran Foer (Extremely Loud & Incredibly Close)
Eva voeg zich dat af: waarom mensen niet gewoon krijgen wat ze verdienen, misschien omdat ze ook moeten verdienen wat ze krijge, denk ik nu. Want dat is moeilijk: naar jezelf kijken, en naar het leven dat je altijd hebt geleid, je afvragen of het beter kan, durven toegeven van wel. En dan genoeg op jezelf vertrouwen om te kiezen voor verandering. Omdat de liefde zo groot is. Omdat ze maar niet overgaat. Omdat je weet, diep vanbinnen, dat daar het echte geluk ligt. En dat je echt ten diepste verbonden voelen met iemand alles beter maakt, afstraalt op iedereen die je graag ziet.
Griet Op de Beeck
Misschien is bang zijn van egoïsme veeleer een kwestie van vrezen dat je alleen maar liefde en waardering verdient als je anderen vooropstelt en hun pleziert, geeft wat ze nodig hebben, doen wat ze verwachten. Misschien is bovenal zorgen voor anderen een manier om geen verantwoordelijkheid te moeten nemen voor jezelf.
Griet Op de Beeck (Gezien de feiten)
Ek het al dikwels gesien hoe mense wat ons Echo-gemeenskap besoek, aanvanklik heel beïndruk is, maar gou ’n mate van ontnugtering beleef as hulle ons eers beter leer ken. Daar is dalk liefde en selfopoffering, maar daar is ook baie chaos en konflik. Ek wonder soms, wat het hulle verwag, St Franciscus se happy band of brothers? I wish!
Jaco Strydom (Confessions oor kerkwees (Afrikaans Edition))
Ik weet dat de psychologie ons modellen kan geven. Daardoor kun je leren verbanden te begrijpen en patronen te zien. En dat helpt, zeker. Maar het meeste zullen we toch nooit kunnen begrijpen. Het leven is zo paradoxaal. Wat er met ons gebeurt en hoe we daarmee omgaan, het verdriet en de dood, de blijdschap en de liefde. Geen kennis in de wereld kan jouw eenzaamheid genezen of jou bevrijden van je grootste angst
Marianne Fredriksson (Elisabeth's Daughter)
Die Westerse samelewing het so verwyderd geraak van die geestelike sfeer dat hulle die dood beskou as die ergste ding wat die mens kan tref, maar laat ek jou nou sê, Rosa, daar’s veel erger dinge as die dood: eensaamheid, uitsigloosheid, verguising, verwerping, verwaarlosing, ’n lewe sonder liefde …” Hy het gesug. “Die dood is ’n wegkomkans van hierdie sinloosheid, en ’n poort tot ’n nuwe, betekenisvolle bestaan.
Gerda Taljaard (Die Laksman se dogter (Afrikaans Edition))
Wat hield deze liefdespermanentie in? Een zeker geloof in de liefde van de ander, dat zonder onmiddellijk bewijs of teken van de belangstelling van de geliefde in stand kon blijven, het geloof dat de partner, hoewel voor het weekend in Milaan of Wenen, niet bezig was een cappuccino of Sachertorte te nuttigen met een liefdesrivaal, het geloof dat een stilte gewoon een stilte was en niet een aanwijzing dat de liefde ter ziele was.
Alain de Botton (The Romantic Movement: Sex, Shopping, and the Novel)
Want niet alleen God is voor de wereld verloren gegaan, maar ook de duivel. Zoals het kwaad op verwensbeelden wordt geschoven, zo wordt het goede geschoven op wensbeelden die men vereert omdat ze datgene doen wat men zelf ondoenlijk vindt. Men laat andere mensen zwoegen terwijl men vanaf een zitplaats toekijkt, dat is de sport; men laat mensen de eenzijdigste overdrijvingen te berde brengen, dat is het idealisme; men schudt het kwaad van zich af en degenen die ermee worden bespat, dat zijn de verwensbeelden. Zo krijgt alles op de wereld zijn plaats en zijn ordening, maar deze techniek van heiligenverering en zondebokkenmesterij door afschuiven is niet ongevaarlijk, want ze vervult de wereld met de spanningen van alle onuitgevochten innerlijke conflicten. Men slaat elkaar dood of verbroedert zich zonder ooit zeker te weten of men dat in volle ernst doet, omdat men immers een deel van zijn wezen buiten zichzelf heeft, en alle gebeurtenissen schijnen zich half vóór of achter de werkelijkheid te voltrekken, als een spiegelgevecht van de haat en de liefde. Het oude geloof in demonen, dat voor al het goede en het slechte waarmee men te maken kreeg de hemelse of helse geesten aansprakelijk stelde, werkte veel beter, accurater en netter, en men kan slechts hopen dat wij daar met de voortschrijdende ontwikkeling van de psychotechniek weer naar terug zullen keren.
Robert Musil (Der Mann ohne Eigenschaften: Erstes Buch (German Edition))
Je kunt geen verhouding hebben met jezelf, noch liefde, respect, bewondering, betekenis hebben voor jezelf. Sommige, de meest menselijke, zaken spelen zich alleen maar tussen mensen af, niet in mensen afzonderlijk. Liefde, respect, bewondering, betekenis, hebben alleen maar plaats in een tussenruimte, in dat onzichtbare iets wat door een verbintenis geschapen wordt. Ergens anders bestaan ze niet. Het meest menselijke kun je alleen maar weggeven en ontvangen.
Connie Palmen (De vriendschap)
Zou je me vragen wat ik het beste lied uit de Lage Landen vind, dan zou ik niet twijfelen, dat was "Laat me, Vivre" van Ramses Shaffy en Liesbeth List, onmiddellijk gevolgd door Tim van Wim de Craene. En als ik Liesbeth zo bezig zie, in een opname bij Paul de Leeuw, dan kan het toch niet anders dat zij, ooit de vrouw van de schrijver Cees Nooteboom, Ramses heeft bemind in de meest onmogelijke van alle liefdes. Ze heeft hem altijd bewonderd en uit die bewondering ontstond een platonische liefde die ze tot zijn dood (slokdarmkanker) levend heeft gehouden.
Jean Pierre Van Rossem
Dit is waarschijnlijk het geheim: denken kwam er volstrekt niet aan te pas, enkel was er altijd maar en zonder aarzeling de dringende gewaarwording dat, wat ze je ook proberen wijs te maken, dingen niet noodzakelijkerwijze zijn zoals je wordt geleerd. Er is zoveel meer mogelijk. Altijd en op elk gebied. Wij moeten het daarom wel zonder na te denken doen, dat ene wat zij geen van allen in ons zien, dat ongekende. Die ene keer, die geen ruimte in ons laat voor twijfel, mag een mens niet afgaan op een afweging. Anders zouden we aan wat het meest de moeite waard is nooit beginnen, ons eigen pad bijvoorbeeld of de liefde, het loskomen, de lucht.
Arthur Japin (De gevleugelde)
Ik wou dat ik iemand was, dat denk ik ondertussen, en dat ik alles kon, of toch datgene wat ze van mij wilden. Ik wou het zelfvertrouwen van dat ene kind met die grote oren. En het grapje waar die mevrouw met dat haar, daar achter dat ene raam, zo om moet lachen, ik wou stoute schoenen om aan te trekken. Ik wou glanzend geluk en onwerkelijk grote liefde. Ik wou troost voor mij en voor iedereen die dat nodig heeft. Ik wou dat ik steengoed was in wat ik deed. Ik wou dat ik hem kon geven wat hij dan verlangt. Ik wou een vader die ik meer kon helpen. Ik wou een moeder. Ik wou de mist boven de bergen, dingen om nooit meer te vergeten, en onweerstaanbaar zijn, dat ook nog.
Griet Op de Beeck
Een beetje medelijden en een beetje ruimhartigheid, zei ik, ik zei geen liefde: in universele liefde geloof ik niet zo. Liefde van iedereen voor iedereen, dat kunnen we misschien beter overlaten aan Jezus. Liefde is immers iets heel anders. Het lijkt helemaal niet op ruimhartigheid en evenmin op mededogen. Integendeel. Liefde is een eigenaardig mengsel van twee tegengestelde dingen, een mengsel van het ergste egoïsme en de meest volmaakte toewijding. Een paradox! Bovendien, liefde, de hele wereld praat voortdurend maar over liefde, liefde, maar liefde kies je niet, je raakt ermee besmet, als een ziekte. Liefde overvalt je, als een ramp. Dus wat kies je dan wel? Waartussen moet een mens bijna elk moment kiezen? Óf ruimhartigheid, óf kwaadaardigheid.
Amos Oz (A Tale of Love and Darkness)
Sinds die vruchteloze rit moest ze almaar aan Frederik denken. Alsof de tijd niet meer bestond. Hij was de man die haar had geleerd wat liefde was, die haar op den duur had doen geloven dat ook zij zich graag gezien kon voelen. Hij was good met woorden, had de warmste armen en een blik die zij kon lezen zoals niemand het ooit eerder had gedaan. Hij was zo'n man die niet had durven geloven in zijn eigen verdriet, tot zij zei dat het goed zou komen. Hij was een doener en een meedenker, een veelwiller en een allesweter, een woestigaard met veel broos vel. Hij was de hare en zij de zijne, dat wisten ze eigenlijk allebei. Officieel mocht het misschien niet zo heten, maar dat had zij verdragen, want wachten is niet wachten als de ander er ook is nadat hij weer vertrekt.
Griet Op de Beeck (Gij nu)
Op de scholen werden naar Russisch voorbeeld 'scholierenraden' ingesteld om de leraren te controleren, de 'leerplannen' werden afgeschaft, want de kinderen moesten en wilden alleen leren wat hun aanstond. Tegen elke bestaande vorm werd gerevolteerd om het plezier van het revolteren, zelfs tegen de wil van de natuur, tegen de eeuwige polariteit van de geslachten. De meisjes lieten hun haar knippen, zo kort dat je hun 'Bubi'-kapsels niet van die van de jongens kon onderscheiden, jongemannen schoren snorren en baarden af om meisjesachtiger te zijn, homoseksualiteit en lesbiennendom werden, niet uit innerlijke noodzaak maar als protest tegen de ouderwetse, legale, 'normale' vormen van liefde de grote mode. Elke uitdrukkingsvorm van het bestaan deed zijn best radicaal en revolutionair voor de dag te komen, natuurlijk ook de kunst.[...] Overal werd het element van de toegankelijkheid uitgebannen, de melodie in de muziek, de gelijkenis in het portret, de verstaanbaarheid in de taal. De lidwoorden 'de', 'het' en 'een' werden uitgeschakeld.
Stefan Zweig (The World of Yesterday)
Wat ik 'vermoeidheid' noem is ouderdom, en daarvoor bestaat geen rust behalve de dood. Wat is het ergst van al dit 'slecht want strijdig met de natuur'? Jong zijn en je genot ontzeggen of oud zijn en het nog steeds zoeken? Er zijn zekere geneugten van het vlees die het ouder wordende lichaam steeds vergeefser najaagt als het er zich in zijn jeugd niet aan bedronken heeft. Te kuise jongelingsjaren leiden tot liederlijke ouderdom. Het is waarschijnlijk gemakkelijker af te zien van wat men heeft gekend dan van datgene waarover men fantaseert. Men heeft hierin geen spijt van wat men heeft gedaan, maar van wat men niet heeft gedaan en zou hebben kunnen doen. En die spijt krijgt dan zelfs de donkere kleur van wroeging. Ik heb het gevoel dat ik ook hierin het meest tot onthouding gebracht word door redenen van esthetische aard. Oude handen verdorren wat zij strelen, dunkt me, maar ze hebben hun eigen schoonheid wanneer ze zich vouwen in gebed. Jonge handen zijn gemaakt voor liefkozingen en de mantel der liefde, het is jammer ze te vroeg samen te vouwen. Ja, die in gebed gevouwen handen verzinnebeelden fraai de mystieke omhelzing van het ongrijpbare, als de verliefde armen in het luchtledige grijpen omdat de realiteit ontglipt en er niemand is.
André Gide (Journals 1889-1949)
In hun nieuwe, eigen ontplooiing zullen het meisje en de vrouw slechts tijdelijk mannelijke deugden en ondeugden imiteren en mannelijke beroepen nabootsen. Na de onzekerheid van zulke overgangen zullen de vrouwen het grote aantal en de wisseling van die (veelal belachelijke) vermommingen alleen hebben doorgemaakt om hun meest persoonlijke wezen te zuiveren van de misvormende invloeden van het andere geslacht. De vrouwen, in wie het leven directer, vruchtbaarder en rijker aan vertrouwen is genesteld, moeten immers in wezen rijpere mensen zijn geworden, menselijker mensen dan de lichte, niet door het gewicht van een lichamelijke vrucht onder het levensoppervlak getrokken man, die, verwaand en gehaaste als hij, onderschat wat hij meent lief te hebben. Dat zal dit onder pijnen en vernederingen tot rijping gekomen mensdom van de vrouw, als zij de conventies van de slechts-vrouwelijkheid in de vermommingen van haar uiterlijke staat zal hebben afgelegd, het licht zien, en de mannen die dit nu nog niet voorvoelen zullen erdoor worden verrast en verslagen. Op zekere dag (waarvan nu reeds, vooral in de noordelijke landen, betrouwbare tekenen spreken en schitteren), op zekere dag bestaan er het meisje en de vrouw, wier naam niet meer alleen een tegenpool van het mannelijke zal betekenen, maar iets op zichzelf staands, iets waarbij je niet aan aanvulling en begrensdheid denkt, alleen aan leven en bestaan: de vrouwelijke mens. Deze vooruitgang zal het liefde-beleven dat nu vol dwaling is (vooralsnog zeer tegen de wil van de voorbijgestreefde mannen), veranderen, grondig wijzigen en omvormen tot een verhouding die bedoeld van mens tot mens, en niet meer van man tot vrouw. - Rome, 14 mei 1904
Rainer Maria Rilke (Letters to a Young Poet)
Hij genoot van de verschillende afvalcontainers die overal stonden, van de ingeblikte groenten in de ziekenhuiskoele winkels – supermarkten werden ze genoemd –, hij genoot van de trams en hun heupdans die de passagiers heen en weer schudde wanneer zij klingelend een bocht maakten, hij genoot van de bomen die overal voor schaduw zorgden, compleet met een kroost van groene houten banken en een vuilnisbak, hij genoot van de grachten, die rimpelend een wiegenlied voor hem zongen, hij genoot van de vooroverhellende en schuine grachtenpanden, hij genoot van de standbeelden bedekt met patina en duivenuitwerpselen, hij genoot van het bruisen van zo veel mensenlevens, hij genoot van de pleinen en de onberispelijke kantoorgebouwen met ramen waarin het universum weerkaatste, van de vele straatbelichting, de neonreclames – de stad was 's nachts een ware boomgaard van kleurig neon –, hij genoot van de markten waar het rook naar gezouten vis, gebrande noten en kaas, van de vele eethuizen die met de mensen mee waren geëmigreerd, hij genoot van de fietsers die elke verkeersregel overtraden, hij genoot van het stille lawaai en de zinderende sensualiteit die de meisjes uitwasemden en van verliefde stellen die hun liefde op straat uitstalden voor voorbijgangers, hij genoot van het wolkenheer, van de regens en de buien, van de natte zonnen op regendagen als beslagen brillenglazen, van de regenplassen en hun weerspiegelingen, hij genoot van de chaos, van de beierd ver weg tussen het hooi van zijn doofheid, hij genoot van de duiven, van de zwervers met hun winkelwagentjes vol onbegrijpelijke huisraad, van de drankschuiten die over de effen straten kapseisden, zijwaarts hellend door een overbelaste lever, hij genoot van de sissende venters van genotsmiddelen, hij genoot van de drukke winkelstraten waar alles wat men nodig had te koop was en alles wat men niet nodig had, hij genoot van de rosse buurten en de uitstalling van vrouwelijk vlees, dat niet aan duitloze hem besteed was, van de vele kroegen en bars waarin klanten dronken en kwetterden en zich ontlastten zoals de vogels in de johannesbroodboom van Cheira en Heira, hij genoot van de welvaart die de mensen zichtbaar goeddeed, vooral de vrouwen met hun papieren tassen vol nieuwe aankopen in de weekeinden en hun ontspannen roddels en koetjes en kalfjes op terrassen, op vensterbanken achter de geraniums, hij genoot van de broeders die steeds in aantal toenamen en hem eerbiedig bejegenden wanneer hij hun bedwelmende koopwaar weigerde, met eerbied want hij was een van hem en het deed hem goed om te zien dat ze hoe dan ook werk hadden gevonden, hij genoot van de levendige rusteloosheid van dit alles, van de Amstel die voor verfrissing zorgde en het land bevloeide en het meest genoot hij van de ultieme wonderen in het park, dat hij nu betrad.
Hafid Bouazza (Paravion)
Voor mij kon liefde geen plicht zijn, ik wist alleen hoe ik van lichaam en geest kon houden. En dat betekende houden van een massa kleuren, houden van wat je het gevoel geeft dat je leeft. Het betekende ook houden van onvolmaaktheid.
Laksmi Pamuntjak
Rachel verzinkt dadelijk in een diep gepeins: spoedig, hoe snel mag dat wel zijn, en wat houdt het woord vervoegen eigenlijk in? Wonderbaarlijk met hoeveel gemak het woordenboek door de liefde op losse schroeven wordt gezet.
Charlotte Mutsaers
Mark. Die miljoenêr-natuurjoernalis wat sy verlede jaar by die lodge ontmoet het.
Didi Potgieter (Liefde vir 'n Vuurvreter)
Geloof, hoop en liefde zijn, als je er goed over nadenkt, nagenoeg identiek. Je kunt een almachtige god scheppen naar je beeld en hem in alle onfeilbare goedertierenheid die je hem toebedenkt voor eeuwig in de hemel zetten, zodat je je onvoorwaardelijke liefde op hem kunt projecteren in de verwachting dat dat je leven verrijkt, of je kunt met diezelfde verwachting besluiten om je verlangens weerspiegeld te zien in een ander persoon wie je alle eigenschappen toedicht die je dierbaar zijn. In feite komt dat op hetzelfde neer. Blind vertrouwen in een groot verwonnen verhaal dat de futiliteit van onze sterfelijkheid overstijgt, is evenzeer als de overtuiging dat tegenslag noodzakelijkerwijs een prelude moet zijn op voorspoed en evenzeer als de aangeprate illusie dat de ander ons onvolmaakte bestaan als een perfecte wederhelft vermag te completeren, een in fictie gewortelde poging om in hemelsnaam iets te verzinnen waardoor het allemaal nog enige zin heeft. Geloof, hoop en liefde zijn drie min of meer inwisselbare manieren om de reeks willekeurige voorvallen die ons leven vormen te herschrijven en om er een verhaal van te maken dat ergens over gaat. Zo zijn wij mensen gemaakt van woorden. Maar hoewel het allemaal fictie is en hoewel het belangrijk is om dat te beseffen, geloof ik in die verhalen. Zij zijn de kern van wat ons mensen maakt. Zonder onze seksuele mythen, dagdromen en gedichten over de dood zouden we als angstige dieren staren in de felle koplampen van de oogverblindende zinloosheid die ons, zoals wij terdege beseffen, binnen luttlele momenten verplettert.
Ilja Leonard Pfeijffer (Brieven uit Genua)
De eerste weken na hun kennismaking was hij misselijk van verliefdheid geweest. Hij at niet, sliep niet, zijn skelet begon brutaal door zijn vlees heen te schemeren. In plaats van te werken sleet hij een verveloos pad uit op zijn vloer. Hij sprak zichzelf streng toe, maar zijn hart gehoorzaamde niet. Voor het eerst bleek hij behept met die fondanten gemeenplaats, een hart. Hij kon zich niet meer herinneren waarvoor hij geleefd had toen hij zijn jongen nog niet kende. Zijn vroegere bestaan leek dor en onecht, het was al haast vergeten. Hij verachtte zichzelf om deze obsessie, maar waarvoor hij anders zou leven en werken dan ter ere van zijn jongen wist hij niet. Zijn liefde maakte hem zielsongelukkig en toch was ze niet wat doorgaans een ongelukkige liefde heet. Ze werd beantwoord, met een vanzelfsprekende onthutsende graagte.
Frans Kellendonk (Mystiek lichaam: Een geschiedenis)
Maar geloven had ik nooit als een daad van liefde gezien. God was de behoeder voor onheil. Hij hield al het kwade in het gareel door zijn almacht en wanneer wij mensen dingen deden die hem niet aanstonden, liet hij datzelfde kwade op ons los om ons te straffen. Ik begreep nog steeds niet veel, maar ik wist wel dat geloven uit liefde zoiets moest zijn als zwemmen in het heldere, klaterende water van de rivier, onder een oneindig blauwe hemel, terwijl wat ik tot dan toe had verstaan onder geloven meer leek op schuilen in een donkere kamer wanneer het hevig onweerde.
Rachida Lamrabet (Vertel het iemand)
Zo breek je verzet, kreeg ik te horen, door het mooiste wat mensen bindt te gijzelen, hun liefde en toewijding, zorg en trouw te vermorzelen alsof het iets verderfelijks was. Door familiebanden en vriendschappen te laten veranderen in mijnenvelden. Dit alles opdat iedereen die naar vrijheid verlangt en daar iets me wil zichzelf niet anders kan zien dan een tikkende tijdbom, een permanente dreiging voor zijn naasten. Hoe menselijker je was, hoe dichter je bij schoonheid, waarheid en al hun nuances wilde komen, bij rechtvaardigheid en menselijke waardigheid, hoe groter het ontploffingsgevaar. Als je weet dat je met één woord het leven van je kind kunt ruïneren, bedenk je je wel honderd keer voordat je in een koppige verzetsbui iets zegt. Dan houdt je je mond.
Nausicaa Marbe (Wachten op het Westen)
Nachtrust Avond. Twee tuinen verder woedt het voorjaar en sluipen kapers door het donker. Ergens vechten nagels om een vacht. Gekrijs om kruimels liefde. Stukgebeten oren. De krolse oorlog van een voorjaarsnacht. Bijna vergeten hoe ik met dezelfde woede door het donker joeg, hoe jij nog valser dan een kat je nagels in drie harten sloeg. Wat is het lang geleden en wat blijf je mooi. Ik heb de dagen één voor één geteld en met de beste woorden die ik heb: ik hou van je. In jou vind ik een bed. En het is lente en we delen hier dezelfde nacht met alles wat dat zegt.
Menno Wigman (Zwart als kaviaar: gedichten)
Een brave zoon belooft een goed man. Ik geloof zeer zeker, dat gij uw onbetwistbaar gezag als man nooit zult gebruiken, dan ten beste ener vrouw, die al haar geluk, al haar veiligheid aan u toevertrouwt: die u uit achting, zowel als uit voorkeuze, tot echtgenoot verkiest, zonder dat uw rijkdom bij haar in 't allerminst in aanmerking komt. Wat dan, vraagt gij mij met een bekommerende liefde, die mij doet zien, hoezeer gij verlangt de mijne te zijn?
Betje Wolff
Ik hoop niet, dat de liefde voor onze mannen onze vriendschap zal verminderen? Dat moet niet zijn! Wat overeenkomst is er tussen huwelijksliefde en vriendschap? Ik twijfel echter niet, of onze echtverbintenis met brave, beminnenswaardige mannen maakt ons minder noodzakelijk voor elkander.
Betje Wolff
Zonder acceptatie zal ergernis je woedend maken Zonder acceptatie zal verdriet je deprimeren Zonder acceptatie zal onzekerheid je angstig maken Zonder acceptatie zal ontgoocheling je kwellen Zonder acceptatie kan liefde niet liefhebben Ja zeggen tegen wat je voelt De eerste stap in geval van lijden (verlies, verdriet, tragedie, ...) is dit lijden voelen in alle cellen van je lichaam. Als je het voelt, creëer je de gelegenheid je lijden te accepteren, 'ja' te zeggen tegen wat je voelt. Je maakt er geen mentale verhalen over, maar je voelt het rechtstreeks en je huilt eventueel als dit nodig lijkt. Je laat het lijden toe er te zijn, in een complete toestand van overgave ten opzichte van wat is. Maar wat overgave doet, kan je niet volledig in je hoofd uitleggen. Waarom, waarom, waarom... vraag je je af, maar de overgave komt alleen als je zelfs het vinden van het antwoord op het waarom loslaat! Het is niet mogelijk te weten: in complete (spirituele) overgave, omarm je de toestand 'niet weten'. Accepteer dat er diepe pijn is en dat je geen antwoord hebt en ineens komt er een opening. Je vindt ruimte midden in de pijn, een openheid, een enorm gevoel van vrede. Zo kan lijden een opening zijn naar de spirituele dimensie in haar diepste zin.
Eckhart Tolle
Zonder acceptatie zal ergernis je woedend maken Zonder acceptatie zal verdriet je deprimeren Zonder acceptatie zal onzekerheid je angstig maken Zonder acceptatie zal ontgoocheling je kwellen Zonder acceptatie kan liefde niet liefhebben Ja zeggen tegen wat je voelt De eerste stap in geval van lijden (verlies, verdriet, tragedie, ...) is dit lijden voelen in alle cellen van je lichaam. Als je het voelt, creëer je de gelegenheid je lijden te accepteren, 'ja' te zeggen tegen wat je voelt. Je maakt er geen mentale verhalen over, maar je voelt het rechtstreeks en je huilt eventueel als dit nodig lijkt. Je laat het lijden toe er te zijn, in een complete toestand van overgave ten opzichte van wat is. Maar wat overgave doet, kan je niet volledig in je hoofd uitleggen. Waarom, waarom, waarom... vraag je je af, maar de overgave komt alleen als je zelfs het vinden van het antwoord op het waarom loslaat! Het is niet mogelijk te weten: in complete (spirituele) overgave, omarm je de toestand 'niet weten'. Accepteer dat er diepe pijn is en dat je geen antwoord hebt en ineens komt er een opening. Je vindt ruimte midden in de pijn, een openheid, een enorm gevoel van vrede. Zo kan lijden een opening zijn naar de spirituele dimensie in haar diepste zin. Eckhart Tolle
Eckhart Tolle
Als me op dat moment was gevraagd wat ik deed in het leven, had ik met een triomfantelijke en tragische bescheidenheid geantwoord: ik ben slechts verliefd.
Mohamed Mbougar Sarr (La plus secrète mémoire des hommes)
Geheimzinnig betekent dat er bewust iets verborgen wordt gehouden. Mysterieus betekent dat er iets verborgen blijft omdat we het niet kunnen weten of begrijpen, niet helemaal in elk geval, iets dat lijkt te wijken zodra we een stap in die richting zetten. - Zoals wie we zijn en waar we vandaan komen? Ja, zei ik, en wat liefde is, en een goed schilderij, en wat ons beweegt, en nog zo wat.
Sander Kollaard (De kleuren van Anna)
Je hebt me vaak gevraagd wat ik in je zie en ik weet niet of het een manier is om naar complimenten te vissen of dat je echt niet ziet wat ik zie. Dat begrijp ik wel. Ik zie ook niet in mezelf wat jij in mij ziet. Misschien heeft God daarom de liefde geschapen, zodat we onszelf zien in een ander licht.
Aya Sabi (Half leven)
Mijn schat, zegt Teit vaak tegen Asgerd midden op de dag, zelfs in aanwezigheid van anderen. Dat is ongelooflijk. Bij sommigen slijt de liefde nooit, ze wordt nooit op de proef gesteld, ongeacht wat voor stormen er in het leven woeden, en de kleingeestige gewoontes die zich zo makkelijk in het leven van alledag kunnen nestelen, lijken het niet te deren. Wie zulk soort mensen leert kennen, ziet plotseling de zin van alles in.
Jón Kalman Stefánsson (حزن الملائكة)
Ik zal altijd om mijn moeder blijven rouwen. Zolang ik rouw, heb ik lief.
Lisanne van Sadelhoff (Je bent jong en je rouwt wat)
Wat dood is is dood, maar wat vermoord is leeft voort, leeft voortaan minder gestoord dan wat onbestorven leeft. Martinus Nijhoff uit: Het uur U
Jan Geurtz (Verslaafd aan liefde: de weg naar zelfacceptatie en geluk in relaties (Dutch Edition))
Ek haat dit dat mense iets van my verwag wat ek miskien nie is nie, en ek haat dit om te moet toneelspeel om hulle goedkeuring (liefde?) te behou.
André P. Brink (Vlam in die Sneeu: Die Liefdesbriewe)
Wat er op het eind van je overblijft zijn je bezittingen. Misschien is het me daarom nooit gelukt iets weg te gooien.
Nicole Krauss (The History of Love)
Hij lag te draaien naast de slapende Tereza en dacht terug aan wat ze ooit lang geleden tegen hem zei tussen onbeduidend gebabbel door. Ze praatten over zijn vriend Z. en ze bekende: 'Als ik jou niet had ontmoet, was ik vast en zeker op hem verliefd geworden.' Toen al brachten die woorden Tomas in een vreemde melancholie. Opeens besefte hij namelijk dat Terezea alleen maar door een toeval van hém hield en niet van zijn vriend Z. Dat er binnen het rijk der mogelijkheden naast haar verwerkelijkte liefde met Tomas een eindeloze hoeveelheid niet verwerkelijkte liefdes voor andere mannen bestaat. We vinden het allemaal ondenkbaar dat je grote liefde iets lichts zou kunnen zijn - iets dat niets weegt; we veronderstellen dat onze liefde iets is dat moest zijn; dat zonder haar ons leven niet ons leven zou zijn.
Milan Kundera (The Unbearable Lightness of Being)
Alleen het toeval kan zich aan ons openbaren als een boodschap. Wat nodig is, verwacht kan worden, zich elke dag herhaalt, spreekt niet aan. Alleen het toeval spreekt tot ons. We proberen erin te lezen zoals zigeunerinnen koffiedik kijken op de bodem van een kopje.
Milan Kundera (The Unbearable Lightness of Being)
Waar het hart spreekt, is het onbehoorlijk dat het verstand iets tegenwerpt. in het rijk van de kitsch heerst de dictatuur van het hart. Het door kitsch opgeroepen gevoel moet uiteraard dusdanig zijn dat massa's dat kunnen delen. Kitsch kan daarom nooit stoelen op een bijzondere situatie, maa rop basisbeelden die in het geheugen van de mensen zijn gegrift: ondankbare dochter, in de steek gelaten vader, kinderen die over een grasveld rennnen, verraden vaderland, herinnering aan de eerste liefde. Kitsch wekt vlak achter elkaar twee tranen van ontroering. De eerste traan zegt: Wat mooi, kinderen die over een grasveld rennen! De tweede traan zegt: Wat mooi om samen met het hele mensdom ontroerd te zijn door kinderen die over een grasveld rennen! De tweede traan mat kitsch pas tot kitsch. Broederschap van alle mensen op aarde kan alleen gebaseerd zijn op kitsch.
Milan Kundera (The Unbearable Lightness of Being)
Zoo zijn wij. Als wij er één liefhebben of haten, omdat ze ons teleurstelde, wat hetzelfde is, dan denken we dat die ééne vrouw de vrouw, en de wereld is. Het heelal.
Henri van Wermeskerken (De oceaanvlucht: modern spel van lucht en oceanen in vier bedrijven)
Ja. Weet je, Es, liefde is niet iets wat zich buiten je bevindt. Jij bent de bron van de liefde en het weerkaats naar anderen. Dat bedoel ik met spiegels.
Francine Oomen (Hoe overleef ik (zonder) liefde? (Hoe overleef ik, #10))
Ik schuwde de meest persoonlijke onderwerpen niet, maar koos ze wel zorgvuldig uit. Hetgeen er echt toedeed, liet ik achterwegen. Ik overschreeuwde mezelf en was veel gedoe. Ik schoot met hagel en keek wel wat het doel trof.
Sara Kroos (Rood is ja)
De liefde was een sluipend, traag gif, de liefde was geniepig en leugenachtig, de liefde was een sluier die over de ellende van de wereld was geworpen, de liefde was klef en onverteerbaar, ze was een spiegel waarin je kon zijn wat je niet was, ze was een spook dat hoop verspreidde waar allang geen hoop meer bestond, een schuilplaats waar je je toevlucht dacht te vinden en uiteindelijk toch alleen jezelf vond, ze was een vage herinnering aan een andere liefde, de mogelijkheid van een redding, die uiteindelijk toch op een genadeklap leek, ze was een oorlog zonder winnaars, een kostbaar juweel midden tussen de scherven waaraan je je sneed, ja, in die tijd was de liefde dat, Brilka. (Het Achtste Leven, pg 494)
Nino Haratischwili
We ontkenden de fouten van de ander niet. We wonnen hen terug door gebed. We vroegen Christus om met Zijn liefde in ons te komen en door ons heen naar die andere persoon toe te gaan, herinneringen te genezen en alles wat goed en mooi was aan die ander naar boven te laten komen
Leanne Payne (The Healing Presence: Curing the Soul Through Union with Christ)
Geloof me, er is geen groot verdriet, geen diep berouw of bepaalde sterke herinneringen. Alles komt in het vergeetboek, zelfs de grote liefdes. Dat is wat het leven zo triest en tegelijk zo meeslepend maakt. Er is alleen een bepaalde manier om de dingen te zien en die duikt van tijd tot tijd op. Daarom is het toch goed om een grote hartstocht, een ongelukkige liefde in zijn leven te hebben gehad. Dan hebben we tenminste een alibi voor de onredelijke wanhoop waaronder wij gebukt gaan.
Albert Camus (A Happy Death)
Soms laat ons die dinge wat vir ons die heiligste is in ander se sorg. Wanneer ons dit deel, leef die verhaal voort, ná ons en ons tyd. 'n Daad van geloof en liefde.
Marguerite Poland (Die Bewaker)
Wat niet met liefde is gemaakt, wordt evenmin door liefde gedragen.
Petra Hermans
Govinda zei: "Maar is dat, wat jij 'ding' noemt dan iets wat werkelijk bestaat, iets wat wezenlijk is? Is dat niet alleen begoocheling van de Maya, alleen maar verbeeldsel en schijn? Jouw steen, jouw boom, jouw stroom - zijn dat nu dingen die waarachtig bestaan?' 'Ook daarom,' zei Siddhartha, 'bekommer ik mij niet zo erg, Of die dingen nu schijn zijn of niet, als zij schijn zijn, dan ben ik dat ook, en op die manier zijn ze toch altijd gelijk aan mij. Dat is het juist waardoor ze mij zo lief en zo eerbiedwaardig worden: zij zijn zoals ik. Dat is de reden waarom ik van ze houden kan En dit is nu weer zo'n leer, waarom je wel zult lachen: de liefde, Govinda, schijnt mij het belangrijkst van alles te zijn. De wereld te doorgronden, haar verklaren, haar verachten, dat laat ik graag aan grote denkers over. Voor mij is het alleen van belang dat ik van die wereld kan houden, haar niet hoef te verachten, haar en mijzelf niet hoef te haten, haar en mijzelf, en alles wat bestaat, met liefde, bewondering, en eerbied beschouwen kan.
Hermann Hesse
Is liefde dan competitief?
Ja natuurlijk.
Je wilt toch altijd iemands liefste zijn: dat verschilt niet zoveel van: je wil toch altijd ergens de beste in zijn. Gelukkig wil niet iedereen in hetzelfde domein de beste zijn, anders gaf dat een hoop verliezers, gelijk aan de wereldbevolking min één. Je kunt de verstandigste man van Europa willen zijn. Maar je kunt je ook, zoals mijn dochter, tevreden stellen met de beste hamsterverzorgster van de straat te zijn. Op die manier is het aan nogal wat mensen gegeven toch èrgens de beste in te zijn. En als je niet de beste bent, dan toch de aardigste, diegene van wie het meest gehouden wordt, ach nee, niet door iedereen, alleen door dat sproetenmeisje van om de hoek, nee, niet de mooiste van de straat, maar van alle lelijke de leukste. Maar hoe minimaal je het ook formuleert: het blijven superlatieven. Geef mij één superlatief om mee te leven. Laat mij van één iemand de liefste zijn.
Herman de Coninck (De flaptekstlezer)
Ik heb genoeg lentes overgeslagen. 't Moet uit zijn. Vaak is het me niet eens opgevallen dat het lente werd. Het deed me niks. Nogal wiedes als je er geen acht op slaat, doet niets je iets. Ik merkte de bloesem evenmin op als de sneeuw. Ik hing maar zo'n beetje tussen hemel en aarde. En alles ging snel. Je had geen tijd om stil te staan, of je durfde het niet misschien, omdat je bang was dat je werd ingehaald. Maar nu sta ik stil bij de lente in mijn tuin en ik weet zeker dat het niet het stilstaan is van een ouder wordende man. Wat jammer dat we zo niet kunnen zijn, denk ik, zo opgetogen als deze bloei; zo eerlijk als het gras; zo mild als de voorjaarsregen. En in dit decor van liefde en zachtmoedigheid wil ik alleen maar lieve mensen tegenkomen. O, u mag me rustig beschuldigen van sentimentaliteit, maar wat de aarde op dit moment oproept in mijn hart, laat ik niet zomaar kapotmaken door de wrevel en de onvrede van mensen; door wat ze zeggen in kranten, roepen door de radio, laten zien op de buis. Bij deze bloei in dit licht heb ik geen zin in discussies en vergaderingen en teksten; in beloften of voorspellingen; of in mensen die elkaar pijn willen doen, kwetsen en kwellen, die elkaar voorbij willen streven. Voor mij hoeft het nou es even niet, de succesvolle goalgetters. Daar sta je dan tussen het geweld van dit groene leven, jij met je hinderlijke verstand, midden in het ongeremde dat maar raak leeft zonder enige reserve. Het vlamt op uit de aarde zonder terughoudendheid. Dat doet maar. Het staat op uit de dood. Breekt opnieuw uit de knop. Bloeit als een gek en valt neer zonder droefheid, zonder tranen. Daar sta je dan met je armbandhorloge.
Toon Hermans (Fluiten naar de overkant)
Misschien. Maar ik geloof niet in liefde op het eerste gezicht. Dan toch liever na tenminste een tweede blik, door de juiste bril... - En wat voor bril is dat, als ik vragen mag? Die van het hart. Op het eerste gezicht voeren de ogen het bevel. Maar bij de tweede blik neemt het hart het over. - En bij een derde? Het hoofd. En dan is het te laat. - Te laat waarvoor? Voor de liefde. - Doet het hoofd niet aan de liefde? De liefde van het hoofd is tweedehands! Hij imiteert die van het hart, maar zonder succes.
Federica Brunini
Ze had nooit verwacht dat een meisje zoals zij zoiets drastisch zou doen. Toch wist Calliope maar al te goed dat je nooit kon weten wat mensen verborgen hielden achter de façade die ze aan de buitenwereld toonden. ...terwijl ze mijmerde over hoe vreemd liefde eigenlijk was. Ze kon je het gevoel geven onoverwinnelijk te zijn, en je een moment later volledig kapotmaken.
Katharine McGee (The Towering Sky (The Thousandth Floor, #3))
Gelukkig zijn zij die geen kinderen hebben, of gelukkig zij die niet van hen houden: zij staan onverschillig tegenover alles wat hun kan overkomen.
Rimbaud, Arthur
Toch is geweld in mijn ervaring niet de uiting van wie werkelijk zijn, maar van de schending daarvan. Daarom is het zo belangrijk om onszelf te leren kennen. Wanneer onze basisbehoeften - liefde, erkenning, verbondenheid, zelfexpressie, zinvol leven en het gevoel echt te leven - niet worden bevredigd, als we er niet in slagen wat onze behoeften zijn, kunnen we allemaal gewelddadig worden.
Thomas d'Ansembourg (Vrede kun je leren)
In de namiddag is Eva langsgekomen. Ik weet nog maar half er gebeurd is. Ik geloof dat zij zich niet goed voelde. Ik herinner mij tranen en gestotter. Een rood aangelopen gezicht. Ik herinner mij dat ik niet gevraagd heb waarom ze huilde. Dat ik een heel betoog heb afgestoken. Over de leegte van het leven, en de onmogelijkheid van echte liefde, en het gore perspectief van de gewisse dood. Over hoe geen mens te vertrouwen valt. Of zo. Ik geloof zelfs dat ik op het einde ben beginnen te janken. Uit angst, geloof ik toch. Om te sterven. Of uit zelfmedelijden. Ik gok een beetje naar de inhoud, maar zoiets moet het geweest zijn. Ik ken de verhalen van anderen over mijn speeches als ik ver genoeg heen ben. Dan gulpt er alles uit wat op nuchterder kwartieren dapper binnen wordt gehouden. Achter dichtgespijkerde ramen en op slot gedraaide deuren. Een mens moet wat.
Griet Op de Beeck
Er was iets aan haar wat ten diepste -bijna wezenlijk- in harmonie was met zichzelf, zoals iemand is, denk ik, wanneer allebei zijn ouders van hem hebben gehouden.
Elizabeth Strout (Ay, William)
Die liefde is ’n reus. Hy pas jou op, dra jou op die hande en verskuif jou grense. Maar as hy verwaarloos word, misgekyk word, as hy die dag loop lê, is daar bitter min van ons wat die gereedskap het om hom op te help, om hom weer in sy spore te laat staan. ” — Nataniël
Nataniël
Zeg, Pa, je moeder was toch een Chinese? Dus jij bent een halve Chinees. En ik een kwart Chinees, die de weg in zijn DNA volgt met het snuffelen in de 'I Tjing', dat raadselachtige 'Boek der Veranderingen'. De 'I Tjing' zegt ergens in Hexagram 29: 'Want alleen door herhaling neemt de leerling de stof in zich op.' Helaas kennen ze hier in Holland geen kritische zelfreflectie. Ze leuteren maar wat over slaven, koelies, gastarbeiders en de kinderen van de koloniale liefde. Ooit verspreidden ze jullie eerste generatie Indischen over gans het land: in elke straat een Indische famile was zo'n beetje het quotum in de jaren vijftig. Ze hadden jullie beter in een getto kunnen stoppen. Den Haag-Zuid zou een populaire wijk zijn geworden, met ons, de volgende generaties, als de laatste resten gemixt tropisch Nederland achter de ramen en balkonnetjes, met elke zaterdag een braderie met Hawaiaanse muziek, indorock, vliegeren en lootjes trekken. Nu wonen de 'allochtonen' er bij elkaar, en hinderlijk veel politieauto's patrouilleren in de straten.
Alfred Birney (De tolk van Java)
Maar in elke liefde is smart, bedacht ik, smart om de voltooiing en de naderende dood van de liefde als het een gelukkige liefde is, en smart om de onmogelijkheid en het verlies van wat ons nooit heeft toebehoord als de liefde onbeantwoord blijft. En zoals ik treurde om de rijkdommen die ik niet had, zo treurde ik vroeger om Claire, die anderen toebehoorde. En zo treurde ik ook nu, liggend in haar bed, in haar appartement in Parijs, in de lichtblauwe wolken van haar kamer, die ik tot vanavond onrealiseerbaar en niet bestaand geacht zou hebben en die Claires bleke, op drie plaatsen met zulk schaamteloos en kwellend verleidelijk haar bedekte lichaam omgaven; zo treurde ik nu over het feit dat ik niet meer zou kunnen dromen over Claire zoals ik altijd gedaan had; en dat het nog lang zou duren eer ik een ander beeld van haar gecreeerd zou hebben dat op een andere manier net zo onbereikbaar voor mij zou worden als tot nu toe dit lichaam, dit haar en deze lichtblauwe wolken geweest waren.
Gaito Gazdanov (An Evening With Claire)
Het is niet gemakkelijk om een levensroeping naast je neer te leggen. Mijn muziek, dat was ik. Ik zag mezelf in de toekomst als pianist, als componist, als dirigent! Mijn gedachten zijn altijd melodieen geweest en alles wat ik doe beleef ik in een ritmische cadans. Ik ben muziek. Mijn muziek. En dan komt er een man mijn leven binnen die me doodleuk vraagt dat alles op te geven. Vraagt? Nee, eist! Eigenlijk heeft niets me ooit zo geschokt en in de war gebracht als Gustavs voorwaardenbrief. Twintig ongelooflijke pagina's. Ik wist niet wat ik las. 'Over jouw muziek wil ik het niet hebben. Denk je dat je van iets onmisbaars afstand doet als je die opgeeft om van mij te zijn? Wat is dat voor "werk" waar je het over hebt? Componeren soms? De rol van componist komt mij toe. Ik ben degene die werkt, laat daar geen misverstand over bestaan. Jouw rol is het opgeven van alle oppervlakkige tijdspassering - zoals je zogenaamde werk - om je volledig en onvoorwaardelijk ondergeschikt te maken aan mijn behoeften. Je mag naar niets anders verlangen dan naar mijn liefde.
Anna Enquist (Twaalf keer tucht)
Zestien maanden lang,' zei de vreemdeling, 'heb ik geen vrouw in de ogen gekeken. Je hebt mooie ogen, Teresa, ze doen me denken aan de hemel boven Venetië. Soms zag ik een stukje hemel door het raam van de gevangenis, als ik even op en neer mocht lopen door de gang. Wat ik zag was een koel grijsachtig blauw, alsof de zee erin weerspiegeld werd. Je ogen hebben de kleur van de eeuwige dingen, maar dat zul je wel niet begrijpen en dat hoeft ook niet. Al die misverstanden, hoe lang bestaan die al niet tussen een man en een vrouw? Hoe vaak heb ik me achteraf niet geschaamd, als ik weer eens veel te veel gepraat had met een vrouw? Kus me maar.' Zijn stem klonk ongedwongen en vriendelijk. Toen het meisje zich niet verroerde en hem met haar grijsblauwe ogen bleef aanstaren, keek hij haar verwonderd aan en vroeg haar nog een keer vriendelijk: 'Kus me maar, of begrijp je het niet?' Later herinnerde Teresa zich dat zijn stem ook zo geklonken zou hebben, als hij haar om een glas water had gevraagd. Het had net zo eenvoudig en terloops geklonken, maar omdat ze nog nooit een man had gekust, bleef ze hem een beetje verdwaasd aankijken. Met een al even nonchalant gebaar sloeg hij zijn arm om haar middel en vroeg belangstellend: 'Wat voel je?' 'Niets,' antwoordde het meisje. 'Begrijp je me niet?' vroeg hij licht geprikkeld. 'Begrijp je niet wat ik vraag? Ik vroeg je niet wat je eigenlijk van mannen vindt of hoe je over de liefde denkt. Luister nou eens, kleintje, ik vraag je wat je voelt als ik je aanraak, als ik met twee vingers over je arm streel, als ik mijn hand op je hart leg. Kijk zo... Wat voel je nu, op dit moment?' Het meisje stond op, lichtte met een gracieuze beweging haar rok bij de zijkanten iets op van de vloer, zoals ze dat in de gelagkamer wel eens had zien doen, maakte een diepe buiging en zei toen beleefd: 'Met uw goedkeuring, meneer, ik voel niets.
Sándor Márai
Weet je wat ik zo aantrekkelijk aan jou vind?' vroeg ik terwijl Jason in hemdsmouwen een kabeljauwschoteltje uit de oven op tafel zette. 'Nondedju,' zei Jason wat hij brandde zijn vingers. 'Dat je van die mooie mannenarmen hebt,' zei ik, 'm'n broers hebben ook van die armen, sterk met donker haar erop. Als we dan zaten te eten bij Locatelli was het net alsof alles nog als vroeger was, dat je niks kon overkomen, bedoel ik. Ja, ik vond dat nogal aangenaam.' 'Où sont mes petits copains d'antan,' zong Jason plotseling en toen ging het gesprek over de zee bij Newfoundland, waar eerst een bloeiende visserij had geheerst, maar hoe de kabeljauw in de baai steeds schaarser werd, hoe de staat en de milieubewegingen steeds dreigender geluiden lieten horen over overbevissing en quota, maar hoe de welvarende bevolking dacht vis is vis en hoe er toen op een dag geen kabelauw meer te bekennen was, niet één, in die enorme baai nergens meer een kabeljauw te bespeuren. De baai was leeggevist en alle pogingen die de overheid en de industrie in het werk stelden brachten de vis niet terug. De kabeljauw was weg en bleef weg, het was een dood stuk zee geworden. 'Geen vis meer,' somde Jason op, 'geen visolie meer, geen vislijm meer, geen boten meer, geen vissers meer, geen brood meer op de plank.
Doeschka Meijsing (Over de liefde)
Essentiële Innerlijke Liefde: Korte Meditatie: Ik ben in vrede met wie ik ben. Ik heb geen controle over anderen. Maar wel over wat ik voel. Ik voel alleen liefde. Liefde is wie ik ben.
Sven Staes
Tydens die gesprek sê Breytenbach volgens Brink ook die volgende: Here man, dit vra nie dapperheid nie, dis so natuurlik as asemhaal. Nou kom sit jy op TV en as die man sê jy’s die grootste skrywer in SA, dan val jy hom nie in die rede nie: jy sê nie hokaai, wat van Alan Paton, wat van Nadine Gordimer, wat van Zeke Mphahlele? nie [sic] ... Jy bou vir jou ’n beeld op & jy vergeet eendag gaan jy ingehaal word.64
Leon De Kock (André P. Brink En die spel van liefde: 'n biografie (Afrikaans Edition))
In werkelijkheid zijn sommige wereldverbeteraars gelukkig en andere niet. De gelukkigen zijn om dezelfde redenen - liefde, werk, richting - gelukkig als andere gelukkige mensen. Wat verschilt is het ongeluk van de wereldverbeteraars, want dat vormt niet alleen een reactie op vernedering, gebrek aan liefde en al die andere gebruikelijke dingen, maar ook op de wetenschap dat de hele wereld vervuld is van ellende en dat de meeste mensen die niet zien of er niet om geven, en dat zij er, hoezeer ze ook hun best ook doen, eigenlijk ook maar weinig aan kunnen doen. Wereldverbeteraars ontbreekt het niet aan geluk, maar aan onschuld. Ze kennen niet de blije blindheid die de meeste mensen het grootste deel van hun tijd in staat stelt zich voor het ondraaglijke af te sluiten. Wereldverbeteraars dwingen zichzelf er altijd aan te blijven denken dat alles wat ze doen invloed heeft op andere mensen en dat hun vreugde soms (maar niet altijd) ten koste gaat van de vreugde van anderen. En doordat ze zich daar altijd van bewust zijn, stellen ze zich bloot aan een onbegrensd, verpletterend gevoel van verantwoordelijkheid.
Larissa MacFarquhar (Strangers Drowning: Grappling with Impossible Idealism, Drastic Choices, and the Overpowering Urge to Help)
Ik schrijf deze brief aan de keukentafel. Ik ben alleen op een manier die meer is dan het simpele gegeven dat ik de enige levende ziel ben binnen deze muren. Tot nu toe dacht ik dat ik wist wat wel en wat niet mogelijk was. Misschien is dat de ware betekenis van onschuld, dat je je geen enkele voorstelling kunt maken van pijn en verdriet in de toekomst. Als er iets gebeurt wat al het denkbare overstijgt, verander je daardoor. Het lijkt op het verschil tussen een rauw ei en een gebakken ei. Het is hetzelfde, maar toch totaal anders. Beter dan zo kan ik het niet uitleggen. Ik kijk in de spiegel en ik weet dat ik het ben, maar ik herken mezelf niet. Soms is het al te vermoeiend voor me om simpelweg het huis binnen te gaan. Ik probeer mezelf tot rede te brengen, eraan te denken dat ik hier eerder alleen heb gewoond. Toen ging ik niet dood aan alleen slapen en dat zal ook nu niet gebeuren. Maar dit is wat verlies mij heeft geleerd over de liefde. Ons huis is niet zomaar leeg, ons huis is leeggehaald. Liefde neemt ruimte in in je leven, maakt plaats voor zichzelf in je bed. Onzichtbaar nestelt het gevoel zich in je lichaam, stroomt het door al je bloedvaten en klopt het in je hart. Als het verdwenen is, klopt er niets meer. Voordat ik jou leerde kennen, was ik niet eenzaam, maar nu ben ik zo eenzaam dat ik tegen de muren praat en tegen het plafond zing.
Tayari Jones (An American Marriage)
Ondanks Brink se onversetlike wil om sy wêreld self te vorm en ’n realiteit te skep wat by sy begeertes inpas, is dit vir hom uiteindelik onmoontlik om in die verhaal van sy eie lewe die alwetende verteller én die karakter André P. Brink te wees.
Leon De Kock (André P. Brink En die spel van liefde: 'n biografie (Afrikaans Edition))
Alles is één: en dat éne, dat is zalig en zaligmakend! Want alles dat is, zelfs datgene wat niet is, komt van- en leidt tot één allesomvattend iets. En dat iets is niet niets maar Alles!
Sven Staes
Wat is dan liefde? Wat jij bent. Jij bent de Liefde. Want jij bent alles - dat alles wat Liefde is.
Sven Staes
[D]ié viciousness in my het ek tevore al gesien, bowenal by Ingrid, telkens as ek begin vrees het ons staan nie meer saam nie; die wêreld is te swaar vir 2 wat nie eendragtig is nie. En dan word dit ’n perverse soort toets: O.k., jy hou jou terug; dan sal ek jou wys dat ek so bitter kan wees dat jy nie van my sal durf hou nie (kleinserige selfverdediging): ek sal bitsig & wreed wees; en as jy net die destruktiewe sien dan faal jy; as jy sien hoe dit gebore word uit bang, gekwetste liefde, dan kom ons saam anderkant uit. Perverse sadisme wat heeltemal destruktief word.7
Leon De Kock (André P. Brink En die spel van liefde: 'n biografie (Afrikaans Edition))
Toe sien ek dat die ou tannie met die swak teologie wat drie weeskinders in haar plakkershuis inneem, meer doen as sewe goeie teoloë . . .
Jaco Strydom
De tweede laag van onze identiteit vormt als het ware een omkering van de richting waarin de geest kijkt: door de overtuigende illusie van waardeloosheid, van niet goed genoeg zijn, van stom, slap of slecht zijn, keert de geest zich van zijn eigen natuur af, en richt zich naar buiten, op de ander, in de eerste plaats natuurlijk op de ouders. Die worden nu de leveranciers van veiligheid, liefde en erkenning, en de kinderlijke geest is maar wat graag bereid om zichzelf te verloochenen en het de ander naar de zin te maken, in ruil voor die vrijwaring van angst en zelfafwijzing. Maar hoe ironisch: door zie zelfverloochening wordt de illusie juist versterkt. De pijnlijke illusie van waardeloosheid en afhankelijkheid krijgt door het wegvluchten ervoor steeds meer schijn van werkelijkheid, wordt als het ware hard gemaakt door de angst ervoor
Jan Geurtz (Verslaafd aan liefde)
Als het effect van een handeling precies het tegengestelde is van wat je ermee beoogt, dan spreken we van een contraproductieve reflex. Een veel gebruikt voorbeeld hiervan is krabben als je jeuk hebt van een muggenbeet: de jeuk wordt er juist erger door. Een verslaving is een schoolvoorbeeld van een contraproductieve reflex: het verslavende middel is bedoeld om een einde te maken aan een beknellend gevoel en in plaats daarvan een prettig gevoel te creëren. Dat lukt telkens heel eventjes tijdens de roes van het middel, maar tegelijkertijd versterkt het gebruik van dat middel de negatieve gevoelens die men er juist mee wilde ontvluchten. Als je drinkt om je geremdheid in gezelschap kwijt te raken, zul je jezelf steeds geremder gaan voelen en de drank steeds meer nodig hebben om nog af en toe iets spontaans te kunnen doen. Gebruik je pepmiddelen om van je chronische moeheid af te komen en het leven energieker tegemoet te treden, dan zul je je steeds vermoeider gaan voelen en op den duur niet eens je huis meer kunnen opruimen zonder het pepmiddel.
Jan Geurtz (Verslaafd aan liefde)
In al deze ontsporende mechanismen zien we een overkoepelend of ‘metapatroon’, namelijk de drang tot zelfcontrole. Immers, mijn hele identiteit creëert de illusie dat als ik mezelf niet onder controle houd, mijn kern van slechtheid (het negatieve geloof !) naar buiten komt en schade gaat aanrichten. Deze illusie creëert haar eigen argumenten, kijk maar: eerst is er het negatieve geloof, bijvoorbeeld ‘ik ben zwak’. Daarop volgt de basisregel dat ik mezelf onder controle moet houden in zaken die ik lekker vind, bijvoorbeeld alcohol drinken. Het gedragspatroon zal vervolgens energie steken in het afremmen of onderdrukken van de zin in alcoholische drank. Dat wordt gevoeld als een beknelling. De frustratie daarover bouwt zich op en keert zich op een bepaald moment tegen de zelfcontrole. Er ontstaat een bui waarin we tegen onszelf iets zeggen in de trant van ‘Ach, wat kan het me ook eigenlijk verdommen, ik doe lekker even helemaal waar ik zin in heb.’ Er volgt een uitspatting plus de volgende dag een kater. Op dat moment is er een argument gecreëerd voor een nieuwe ronde van zelfcontrole, een zogenaamd zie-je-wel-argument: ‘Zie je wel dat je helemaal de mist in gaat als je jezelf niet onder controle houdt.’ Het negatieve geloof in de eigen zwakheid is bevestigd door het mislukken van de poging die zwakheid te bedekken met zelfcontrole.
Jan Geurtz (Verslaafd aan liefde)
Liefde is niet alleen maar hartzeer of vreugde. Liefde krijgt vorm door wat wij ermee doen.
Linzi Glass (Ruby Red)
Heeft de liefde wel behoefte aan mee-lijden? Het gaat er mij om dat ik haar bestaan voelde als mijn bestaan. U vraagt wat dat betekent? Dat is alsof u de hele last van iemands bestaan op u zou willen nemen. Alsof u die iemand sowieso zou willen ontslaan van de noodzaak van het bestaan. Alsof u voor die ander ook zou willen sterven, zodat hij zijn eigen sterven niet zou hoeven beleven. En dat is iets anders dan meelijden, zoals dat meestal wordt begrepen. Voor zo'n zelfde, desnoods ingebeelde mogelijkheid voelde ik dat ik opnieuw wilde leven. U zegt dat dat niet kan. Het kan dat dat niet kan. Maar wat zou dan de maat van de liefde moeten zijn? Als u en ik onder dat niets betekenende woord hetzelfde zouden verstaan? Volgens wat zouden we haar moeten voelen? Volgens de begeerte van het lichaam? Het lichaam kent zijn einde en dat einde komt veel, veel eerder dan de dood.
Wiesław Myśliwski (Traktat o łuskaniu fasoli)