Uitnodiging Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Uitnodiging. Here they are! All 5 of them:

Fanny zag ik niet meer. We waren overeengekomen dat ze pas bij me zou komen op de dag voor de aanslag, voor de laatste instructies, want zij moest de bommen klaarmaken en ze aan me geven. De kameraad die ik nog één keer ontmoette, gaf me het precieze tijdstip op: kwart voor twaalf 's avonds. Het was ons onmogelijk de schouwburg binnen te komen, want daar mocht je alleen in op uitnodiging; we moesten dus wachten onder de zuilengalerij.
Irène Némirovsky (The Courilof Affair)
(...), waar de weelde zich met welbehagen in het ordelijke spiegelt (...)
Charles Baudelaire
Achteraf werd de vraag gesteld of het deontologisch wel kan dat politici die beslissen over miljoenenprojecten ingaan op een uitnodiging van diegene die bijhorende winsten opstrijkt. Dat is niet de juiste vraag. Vanzelfsprekend zou het antwoord negatief moeten zijn, maar 't Fornuis toonde vooral dát het gebeurt, dat het om een uitgelezen kransje 'vrienden van het vastgoed' gaat en dat die relaties zeer nauw zijn.
Tom Cochez (De vrienden van het vastgoed)
Op een zondagochtend begin april zit ik op een onguur vroeg tijdstip te chagrijnen in de trein naar Venray. Ik ben moe, overwerkt en depressief. Het is al weken achtereen koud en nat en gisteren is voor de vijfde of zesde keer in een jaar tijd mijn fiets gestolen, nadat ik de sleuteltjes in het slot heb laten zitten, dus ik moet kennelijk een oprukkende dementie onder ogen zien. Zou het schrijven van een laatste boek me nog vergund zijn? Half duttend, half lezend in de sombere briefwisseling tussen Reve en Hermans uit de benauwde jaren vijftig, vraag ik me af waarom ik in vredesnaam ingegaan ben op de uitnodiging voor een literaire zondagochtend in 'What the Fuck Is' Venray? Laat ik eens ophouden met die flauwekul. Ik ben toch geen debutant meer!
Rascha Peper (Fantoompoezen)
Ieder van ons is geboren met een dosis zuiverheid, voorbestemd om bedorven te worden door de omgang met mensen, door die zonde tegen de eenzaamheid. Want ieder van ons doet het onmogelijke om niet aan zichzelf overgeleverd te zijn. De medemens is geen noodlot maar een uitnodiging tot verval. We zijn niet in staat om onze handen proper en onze harten bestendig te houden, en we bezoedelen ons in het contact met vreemd zweet, we wentelen ons, dorstend naar walging en verlangend naar pestlucht, in het slijk van eensgezindheid.
Emil M. Cioran