Oud Worden Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Oud Worden. Here they are! All 45 of them:

Tussen de vele stemmen van mensen is jouw stem de enige die menselijk is die weet van het verdriet dat langzaam in de bomen groeit gevoed door de aarde tot ze oud worden sterven aan de rand van wilde of onzindelijke tuinen.
Remco Campert (De gedichten)
De periode waarin mijn ouders het bezit van een mobiele telefoon met elkaar deelden, was te kort geweest voor mijn vader om het gebruik ervan in veel detail aan mijn moeder uit te leggen. Dat kwam mooi uit, want mijn moeder is niet geïnteresseerd in hoe dingen werken. Ze wil alleen maar dát het werkt. Dat is het mooie aan oud worden: je leert de overbodigheid van kennis waarderen. Na mijn vaders dood hield mijn moeder de gsm. Nu kan ze opnemen, bellen, haar prepaidkaart laden en zelfs sms'en. Het instellen van de voicemail daarentegen is een concept dat haar idee van de maakbare wereld ver overstijgt. Dus toen ik mijn moeder belde was het mijn vader die opnam. Het deed goed zijn stem weer te horen. Alleen jammer dat hij ook nu weer zei dat hij eventjes niet bereikbaar was.
Ivo Victoria (Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het mij spijt))
Ik zie de Bibliothecaresse dagelijks, maar de leegte in mij blijft. Ik lees de oude dromen in de Bibliotheek. Zij zit naast me. We eten samen. Ik breng haar naar huis. We praten over van alles. Mijn droefheid schijnt alleen maar erger te worden, zich te verdiepen, hoe onredelijk dat ook is. Het gevoel van verlies wordt steeds sterker, elke keer als we elkaar ontmoeten. Het is een put die nooit gedempt zal worden. Het is een donker, ondraaglijk somber gevoel.
Haruki Murakami (Hard-Boiled Wonderland and the End of the World)
Hij begreep niet waarom hij zoo oud moest worden, terwijl de dingen zoo langzaam voorbij gingen, stille voorbij, maar zóo slepend, als waren ze, de dingen van vroeger, spoken, die slierden heel lange sluiers langs heel lange paden, en als ritselden de sluiers over de warrelende bladeren, die neêrdwarrelden over het pad.
Louis Couperus (Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan...)
Ze zaten op de banken en in rolstoelen naar de radio te luisteren, hun doffe ogen gericht op de vissen of op niets of op iets dat ze lang geleden hadden gezien.
Thomas Harris (Red Dragon (Hannibal Lecter, #1))
Elke zomer worden de oude mensen kleiner terwijl de kinderen groter worden. Volgens Josh is er maar een bepaalde lengte beschikbaar op aarde en verwisselen de centimeters alleen van eigenaar.
Nathan Englander (What We Talk About When We Talk About Anne Frank)
Het oude geloof zal weer in ere worden hersteld, de geheime kennis van de natuur, van het demonische. We zullen het christelijke vernis afwassen en een religie naar voren brengen die eigen is aan ons ras.
Adolf Hitler
Wat is er mis met dat verlangen en dat nodig hebben? Niets. En de gapende afstand tussen de plek waar je bent en je oorspronkelijke voorstelling hoeft niet per definitie mislukking in te houden. Teleurstelling hoeft niet teleurstellend te zijn. Het verlangen, het nodig hebben, de afstand, de teleurstelling: groeien, weten, toewijden, naast elkaar oud worden. Je kunt heel goed alleen leven, maar niet een leven lang.
Jonathan Safran Foer (Here I Am)
Zijn goede bedoelingen werden gedwarsboomd door de onwankelbare starheid van Rebeca, die vele jaren van leed en ellende nodig had gehad om de voorrechten van de eenzaamheid te verkrijgen en die niet van plan was daarvan af te zien in ruil voor een oude dag welke verstoord zou worden door de valse aantrekkelijkheid van een anders medelijden.
Gabriel García Márquez (One Hundred Years of Solitude)
Ja, het is mogelijk dat we niet volwassen worden, dat we, zelfs als we ouder worden, de kleine kinderen blijven die we altijd waren. We herinneren onszelf zoals we toen waren, en we voelen ons hetzelfde. We hebben onszelf gemaakt tot wat we nu zijn, en we blijven wie we waren, ondanks de jaren. Voor onszelf veranderen we niet. De tijd maakt ons oud, maar wij veranderen niet.
Paul Auster
Mijn grootvader was oud en wilde niet meer leven. Ik vond dat raar. Wilde hij dan ook niet meer weten hoe het verderging met de wereld? En met mij? En wilde hij dan ook nooit meer een avontuur beleven? Of iets lekkers eten? Ik zou dat verschrikkelijk vinden. Maar mijn grootvader vond dat niet. 'Het is mooi geweest', zei hij. Alsof het niet nog mooier kon worden. Dat kon altijd. Dat wist ik zeker.
Toon Tellegen (Mijn avonturen door V. Swchwrm)
Want niet alleen God is voor de wereld verloren gegaan, maar ook de duivel. Zoals het kwaad op verwensbeelden wordt geschoven, zo wordt het goede geschoven op wensbeelden die men vereert omdat ze datgene doen wat men zelf ondoenlijk vindt. Men laat andere mensen zwoegen terwijl men vanaf een zitplaats toekijkt, dat is de sport; men laat mensen de eenzijdigste overdrijvingen te berde brengen, dat is het idealisme; men schudt het kwaad van zich af en degenen die ermee worden bespat, dat zijn de verwensbeelden. Zo krijgt alles op de wereld zijn plaats en zijn ordening, maar deze techniek van heiligenverering en zondebokkenmesterij door afschuiven is niet ongevaarlijk, want ze vervult de wereld met de spanningen van alle onuitgevochten innerlijke conflicten. Men slaat elkaar dood of verbroedert zich zonder ooit zeker te weten of men dat in volle ernst doet, omdat men immers een deel van zijn wezen buiten zichzelf heeft, en alle gebeurtenissen schijnen zich half vóór of achter de werkelijkheid te voltrekken, als een spiegelgevecht van de haat en de liefde. Het oude geloof in demonen, dat voor al het goede en het slechte waarmee men te maken kreeg de hemelse of helse geesten aansprakelijk stelde, werkte veel beter, accurater en netter, en men kan slechts hopen dat wij daar met de voortschrijdende ontwikkeling van de psychotechniek weer naar terug zullen keren.
Robert Musil (Der Mann ohne Eigenschaften: Erstes Buch (German Edition))
En dan wordt je lichaam oud; niet in één keer, nee, eerst worden je ogen oud, of je benen, je maag, je hart. Zo wordt een mens oud, in delen. En dan begint opeens de ziel oud te worden; want al is het lichaam gebrekkig en bederfelijk, de ziel koestert nog verlangens en herinneringen, zij zoekt blijdschap en voelt vreugde. En als dzt verlangen naar vreugde voorbij is, blijft er niets anders over dan herinneringen of ijdelheid en dan word je werkelijk oud, onherroepelijk en definitief. En op een dag word je wakker, je wrijft in je ogen en weet niet meer waarvoor je wakker geworden bent.
Sándor Márai (Embers)
Ik heb een hele tijd geen borrel gedronken, zei Frits. Hoe lang niet? vroeg Joosje, die de benedenschuif van de kachel opende. Zeker in geen vier weken, zei hij. Het is slecht, een hoop ellende komt ervan, zei de oude. Ze hield een krant opgevouwen in de hand. Het is heel ongezond, het lichaam wordt ermee verwoest. Nou, zei Frits, dat is niet zo. Je moet niet geregeld drinken, maar eens in de paar maanden je goed bezatten, dat is gezond zeggen moderne medici. De moderne wetenschap zegt, dat het lichaam van tijd tot tijd uit zijn evenwicht gebracht moet worden, eens goed moet worden vergiftigd. Ja, die moderne wetenschap, zei de dame. Als ik gedronken heb, zei hij, voel ik me natuurlijk lollig. De volgende dag heb ik de kater, daar is niets aan te doen. Maar de dag daarop, de derde dag, dan voel ik me goed! Het is of ik dan ben herboren.
Gerard Reve (De avonden)
Hij aarzelde even en vervolgde toen: 'Maar belangrijker is dit. U moet de invloed die het verleden op het heden en op de toekomst heeft niet onderschatten. Wij bewandelen vanaf onze geboorte geen rechte weg, maar trekken, hoe ouder we worden, steeds meer cirkelvormige paden. Elke stap voorwaarts wordt als het ware gevolgd door twee stappen opzij en drie stappen terug. De ziel kent een ander tijdmechanisme dan de klok op de schouw. Hoe meer zij aan jaren wint, hoe sneller zij achteruit begint te lopen. Met de jaren verwerven we daarmee de mogelijkheid om dichter naar onze oorsprong terug te keren. Dat kan soms een kalme berusting schenken, maar het kan ook oude wonden openrijten. Meestal komen deze herinneringen aan pijnlijke gebeurtenissen tijdens periodes van emotionele verwarring naar boven. Om die een plaats te geven, moeten we het verleden als bron serieus nemen. Ouder worden betekent feitelijk niets anders dan vrede sluiten met de jeugd.
Joke J. Hermsen (De liefde dus)
Totale loyaliteit is alleen mogelijk wanneer trouw geheel ontdaan wordt van elke concrete inhoud, die gemakkelijk aanleiding kan geven tot andere gedachten. De totalitaire bewegingen hebben, elk op hun eigen manier, hun uiterste best gedaan om zich te ontdoen van de specifieke, concrete inhoud van partijprogramma's, die ze overgeërfd hadden uit eerdere, niet-totalitaire stadia van hun ontwikkeling. Hoe radicaal de doeleinden van deze programma's ook geformuleerd worden, ze zijn te specifiek en bevestigen niet zonder meer de aanspraak op wereldheerschappij. Elk politiek programma dat zich met meer specifieke zaken inlaat dan 'ideologische kwesties met een belang op termijn van eeuwen' vormt voor het totalitarisme een belemmering. Hitlers grootste verwezenlijking in de organisatie van de nazibeweging was dat hij de beweging bevrijdde van de last van het oude partijprogramma, niet echter door het te wijzigen of officieel af te schaffen.; hij weigerde eenvoudigweg over de punten ervan te praten of the disussiëren.
Hannah Arendt (The Origins of Totalitarianism)
Maar je ziet het als je oefent. Je contouren die dunner worden, je silhouet dat vervaagt. Je bent nog niet helemaal verdwenen. Dat duurt een hele poos. Jaren. Maar je verdwijnt. Je verdwijnt voor jezelf, wordt een ander, elke dag. Je bent niet wie je ooit was. De microscopisch kleine cellen die je gezicht vormen op de foto die je ouders in de kamer hebben hangen, zijn weg, vervangen door nieuwe. Je bent niet meer wie je was. Maar ik ben er nog wel, de atomen wisselen van plek. Zo is het ook met de mensen van wie je houdt. Met bijna stilstaande snelheid verkruimelen ze in je armen en je zou willen dat je je aan iets bestendigs in hen kon vastklampen, hun skelet, hun tanden kon vastpakken, de hersencellen, maar dat kun je niet, want bijna alles is water en het heeft geen zin dat vast te houden. Alle sporen verdwijnen, stukje bij beetje. En later verdwijnen de sporen die ze hebben achtergelaten, het huis waarin ze woonden, de tekeningen die ze voor je maakten, de woorden die ze op briefjes schreven. De herinneringen waarmee je achterblijft zullen uiteindelijk ook loslaten, als oud behang, en mettertijd zal het niet meer mogelijk zijn om antwoord te geven op de vraag of er op deze planeet aan de rand van dit perifere zonnestelsel ooit leven is geweest.
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
De tijd vliegt. Dankzij hem zijn we eerst levend, dat wil zeggen: beschuldigd en veroordeeld. Daarna gaan we dood en verkeren we nog een paar jaar in het gezelschap van de mensen die ons hebben gekend, maar heel gauw vindt er een andere verandering plaats: de doden worden oude doden, ze worden door niemand meer herinnerd en verdwijnen in het niets. Het gebeurt maar heel, heel af ten toe dat iemand zijn naam in het collectieve geheugen achterlaat, maar zonder authentieke getuige, zonder echte herinnering veranderen ze in marionetten.
Milan Kundera
OUD ZIJN, dat is lichaam worden; is, eenzaam in de avond zijn. Wel wijs misschien maar vreesverloren en in de avond eenzaam zijn. Voor wie als kind de avond vreesde, is oud zijn een vertrouwde staat. Hij kent de weemoed van de schemer en vreest de nacht die komen gaat. Want wie de avond wil verstaan, moet in den dag niet willen leven. Wie zich het zonlicht heeft gegeven, zal in de avond ondergaan.
Willem Brakman
Vraag de bevolking van Parijs of het een goed idee zou zijn om de Eiffeltoren te bouwen, gesteld dat die niet al gebouwd was, en ze zou massaal tegenstemmen. Te duur, nutteloos, een prestigeobject van de politieke elite. Dat geld zou veel beter besteed kunnen worden aan scholen, ziekenhuizen en belastingverlaging. Vooral aan belastingverlaging. Het volk is per definitie conservatief. Het wil alles bij het oude laten en vooral geen gekkigheid, want zoals het is, is het al erg genoeg. Het is niet voor niets dat het over het algemeen dictators zijn die de meest ambitieuze nieuwbouw verwezenlijken, terwijl onze moderne democratieën niets anders zullen nalaten aan het verwonderde nageslacht dan de notulen en verslagen van eindeloze inspraakprocedures.
Ilja Leonard Pfeijffer (Brieven uit Genua)
Het ego zorgt ervoor dat je keuzes maakt die zo veel mogelijk waardering en succes opleveren en die wegblijven van de oude pijn. Maar die keuzes worden dus eigenlijk gemaakt vanuit angst – angst dat wanneer je helemaal jezelf zou zijn, zoals jouw ‘ware zelf’ naar het leven kijkt, dat je dan weer afgewezen wordt.
Suzette Hermsen (Lekker laten lullen (Dutch Edition))
Op mijn leeftijd ga je niet in één klap dood. Je bent als een huis waarvan de luiken worden gesloten, waar de meubels een voor een worden weggehaald, waar eerst het gas wordt afgesloten, dan het water, en ten slotte het licht, totdat de deur voor de laatste keer op slot wordt gedraaid en de sleutel wordt weggegooid. Een grappige gedachte. Niemand ziet het, maar ik glimlach.
Philippe Claudel (Een Duitse fantasie)
Inmiddels is Luk bezig aan Ilse een verhaal te vertellen, over een kapper. Dat die dood is. 'En nog zo jong,' hoor ik Luk zeggen. 'Hoe oud was hij?' vraagt Ilse. 'Dat weet ik niet. Veertig. Tweeënveertig.' 'Zo jong nog?' 'Ja. Ik weet het niet. Drieënveertig misschien. Ik weet het echt niet precies hoe oud.' (...) 'Hij zei altijd zelf dat hij nooit oud zou worden,' zegt Luk. 'Het was alsof hij een voorgevoel had. Al jaren had hij dat.' Ik neem aan dat hij het nog altijd over de kapper heeft. 'Ja,' zegt Ilse, 'hij had iets... tragisch.' 'Dat klopt. Het is... Hij had... Hij zei vorige week nog tegen mij...' Luk begint te snikken. 'Wát zei hij tegen jou?' vraag ik. Ilse kijkt me strak aan: 'Laat hem even.' Ze legt haar arm om de schouder van Luk, die maar niet wil ophouden met snikken. (...) Ik kijk door het raam dat in de vierde muur zit en waardoor je de straat kan zien. Een politiewagen rijdt kalm voorbij, zonder sirene of niks. De traagste achtervolging ter wereld, denk ik in mezelf. Luk is opgehouden met snikken en gaat door over de dode kapper. 'Het is zo erg,' zegt hij, 'te sterven op zijn leeftijd.' 'Vooral voor hem,' mompel ik. 'Wat?' zegt Ilse, die haar arm van Luks schouder heeft weggenomen. 'Wat?' zeg ik. 'Ik vroeg wat je zei.' 'Wanneer?' 'Daarnet. Je zei iets.' 'Waar heb je het over? Ik zei helemaal niks. Ik heb praktisch nog geen woord gezegd sinds ik hier binnen ben.' 'Ach,' zegt Luk, 'niemand blijft eeuwig leven, waar of niet...?' 'Waar,' zeg ik.
Herman Brusselmans (Vrouwen met een IQ (Dutch Edition))
Zo blijven het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek gretige producenten van 'de culturele bril'. Ze hebben het nog steeds over 'autochtonen' en 'allochtonen', oud-Griekse begrippen die vooral in de geografie worden gebruikt, en zoveel betekenen als 'van deze grond' en 'niet van deze grond'. Hoewel ik van deze grond ben, hoor ik er nog steeds niet bij. Om nog maar te zwijgen over de koloniale verdeling in 'westerse' en 'niet-westerse allochtonen', waarbij Indonesië en Japan ondanks hun locatie 'in het Oosten' als westers zijn aangemerkt.
Sinan Çankaya (Mijn ontelbare identiteiten)
Hugo schilderde en dacht na over hem, hoe het kon dat hij zo oud was geworden, als een wezen met een extreem laag metabolisme, zoals de noordkromp uit het Noord-Atlantisch gebied, die meer dan vijfhonderd jaar kon worden. Hij denkt te weten waarom zijn grootvader de leeftijd der allersterksten heeft bereikt: hij heeft zich nooit met een ander verbonden, nooit andermans leed ingeademd en empathie uitgeademd, zoals dat heet in een Tibetaanse meditatiepraktijk. Je slijt van gevoelens, je verkruimelt van liefde of gebrek daaraan, van angst voor verlies en van verlies zelf. Mensen kunnen sterven aan een gebroken hart. De anempathicus leeft het langst, in zijn ijzige, nordische biotoop.
Tommy Wieringa (Nirwana)
In Nuenen heeft Vincent van Gogh gewoond, om precies te zijn van 5 december 1883 tot 24 november 1885. Geen dag langer, geen moment eerder. De schilder was een jaar of dertig en woonde bij zijn ouders, in de pastorie midden in het oude dorp: Berg 26. Hij werkte hard en had het zwaar, zoals altijd. Het beroemdste doek dat hij in Nuenen schilderde, was 'De aardappeleters'. Intussen flirtte hij met het buurmeisje. De pastorie staat er nog steeds, in Nuenen. En er woont ook nog steeds een dominee - in dit geval dominee Wijlhuizen, die op zijn houten naambordje naast de bel in het Nederlands en het Engels heeft staan dat aanbellen geen zin heeft en dat in het huis geen rondleidingen worden gegeven. Toch maar even aanbellen. Wat is het geval? In de tuin van de pastorie staat een perenboom, die Van Gogh zou hebben geschilderd. En de dominee heeft een kapvergunning voor de boom aangevraagd, want de boom is hartstikke dood. Dit heeft onmiddellijk tot een storm van verontwaardiging in Nuenen geleid - een boom omkappen die Van Gogh geschilderd heeft, schande! Dat is cultureel en historisch erfgoed, daar blijf je met je tengels van af! Goed. De dominee doet vrijwel onmiddellijk open. Het is een frisse, blakende man met ironische bruine ogen. Hij ziet er niet uit als een dominee, maar dat komt misschien omdat ik al zo lang niet in de kerk ben geweest. Hij doet meer aan een dierenarts denken. Vrolijk gaat hij me voor naar de achtertuin van de pastorie. In de keuken zit zijn vrouw de krant te lezen. De dominee begrijpt alle commotie niet zo goed. Van Gogh heeft de boom geschilderd - het schilderij is dan toch het erfgoed, of niet? Kijk, daar staat de boom.
Martin Bril (Heimwee naar Nederland)
Kozu vliegt elke nacht rondjes boven de medina, op zoek naar jou. Hij mist zijn Namsara... Volgens de oude verhalen is Namsara een naald die de wereld aan elkaar naait... En onze wereld moet dringend aan elkaar genaaid worden. - Roa, tegen Asha.
Kristen Ciccarelli (The Last Namsara (Iskari, #1))
Zou het een kunst zijn om mooi, oud te worden?
Petra Hermans
Als hij helder dacht was er maar één gang van zaken echt aannemelijk. Ze was in een auto gesleurd of gelokt en ontvoerd. Ze zag er sexy uit, maar niet rijk. Misschien had de dader zelfs gezien dat ze bij Rex’ oude auto hoorde, het moest dus om een verkrachting begonnen zijn. Dan werd ze nu verkracht. En daarna? Ze kon vermoord worden. Dan werd haar lijk vroeger of later gevonden. Maar ze zou niet zo stom zijn zich te verzetten. De kans was groot dat ze ergens op een afgelegen plek werd achtergelaten, dan zou ze na verloop van tijd het hotel weten te bereiken. Al met al was dat het meest waarschijnlijk. Het was niet eens gezegd dat de vakantie reddeloos was.
Tim Krabbé (The Vanishing)
Groote God, wat was het ellendig... dat aftakelen, dat oud worden, dat zich voortslepen van de dagen, de jaren; wat was het ellendig, dat alles wat je kreeg van het leven, je betalen moest met je jonge dagen eerst, en later met je oudere jaren - als was het leven een bank, waarop je wissels trok, - als was je bestaan een kapitaal, waarvan je leefde, en nooit spaarde een cent - zoodat, als je dood zoû zijn, je ook alles en alles verspild had...
Louis Couperus (De boeken der kleine zielen)
Is een labyrint met een gids nog wel een labyrint? Wat zou mijn paniek geweest zijn als de oude gids er niet bij geweest was? Het meest essentiële aan een labyrint is de verwarrende, bedrieglijke keuze: ga ik rechts, ga ik links, ga ik door, ga ik terug? Daar hoort geen gids bij. Ik zie mijzelf zonder die man, ik begin vol goede moed maar kan bij de eerste tweesprong al falen, na vijf minuten weet ik niet meer wie ik ben, na een uur ben ik uitgeput, vind mijn sporen terug die ik dan ook weer verlies, na twee uur schreeuw ik tegen mijn eigen echo's, na een tijd weet ik niet meer of het in het daarbuiten, waar ik vroeger bij hoorde, nacht of dag is en wacht ik alleen nog maar tot die andere vergelijking, die met de dood, tot het grote, zwarte monster dat hier woont en dat mij opwacht, zich zal laten zien. Labyrint, nu weet ik dat dat iets is wat gesloten is, iets waarin de tijd tegen zijn eigen richting in kan lopen. Alweer een woord dat niet meer zomaar gebruikt kan worden.
Cees Nooteboom (Continent in beweging - Alle Zuid- en midden Amerikaanse reizen.)
Ik geloofde op mijn plaats te zijn in de geschonden stad. De verwoesting, de leegte, de moeizame pogingen tot herstel schenen mij in overeenstemming met mijn eigen zielstoestand. Wat zocht ik hier? Gemeenschap met anderen die zoals ik op een puinhoop moesten verder leven, voor de taak stonden met lege handen opnieuw te beginnen; saamhorigheidsgevoel; het besef van gelijkheid in het lijden, dat zou kunnen uitgroeien tot aanvaarding, tot hoop zelf. Want het is een voorrecht bewust de catastrofe te overleven, wanneer men eigen schuld en dwaling kent. Er is in de loop der jaren weinig van die bezieling overgebleven. Onbegrijpelijk snel went een mens aan de aanblik van ruïnen. Het carnaval, de stierenrennen, de volksfeesten worden het jaar rond gevierd, ondanks armoede en pest.(...) Ik voel mij niet meer thuis aan het hof van oude bekenden, en in die veranderde straten. Na iedere toch, ieder gesprek, wist ik maar één ding: dat ik volkomen alleen was.
Hella S. Haasse (The Scarlet City)
... terwijl ik mijn gezicht in de spiegel bekijk. Dat verandert van dag tot dag. Sommige dagen meer dan andere. Niet veel, natuurlijk, maar als je goed kijkt, als je oefent, je concentreert, dan kun je de minuscule veranderingen in de huid zien, de rimpel in mijn voorhoofd die in de loop van de nacht is veranderd, misschien maar een halve millimeter. Maar je ziet het. Als je oefent. Je contouren die dunner worden, je silhouet dat vervaagt. Je bent nog niet helemaal verdwenen. Dat duurt een hele poos. Jaren. Maar je verdwijnt. Je verdwijnt voor jezelf, wordt een ander, elke dag. Je bent niet meer wie je ooit was. De microscopisch kleine cellen die je gezicht vormen op de foto die je ouders in de kamer hebben hangen, zijn weg, vervangen door nieuwe. Je bent niet meer wie je was. Maar ik ben er nog wel, de atomen wisselen van plek, niemand kan de bokkensprong van de quarks controleren. Zo is het ook met de mensen van wie je houdt. Met bijna stilstaande snelheid verkruimelen ze in je armen en je zou willen dat je je aan iets bestendigs in hen kon vastklampen, hun skelet, hun tanden kon vastpakken, de hersencellen, maar dat kun je niet, want bijna alles is water en het heeft geen zin dat vast te houden. Alle sporen verdwijnen, stukje bij beetje. En later verdwijnen de sporen die ze hebben achtergelaten, het huis waarin ze woonden, de tekeningen die ze voor je maakten, de woorden die ze op briefjes schreven. De herinneringen waarmee je achterblijft zullen uiteindelijk ook loslaten, als oud behang, en mettertijd zal het niet meer mogelijk zijn om antwoord te geven op de vraag of er op deze planeet aan de rand van dit perifere zonnestelsel ooit leven is geweest.
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
En hoewel in de tweede fase van de dictatuur, de laatste vier jaar geleid door generaal Francisco Morales Bermúdez, het populisme enigszins werd ingetoomd, bleven de kranten en de radio- en televisiestations in handen van de staat, was politiek bedrijven onmogelijk en gloorde er geen sprankje hoop dat de democratie zou worden hersteld. De verbittering die sprak uit de brieven van oom Ataúlfo deed me pijn, zowel om hem als om de Peruanen van zijn generatie, die op hun oude dag moesten toezien hoe hun droom van een Peru dat vooruitgang boekte geen werkelijkheid werd maar daarentegen steeds verder uit het zicht verdween. De Peruaanse samenleving zonk dieper weg in armoede, onwetendheid en gewelddadigheid.
Mario Vargas Llosa (Travesuras de la niña mala)
Ik realiseerde me dat er in het land waar ik was geboren en waarvan ik me had afgewend op een manier die met de dag onomkeerbaarder was, veel mannen en vrouwen waren zoals hij, in wezen fatsoenlijke mensen die hun leven lang hadden gedroomd van een economische, sociale, culturele en politieke vooruitgang die de Peruaanse samenleving modern, welvarend en democratisch zou maken, met mogelijkheden voor iedereen, alleen om steeds weer te worden ontgoocheld en zich, net als oom Ataúlfo, op hun oude dag - al met één voet in het graf - verward af te vragen waarom we in plaats van vooruit te gaan achteruitgingen en er nu erger aan toe waren - met meer tegenstellingen, ongelijkheden, geweld en onveiligheid - dan toen hun leven begon.
Mario Vargas Llosa (Travesuras de la niña mala)
Mensenkennis is niet mijn sterkste kant, maar dromen kan ik als de beste. Ik heb vaste dromen. Een gaat over mijn ouderdom, en het eind daarvan: mijn dood. Ik ben een zonderling geworden maar mijn geest is helder. Het huis is vervallen, ik kan niet alles meer bijhouden. Mensen bezoeken mij zelden, de televisie is gelukkig kapot en het abonnement van de krant is zo lang niet betaald dat de bezorging is gestaakt. Dieren zijn er in overvloed, net als nu, maar er zijn toch kleine veranderingen te bespeuren. Ik wil niet zeggen dat zij de baas zijn, maar er hangt een waas van gelijkwaardigheid over alles. De oude man is niet meer de meester over zijn erf, hij is een natuurlijke bewoner geworden, hij is verlost van de demon van de macht. Helaas, de wereld is niet onverschillig. Nooit. Er zijn maar heel weinig mensen die werkelijk met rust gelaten worden. Misschien moet je een groot organisatietalent hebben, een ver vooruitziende blik, een ijzeren wil en een diepe, uitstralende minachting voor je medemens, misschien lukt het je dan om alleen en met rust gelaten te worden. Ik mis deze eigenschappen en drijf dus als een vlot in mijn ouderdom, ik woon toevallig alleen, ik ben vierennegentig jaar, 's morgens en 's avonds voer ik mijn dieren, 's middags fiets ik broos (en mompelend) naar het dorp waar ik inkopen doe die ik in een papieren zak aan mijn stuur hang. Ik maai geen gras meer, ik rook sigaren, mijn mondhoeken zijn bruine sapkanalen geworden, mijn honden slapen bij me in bed. Ik herlees de boeken van mijn jeugd en probeer me te herinneren waarom ik toen, zestig/zeventig jaar geleden, zo geemotioneerd was. Maar op een dag komt er een meisje op bezoek dat in haar stage voor maatschappelijk werk zit. Zij maakt een scriptie over alleenstaande ouderen. Zij schrikt als ze ziet hoe ik leef en ik zie niet dat die schrik het steentje is dat de lawine in gang zet.
A.L. Snijders (De taal is een hond)
Angla, zei moeder. Onze koe. Die kun je meenemen. Maar Karl Orsa was niet uit op Angla en ook niet op het geld; maar een ieder wordt verzocht, als hij door zijn eigen begeerten verlokt wordt; hij had zijn zinnen op moeder gezet. Een hele koe, zei moeder. Als dat niet genoeg is, weet ik het niet. Maar hij wilde niet, het leek wel of die koe hem moest worden opgedrongen. Het hooi is in maart toch op, zei moeder. We hebben toch niet genoeg. En wat moeten we dan beginnen? je kunt haar net zo goed meenemen. In het voorjaar hebben we toch alleen maar last van haar. Ten slotte kon hij er niet meer omheen, om die duivelse koe. Dan gaan we maar eens kijken, zei hij. Niet om het een of ander. Maar omdat jij er zo op aandringt, Tea. In de stal kneep hij zowaar in Angla en hij bekeek de poten en streek met zijn hand over de rug. Hoe oud is ze? vroeg hij. Ze wordt dit najaar tien, zei moeder. Vel over been, zei Karl Orsa, meer niet. En hij had gelijk, veel bijzonders was Angla niet. Een oude koe, zonder de minste levenslust. Ge kende zelfs Angla, Heer. Het was zoals het was. En Karl Orsa liet zijn blik langs de uiers gaan. Wondjes aan de spenen, zei hij. Lege uiers. Daarna wierp hij een steelse blik op moeder, zij had een volle, vaste boezem. Je kon zien dat hij dacht: die tieten. Maar voor de slacht? probeerde moeder. Als slacht-koe? Toen moest hij voor de tweede keer met zijn ogen en handen over Angla heen gaan, ook van slachtdieren had hij verstand. Veel vlees zit er niet aan, zei hij. Veel meer dan een skelet is het niet. Een lege ruiter. een scharminkel. Weer wierp hij een steelse blik op moeder en je kon zien dat hij dacht: vlees. Moeders laatste voorstel was: En de huid dan? Er blijft toch een koeiehuid over? Maar zelfs daar viel niet over te praten. Aan huiden heb je niets. Er is geen mens die huiden koopt. Vooral geen koeiehuiden. Er zijn heel wat meer koeiehuiden dan levende koeien. Wat een dwaze gedachte! Ook op de huid van moeder wierp hij een steelse blik, ze had blote armen en een blote hals en je kon zien dat hij nu zeker wist hoe de pacht voor dit jaar betaald zou worden.
Torgny Lindgren (De weg van de slang ~ De schoonheid van Merab ~ Bathseba)
Lifestyle en zelfhulp worden gezien als iets voor vrouwen. Dat is zonde. Mannen willen toch ook fit zijn, dealen met hun problemen en zo fris mogelijk oud worden?
Jop de Vrieze (De karakterman)
Mislukte studenten, die weigerden het werkelijk leven te aanvaarden en zich krampachtig vastklemden aan de clubjool, waar zij een jaar van geproefd hadden en die 's avonds na hun bureeluren weer student waren. Artiesten, die zich elke avond bedwelmden aan de werken, die zij gingen uitvoeren maar die de energie misten om eraan te beginnen. Niet de verwezenlijking hadden zij lief, maar de conceptie. Dat was het voornaamste, zegden zij, en dat steeg hun als een roes naar het hoofd. Ook mislukte echtgenoten, zoals ik. Maar allen mislukte minnaars, die van de liefde slechts de aanzet liefhadden en niet de inzet van de hele mens. En zo waren ook de vrouwen daar, die weigerden oud te worden, op veertig jaar nog gilden en giechelden als jonge meisjes en nog altijd op jacht naar de eerste liefde. Want de liefde beheerste al hun gedragingen en stemmingen. De liefde? Loop heen ! Het sexuele, maar toen liet ik mij nog vangen aan al de mooie omschrijvingen, waarmee de drift zich vermomt.
Paul Lebeau (De zondebok)
Je hebt de deuren nog niet horen dichtslaan. - Welke deuren? Ik neem aan dat je daar nog niet oud genoeg voor bent. Maar heel binnenkort zul je je realiseren dat er deuren worden gesloten voor alle levens die je had kunnen leiden, voor de kinderen die je had kunnen hebben, voor de plaatsten die je had kunnen bezoeken.
Nicky Pellegrino (One Summer in Venice)
Mensen die graag naar uitdragerijen gingen, die graag gedichten lazen, baatzuchtigheid verachtelijk vonden, van eer en liefde droomden, zag ze als een elite die boven de rest van het mensdom uitstak. Je hoefde zulke neigingen niet werkelijk te hebben, als ze maar werden verkondigd; van een man die haar bij een diner had toevertrouwd dat hij hield van rondslenteren in de stad, van vuile handen krijgen in oude winkeltjes, dat hij nooit goed bevonden zou worden in deze zakelijke eeuw want zijn eigen belangen konden hem niet schelen en dat hij daarom in een andere tijd thuishoorde, zei ze toen ze er vandaan kwam: 'Het is echt een aanbiddelijke man, een gevoelig wezen, ik had het nooit gedacht!' en vatte een acuut en overweldigend gevoel van vriendschap voor hem op. Mensen daarentegen die, zoals Swann, zulke neigingen hadden maar er niet over spraken, raakten haar niet. Zij moest weliswaar erkennen dat Swann niet om geld gaf, maar voegde er met een stuurs gezicht aan toe: 'Maar bij hem is het iets heel anders', en wat tot haar verbeelding sprak was dan ook niet de praktijk van belangeloosheid, maar de verwoording ervan.
Marcel Proust
Net als met zijn kennis van de natuur was oom Frits ook een kampioen in dooddoeners. Wat ik aan tafel, tijdens die eindeloze door mijn tante bereide voorgerechten, tussengerechten, hoofdgerechten en nagerechten, ook naar voren bracht, oom Frits wist altijd wel een gezegde dat de boel in één keer naar beneden haalde. In de trant van: 'Ja dat zal wel zo wezen, maar ik heb het wel anders gezien...' En dan kwam er weer zo'n vierdehands verhaal dat als origineel werd opgediend. 'In mijn praktijk heb ik de mensen maar al te goed leren kennen,' zei hij. In werkelijkheid kent dat soort precies acht anekdotes en twaalf spreekwoorden waarmee ze zich de rol van filosoof aanmeten, het is te erg om over na te denken op welke vreselijke manieren je allemaal oud kunt worden.
Herman Koch (Red ons, Maria Montanelli)
Een crisis is juist het feit dat het oude sterft en het nieuwe maar niet geboren kan worden.
Laurent Binet (La Septième Fonction du langage)
Karel de Grote (742 n.Chr. - 814 n.Chr.) en Keizer Karel de Vijfde (1500 - 1558) worden gehuldigd in het landsbelang van de oude vetes volgens historici. De hunebedden hebben er nog nooit zo mooi als tevoren bijgelegen!
Petra Hermans
Een baby van een aantal maanden oud is al heel bedreven in het onderscheiden van vriendelijkheid, kwaadheid en angst op het gezicht van de ander, ook al heeft het kind op dat moment nog niet geleerd, door een onderzoek van het eigen lichaam, wat de fysieke tekens van deze emoties zijn. Het lichaam van de ander met zijn verschillende gebaren en uitingen verschijnt direct als een met emotie geïnvesteerde betekenis aan het kind. Het kind leert de geest dus zowel te begrijpen als een zichtbaar gedrag en als datgene wat zich afspeelt in de intimiteit van zijn eigen geest. Op onze beurt ontdekken wij, volwassenen, in ons eigen leven alleen datgene wat onze cultuur, boeken, traditie en ons onderwijs ons geleerd hebben daarin te zien. (...) Het zuivere 'zich' - de geest zonder lichaam, zonder instrumenten en geschiedenis - dat we als een kritische instantie kunnen plaatsen tegenover de zuivere en eenvoudige binnendringing van ideeën, die ons worden opgedrongen door onze leefomgeving, kan zichzelf uiteindelijk alleen realiseren in een tastbare vrijheid die zich baseert op het instrument van de taal en op de deelname aan het aardse leven.
Maurice Merleau-Ponty (The World of Perception)