Taal Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Taal. Here they are! All 100 of them:

Zamanay ke sawaloon ko main hass ke taal du Faraz, Lekin nami aankhon ki kehti hai "Mujhe Tum Yaad Aate Ho
Ahmad Faraz
Zelf denk ik dat de meest onderscheidende eigenschap van de mens is: schaamte. Dieren hebben buitengewoon weinig schaamte. Ooit wel eens een hagedis van een tak zien vallen met een blik van 'Oeps! Hihi'?
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Het woord waardoor Nederlanders altijd verraden dat ze Nederlands zijn is 'hè'. 'We went to Disney World, hè, and the kids really liked it, hè.
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Mensen vragen graag aan elkaar hoe het gaat. Waarom dat is, weet ik niet, want het antwoord interesseert doorgaans niemand.
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Praten is net als fietsen: als je erover na gaat denken, val je om.
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
...hoewel stilte geen taal is, zegt ze soms meer dan woorden.
Ish Ait Hamou (Hard hart)
Leven, dat is meer iets voor mensen die niet dood zijn, vind ik.
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Kortom: focking is taalverrijking en daar moeten we dankbaar voor zijn.
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Er zijn in het leven meerdere momenten waarvan je zegt dat je ze niet zult vergeten, maar zonder taal vergeet je ze op den duur toch.
Maartje Wortel (Er moet iets gebeuren)
Wat is er erger dan een man die zegt: "Wij zijn zwanger", waarop hij zichzelf nog een glas wijn inschenkt terwijl zijn vrouw het zoveelste glas biologische appelsap achteroverslaat. Voor de duidelijkheid: de vrouw is zwanger en zal in pijn moeten baren, de man mag iets doen met natte washandjes en een videocamera.
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Hij hield van Latijnse zinnen omdat ze de rust in zich borgen van alles wat verleden tijd was geworden. Omdat die zinnen je niet dwongen er iets over te zeggen. Omdat ze taal waren die aan al het gepraat voorbij was.
Pascal Mercier (Night Train to Lisbon)
Uiteindelijk is maar heel weinig écht belangrijk. Liefde. Dood. Sex. Eten. Vriendschap. Infrastructuur. Mededogen. Bruistabletten. Minderen. Verrekijkers. Multimedia.
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Dit programma werd mogelijk gemaakt door Beemsterkaas, maar vooral door de maffia, mondje dicht hè.
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Ik hou zeg maar heel erg van symbolen?' verklaarde het meisje, 'omdat die, zeg maar, heel veel symboliseren?
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Ik wist niet wat hij voelde want ik kende de taal van zijn gevoel niet
Jonathan Safran Foer
Som moet je ook een beetje tegen de psychologie in willen gaan.
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Denken vanuit 'het ja' betekent dat je iets meer in de tsjakka-hoek van het leven moet gaan zitten.
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Linguïsten houden er congressen over, filosofen en logici zitten ermee verveeld: het probleem van de zelfreferentie. De kwestie is: kan een taal ooit over iets anders gaan dan over zichzelf? Kan God naar zichzelf verwijzen? Kan ik dat? Een wijsvinger kan niet wijzen naar zichzelf, een oog kan zichzelf niet zien. En toch kijken honden en dwazen inderdaad naar de vinger die wijst, en niet naar de richting waarin gewezen wordt.
Patricia De Martelaere (Het onverwachte antwoord)
Kleur is mysterieus. Ik vraag me af waarom je 'groen' bent van jaloezie - heeft dat iets met misselijkheid te maken? En blauw dan; als iemand 'bleu' is heeft hij weinig ervaring, maar als hij 'blue' is, is hij lichtelijk depressief.
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Het probleem met Nederlanders en genieten is natuurlijk dat we er te veel over nadenken. We mogen pas met vakantie als we er eerst hard voor gewerkt hebben. Een beloning zonder dat daar eerst voor geleden is, past neit bij onze calvinistische mentaliteit.
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Maar ik hou nog steeds van je!' 'Oké, maar wil je nou vanille- of hopjesvla?
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
[Over Basken] Hun taal knarst als een spijkerschrift
Geert Mak (In Europa: Reizen door de twintigste eeuw met Geert Mak)
Omdat de taal zowel van de spreker als van de luisteraar is, gaat het de hele dag nét goed en bijna fout. Of bijna goed en nét fout.
Paulien Cornelisse (Taal voor de leuk)
Zeer, zeer slim voorwaar, die aandacht voor de taal. Want niks zal hebben bestaan, niks zal zijn gebeurd, dat niet ooit kan worden naverteld.
Dimitri Verhulst (Bloedboek)
De officiële taal was het Frans, zowel voor de Congolezen als voor de kolonialen. Pas in 1957 kregen de Vlamingen het recht op rechtspraak in het Nederlands.
Amandine Lauro (Koloniaal Congo - Een geschiedenis in vragen)
Emma leek op alle andere maîtresses; en nu de bekoring van het nieuwe langzamerhand als een kledingstuk van haar afgleed, kwam de eentonigheid van de hartstocht bloot, die altijd dezelfde vorm heeft, die dezelfde taal spreekt.
Gustave Flaubert (Madame Bovary)
Scheppend kunstenaar, dat valt niet mede. Ik sprak heel vroeger wel eens vader Klatser die aan een betere samenleving bouwt, als hij nog niet in zijn hese geschreeuw gestikt is, tenminste. Hij zei een keer tegen me: 'Weet jij, wat of heel moeilijk is om te schilderen?' 'Nee?' 'Een s-s-s-sneeuwlandschap. En weet je wat of ook heel erg moeilijk is om te schilderen? Een z-z-z-zonsondergang.' (Hij stotterde ook nog) 'En weet je, wat ik nou aan het schilderen ben?' (Sprakeloze stilte) 'Een z-z-z-zonsondergang in een s-s-s-sneeuwlandschap.
Gerard Reve (De taal der liefde)
De ontdekking van Rome laat je voelen dat Latijn weliswaar een dode taal heet, maar dat het een levende sleutel is om de talloze deuren naar ons eigen Europese culturele verleden te openen, niet op zoek naar eenheid, maar juist tastend naar de rijke verscheidenheid als de essentie van dat Europa.
Maarten Asscher (De ontdekking van Rome)
Lavigerie was een geweldig praktisch man, en ook was hij historicus aan de Sorbonne in Frankrijk, waar hij die visie had om het binnenland van Afrika te reconstrueren, zoals dat in Europa in de Middeleeuwen was gedaan door een soort koninkrijk, maar dan ook met nederzettingen van bevrijde slaven, het grootste deel van de bevolking in Oost-Afrika was echt reddeloos, Lavigerie wilde daarom dat de missionarissen nederzettingen en missies bouwden, waarvoor hij broeders stuurde, voormalige Zoeavens, en paters, die dan de taal moesten leren, en ook moesten leren bouwen, en als die slaven bevrijd waren door de verschillende expedities die werden uitgezonden, werden ze naar de missies gestuurd. Het idee hierachter was heel praktisch, en ook het idee, dat de Afrikanen dit nieuwe Christelijke volk zouden worden, zoals hoe Clovis werd bekeerd, en dan geleidelijk aan Frankrijk, op die mythe bouwde hij alles. (Dr. H Hinfelaar, witte Paters)
Marga Kerklaan (Het einde van een tijdperk: 130 jaar belevenissen van Nederlandse missionarissen)
Ik voel de drang tegen de grenzen van de taal storm te lopen, en dat is geloof ik de drang van alle mensen die ooit geprobeerd hebben over ethiek en religie te schrijven en te spreken. Dat stormlopen tegen de wanden van onze kooi is geheel en al zinloos. Voor zover de ethiek ontstaat vanuit de wens iets over de uiteindelijke zin van het leven te zeggen, over het absoluut goede, het absoluut waardevolle, kan ze geen wetenschap zijn. Door wat ze zegt wordt onze kennis in geen enkele zin vermeerderd. Maar het is getuigenis van een drang in het menselijke bewustzijn die ik persoonlijk alleen maar kan waarderen en die ik voor geen enkele prijs belachelijk zou maken.
Ludwig Wittgenstein (Vortrag über Ethik und andere kleine Schriften)
Prima is het woord van mensen die de strijd hebben opgegeven.
Paulien Cornelisse (En dan nog iets)
Je kop niet boven het maaiveld uit mogen steken? 'Zooo nederlands.
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Er is het verontrustende 'oké', als iemand ineens gekker blijkt dan voorheen gedacht. ('Ik vind dat de kat zelf ook moet aangeven waar haar grens ligt.''O...ké...?')
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Die twee katten zaten moedwillig - moedwillig! - die derde kat te biologeren! Misselijk word ik daarvan.
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Dagen waarvan ik wél zeker weet dat ze geslaagd zijn, zijn dagen waarop het me lukt precies te zeggen wat ik denk, dagen waarop ik het gevoel heb helemaal mezelf te zijn, totale controle te hebben over iedere klank die mijn keel verlaat, over iedere toetsenbordletter die ik indruk. Dit gevoel, het gevoel je de taal volledig te hebben toegeëigend, zou je 'inspiratie' kunnen noemen. Het is een machtig gevoel.
Lieke Marsman (Het tegenovergestelde van een mens)
Als het over kleding gaat, dan kun je nog wel eens zeggen: 'Leuke broek, maar hij staat je niet.' Bij taal gaat dat niet. 'Sorry, maar uw taal staat u niet.' Alleen pubers doen dat, bij hun moeder, als die in een onbewaakt moment van moderniteit ineens iets 'vet' vindt. 'Mahammmm,' zeggen ze dan, en de moderne moeder zegt dan: 'Dat mag ik toch wel zeggen? Jullie zeggen het ook.' Maar ze weet het diep in haar hart natuurlijk donders goed: pubertaal staat haar niet.
Paulien Cornelisse (En dan nog iets)
Het hoofd van een meisje van een jaar of vier wordt door een moederlijke orkaanoorvijg achterovergeslagen en roteert eventjes hulpeloos als een duikelaartje dat zijn evenwicht heeft verloren en daarom de grootst mogelijke moeite heeft weer overeind te komen. Eindelijk staat het kinderhoofdje weer loodrecht boven de wervelkolom, en het laat vreselijke geluiden horen, waarop het door de ongeduldige vrouw weer uit het lood wordt geslagen. Het kinderhoofdje is nu al gekleurd met onzichtbare inkt, de moeder is nog veel erger dingen van plan. Zij, de vrouw, moet zware tassen sjouwen en zou dat kind het liefst zien verdwijnen door een rioolrooster. Om het kind te kunnen mishandelen moet zij namelijk elke keer even de zware tassen op de grond zetten, en dat betekent extra werk. Die kleine moeite lijkt het haar echter wel waard. Het kind leert de taal van het geweld, maar het leert niet vlot en onthoudt ook op school niets. Een paar woordjes, de allernodigste, beheerst het reeds, al kan men ze bij dat gedrein slechts gedeeltelijk verstaan.
Elfriede Jelinek (The Piano Teacher)
In de geldbeluste jaren tachtig was studeren niet erg radicaal. Semiotiek was het eerste vak dat een beetje naar revolutie rook. Daar werd een grens getrokken: het was subtiel en Europees, het ging over prikkelende onderwerpen, over foltering, sadisme, hermafroditisme - over seks en macht. Madeleine was op school altijd populair geweest. Door die jarenlange populariteit kon ze snel en onfeilbaar cool van uncool onderscheiden, zelfs binnen een subgroep als het vak Engelse taal- en letterkunde, waar het begrip cool niet leek te bestaan.
Jeffrey Eugenides
Hadden zij elkaar niets anders te zeggen? Hun blikken spraken toch een veel ernstiger taal; en terwijl zij zochten naar alledaagse zinsneden, voelden beiden hoe eenzelfde verlangen zich van hen meester maakte: iets als een fluisteren van de ziel, diep en aanhoudend, dat hun woorden overstemde. Verrast en verbaasd als zij waren over deze ongekende weelde, kwam het niet in hen op deze gewaarwording voor elkaar uit te spreken of om zich te verdiepen in de oorzaak hiervan. Want als een geurige bries over tropische stranden zendt toekomstig geluk zijn eerste genietingen uit naar de ruimten die zich daarvoor uitstrekken; hierdoor verzinkt men in een roes en vergeet zelfs de einder, die in nevel blijft gehuld.
Gustave Flaubert (Madame Bovary)
Ik waardeer het vanavond gevoerde debat. Het was precies, concies. Maar ik weet dat er onder jullie nog te veel spreken. Ieder woord in de klas moet bevel zijn. Het bevel is kort. Het woord in de klas kan korter zijn.Wij moeten de spreekwoordelijke wijdlopigheid van de Nederlander bekampen, logenstraffen. De taal van de regering, hoog en laag, de taal van de wetten, de taal van de kranten is mij een gruwel. Ik lees geen kranten meer omdat van de tien woorden er niet één is verantwoord.Wij misbruiken onze taal steeds roekelozer. Wij prostitueren haar. Prostitutie is zedenbederf. Aan zedenbederf gaat een volk onder. Wij zijn op de helling. Als wij ons niet weten af te werken van de helling gaan wij onder aan onze taal, met onze taal.
F. Bordewijk
Foto's zien is iets anders dan foto's kijken,' zeg ik. 'Iedereen kan foto's kijken maar een foto zien betekent dat je hem kunt lezen. Aan de ene kant heb je mensen en hun culturele voortbrengselen, aan de andere kant heb je de natuur. Bomen, meren, wolkenluchten spreken op foto's een algemene voor iedereen verstaanbare taal. Buiten de tijd om als het ware. Mensen, bouwwerken, wegen en koffiebussen daarentegen kunnen alleen gelezen worden in een bepaalde context, in de tijd, worden gelezen. U kunt dat fotoalbum op tafel voor het grootste deel niet lezen omdat u de noodzakelijke achtergrondinformatie mist. U was er niet bij. U kunt zich er met andere woorden niets bij voorstellen omdat u zich niet herinneren kunt wat eens echt te zien was. Het is uw verleden niet.
J. Bernlef (Hersenschimmen)
Op de scholen werden naar Russisch voorbeeld 'scholierenraden' ingesteld om de leraren te controleren, de 'leerplannen' werden afgeschaft, want de kinderen moesten en wilden alleen leren wat hun aanstond. Tegen elke bestaande vorm werd gerevolteerd om het plezier van het revolteren, zelfs tegen de wil van de natuur, tegen de eeuwige polariteit van de geslachten. De meisjes lieten hun haar knippen, zo kort dat je hun 'Bubi'-kapsels niet van die van de jongens kon onderscheiden, jongemannen schoren snorren en baarden af om meisjesachtiger te zijn, homoseksualiteit en lesbiennendom werden, niet uit innerlijke noodzaak maar als protest tegen de ouderwetse, legale, 'normale' vormen van liefde de grote mode. Elke uitdrukkingsvorm van het bestaan deed zijn best radicaal en revolutionair voor de dag te komen, natuurlijk ook de kunst.[...] Overal werd het element van de toegankelijkheid uitgebannen, de melodie in de muziek, de gelijkenis in het portret, de verstaanbaarheid in de taal. De lidwoorden 'de', 'het' en 'een' werden uitgeschakeld.
Stefan Zweig (The World of Yesterday)
Semiotiek 211 was een specialistisch vak dat werd gedoceerd door een voormalige rebel van het instituut Engelse taal- en letterkunde. Michael Zipperstein was tweeëndertig jaar geleden als aanhanger van het New Criticism naar Brown gekomen. Hij had drie generaties studenten de gewoonte bijgebracht teksten zorgvuldig te lezen, te analyseren en te interpreteren zonder aandacht voor de biografie van de auteur, totdat hij in 1975 tijdens een sabbatical in Parijs een levensveranderende openbaring kreeg: tijdens een diner maakte hij kennis met Roland Barthes en bij de cassoulet werd hij tot het nieuwe geloof bekeerd. [...] Hij bedolf zijn studenten onder de leeslijsten: naast de grote semiotische kanonnen - Derrida, Eco, Barthes - moesten ze zich voor Semiotiek 211 door hele stapels achtergrondteksten heen worstelen, van Sarrasine van Balzac tot bundels van Semiotext(e) tot gefotokopieerde capita selecta van E.M. Cioran, Robert Walser, Claude Lévi-Strauss, Peter Handke en Carl van Vechten. [...] Door dat esoterische onderzoek, en door Zippersteins kale goeroehoofd en witte baard, kregen zijn studenten het gevoel dat ze geestelijk waren doorgelicht en nu - althans twee uur lang op dinsdagmiddag - deel uitmaakten van een literaire elite.
Jeffrey Eugenides
Als ik mij identificeer met - beter: als ik mij vervreemd op grond van - beelden en idealen die ingaan tegen mijn lichaam, dan is mijn buik de eerste lichaamsregio die protest aantekent, lang vooraleer ik bewust besef wat er aan de hand is. Onze (onder)buik is een lichaamsregio waar affecten voelbaar worden, wat we kunnen terugvinden in de wijsheid van onze taal: "het ligt zwaar op mijn maag", "ik doe het in mijn broek van angst", "er ligt iets op mijn lever". Wanneer ik daar geen gehoor aan geef en ondanks de protesten verderga op de ingeslagen weg, worden de signalen dwingender en verschuift protest van ongemak naar pijn en vervolgens naar ziekte. Mijn lijf tekent protest aan - het doet pijn. Geef ik daar gehoor aan? Bij gebrek aan een goede afstemming op mijn lichaam doe ik dat niet. Het kan nog erger: vanuit het concurrentieprincipe kan ik zelfs nog een stap verdergaan en de pijn die ik voel als deel van het "offer" beschouwen dat ik moet brengen om een ideale vrouw of man te worden, als een te bepalen prijs om succesvol te zijn. Een dergelijke interpretatie van pijn illustreert hoe vervreemding erin slaagt ons een voor de hand liggende betekenis van signalen te doen negeren of zelfs om te keren. Pijn lezen als een aanmoediging om nog harder door te gaan op de ingeslagen weg - veel gekker hoeft het niet te worden.
Paul Verhaeghe (Intimiteit)
Mijn vrouw is ziek en dat verandert mijn leven drastisch. Ik beheers namelijk slechts drie keukenhuishoudelijkheden: ei bakken, thee zetten, brood bakken. Om thee te zetten breng ik water in een fluitketel aan de kook. Bij de fluittoon kookt het water en zet ik het gas af. Ik giet het water in een theepot waarin ik een theezakje heb gehangen. De theepot zet ik op een warmhoudplaatje. Als ik een ei ga bakken, zet ik een koekenpan op het vuur, doe er een scheut olijfolie in, wacht even op de hitte, tik het ei met een mes open en laat het in de pan vallen. Als het er als een glimmend tijdschriftplaatje uitziet, leg ik het op een boterham. Brood bak ik al vijfentwintig jaar dagelijks. Dat komt omdat ik een Hobart bezit, een professionele, ontilbare deegkneedmachine. Ik doe een beetje lauw water in een kannetje waarin ik een klontje gist laat vallen en een schepje suiker. Daarna doe ik meel in de mengkom van de machine, en een eetlepel zout. Vervolgens roer ik het water-gist-suikermengsel en giet het op het meel. Dan zet ik de Hobart aan, die het karwei klaart. Terwijl ik naar het mechanisch kneden sta te kijken, denk ik aan de merkwaardige uitdrukking 'het karwei klaren' en neem me voor het etymologisch woordenboek te raadplegen, want ik wil nu eindelijk wel eens weten wat het woord 'klaren' betekent. Dat stel ik dan uit tot de volgende dag, zodat ik al vijfentwintig jaar onwetend op deze drempel sta. Als de Hobart klaar is, doe ik het brood in vormen die ik ingevet heb met alweer olijfolie. Daarna laat ik ze een uurtje rijzen en bak ik ze in de gasoven.
A.L. Snijders (De taal is een hond)
Wat de maanmenschen betreft, die zijn nog al wonderlijker geschapen. Leelijk—zooals wij het woord verstaan—zijn ze boven alle beschrijving; maar wat hen van de aardmenschen in alle geval zou onderscheiden, is een staart als eene gewrongene koorde, die hen verscheidene ellen achterna sleept. Er zijn mannen, noch vrouwen, noch kinderen. Allen noemen zich met hetzelfde woord Unakau, dat in hunne taal wil zeggen: mosselslikker. De Unakaus zijn niet onsterfelijk.
Anonymous
Spiritus De kant van God die nooit gestorven is Of opgestaan. Die niet de tafels schreef Voor Mozes, maar die boven water zweefde Toen alles leeg en nog onbrandbaar was En sinds die tijd zwevende heeft gewacht Om eindelijk te branden boven de gedachten Van iedereen die meer heeft te vertellen Dan in de taal past. Nu is God zichzelf.
Menno van de Beek
Een lange, beverige zucht ontsnapt Margaretha. Een van de adviseurs die achter haar staan, de heer Barlaymont, buigt zich naar haar toe. 'Quoi Madame, peur de ces gueux?' fluistert hij haar toe in het Frans, de taal van het hof.
Simone van der Vlugt (Rode sneeuw in december)
Sterker nog, meestal is het juist de underdog die de oorlog verklaart, vaak aan het alfamannetje in de groep. Maar dat doet hij zonder dat het alfamannetje erbij is. Dan klinkt het nog heldhaftig, maar zodra het bewuste alfamennetje weer ten tonele verschijnt, besluit de underdog om nu nog geen ruzie te gaan zoeken, maar 'eerst maar even koffie te zetten'. Onderwijl vuile blikken werpend. Het alfamannetje is zich nergens van bewust. Hij was al een winnaar en blijft dat.
Paulien Cornelisse (En dan nog iets)
Als je zonder je eigen taal leeft, voel je je gewichtloos en tegelijkertijd overbeladen. Je ademt een andere lucht in, op een andere hoogte. Je bent je altijd bewust van het verschil.
Jhumpa Lahiri (In Other Words)
Vanwege, niet wegens, het potentiële gebruik van enkele tijdschriften waar de interesse ligt, zal ik uitkijken naar andere betrekkingen, die mijn voorkeur hebben.
Petra Hermans
Als je geen taalgevoel hebt, moet je er ook niet aan beginnen.
Petra Hermans
Er was een keus, tussen keuze of optie, maar aangezien het moeilijk (moeijluk) na-denken, is of schijnt, is voor mij, althans (!), de keuze reeds, of al, gemaakt!
Petra Hermans
Weg van de snelweg Ook met de handen stijf tegen de oren is soms het geluidloze gillen te horen dat in onze diepten weerkaatst routes en wegen in eigen beheer geen regels voor het binnenwerks verkeer dat zich langs eigen banen verplaatst geen brandstof meer over voor innerlijk vuur geen macht meer te veinzen over het stuur hardnekkige voet op het gaspedaal: ontsnapt voor de zoveelste maal naar de vluchtstroken van de taal
Ellen Warmond
De Melkweg,' fluisterde hij in zichzelf... Marika stond naast hem en keek ook omhoog. Ze hief een arm op en volgde het helder oplichtende spoor. 'Sak be,' zei ze in de taal van de Maya's.
James Rollins (Jake Ransom and the Skull King's Shadow)
Zij had een zwaar en goed geproportioneerd lichaam in de kleur van hard gebakken brood, en een dierlijk instinct voor wat essentieel is in de wereld. Niemand beter dan zij doorgrondde de geheimzinnige taal van de bomen, de zee en de wind.
Albert Camus (A Happy Death)
Ik schrijf gedichten als dunne bomen. Wie kan zo mager praten met de taal als ik? Misschien is mijn vader gierig geweest met het zaad. Ik heb hem nooit gekend, die man. Ik heb nooit een echt woord gehoord of het deed pijn. Om pijn te schrijven heb je weinig woorden nodig.
Jan Arends (Vrijgezel op kamers)
Mensenkennis is niet mijn sterkste kant, maar dromen kan ik als de beste. Ik heb vaste dromen. Een gaat over mijn ouderdom, en het eind daarvan: mijn dood. Ik ben een zonderling geworden maar mijn geest is helder. Het huis is vervallen, ik kan niet alles meer bijhouden. Mensen bezoeken mij zelden, de televisie is gelukkig kapot en het abonnement van de krant is zo lang niet betaald dat de bezorging is gestaakt. Dieren zijn er in overvloed, net als nu, maar er zijn toch kleine veranderingen te bespeuren. Ik wil niet zeggen dat zij de baas zijn, maar er hangt een waas van gelijkwaardigheid over alles. De oude man is niet meer de meester over zijn erf, hij is een natuurlijke bewoner geworden, hij is verlost van de demon van de macht. Helaas, de wereld is niet onverschillig. Nooit. Er zijn maar heel weinig mensen die werkelijk met rust gelaten worden. Misschien moet je een groot organisatietalent hebben, een ver vooruitziende blik, een ijzeren wil en een diepe, uitstralende minachting voor je medemens, misschien lukt het je dan om alleen en met rust gelaten te worden. Ik mis deze eigenschappen en drijf dus als een vlot in mijn ouderdom, ik woon toevallig alleen, ik ben vierennegentig jaar, 's morgens en 's avonds voer ik mijn dieren, 's middags fiets ik broos (en mompelend) naar het dorp waar ik inkopen doe die ik in een papieren zak aan mijn stuur hang. Ik maai geen gras meer, ik rook sigaren, mijn mondhoeken zijn bruine sapkanalen geworden, mijn honden slapen bij me in bed. Ik herlees de boeken van mijn jeugd en probeer me te herinneren waarom ik toen, zestig/zeventig jaar geleden, zo geemotioneerd was. Maar op een dag komt er een meisje op bezoek dat in haar stage voor maatschappelijk werk zit. Zij maakt een scriptie over alleenstaande ouderen. Zij schrikt als ze ziet hoe ik leef en ik zie niet dat die schrik het steentje is dat de lawine in gang zet.
A.L. Snijders (De taal is een hond)
Ik klaag de hele mensheid aan, die zich op de knieën werpt voor genadeloze heersers die macht drinken op verderfelijke avonden en ‘s ochtends vragen hoeveel doden er zijn gevallen in de veldslagen die verveling en vrede verdrijven. Ik klaag aan wie rijker wordt en armen armer maakt. Wie spreekt in klare taal wordt gefolterd en zij die hees de geluidsmuur proberen te overstijgen, worden beroofd van hun klanken. Land van uitersten, waar de dappersten op het schavot eindigen, waar de eerlijksten de mond wordt gesnoerd en waar vrijheid uitsluitend is weggelegd voor krankzinnigen. Zij die met mensenlevens spelen en alleen vloeken als ze hun munten laten vallen.
Aya Sabi
Dat is het probleem met woorden. Hun oppervlak is te klein om te laten doorschemeren wie je onder dat oppervlak misschien bent, hoe mededeelzaam en warm, hoe vlot, hoe relaxed, hoe cool, en dus komt het allemaal nogal belachelijk en onhandig en onbeholpen naar buiten
Rebecca Lee (Bobcat and Other Stories)
De gemeenschappelijke stam van de taal [is] de menselijke stem, geworteld in de diepste lagen van het menselijk bewustzijn. Die stem heeft niet speciaal proza of poëzie voortgebracht ter wille van de administrateurs van de Nederlandse letterkunde.
Bert Schierbeek (De gestalte der stem - Het dier heeft een mens getekend - Ezel mijn bewoner)
Computer taal is geschreven door een Cyberborg in Space.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Men kan zich in een vreemd land bv nutteloos gaan uitsloven, zich gaan bedienen van de taal en zelfs praat uitlokken in de openbare vervoermiddelen om erger te voorkomen. Ik herhaal: men kan zich natuurlijk best nutteloos gaan uitsloven. Maar kijkend uit de ramen wandelen er slechts enkele goed uitziende heren door de straat. Zij bezitten zoveel voeten dat zij onmogelijk kunnen omwaaien, maar ze bewegen zich te snel om nuttig gebruik te kunnen maken van hun luwte. Men kan zich in een vreemd land nutteloos gaan uitsloven.
Frank Koenegracht (De verdwijning van Leiden: Gedichten 1971-1981)
Italië is nog een te jonge natie: er moet eerst wat tijd overheen gaan voordat we in staat zullen zijn om dezelfde taal te spreken. En dan bedoel ik niet de taal op zich, ik heb het over de cultuur die, in goede of slechte zin, onze gezamenlijke erfenis is. We liepen toch zeker niet met ringen door onze neus toen dat Italië werd opgericht!? Ik zeg dit: ze moeten ons de tijd gunnen om vast te stellen hoe we in deze natie willen staan. Ik denk dat we betere Italianen zouden zijn als ze ons als Sarden zouden laten toetreden tot deze natie.’ ‘Ja, maar we kunnen toch niet verlangen dat er speciale wetten of regels worden gemaakt, alleen om dat wij er nog niet klaar voor zijn…’ ‘Daar ben ik het niet mee eens! Hebben ze niet meer dan genoeg speciale wetten gemaakt? Nou en of ze die gemaakt hebben! Allemaal speciaal voor ons! En allemaal om ons te straffen! Die speciale wetten hebben we afgelopen mei toch in actie gezien? Massa-arrestaties. Hoeveel arrestanten waren het? Vierhonderd? Willekeurige vervolgingen; kinderen en zelfs zwangere vrouwen die van hun bed werden gelicht en voor de kerk bijeen werden gedreven! Allemaal misdadigers, allemaal schuldig! Tjonge, dat waren nog eens speciale wetten! Daar weet jij toch zeker alles van!?
Marcello Fois
Een verslaving is een uiting van een verboden taal. En daarin is zij zelf weer een taal, een openbaring, een te ontcijferen teken.
Connie Palmen (De vriendschap)
Kleur houdt ons op afstand van de taal, en dus van concepten en definities, en dus van interpretatie en betekenis, en dus van cliché en vooringenomenheid. Kleur reinigt de waarneming. Kijk naar ons, zegt kleur, gewoon kijken, zonder al die woorden - zonder dat eeuwige verhaal van je.
Sander Kollaard (De kleuren van Anna)
Alles en iedereen wordt onder de voogdij van de Staat geplaatst. Er kan geen centiem worden uitgegeven, geen steen van een openbaar gebouw verplaatst zonder de toestemming van de Staat of tegen zijn wil. Men kan zo’n systeem de naam geven die men wil, maar er het etiket “ vrijheid ” opkleven is toch wel een onduldbare verkrachting van de taal 
Charles Emile Freppel
Opnieuw richtten wij ons tot elkaar op die bijzondere toon van voortdurende irritatie en verwijt die altijd ten onrechte deed geloven dat wij ruziemaakten en die ik tussen moeder en dochter zou herkennen in welke taal dan ook
Annie Ernaux (Een vrouw / Alleen maar hartstocht)
Ik heb gehoord dat oké in jouw taal te vertalen is naar "bedankt voor het redden van m'n leven en ik zal niemand, maar dan ook echt niemand vertellen dat ik er een heb ontmoet, want anders krijgt ze gezeik thuis". Dat klopt, toch?
Anniek Rodenburg (Parel en Tij (Riv, #1))
Wat was die taal?' 'Mermidisch. Zuidwest-Pacifisch accent.' 'Kun je met vissen praten?' 'Nope.' 'Leggen jullie eitjes?' 'Ieuw.' 'Ben je wel eens in aanraking geweest met de Great Pacific Garbage Patch?' 'Gelukkig niet persoonlijk, nee.
Anniek Rodenburg (Parel en Tij (Riv, #1))
Hoe krijg je intimiteit in taal? Hoe wordt de roman die ook een film is toch weer een roman met alle typisch romanachtige kanten ervan? En hoe krijg je léven in die roman? Er moet een relatie zijn tussen taal en het andere; de wereld van vlees en bloed daarbuiten. Die laatste kant had ik misschien te weinig ontwikkeld. Ik word tegenwoordig soms zo overvallen door de gekste emoties, of liever gezegd: door verlangen naar die emoties.
Arie Storm (Het laatste testament van Frans Kellendonk)
Verkeerswegen kunnen soms iets troostends hebben, zij spreken de taal van het nergens meer bijhoren, een vrijblijvend passeren, een constant opdoemen en verglijden, zodat het is of men langzaam iets gaat inzien.
Willem Brakman (Leesclubje (Dutch Edition))
beats—Dhamaar.
Hema Hirlekar (Nuances of Hindustani Classical Music: Raags, Taals, Moods, Rasas, Genres & Gharanas)
Is het noodzakelijk Duits te kennen om Hegel te kunnen begrijpen? Is het noodzakelijk Grieks te kennen om zich een voorstelling te kunnen maken van wat Plato bedacht? Is het noodzakelijk Chinees te kennen om door te kunnen dringen tot de wereld van Lao Zi?
Patricia De Martelaere (Taoïsme: de weg om niet te volgen)
Manus eet niks,' zei ik tegen mijn moeder en ik vroeg of ik wat brood mocht nemen en wat melk, om hem te voeren. Alles mocht. Met een schoteltje vol keurig vierkant blokjes doorweekt brood, toog ik weer naar de garage, prikte een stuk brood aan het uiteinde van een twijg en stak Manus het voedsel toe. 'Eet,' zei ik. Hij reageerde niet. Het brood dat ik tegen zijn snavel aanduwde, liet los en bleef hangen, wat er slordig en vies uitzag en ook extra zielig. Omdat hij zich tot dan toe niet verroerd had, durfde ik mijn hand uit te steken en hem aan te raken, door met de top van mijn wijsvinger zijn kop te strelen. Hij liet het toe en daardoor hield ik opeens veel meer van hem dan daarvoor. Het was een prachtige vogel en hij zou mijn onafscheidelijke metgezel worden. Zittend op mij schouder nam ik hem overal mee naar toe en als hij een eindje ging fladderen, bleef hij altijd dicht bij mij in de buurt. Cirkelend boven mijn hoofd hield hij mij nauwlettend in het oog. Als kauw kon hij gemakkelijk praten met andere vogels en hij vertelde hun dat hij bij mij hoorde. Alle vogels wilden vanaf dat moment ook wel bij mij horen, maar voor mij kon er maar een de eerste zijn en de eerste was Manus en dat namen ze ook voor lief. Wel spraken ze onderling af dat, waar ter wereld ik mij ook bevond, iedere vogel mij zou beschermen, omdat ik de vogelvrouw was en hun taal begreep. Soms vlogen hele zwermen boven mijn hoofd, die mij allemaal herkenden en vanuit de lucht volgden. Ook op de speelplaats. Als ik in de klas zat en door het raam naar buiten keek, zat het muurtje vol met vogels, die daar wachtten tot ik uit school kwam en zij mij naar huis konden volgen. Alle kinderen wisten dat het mijn vogels waren en ze begrepen ook dat ik daarom geen mensen nodig had, want ik was van de vogels.
Connie Palmen (De vriendschap)
Myron wasn’t sure if the question was rhetorical or not. The corridor had the stale stench of spilled beer and academic worry. There was a bulletin board overloaded with flyers, meetings for all kinds of groups and clubs, everything from badminton to belly dancing, from feminist thought to flute choir. There were clubs with names Myron didn’t understand, like Orchesis or Gayaa or Taal, and what was the Venom Step Team? “For
Harlan Coben (Home (Myron Bolitar, #11))
Wat is een Nederlander? Wie zich als Nederlander identificeert, onderscheidt zich in taal, kleding of eetgewoonten van de Belgen, de Duitsers, de Engelsen enzovoort. De verschillen met andere naties bakenen het 'wezen' van de Nederlander af. Nationaliteit wordt gedefinieerd door een 'buitengrens'. Maar Nederland kent ook een 'binnengrens', want welke Nederlander is de ware Nederlander? Erasmus? Rembrandt? Drees? Beatrix? Cruijff? De vacature is door de eeuwen heen door steeds andere personen en groepen vervuld. Zijn het de arbeiders die het land hebben opgebouwd? De middenstanders als motor van de economie? Is het de dominee-koopman? De ware Nederlander verandert voortdurend van gezicht.
Matthijs van Boxsel
In de taal zit een vrijheid verborgen waar de censor niet bij kan. Al onze schrijvers kennen dat geheim.
J. Bernlef (Publiek geheim)
Als je boeken beschouwt als vlucht voor de werkelijkheid, maak je een vergissing. Door middel van boeken begrijp je; door middel van hun taal wordt duidelijk wat er mogelijk is.
Jens Christian Grøndahl (Portret van een man)
Zelf heb ik Frisch één keer ontmoet, in Edinburgh. Wat weet ik daar nog van? Niet veel. Met Mulisch en Reve was ik de Nederlandse delegatie bij een groot schrijverscongres. 1962. Vier jaar voor hij aan dat dagboek zou beginnen. Hij was niet groot, en had een bril met een zwaar montuur en zoiets als dubbele glazen, waardoor het leek of de ogen vergroot werden. Ik was negenentwintig, en het enige dat er van mij vertaald was kon hij niet gelezen hebben. Maar je bent aanwezig, dus misschien ben je wel wat. Van Harry was toen ook nog niet veel vertaald, maar hij had zijn allure mee, en straalde een onmetelijke zekerheid uit. We stonden met Frisch aan de bar, wat we besproken hebben is vervlogen. Frisch had een behoorlijke slok op, amuseerde zich, en liet ons praten. Harry sneed door een menigte met die neus als een schegbeeld, misschien heeft Frisch dat wel opgeschreven. Ontmoetingen met schrijvers die je niet kunt lezen hebben altijd iets spannends, omdat er niets te bewijzen valt. Henry Miller liep er rond, Angus Wilson, Stephen Spender, Normal Mailer, beroemde Schotten waar wij nog nooit van gehoord hadden, je hoort erbij maar je bent niemand en god weet wat je geschreven hebt in die rare taal van je, en iedereen is vriendelijk. Ik voelde me zoals een van de onnozele kinderen in het voorgeborchte, nog niet gezondigd, wachtend op de hemel die misschien wel een hel is. Eén beeld is me altijd bijgebleven. In een zaal waar al die beroemdheden rondliepen zat een adellijke Schotse familie in kilts met de kleuren en ruiten van hun clan. Ze hadden schoenen met zilveren gespen, en een dolk met een zilveren gevest in een wollen kniekous gestoken. Smokingjasjes op die rokken, een zwartglanzende vlinderdas, ridderordes. Geen ogenblik keken ze op naar de eventuele beroemdheden, al ze die al kenden. Ze zaten daar als atavistische beelden in een feodale oase, werden van achteren bediend door mensen die ze niet aankeken, en waren zichzelf volstrekt genoeg. Het is een halve eeuw geleden en ik weet het nog.
Cees Nooteboom (533. Een dagenboek)
Ik weet niet hoe woorden dat tot stand brengen, dat de zin opglinstert en veel meer zegt dan de inhoud van zijn woorden.
Herta Müller (Mein Vaterland war ein Apfelkern: Herausgegeben von Angelika Klammer (German Edition))
Taal heeft te maken met de diepe natuur van de mens, de mens die is geschapen naar het beeld van God. God en de mens zijn geschapen tot gesprek
Leanne Payne (The Healing Presence: Curing the Soul Through Union with Christ)
In de totalitaire dictaturen van de twintigste eeuw gebeurt er namelijk iets met de mens dat in zijn geschiedenis tot dusver zonder weerga is: de totalitaire taal, of zoals Orwell het noemt, de 'newspeak' , dringt met behulp van een goed gedoseerde dynamiek van geweld en angst onherroepelijk door in het bewustzijn van de individuele mens en sluit hemzelf daar langzaam buiten; hij heeft dus geen toegang meer tot zijn eigen innerlijk leven. Hij identificeert zich steeds meer met de hem toebedeelde of opgedrongen rol, of die nu bij zijn persoonlijkheid past of niet. Bovendien is de volledige acceptatie van die rol, die functie, zijn enige overlevingskans. Maar op deze wijze wordt ook zijn persoonlijkheid volledig vernietigd, en als hij er werkelijk in slaagt te overleven, zal het waarschijnlijk lang duren tot hij ertoe in staat is -zo hij dat ooit zal zijn- om de geloofwaardige, persoonlijke taal terug te veroveren waarin hij zijn tragedie kan vertellen. Wellicht komt hij er dan achter dat die tragedie niet te vertellen valt.
Imre Kertész
Zouden vrouwelijke hondjes met een menselijke stem kunnen spreken, dan zou de #metoo tsunami op een onbeduidend golfje lijken. Om niet van poezen te spreken, katers zijn eigenlijk nog veel erger dan mannenhonden. We mogen van geluk spreken dat al deze dieren geen stem hebben, de ellende zou niet te overzien zijn. En ik zie veel beschimping in het verschiet, veel soortelijk racisme, ik weet zeker dat al die ontstemde poezen zouden neerkijken op menselijke vrouwen, zo van is dat alles, jullie zijn gezegend met die lauwe homosapiensmannen. En natuurlijk komen er ogenblikkelijk allerlei mensen die gaan roepen dat de mens geen dier is en een verlicht specimen, en dat hondjes gecastreerd mogen worden bij seksueel wangedrag maar als je dat bij een mensenman doet ben je een barbaar. Nee, we mogen van geluk spreken dat wij het enige dier zijn dat mens spreekt. De wereld zou onleefbaar worden als mededieren onze taal leerden.
Martijn Benders
Wetenschap! Beseft u toch dat weten meer is dan iets wat op een schap ligt, meer dan een magazijn van kennis. ‘Ik heb er weet van’ betekent in de vloeiende taal van ons rivierenland meer dan: ik ben ervan op de hoogte. Het betekent: ik heb er pijn aan.
Jaap Zijlstra (De Glazen Schelp)
Ilaychi saathe malai mareli taj mari sunth ane kesar badam lasoteli coffee ni chuskio manta manta...... meghdhanush na dhal par lapasta ane back ground man dhabukata dhol ane talio na taal sambhadta .......Janardan saathe janta janardan ni sidhi baat , no bakwaas.
Jay Vasavada (JSK : Jay Shree Krishna)
Na die halfeeuwending het die Franse glans begin taan. Soos ook die belangrikheid van die Franse taal wat al hoe meer voor wêreldwye Engels moet wyk. Die intelligentsia het begin dwaal, geflirt met die Marxisme, of begin om die nuwe gode, die media, en by uitstek die internasionale vervlakking van TV aan te hang. Om self op die kassie te verskyn. 'La trahison des clercs', die verraad van die klerke, noem kritikus Julien Benda dit. Wie kan vandag nuwe groot name in die Franse skrywerswêreld opnoem? Wanneer laas het 'n bekende Franse skrywer die Nobelprys verower? Wie ken Claude Simon? Die styl en dinamiek van stede kom en gaan. Ook dié van beskawings. Dit lyk of die hele Weste op die afdraand van geld is. Op die oomblik is daar geen stad ter wêreld wat Parys se vroeg 20ste-eeuse roem kan ewenaar nie. Miskien amper New York? Ons sien dit ook in die Afrikaanse letterkunde wat 'n sekere elegansie verloor vir 'n brute en verwarde herwaardering van prioriteit in die Suider-Afrika waarin ons woon.
Jan Rabie (Buidel (Afrikaans Edition))
Als het verkeerd is om een menselijk wezen in elkaar te slaan, hem zijn nagels uit te trekken, hem onvrijwillig aan medische experimenten bloot te stellen, hem zonder proces op te sluiten of ter dood te brengen, is het net zo goed moreel fout om een dier op deze manier te behandelen. Hoe hoger ontwikkeld het dier is, des te erger kan het lijden, en aangezien het wordt gehinderd door de dubbele handicap dat het onze taal niet spreekt en geen stemrecht heeft, hebben wij een dubbele plicht om het te beschermen. Als dieren onnodig verwondingen oplopen, gevangen worden genomen of sterven, is dat de smet op ons allemaal.
Adrian House (The Great Safari: The Lives of George and Joy Adamson, Famous for Born Free)
Als ik heel eerlijk was, was mijn truc dat ik het niet echt wist: het is de kunst dat je de taal kent, het vocabulaire, de verwijzingen, dat je in elke tegenstelling, in elk zwart en elk wit een paradox vindt en die opvoert als de diepere waarheid van de ambivalentie, als dubbelzinnigheid, als concurrerende paradigma's. Waren alle kunst en boeken en films en muziek niet gewoon een kwestie van verschuivende referentiekaders?
Joost de Vries (De republiek)
Muziek, poëzie, religie - ze ontstaan allemaal in de ontmoeting van de ziel met een aspect van de werkelijkheid waarvoor de rede geen begrippen en geen taal heeft. (p.56)
Abraham Joshua Heschel
Es diene god zoeë groeët is, woeëvuur sjprik hae mien taal dan neet?
Colla Bemelmans (Ouw leedjes vuur noe)
Waarom hield zij eigenlijk niet zo van haar moederland? Nederland was toch meer haar vaderland, al durfde ze dat thuis nooit hardop te zeggen. Ze sprak beter Nederlands dan Turks, maakte zoiets uit voor het land dat je je vaderland noemde? Was de taal die je het beste sprak de taal van je vaderland, ook al lag het land van je ouders in een ander werelddeel?
Karin Hilterman (Meryem)
Woordenboeken zijn het werk van taalboekhouders. Het zijn gevangenissen voor woorden! Taal moet je voelen, niet vastleggen op papier.
Dominigue Biebau
Je moet een taal proeven,' zei Pavel. 'Laat de klanken walsen in de danszaal van je mond.
Dominigue Biebau
De mens is het enige wezen dat kan praten. Hoe minder je praat, hoe minder mens je wordt. Niet willen praten is te kennen geven dat je de taal van de dieren wil spreken, de taal van de vuist.
Saskia de Coster (Eeuwige roem)
De taal is een instrument in handen van de gedachte, je moet je helder en exact uitdrukken.
Aharon Appelfeld (Blooms of Darkness)
De macht van de dood, van zijn voorgoed voorbij, moet buigen voor de macht van de taal, voor het voor altijd dat de literatuur kan scheppen.
Connie Palmen (Logboek van een onbarmhartig jaar)
De taal zal de wereld in woorden blijven vatten. In de gesprekken rond een feesttafel zul je alleen nog een voornaam zijn, een steeds gezichtlozer voornaam, totdat je verdwijnt in de anonieme massa van een verre generatie.
Annie Ernaux (Les Années)
Onwillekeurig, bijna zonder het te merken heb ik je ingelijfd bij de muziek die je niet raakt, bij de taal die je niet spreekt en niet verstaat, bij mij van wie je niet houdt.
Hanny Michaelis (Verzamelde gedichten (Dutch Edition))
Dacht ik aan woorden, zag ik vlinders. Een gesprek stelde ik mij als een schittering van vleugels voor. Op elke adem ontpopten er meer. Soms zag ik er enkele aarzelen op iemands onderlip, maar uiteindelijk, door onzichtbare gedachten opgetild, vlogen zij toch altijd uit, sprankelend plots in volle vlucht, om zich bij de rest te voegen in een zon weerspiegelende kleurenpraal. Zo droomde ik mij taal, ongrijpbaar.
Arthur Japin (Kolja)