Ver Weg Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Ver Weg. Here they are! All 22 of them:

Maar dit is het probleem: als je eigen geluk afhankelijk is van andere mensen, is teleurstelling nooit ver weg.
Anke Wauters (Dik. Lelijk. Wijf.)
Ik ben niet treurig. Ik heb alleen groot medelijden met de andere mensen die zo ver bij mij vandaan zijn en al had ik een radiozender tot mijn beschikking, het zou geen nut hebben hun te zeggen wat ik denk. Ik kan hen niet begrijpen en zij mij evenmin. De gekste sprookjes zijn niet uit hun hersens weg te branden, varianten op domme grootheidswanen, uitgebroed toen hun voorouders nog in holen woonden en niet beter wisten of de hele kosmos was niet groter dan hun hol. En als ze er niet aan geloven, dan hopen ze toch wel spirituele openbaringen te kunnen putten uit materiële nonsens. Want, zeggen ze, wij kunnen zo alleen niet verder leven, wij hebben behoefte aan troost. (Leef ik soms niet verder? Wie troost mij?) Daarvoor laten ze de pausen in paleizen wonen en de Aga Khan diamanten eten. Aan de miljoenen die uit naam van hun troostende leugens mishandeld worden, aan de absurde wetten die er zelfs in de beschaafdste landen op zijn gebaseerd, denken zij nooit, want zij willen in slaap gesust worden met sprookjes en hoe meer bloed ervoor vergoten wordt, hoe beter zij erin kunnen geloven. Want bloed is het enige waarover ze beschikken en het enige onomstotelijke existentiële feit is hun onverzadelijke bloeddorst.
Willem Frederik Hermans (Nooit meer slapen)
Je leek zo heel ver weg,' fluisterde juffrouw Engel diep onder de indruk. 'O, dat was ik ook. Ik vloog langs de sterren met zilveren vleugels,' zei Matilda. 'Het was fantastisch.
Roald Dahl (Matilda)
En hij kan het beste te werk gaan zoals bekwame boogschutters, die wanneer ze het doel dat ze willen raken te ver weg achten, omdat ze weten wat de kracht van hun boog is, het mikpunt veel hoger nemen dan het doelwit, niet om met hun pijl zo hoog te komen, maar om met behulp van dat hoge mikpunt hun doel te kunnen bereiken.
Machiavelli.N (The Prince (Chinese Edition))
En hij kan het beste te werk gaan zoals bekwame boogschutters, die wanneer ze het doel dat ze willen raken te ver weg achten, omdat ze weten wat de kracht van hun boog is, het mikpunt veel hoger nemen dan het doelwit, niet om met hun pijl zo hoog te komen, maar om met behulp van dat hoge mikpunt hun doel te kunnen bereiken.
Niccolò Machiavelli
Fredkin [...] praat over een interessant kenmerk van computerprogramma's, waaronder cellulaire automaten: er is geen kortere route mogelijk naar wat de uitkomst wordt. Dit is het wezenlijke verschil tussen de 'analytische' benadering van de traditionele wiskunde, inclusief differentiële vergelijkingen, en de 'computer'-benadering met algoritmes. Je kunt een toekomstige toestand van een systeem voorspellen zonder alle tussenstappen te kennen als je de analytische methode gebruikt. Maar bij cellulaire automaten moet je alle tussenstappen doorrekenen om te weten hoe de uitkomst zal zijn: je kunt de toekomst niet voorspellen, behalve door de toekomst af te wachten. [...] Fredkin legt uit: 'je kunt het antwoord op een vraag niet sneller kennen dan wanneer je volgt wat er gebeurt.' [...] Fredkin gelooft dat het universum letterlijk een computer is en dat het gebruikt wordt door iets of iemand om een probleem op te lossen. Het klinkt als een grap met goed en slecht nieuws: het goede nieuws is dat onze levens een doel hebben; het slechte nieuws is dat onze levens het doel zijn van een of andere hacker ver weg die pi wil uitrekenen met een oneindig groot getal achter de komma.
Ray Kurzweil (The Singularity is Near: When Humans Transcend Biology)
Het ogenblik werd alles voor me. Morgen lag eindeloos ver weg. Als Helen wakker werd, begon de dag en als ze sliep en ik haar naast mij voelde, begon het heen en weer slingeren van hoop en wanhoop, van plannen die op droomfundamenten gebouwd waren, van pragmatische wonderen en een filosofie van het nog-hebben en het sluiten van de ogen voor de werkelijkheid, die in het vroege licht uitdoofde en in de mist verdronk.
Erich Maria Remarque (The Night in Lisbon)
Henry gaat op de schommel naast me zitten, met zijn gezicht de andere kant op, en we schommelen steeds hoger en hoger , we passeren elkaar, soms gaan we gelijk op en soms gaan we zo snel langs elkaar dat het net lijkt alsof we zullen botsen, en we lachen, en lachen, en niets kan ooit verdrietig zijn, niets kan ooit worden verloren, of dood zijn, of ver weg; nu zijn we hier, en niets kan onze volmaaktheid verstoren of dit volmaakte moment van zijn vreugde beroven.
Audrey Niffenegger (The Time Traveler’s Wife)
Hij genoot van de verschillende afvalcontainers die overal stonden, van de ingeblikte groenten in de ziekenhuiskoele winkels – supermarkten werden ze genoemd –, hij genoot van de trams en hun heupdans die de passagiers heen en weer schudde wanneer zij klingelend een bocht maakten, hij genoot van de bomen die overal voor schaduw zorgden, compleet met een kroost van groene houten banken en een vuilnisbak, hij genoot van de grachten, die rimpelend een wiegenlied voor hem zongen, hij genoot van de vooroverhellende en schuine grachtenpanden, hij genoot van de standbeelden bedekt met patina en duivenuitwerpselen, hij genoot van het bruisen van zo veel mensenlevens, hij genoot van de pleinen en de onberispelijke kantoorgebouwen met ramen waarin het universum weerkaatste, van de vele straatbelichting, de neonreclames – de stad was 's nachts een ware boomgaard van kleurig neon –, hij genoot van de markten waar het rook naar gezouten vis, gebrande noten en kaas, van de vele eethuizen die met de mensen mee waren geëmigreerd, hij genoot van de fietsers die elke verkeersregel overtraden, hij genoot van het stille lawaai en de zinderende sensualiteit die de meisjes uitwasemden en van verliefde stellen die hun liefde op straat uitstalden voor voorbijgangers, hij genoot van het wolkenheer, van de regens en de buien, van de natte zonnen op regendagen als beslagen brillenglazen, van de regenplassen en hun weerspiegelingen, hij genoot van de chaos, van de beierd ver weg tussen het hooi van zijn doofheid, hij genoot van de duiven, van de zwervers met hun winkelwagentjes vol onbegrijpelijke huisraad, van de drankschuiten die over de effen straten kapseisden, zijwaarts hellend door een overbelaste lever, hij genoot van de sissende venters van genotsmiddelen, hij genoot van de drukke winkelstraten waar alles wat men nodig had te koop was en alles wat men niet nodig had, hij genoot van de rosse buurten en de uitstalling van vrouwelijk vlees, dat niet aan duitloze hem besteed was, van de vele kroegen en bars waarin klanten dronken en kwetterden en zich ontlastten zoals de vogels in de johannesbroodboom van Cheira en Heira, hij genoot van de welvaart die de mensen zichtbaar goeddeed, vooral de vrouwen met hun papieren tassen vol nieuwe aankopen in de weekeinden en hun ontspannen roddels en koetjes en kalfjes op terrassen, op vensterbanken achter de geraniums, hij genoot van de broeders die steeds in aantal toenamen en hem eerbiedig bejegenden wanneer hij hun bedwelmende koopwaar weigerde, met eerbied want hij was een van hem en het deed hem goed om te zien dat ze hoe dan ook werk hadden gevonden, hij genoot van de levendige rusteloosheid van dit alles, van de Amstel die voor verfrissing zorgde en het land bevloeide en het meest genoot hij van de ultieme wonderen in het park, dat hij nu betrad.
Hafid Bouazza (Paravion)
Smaad en hoon lagen op dezelfde weg als de hoorn ver boven alle bergen.
Petra Hermans
Ik heb zojuist gezien, niet eens bemerkt dat zowel Marga Minco als Thea Beckman spreekwoordelijk volledig een snoek mogen prolongeren en de baars fungeren te champignonkwekerij ver weg. Paling is reeds bedorven.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
De heuvel was een toneelgordijn, maar niemand had zin in de voorstelling. De mens is zo laf als hij zich kan veroorloven. Als die heuvel er niet was geweest, hadden we de oorlog recht in ons gezicht gekregen, als een echte, reële realiteit. Terwijl we nu konden doen alsof we van niets wisten, ondanks de geluiden die eruit opstegen als scheten uit een ziek lichaam. De oorlog gaf zijn voorstellinkjes achter de heuvel, aan de andere kant, ver weg dus, dat wil zeggen zo goed als nergens, dat wil zeggen aan het einde van wereld die de onze niet eens was. Niemand had echt zin om te gaan kijken. We maakten er een legende van; zo konden we ermee leven.
Philippe Claudel (Grey Souls)
internasionale woord vir ’n begeerte om te reis, “wanderlust”, afgelei is van die Duitse woord vir stap, “wandern”. In moderne Duits word Wanderlust gewoonlik vervang deur Fernweh, wat letterlik vertaal kan word as “weemoed vir die verte”, die teenoorgestelde van Heimweh of “weemoed vir die huis”. En tog kan jy terselfdertyd aan albei hierdie toestande ly. Vra maar vir my. Ek is ’n reisiger wat al dekades lank twee swaar tasse saam met my dra. Aan my een arm hang ’n tas wat vol Fernweh geprop is, aan my ander ’n tas vol Heimweh. Die begeerte om verder te reis is altyd daar. Maar omdat ek so ver van my geboorteland af lewe, gaan die heimwee nooit heeltemal weg nie. Die Britse skrywer
Marita van der Vyver ('n Baie lang brief aan my dogter (Afrikaans Edition))
Bring die hoë ouderdom dan net verlies? Net leef met vermindering op elke terrein? Waarom word dit ’n geseënde hoë ouderdom genoem? Vriendskap? Jou ou vriende dryf verder en verder van jou af weg. En verdwyn – hulle sterf. Nuwe vriendskappe, dié is ook prekêr.
Elsa Joubert (Spertyd)
En asof jy op ’n roltrap vervoer word van een vloer na die ander, en nie kan afklim nie, so vervoer die tyd jou onversetlik weg van jou man se dood. Maar die verlies van ’n seun of dogter, dit stort die droefheid uit, ook op jou, maak nie saak hoe lank gelede nie, dis nog daar, altyd daar.
Elsa Joubert (Spertyd)
Achteraf, ver weg, vroeg men zich, af, waarom.
Petra Hermans
Even had ik het gevoel dat ons eigenlijke ik heel ver weg was en dat we twee onderhandelaars naar dat café hadden gestuurd die geen bevoegdheid hadden om over de echt belangrijke dingen te praten.
Benedict Wells (Het einde van de eenzaamheid)
Hij kwam binnen in de lappenjas van een afkorting N.S.M.A.N.N. (Nederlandse Schrijver van Marokkaanse Afkomst met Nederlandse Nationaliteit), maar ging weer weg, na een goede rui, een verlies van overbodige veren, als auteur. Hij is stukken magerder geworden, maar gelukkiger. Noem hem voortaan simpelweg auteur.
Hafid Bouazza (Een beer in bontjas)
Met zij nagel ritste Simon het pakje sigaretten open dat de ober met de koffie had gebracht. Hij had zin in een sigaret. Deze kingsize Gauloises zaten strak in het pakje geperst. Het kostte Simon extra moeite, omdat hij wat nerveus werd door de bedelaar, die opnieuw op het terras was verschenen. Hij had bijna een sigaret te pakken. Hoe groter de inspanning, hoe sterker de lust toenam. Eindelijk kreeg hij er een te pakken, snoof de sterke geur van de Virginiatabak op. Hij stelde zijn IMCO-aansteker zo in dat de vlam niet te hoog werd. Hij haalde de rook diep over de longen, die nog soepel en elastisch waren. Dagelijks liep hij een uurtje hard met Diderot. Hij luisterde naar het aangename knisteren van de tabak, ademde de rook van een nieuwe trek in. 'S'il vous plait, monsieur.' Bij zijn dringende verzoek raakte hij per ongeluk Simons arm aan en de sigaret rolde in de gleuf tussen terras en betonwand. De bedelaar putte zich uit in excuses. Simon stak een nieuwe aan. De vlam van de aansteker schoot omhoog, het vloei schroeide voor de helft weg. De man met de vogel probeerde de sigaret uit de gleuf te peuteren. Simon pakte eenclustertje van vijf sigaretten, reikte ze hem aan. 'Voila.' De bedelaar dankte nederig, de doffe vogel boog. Hij was minder dan een worm. Simon wierp een blik op de vogel en het viel hem nu pas op dat die een poot had. De Noord-Afrikaan geeuwde. De vogel en Simon keken tegelijk in het donkere gat van de mond, die akelig ver opengesperd was. Over zijn tandvlees lag een paarse gloed. (...) Simon voelde voldoening over zijn edelmoedige daad, hoe klein ook. Ze kon het eventuele kwaad dat in het universum al op gang was gebracht bezweren. Simon geloofde nog steeds met volle overtuiging in een zinvol geordende wereld die boven de persoonlijke uitging, kon zich de wereld niet voorstellen zonder een goddelijke realiteit. Daarover sprak hij met niemand. Ook niet met zijn eigen vrouw.
Jan Siebelink (De blauwe nacht)
Om de wereld te hervormen moeten de mensen psychisch gezien een nieuwe weg inslaan. Er zal geen werkelijke broederschap aanbreken voordat je werkelijk ieders broeder bent geworden. Geen enkele wetenschap, geen enkel inzicht in wat het nuttigst en voordeligst voor iedereen is zal de mensen er ooit toe kunnen nopen het privébezit en privileges met anderen te delen. Iedereen zal zich te kort gedaan voelen, men zal tegen alles morren en elkaar benijden en uitroeien. U vraagt wanneer die droom in vervulling zal gaan. Het komt zo ver, maar eerst zal de mens door een periode van vereenzaming heen moeten. De soort vereenzaming die tegenwoordig, en vooral in onze tijd overal heerst, maar voorlopig heeft zij haar hoogtepunt nog niet bereikt. Want iedereen streeft er tegenwoordig naar zich van de anderen los te maken en op eigen kracht de volheid des levens te ervaren, maar ondertussen heeft al zijn pogen geen levensvolheid, maar je reinste zelfmoord ten gevolge. Want in plaats van volledige zelfverwerkelijking valt de mens volledige vereenzaming ten deel. Want iedereen sluit zich tegenwoordig voor anderen af, sluit zich op in zijn eigen hol en trekt de handen van zijn medemens af. Hij verbergt zich met wat hij bezit en het eind van het liedje is dat hij de mensen van zich afstoot en dat zijn medemensen hem ten slotte ook van zich afstoten. Hij hoopt rijkdommen op en denkt dan: hoe rijk ben ik nu, mij kan niets meer overkomen, maar de sukkel weet niet dat hij naarmate hij meer rijkdommen verwerft hij ook steeds dieper wegzakt in een aan zelfmoord grenzende vorm van onmacht. Want hij heeft geleerd dat hij alleen maar op zichzelf kan vertrouwen en dat hij zich van de anderen heeft losgemaakt; hij heeft zijn ziel bijgebracht niet meer in wederzijdse menselijke solidariteit te geloven en hij heeft maar één doodsangst: men zou zijn positie en zijn privileges eens kunnen aantasten. Het is gewoon bespottelijk zoals het menselijk verstand tegenwoordig ontoegankelijk is voor het inzicht dat persoonlijke onaantastbaarheid niet bestaat uit particuliere krachtsinspanning, maar uit de verenigde inzet van alle mensen samen. Maar ook aan die verschrikkelijke periode van vereenzaming komt eens een einde en dan zal de mensheid als geheel op hetzelfde ogenblik beseffen hoe onnatuurlijk het is dat de een zich van de ander losmaakt. En als dat besef eenmaal geboren is dan zal de mens er zich over verbazen dat hij zo lang in het duister heeft gezeten en het licht niet heeft gezien. Maar tot die tijd aanbreekt moet het vaandel hooggehouden worden en moet de mens, al was het maar door het voorbeeld van een enkeling, zich aan die vereenzaming ontworstelen en een daad van broederliefde stellen, ook al zouden de anderen hem daarvoor als een idioot beschouwen.
Fyodor Dostoevsky
Als je zeker bent van je stuk, kan je heel ver gaan en toch altijd je weg terugvinden.
Mohamed El Bachiri (Een jihad van liefde)
Ik werd ouder. Mannen flirtten met me. Ik was bang dat dit voorbij zou gaan. Je weet wat ze zeggen: vrouwen bederven, hun baarmoeder rot eruit, hun tieten verschrompelen, hun kut droogt op en het is alleen door de medische wetenschap dat ze nog in leven blijven. Ze zijn overbodig en kunnen weg. 'Ik lust mijn chickies vers', zeggen de mannen in de kroeg terwijl ze elkaar op de schouders rossen. Ik kauw mijn hoeren voor het ontbijt. Ik hoef geen vrouw die vanbinnen stuk is.
Stella Bergsma (Pussy Album)