Oud Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Oud. Here they are! All 200 of them:

Fate determines your caste. You must accept it and live according to the rules." You can't really believe that!" I do believe it. That man's misfortune is that he cannot accept his caste, his fate." I know that the Indians wear their caste as a mark upon their foreheads for all to see. I know that in England, we have our own unacknowledged caste system. A laborer will never hold a seat in Parliament. Neither will a woman. I don't think I've ever questioned such things until this moment. But what about will and desire? What if someone wants to change things." Kartik keeps his eyes on the room "You cannot change your caste. You cannot go against fate." That means there is no hope of a better life. It is a trap." That is how you see it," he says softly. What do you mean?" It can be a relief to follow the path that has been laid oud for you, to know your course and play your part in it." But how can you be sure that you are following the right course? What if there is no such thing as destiny, only choice?" Then I do not choose to live without destiny," he says with a slight smile.
Libba Bray (Rebel Angels (Gemma Doyle, #2))
Al het oude was eens nieuw, en al het nieuwe zal eens oud zijn. Het alleroudste is het heden, want er is nooit iets anders geweest dan het heden. Nooit heeft iemand in het verleden geleefd, en in de toekomst leeft ook niemand.
Harry Mulisch (The Discovery of Heaven)
Then, with an extended, falling glissando of disgust, the whole string section, plus flutes and piccolo, surged toward the brass, leaving the music critic and his deed - an early evening frites and mayonnaise on Oude Hoogstraat - illuminated under a lonely chandelier.
Ian McEwan (Amsterdam)
Tussen de vele stemmen van mensen is jouw stem de enige die menselijk is die weet van het verdriet dat langzaam in de bomen groeit gevoed door de aarde tot ze oud worden sterven aan de rand van wilde of onzindelijke tuinen.
Remco Campert (De gedichten)
Een mens kan altijd een tijd lang kijken zonder te zien. Kijken kan Robert ook, maar het theebusje en de kaasschaaf herkennen niet. Hij kijkt zonder te zien, bedoel ik. Neem zelf de proef maar eens. Je drinkt altijd koffie van een bepaald merk en omdat dat in de drugstore opeens niet meer voorradig is, neem je een ander merk, een andere bus. Als je de volgende dag koffie wilt maken zoek je overal naar de koffiebus. Het herinneringsbeeld van de oude busis zo sterk dat hij de bus van het nieuwe merk, de aanwezige bus, vlak voor je neus op de keukenplank, onzichtbaar maakt. Om iets te zien moet je eerst iets kunnen herkennen. Zonder herinnering kun je alleen maar kijken. Dan glijdt de wereld spoorloos door je heen.
J. Bernlef (Hersenschimmen)
In de fabrieken kon men nog lang oud blijven, zeker, maar men bleef er niet lang jong.
F. Bordewijk (Karakter - Een hoorspel)
Zo moet het met oude echtparen gaan, dacht ik; voor haar blijft in de oude man de jonge bewaard en voor hem de schoonheid en gratie van de jonge vrouw in de oude. (184)
Bernhard Schlink (The Reader)
Elk nieuw leven dat een mens begint is een voortzetting van het oude leven!
Willem Frederik Hermans
Oude zonden hebben lange schaduwen.
Agatha Christie (A Pocket Full of Rye (Miss Marple, #7))
Slechts één ding is blijvend, een nooit eindigende schoonheid, die van de ene vorm overgaat in de andere, vluchtig doorgebladerd, voortdurend wisselend, maar die je zeker niet voor altijd kunt vasthouden, in musea neerzetten en in noten vastleggen kunt, om dan jong en oud erbij te roepen, zodat ze erover kunnen zwetsen en druk doen.
Georg Büchner (Lenz (English and German Edition))
Waarom verzamel je knikkers?' vroeg de jonge vrouw plots. De oude vrouw twijfelde en lachte. 'Ik vind knikkers eeuwig,' zei ze, 'en ik heb de eeuwigheid graag in mijn handen.' De jongste wist niet of ze het begreep. Maar ze zweeg.
Marieke De Maré (Bult)
Ik heb intussen het 3e Hoofdstuk voltooid, vol verguldsel, paars licht, Eeeuwig onvervulde liefdesverlangens, Jongens op bromfietsen, motregen en met oude canapé kleden behangen grotten. Het leven is veel groter dan ik het ooit zou kunnen beschrijven. En God is gek op me.
Gerard Reve
M'n kop zat vol woorden. Geniepige, verleidelijke woorden die zich verscholen tussen oude, stukgelezen kaften, klaar om je te overvallen zodra je het boek durfde te openen. Ze konden je betoveren, vleien, angst aanjagen, in de problemen brengen en gek maken, net als mensen. Maar anders dan bij mensen, nam je hen dat niet kwalijk. Zelfs als ze je aan het huilen maakten, deden ze dat op zo'n mooie manier dat je hun er dankbaar voor was.
Floortje Zwigtman (Schijnbewegingen (Een groene bloem #1))
Hij begreep niet waarom hij zoo oud moest worden, terwijl de dingen zoo langzaam voorbij gingen, stille voorbij, maar zóo slepend, als waren ze, de dingen van vroeger, spoken, die slierden heel lange sluiers langs heel lange paden, en als ritselden de sluiers over de warrelende bladeren, die neêrdwarrelden over het pad.
Louis Couperus (Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan...)
Een jong iemand heeft haast. Een jong iemand heeft niet het geduld dat je met ervaring krijgt. Hij begrijpt niet dat we hoe dan ook naar dat ene onderweg zijn. Jongeren denken altijd dat ze een nieuwe, betere wereld zullen bouwen. Alle jongeren. Nieuwe jongeren, oude jongeren. En toch laat iedereen een wereld achter waar je niet wilt in leven.
Wiesław Myśliwski (Traktat o łuskaniu fasoli)
Je houdt nooit op jezelf te zijn vanbinnen, hoe oud mensen ook denken dat je bent als ze vanbuiten naar je kijken.
Ali Smith (Winter (Seasonal Quartet, #2))
Op een andere plek, in een andere tijd, hadden een oude zwarte man en een jonge blanke vrouw elkaar kunnen omhelzen, maar niet daar, niet toen.
Delia Owens (Where the Crawdads Sing)
This is my favorite room, Cecil. I love the scent of oud and the fire pit and all these velvet chaise longues placed in a sunburst.
Kevin Kwan (Sex and Vanity)
De meeste oude mollen die ik ken, zouden willen dat ze minder naar hun angsten hadden geluisterd en meer naar hun dromen.
Charlie Mackesy (The Boy, the Mole, the Fox and the Horse)
Een oude theologische strijdmethode: een stelling poneren, zo belachelijk en dom, dat oppositie ertegen automatisch even belachelijk en dom wordt.
Willem Frederik Hermans
Oude mensen slijten harder dan hun kleren.
Willem Frederik Hermans
Hij kon niet zeggen wiens schuld het was, maar na verloop van tijd was het nieuwe eraf en had het plaats gemaakt voor herhalingen. Ze ontmoetten elkaar alleen nog om het oude te herhalen.
Virginia Woolf (To the Lighthouse)
Elke zomer worden de oude mensen kleiner terwijl de kinderen groter worden. Volgens Josh is er maar een bepaalde lengte beschikbaar op aarde en verwisselen de centimeters alleen van eigenaar.
Nathan Englander (What We Talk About When We Talk About Anne Frank)
Maandag stierf hij, 102 jaar oud: Ronald Coase, de man die zijn afkeer van de wiskundige modellen in de economie aldus formuleerde: 'Als je de gegevens maar lang genoeg martelt, zullen ze toegeven'.
Ronald H. Coase
Het oude geloof zal weer in ere worden hersteld, de geheime kennis van de natuur, van het demonische. We zullen het christelijke vernis afwassen en een religie naar voren brengen die eigen is aan ons ras.
Adolf Hitler
Fictie wordt een model voor de werkelijkheid. Het oude idee van 'ars aemula natura' is achterhaald. 'Life imitates art', zoals Oscar Wilde zegt. Fictie is geen afspiegeling van ons dagelijks leven, het is andersom. (p.414)
Ilja Leonard Pfeijffer
Ik zie de Bibliothecaresse dagelijks, maar de leegte in mij blijft. Ik lees de oude dromen in de Bibliotheek. Zij zit naast me. We eten samen. Ik breng haar naar huis. We praten over van alles. Mijn droefheid schijnt alleen maar erger te worden, zich te verdiepen, hoe onredelijk dat ook is. Het gevoel van verlies wordt steeds sterker, elke keer als we elkaar ontmoeten. Het is een put die nooit gedempt zal worden. Het is een donker, ondraaglijk somber gevoel.
Haruki Murakami (Hard-Boiled Wonderland and the End of the World)
Het zou allemaal veel makkelijker zijn als ik een doel had, wat denk jij? Een vraagje: heb jij wél een doel in je leven?' Albrecht dacht na. Had hij in deze verwarrende tijd al zijn eigen plaats gevonden, had hij, jong en gezond als hij was, een helder doel voor ogen? Nee, hij liep maar wat rond en dacht hoogstens aan de volgende dag, hoe hij geld kon verdienen en kon leven en niemand tot last was, meer niet, iets groots zag hij niet gebeuren. Hij stond hoogstens af en toe stil in zijn gejaagde leventje om even op adem te komen, dan maakte hij zich los uit zijn dagelijkse routine en was hij een paar dagen tot niets meer in staat en lag hij als een dode op bed, ongestoord. Dat duurde maar kort en dan was hij weer de oude.
Hans Keilson (Life Goes On)
Een prima plek om een schat te begraven, zei Sebastian. Ik zou op elke plek waar ik gelukkig ben geweest iets kostbaars willen begraven, en dan kom ik, als ik oud en lelijk en ellendig was geworden, terugkomen en het opgraven en me alles weer herinneren.
Evelyn Waugh
De periode waarin mijn ouders het bezit van een mobiele telefoon met elkaar deelden, was te kort geweest voor mijn vader om het gebruik ervan in veel detail aan mijn moeder uit te leggen. Dat kwam mooi uit, want mijn moeder is niet geïnteresseerd in hoe dingen werken. Ze wil alleen maar dát het werkt. Dat is het mooie aan oud worden: je leert de overbodigheid van kennis waarderen. Na mijn vaders dood hield mijn moeder de gsm. Nu kan ze opnemen, bellen, haar prepaidkaart laden en zelfs sms'en. Het instellen van de voicemail daarentegen is een concept dat haar idee van de maakbare wereld ver overstijgt. Dus toen ik mijn moeder belde was het mijn vader die opnam. Het deed goed zijn stem weer te horen. Alleen jammer dat hij ook nu weer zei dat hij eventjes niet bereikbaar was.
Ivo Victoria (Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het mij spijt))
Ik ben niets meer, niets meer van mijzelf, geen gedachte, geen gevoel, ik ben alleen de oppervlakte, waar de zon mij raakt; de oude huid van de slang, waaruit ze is verdwenen. Zo is het eenvoudig te bestaan: als afgeworpen omhulsel van een kronkelende inwendigheid.
Patricia De Martelaere (Nachtboek van een slapeloze)
Als je wat langer meegaat, dan ontdek je dat soort dingen.' Ik schopte een steentje weg. 'Bedoel je met "wat langer" "een heel lange tijd"?' Ze knikte. 'Hou oud ben je eigenlijk?' vroeg ik. 'Elf.' Ik dacht even na. Toen vroeg ik: 'Hoe lang ben je al elf?' Ze glimlachte naar me.
Neil Gaiman (The Ocean at the End of the Lane)
Weinig oude mensen zijn tevreden, Irina. De meesten leven in armoede, met een gebrekkige gezondheid en zonder familie. Dit is de moeilijkste en kwetsbaarste fase van ons leven, erger nog dan je kinderjaren, want met de dag ga je verder achteruit en er wacht je geen andere toekomst dan de dood.
Isabel Allende (The Japanese Lover)
Daar is ’n dun skilletjie om ons brein wat ons in die hede anker. Maar soos ’n mens oud word, kom daar skeurtjies in die skil, soos ’n ou laken skif. Dan stroom die verlede daardeur, ontydig of nie. Dis hoekom oumense deurmekaar raak, of hulle konsentrasie swak word, of hulle dinge soos sleutels verloor.
Elsa Joubert (Spertyd)
I smelt him, smelt Johnny; for a second I thought - what? That he was there, was with me, that he wasn't...But I realised it was his perfume, the one I'd had made specially for him by an artisan perfumer in New York, his own custom-made one-off blend. It had been hideously expensive but I hadn't cared as long as it had pleased him. It was all intense essential oils, layer upon layer of labdanum, patchouli, vanilla, vetiver, ambrette, frankincense, myrrh, amber, Bulgarian rose absolute, Oud wood - the list was endless and beautiful, like a scented prayer. The woman had said some of the ingredients would keep their fragrance for a hundred years, would never die. Like me, he'd said, like us. I'd put some drops of the heavy dark oil on a couple of cotton wool pads and put them in the box when we got it, now the fragrance - strange, narcotic, archaic - filled the room like his ghost, embracing me in memories.
Joolz Denby (Wild Thing)
Het verlangen, de pijn van het gemis, het drama, dat was wat ik herkende als echt en waar. De rust, de gelijkmatigheid van het dagelijks bestaan, het gewone, daar keek ik op neer. Voor mij niet de verdoving die leven heet, dat lauwwarme voortbestaan in de hoop dat je zonder al te veel problemen oud wordt en doodgaat.
Marcel Möring (Eden)
Zijn goede bedoelingen werden gedwarsboomd door de onwankelbare starheid van Rebeca, die vele jaren van leed en ellende nodig had gehad om de voorrechten van de eenzaamheid te verkrijgen en die niet van plan was daarvan af te zien in ruil voor een oude dag welke verstoord zou worden door de valse aantrekkelijkheid van een anders medelijden.
Gabriel García Márquez (One Hundred Years of Solitude)
Wat vermodderd was, was vermodderd: het leven, eenmaal vergooid, was niet meer terug te winnen.
Louis Couperus (Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan...)
Ze zaten op de banken en in rolstoelen naar de radio te luisteren, hun doffe ogen gericht op de vissen of op niets of op iets dat ze lang geleden hadden gezien.
Thomas Harris (Red Dragon (Hannibal Lecter, #1))
Zijn kennis van vreemde talen was nihil. Eigenlijk moest hij dood.
Gerard Reve (Oud en eenzaam)
En toen met eenige variatie herhaalde i zijn oude rêverie over 't water. Van 't water dat maar altijd naar 't westen stroomde, dat iederen avond naar de zon stroomde. In Nijmegen liep een ouwe dokter rond, die drie-en-vijftig jaar lang 's morgens op 't zelfde uur dezelfde wandeling had gemaakt. Over 't Valkhof en aan de Noordzijde naar beneden en de Waalkade af tot aan de brug. Dat is meer dan 19300 maal. En altijd stroomde 't water naar het westen. En dat beteekende nog niets. Het heeft zeker honderd maal drie en vijftig jaar naar dien kant gestroomd. En langer. Nu ligt de brug er over. Nog maar kort, nog maar wat jaren. En toch heel lang. Ieder jaar is 356 dagen, tien jaar is 3650 zonnen. Iedere dag is 24 uur, en ieder uur gaat er meer door de hoofden van al die tobbende menschen dan je in duizende boeken zou kunnen opschrijven. Duizende tobbers die de brug gezien hebben, zijn nu dood. En toch ligt i er nog maar kort. Veel, veel langer stroomde het water daar. En er was een tijd toen dat water er niet stroomde. Die tijd is nog veel langer geweest. Dood zijn die tobbers gegaan bij honderde en honderde millioenen. Wie kent ze nog? En hoeveel zullen er sterven na dezen? Ze tobben maar, tot God ze wegraapt. En je zou denken: God zou ze een lol doen als i ze plotseling te grazen nam. Maar God weet beter dan jij of ik. Tobben willen ze, blijven voorttobben. En onderwijl gaat de zon op en onder, de rivier daar stroomt naar 't Westen en blijft stroomen tot daar ook een eind aan komt.
Nescio (De Uitvreter)
En trouwens, alleen al hoe ze elkaar begroetten! Ze pakten elkaars handen vast. Is dat normaal? Het moet onhygiënisch zijn en bovendien zo intiem dat het beschamend is. Ekaars lichamen zo aan te raken, opzettelijk! Ze beweerden dat het een heel oude begroeting was, die ze nieuw leven hadden ingeblazen, maar je hoefde het niet te doen als je niet wilde, je werd nergens toe gedwongen.
Karin Boye (Kallocain)
Maar ik wou even alleen zijn met mijn grootmoeder, voor het laatst. In een cafetaria vol lekkende mensen, en jengelende kinderen die andere bezoekers hadden meegebracht, ter compensatie, of om er de nadruk op te leggen dat het leven van de oude doorgegeven was, als stokjes in een eeuwige estafette waar niemand de zin van kent maar waar men zich aan vastklampt in de grote helaasheid der dingen.
Anonymous
Mijn grootvader was oud en wilde niet meer leven. Ik vond dat raar. Wilde hij dan ook niet meer weten hoe het verderging met de wereld? En met mij? En wilde hij dan ook nooit meer een avontuur beleven? Of iets lekkers eten? Ik zou dat verschrikkelijk vinden. Maar mijn grootvader vond dat niet. 'Het is mooi geweest', zei hij. Alsof het niet nog mooier kon worden. Dat kon altijd. Dat wist ik zeker.
Toon Tellegen (Mijn avonturen door V. Swchwrm)
Wat is er mis met dat verlangen en dat nodig hebben? Niets. En de gapende afstand tussen de plek waar je bent en je oorspronkelijke voorstelling hoeft niet per definitie mislukking in te houden. Teleurstelling hoeft niet teleurstellend te zijn. Het verlangen, het nodig hebben, de afstand, de teleurstelling: groeien, weten, toewijden, naast elkaar oud worden. Je kunt heel goed alleen leven, maar niet een leven lang.
Jonathan Safran Foer (Here I Am)
Hoe zouden wij die oude mythen kunnen vergeten die aan de wieg van alle volkeren staan – de mythen over draken die op het allerlaatste ogenblik in een prinses veranderen; misschien zijn alle draken uit ons leven wel prinsessen die er alleen maar op wachten ons eens mooi en moedig te zien. Misschien is al het verschrikkelijkste in diepste wezen wel het hulpeloze dat ons om hulp vraagt. Borgeby Gård Flädie, Zweden, 12 augustus 2017
Rainer Maria Rilke (Letters to a Young Poet)
Joden moesten de Tora strikter naleven dan ooit tevoren. Het was niet langer voldoende geen moord te plegen, ze moesten ook hun woede inhouden. Niet alleen overspel was verboden, een man mocht zelfs niet begerig naar een vrouw kijken. De oude wetten van vergelding - een oog voor een oog en een tand voor een tand - werden opzij gezet: de joden moesten nu zelfs wie hen op de rechterwang sloeg, hun linkerwang toekeren en hun vijanden liefhebben.
Karen Armstrong (The Bible: A Biography (Books That Changed the World))
De katholieke voorvechter voor de bevrijding van de slaven was de Franse kardinaal Lavigerie, Aartsbisschop van Carthago en Algiers. In 1868 had hij de congregatie van de witte paters opgericht, met als missie het in tot dan toe ontoegankelijke gebied van Afrika paal en perk te stellen aan de slavernij. Dat onbekende gebied liep van de zuidgrens van de Soedan tot aan de Engelse koloniën van Zuid Afrika in zijn volle breedte. De eerste karavaan die Centraal-Afrika bereikte vertrok in 1868 vanuit Marseille, de reis ervaringen waren van die aard dat Lavigerie zijn mensen liet begeleiden door gewapende oud Zoeaven, zij hadden in Italië de Pauselijke staten verdedig tegen de nationalistische legers van Garibaldi die vochten voor de eenwording voor Italië, de Pauselijke troepen verloren die strijdt en de Zoeaven, waaronder veel Nederlanders die staatloos waren geworden keerde naar huis terug, daardoor waren de eerste Nederlanders die de Afrikaanse binnenlanden binnentrokken 3 Zoeaven. 
Marga Kerklaan (Het einde van een tijdperk: 130 jaar belevenissen van Nederlandse missionarissen)
Alle goden en duivels die ooit hebben bestaan, of het nu bij de Grieken en Chinezen of bij de Zoeloe's is, zij huizen allen in ons, zijn aanwezig, als mogelijkheden, als wensen, als uitwegen. Als de mensheid zou uitsterven op een kind na dat op de helft van zijn ontwikkeling is blijven steken en dat geen enkel onderwijs heeft genoten, dan zou dat kind de gehele loop der dingen terug vinden, het zou goden, demonen, paradijzen, geboden en verboden, oud en nieuw testament, alles zou het weer kunnen voortbrengen.
Hermann Hesse (Demian. Die Geschichte von Emil Sinclairs Jugend)
Leeftijd was een soort schild, had Norbert gemerkt. Grote delen van de mensheid namen je niet langer bewust waar boven de leeftijd van zestig en het deed er steeds minder toe wat je zei of deed. Ver in de zeventig zijn, betekende dat je je op elk moment gewenst onzichtbaar kon maken. Hij dacht weleens dat oude dames daarom voordrongen bij de bakker en in de rij van de bus, als om te zeggen 'Ik ben er no, let op mij' Norbert zelf had geen enkele behoefte deze plek op te eisen. Liet hem maar lekker zacht zitten zo in het donker.
Marloes Kemming (Het kleine leven van Norbert Jones)
Wat me vooral stoort, is dat ik een universitair diploma in de oude geschiedenis heb van een gereputeerde universiteit, maar dat ik nog nooit van die discussies had gehoord. In die vier jaar aan de universiteit heb ik niets geleerd over de Feniciërs of de Carthagers - laat staan de Perzen - want we waren te zeer bezig met de Grieken en Romeinen, die we om behoorlijk absurde redenen als onze grootouders beschouwen, terwijl we onze overgrootouders in de rest van het Middellandse Zeegebied in de zak van de slechteriken hebben gestopt.
Jorn De Cock (Arabische Lente - Een reis tussen revolutie en fatwa)
Alleen in mijn gedichten kan ik wonen, Nooit vond ik ergens anders onderdak; Voor de' eigen haard gevoelde ik nooit een zwak, Een tent werd door den stormwind meegenomen. Alleen in mijn gedichten kan ik wonen. Zoolang ik weet dat ik in wildernis, In steppen, stad en woud dat onderkomen Kan vinden, deert mij geen bekommernis. Het zal lang duren, maar de tijd zal komen Dat voor den nacht mij de oude kracht ontbreekt En tevergeefs om zachte woorden smeekt, Waarmee 'k weleer kon bouwen, en de aarde Mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de Plek waar mijn graf in 't donker openbreekt.
J. Slauerhoff (Verzamelde Gedichten)
En dan wordt je lichaam oud; niet in één keer, nee, eerst worden je ogen oud, of je benen, je maag, je hart. Zo wordt een mens oud, in delen. En dan begint opeens de ziel oud te worden; want al is het lichaam gebrekkig en bederfelijk, de ziel koestert nog verlangens en herinneringen, zij zoekt blijdschap en voelt vreugde. En als dzt verlangen naar vreugde voorbij is, blijft er niets anders over dan herinneringen of ijdelheid en dan word je werkelijk oud, onherroepelijk en definitief. En op een dag word je wakker, je wrijft in je ogen en weet niet meer waarvoor je wakker geworden bent.
Sándor Márai (Embers)
Wijze mensen' hebben op verschillende manieren een soms betekenisvolle rol in de menselijke aangelegenheden gespeeld, maar wezenlijk is dat het altijd oude mensen waren, die op het punt stonden uit de wereld te verdwijnen. Hun wijsheid, verworven vlak voor hun verscheiden, kan niet heersen over een wereld die blootgesteld is aan de niet aflatende agressie van de onervarenheid en 'dwaasheid' van de nieuwkomers, en zonder deze verstrengeling van nataliteit en mortaliteit, die voor verandering zorgt en het heersen van de wijsheid onmogelijk maakt, zou de mensheid al lang geleden uitgestorven zijn, ten prooi aan onverdraaglijke verveling.
Hannah Arendt (Het waagstuk van de politiek)
Want niet alleen God is voor de wereld verloren gegaan, maar ook de duivel. Zoals het kwaad op verwensbeelden wordt geschoven, zo wordt het goede geschoven op wensbeelden die men vereert omdat ze datgene doen wat men zelf ondoenlijk vindt. Men laat andere mensen zwoegen terwijl men vanaf een zitplaats toekijkt, dat is de sport; men laat mensen de eenzijdigste overdrijvingen te berde brengen, dat is het idealisme; men schudt het kwaad van zich af en degenen die ermee worden bespat, dat zijn de verwensbeelden. Zo krijgt alles op de wereld zijn plaats en zijn ordening, maar deze techniek van heiligenverering en zondebokkenmesterij door afschuiven is niet ongevaarlijk, want ze vervult de wereld met de spanningen van alle onuitgevochten innerlijke conflicten. Men slaat elkaar dood of verbroedert zich zonder ooit zeker te weten of men dat in volle ernst doet, omdat men immers een deel van zijn wezen buiten zichzelf heeft, en alle gebeurtenissen schijnen zich half vóór of achter de werkelijkheid te voltrekken, als een spiegelgevecht van de haat en de liefde. Het oude geloof in demonen, dat voor al het goede en het slechte waarmee men te maken kreeg de hemelse of helse geesten aansprakelijk stelde, werkte veel beter, accurater en netter, en men kan slechts hopen dat wij daar met de voortschrijdende ontwikkeling van de psychotechniek weer naar terug zullen keren.
Robert Musil (Der Mann ohne Eigenschaften: Erstes Buch)
[Over het schrijverschap] doordat je je hebt ontworsteld aan de geijkte rommannetjes-makerij, die, volgens alle ongetalenteerden, bestaat uit 'een verhaal', met 'een begin', een 'ontwikkeling' en 'een eind', vanzelfsprekend en verrassingloos verlopend van A naar Z. Schrijven verloopt immers niet met behulp van bestaande plattegronden en via van tevoren uitgestippelde routes. Schrijven heeft te maken met de krochten die in jezelf zitten, met het te voorschijn halen van de schatten die zich daarin bevinden: dat te doen zonder zuurstofmasker, zonder bespijkerde schoenen, zonder een koffertje bij je met daarin je tandenborstel, je lunspakket, I schone onderbroek en de foto van je gezinnetje.
Jeroen Brouwers (Kroniek van een karakter (Deel 2, 1982-1986: 'De oude Faust'))
I’m an overthinker. Many of us are. My mind gets racing a thousand miles a minute and I get anxious about my work, my career, or where I need to be in thirty minutes. Every day I need to shut down this machine and simply be still. Be aware of your breathing, really feel your breath going in, going out. Be aware of the feeling of the cloth on your shirt. Be aware of the grip on the steering wheel. Tell yourself--out oud--that the only thing that truly exists right now is this exact moment, and enjoy it, swim in it. Someone once said that your mind is like a raging river that’s full of debris, and when you’re floating in this river, you reach out and try to grab the branches and rocks. But what if you could climb onto the bank and watch the river? Suddenly you’re in a calm place. Maybe it sounds like a cliché to say, “Stop and smell the roses,” so I’ll tell you this instead: “Stop and watch the sunset.” Just the other night, driving home in L.A., I was struck by how beautiful the sky was--a dark blue canvas painted with strokes of bright orange and red. It was truly one of the most glorious sunsets I’d ever seen. I was stuck in traffic, worrying about one thing or another, and I just gazed out the window and drank it in. I let it fill my soul and inspire me. The world stopped revolving for just that split second, and my mind was still and calm. And to think, I could have missed it.
Derek Hough (Taking the Lead: Lessons from a Life in Motion)
I put a handful of Criollo beans into the grinder. Their scent is very far from sweet. I can smell oud, and sandalwood, and the dark scents of cumin and ambergris. Seductive, yet faintly unsavory, like a beautiful woman with unwashed hair. A moment in the grinder, and the beans are ready to use. Their volatile essence fills the air, freed from one form into another. The Maya tattooed their bodies, you know, in order to placate the wind. No, not the wind. The gods. The gods. I add hot water to the beans and allow them time to percolate. Unlike coffee beans, they release an oily kind of residue. Then I add nutmeg, cardamom and chili to make the drink that the Aztecs called xocoatl- bitter water. That bitterness is what I need.
Joanne Harris (The Strawberry Thief (Chocolat, #4))
Pijn had zij niet, dat is waar, een troostende gedachte kan ik het maar nauwelijks noemen. Uitgerekend zij moest eerst haar spraak verliezen. Uitgerekend zij moest nu haar leven verliezen bij gebrek aan eten. Was het twee jaar te laat? (‘Laat dat toch gaan. Laat dat oud menske gaan.’) Ik weet het nog steeds niet. Ik had de mooie momenten niet graag gemist. Maar nog liever had ik, met terugwerkende kracht, de gruwelijke uren en dagen uitgewist. In de eerste plaats voor haar. Nooit heb ik haar, naar mijn gevoel, meer verknochtheid en respect bewezen dan toen we haar eindelijk toelieten te gaan. Een mens staat maar bij één persoon echt in het krijt. Ik heb die lei toen schoongewreven. Misschien kan liefde maar één ding echt. Uit liefde doden.
Tom Lanoye (Sprakeloos)
Ik heb een hele tijd geen borrel gedronken, zei Frits. Hoe lang niet? vroeg Joosje, die de benedenschuif van de kachel opende. Zeker in geen vier weken, zei hij. Het is slecht, een hoop ellende komt ervan, zei de oude. Ze hield een krant opgevouwen in de hand. Het is heel ongezond, het lichaam wordt ermee verwoest. Nou, zei Frits, dat is niet zo. Je moet niet geregeld drinken, maar eens in de paar maanden je goed bezatten, dat is gezond zeggen moderne medici. De moderne wetenschap zegt, dat het lichaam van tijd tot tijd uit zijn evenwicht gebracht moet worden, eens goed moet worden vergiftigd. Ja, die moderne wetenschap, zei de dame. Als ik gedronken heb, zei hij, voel ik me natuurlijk lollig. De volgende dag heb ik de kater, daar is niets aan te doen. Maar de dag daarop, de derde dag, dan voel ik me goed! Het is of ik dan ben herboren.
Gerard Reve (De avonden)
Ghazal !يا لطيف (Ya Lateef!) - 1942- A lot more malaise and a little more grief every day, aware that all seasons, the stormy, the sunlit, are brief every day. I don’t know the name of the hundredth drowned child, just the names of the oligarchs trampling the green, eating beef every day, while luminous creatures flick, stymied, above and around the plastic detritus that’s piling up over the reef every day. A tiny white cup of black coffee in afternoon shade, while an oud or a sax plays brings breath and relief every day. Another beginning, no useful conclusion in sight‚— another first draft that I tear out and add to the sheaf every day. One name, three-in-one, ninety-nine, or a matrix of tales that are one story only, well-springs of belief every day. But I wake before dawn to read news that arrived overnight on a minuscule screen , and exclaim يا لطيف every day.
Marilyn Hacker
Hij aarzelde even en vervolgde toen: 'Maar belangrijker is dit. U moet de invloed die het verleden op het heden en op de toekomst heeft niet onderschatten. Wij bewandelen vanaf onze geboorte geen rechte weg, maar trekken, hoe ouder we worden, steeds meer cirkelvormige paden. Elke stap voorwaarts wordt als het ware gevolgd door twee stappen opzij en drie stappen terug. De ziel kent een ander tijdmechanisme dan de klok op de schouw. Hoe meer zij aan jaren wint, hoe sneller zij achteruit begint te lopen. Met de jaren verwerven we daarmee de mogelijkheid om dichter naar onze oorsprong terug te keren. Dat kan soms een kalme berusting schenken, maar het kan ook oude wonden openrijten. Meestal komen deze herinneringen aan pijnlijke gebeurtenissen tijdens periodes van emotionele verwarring naar boven. Om die een plaats te geven, moeten we het verleden als bron serieus nemen. Ouder worden betekent feitelijk niets anders dan vrede sluiten met de jeugd.
Joke J. Hermsen (De liefde dus)
Totale loyaliteit is alleen mogelijk wanneer trouw geheel ontdaan wordt van elke concrete inhoud, die gemakkelijk aanleiding kan geven tot andere gedachten. De totalitaire bewegingen hebben, elk op hun eigen manier, hun uiterste best gedaan om zich te ontdoen van de specifieke, concrete inhoud van partijprogramma's, die ze overgeërfd hadden uit eerdere, niet-totalitaire stadia van hun ontwikkeling. Hoe radicaal de doeleinden van deze programma's ook geformuleerd worden, ze zijn te specifiek en bevestigen niet zonder meer de aanspraak op wereldheerschappij. Elk politiek programma dat zich met meer specifieke zaken inlaat dan 'ideologische kwesties met een belang op termijn van eeuwen' vormt voor het totalitarisme een belemmering. Hitlers grootste verwezenlijking in de organisatie van de nazibeweging was dat hij de beweging bevrijdde van de last van het oude partijprogramma, niet echter door het te wijzigen of officieel af te schaffen.; hij weigerde eenvoudigweg over de punten ervan te praten of the disussiëren.
Hannah Arendt (The Origins of Totalitarianism)
Misschien staat alles wel in het teken van een groot moederschap, als een gemeenschappelijk verlangen. De schoonheid van de maagd, een wezen dat (zoals u het zo fraai uitdrukt) ‘nog niet heeft opgeleverd’, bestaat in het moederschap, dat zichzelf voorvoelt en voorbereidt, dat vrees en verlangens koester. En de schoonheid van de moeder bestaat in een dienend moederschap, en in de oude vrouw leeft een grote herinnering voort. En ook in de man is moederschap, lijkt me, zowel lichamelijk als geestelijk; zijn verwekken is ook een soort baren, en baren is het als hij uit zijn meest persoonlijke rijkdom creeert. En misschien zijn de seksen wel verwanter dan men denkt, en de grote vernieuwing van de wereld zal er misschien wel in bestaan dat de man en het meisje, bevrijd van alle valse gevoelens en gevoelens van onlust, elkaar niet als hun tegenpool zullen zoeken, maar als broer en zus en als buren, en dat zij zich als mens zullen aaneensluiten om eenvoudig, ernstig en geduldig de hun opgelegde zware last van hun seksualiteit gezamenlijk te dragen. - Thans in Worpswede bij Bremen, 16 juli 1903
Rainer Maria Rilke (Letters to a Young Poet)
Wat ik 'vermoeidheid' noem is ouderdom, en daarvoor bestaat geen rust behalve de dood. Wat is het ergst van al dit 'slecht want strijdig met de natuur'? Jong zijn en je genot ontzeggen of oud zijn en het nog steeds zoeken? Er zijn zekere geneugten van het vlees die het ouder wordende lichaam steeds vergeefser najaagt als het er zich in zijn jeugd niet aan bedronken heeft. Te kuise jongelingsjaren leiden tot liederlijke ouderdom. Het is waarschijnlijk gemakkelijker af te zien van wat men heeft gekend dan van datgene waarover men fantaseert. Men heeft hierin geen spijt van wat men heeft gedaan, maar van wat men niet heeft gedaan en zou hebben kunnen doen. En die spijt krijgt dan zelfs de donkere kleur van wroeging. Ik heb het gevoel dat ik ook hierin het meest tot onthouding gebracht word door redenen van esthetische aard. Oude handen verdorren wat zij strelen, dunkt me, maar ze hebben hun eigen schoonheid wanneer ze zich vouwen in gebed. Jonge handen zijn gemaakt voor liefkozingen en de mantel der liefde, het is jammer ze te vroeg samen te vouwen. Ja, die in gebed gevouwen handen verzinnebeelden fraai de mystieke omhelzing van het ongrijpbare, als de verliefde armen in het luchtledige grijpen omdat de realiteit ontglipt en er niemand is.
André Gide (Journals 1889-1949)
Maar je ziet het als je oefent. Je contouren die dunner worden, je silhouet dat vervaagt. Je bent nog niet helemaal verdwenen. Dat duurt een hele poos. Jaren. Maar je verdwijnt. Je verdwijnt voor jezelf, wordt een ander, elke dag. Je bent niet wie je ooit was. De microscopisch kleine cellen die je gezicht vormen op de foto die je ouders in de kamer hebben hangen, zijn weg, vervangen door nieuwe. Je bent niet meer wie je was. Maar ik ben er nog wel, de atomen wisselen van plek. Zo is het ook met de mensen van wie je houdt. Met bijna stilstaande snelheid verkruimelen ze in je armen en je zou willen dat je je aan iets bestendigs in hen kon vastklampen, hun skelet, hun tanden kon vastpakken, de hersencellen, maar dat kun je niet, want bijna alles is water en het heeft geen zin dat vast te houden. Alle sporen verdwijnen, stukje bij beetje. En later verdwijnen de sporen die ze hebben achtergelaten, het huis waarin ze woonden, de tekeningen die ze voor je maakten, de woorden die ze op briefjes schreven. De herinneringen waarmee je achterblijft zullen uiteindelijk ook loslaten, als oud behang, en mettertijd zal het niet meer mogelijk zijn om antwoord te geven op de vraag of er op deze planeet aan de rand van dit perifere zonnestelsel ooit leven is geweest.
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
De Britse premier David Cameron, die ondertussen al ontslag heeft genomen, gaat straks de geschiedenis in als de kinkel die pokerde en verloor. De voorstanders van een brexit met een aantal racisten als voortrekkers (stijl Nigel Farage en Boris oh nson) hebben hun slag thuisgehaad waardoor het Verenigd Koninkrijk nooit nog kan terugkeren in de EU. De leuze "Storm is raging over het Channel, the continent is isoltated" heeft het gehaald. Het fiere Albion is teruggekeerd. Dat de Briiten Europa de rug toekeerden is al bij al verstaanbaar. De EU is een grijs en onaantrekkelijk Europa gedomineerd door bureaucraten en gekenmerkt door een groot democratisch deficit. Maar win werkelijkheid stemden de Britten over een heel ander pijnpunt, over de vreemdelingenkwestie. Misleid door alle leugens die de leavers schaamteloos voor waarheid verzwendelden. Het grootste nadeel van de exit is dat Europa nu niet langer nog kan dromen van een sterk Europees leger dan zich bewapent met Europese tuigen i.p.v. Amerikaanse, en dat het nu nog meer vastzit aan de Verenigde Staten voor zijn veiligheid. En als daar Donald Trump de presidentsverkiezingen wint dan wordt de wereld waarin wij leven op slag een flink stuk gevaarlijker dan die nu, met de islamfundamentalisten, al is. Ondertussen staan in het grijze Europa al andere racisten klaar - bijvoorbeeld Geert Wilders - om een exit uit Europa te eisen. De beurzen kleuren ondertussen bloedrood. Het Britse pond verloor 16 procent van zijn waarde. Wie à la baisse speculeerde op het pond heeft zijn inleg forst zien stijgen. Een oud klant van mij belde me zopas nog op dat hij 2,5 miljoen euro play money geriskeerd heeft en dat dit er nu 20,4 miljoen zijn geworden.
Jean Pierre Van Rossem
Vonkenregens spatten van de blokken op de wapperende handen bij het flakkerende vuur dat tegen oostenwind in woedt 't is daar het noorden, ander weer, een ander uur geen plaats daar voor kleine zorgen geen tijd voor schijnheiligheid harde dagelijkse strijd verspert de blik op morgen barre eenzaamheid de hardste mannen jagen buiten in hun vacht in weer en wind en bij het licht van zuster maan oude buren werden rovers je moet er achteraan het is daar God en het bestaan in vormeloze hutten waar hulpeloze vaders babydochters verwelkomen en waar vrouwen zonen baren, zonder dokter, zonder morren men ontvangt daar nooit bezoek of 't is een team van de VN haast onmiddellijk gevolgd door een ploeg van CNN het is daar een ander uur in de historie en het leven meestal niet van lange duur waar mensen wonen Maar in de schemer sidderen de warme handen in de schemer de verliefde jonge blik in de schemer tast de tong op jonge tanden in het schemerlicht Meer naar het zuiden heersen hitte en het zand van de woestijn een oude vorst van kwade faam het is daar droog en heet, elk voorwerp heeft nog steeds zijn oude naam de kookpot en de kussens (die soms zetel zijn soms bed), een fles cola, de tv stromend water is er niet en striemend brandt de hete zon want waar kwamen ze vandaan van een land meer naar het noorden dat door oorlog werd geteisterd en door honger werd geveld land waarvan de naam heet opwelt in de tranen voor degenen die gedood zijn of in de hoge golven zijn verdwenen naam die opwelt in de tranen van degenen die het haalden over heel de ruige zee tot aan dit droge hete land waar het welkom minder warm was dan ze hadden mogen hopen na vele dagen varen en vele dagen lopen - p. 91+92 / Code (album)
Thé Lau (Open: De teksten 1979-2014)
The Biggest Property Rental In Amsterdam Amsterdam has been ranked as the 13th best town to live in the globe according to Mercer contacting annual Good quality of Living Review, a place it's occupied given that 2006. Which means that the city involving Amsterdam is among the most livable spots you can be centered. Amsterdam apartments are equally quite highly sought after and it can regularly be advisable to enable a housing agency use their internet connections with the amsterdam parkinghousing network to help you look for a suitable apartment for rent Amsterdam. Amsterdam features rated larger in the past, yet continuing plan of disruptive and wide spread construction projects - like the problematic North-South town you live line- has intended a small scores decline. Amsterdam after rated inside the top 10 Carolien Gehrels (Tradition) told Dutch news company ANP that the metropolis is happy together with the thirteenth place. "Of course you want is actually the first place position, however shows that Amsterdam is a fairly place to live. Well-known places to rent in Amsterdam Your Jordaan. An old employees quarter popularised amang other things with the sentimental tunes of a quantity of local vocalists. These music painted an attractive image of the location. Local cafes continue to attribute live vocalists like Arthur Jordaan and Tante Leeni. The Jordaan is a network of alleyways and narrow canals. The section was proven in the Seventeenth century, while Amsterdam desperately needed to expand. The region was created along the design of the routes and ditches which already existed. The Jordaan is known for the weekly biological Nordermaarkt on Saturdays. Amsterdam is famous for that open air market segments. In Oud-zuid there is a ranging Jordan Cuypmarkt open year long. This part of town is a very popular spot for expats to find Expat Amsterdam flats due in part to vicinity of the Vondelpark. Among the largest community areas A hundred and twenty acres) inside Amsterdam, Netherlands. It can be located in the stadsdeel Amsterdam Oud-Zuid, western side from the Leidseplein as well as the Museumplein. The playground was exposed in 1865 as well as originally named the "Nieuwe Park", but later re-named to "Vondelpark", after the 17th one hundred year author Joost lorrie den Vondel. Every year, the recreation area has around 10 million guests. In the park can be a film art gallery, an open air flow theatre, any playground, and different cafe's and restaurants.
dfbgf
Oude grijze sok, met liefdeloze pik en eikel, niet welkom.
Petra Hermans
Zijn benen passen maar moeilijk tussen de stoelen, alles in hem wil uitbreken. Hij drentelt in de smalle gangpaden heen en weer, manoeuvreert behoedzaam langs anderen die scheef in hun stoelen hangen en met een achterovergeklapt hoofd liggen te slapen. Tussen driehonderd mensen te zijn opgesloten roept een oud en verstikkend gevoel in hem op, evenveel zielen als in het dorp uit zijn jeugd. Ze zijn hem vreemd en toch moet hij hun intimiteiten verdragen.
Jannie Regnerus (Het wolkenpaviljoen)
Het ego zorgt ervoor dat je keuzes maakt die zo veel mogelijk waardering en succes opleveren en die wegblijven van de oude pijn. Maar die keuzes worden dus eigenlijk gemaakt vanuit angst – angst dat wanneer je helemaal jezelf zou zijn, zoals jouw ‘ware zelf’ naar het leven kijkt, dat je dan weer afgewezen wordt.
Suzette Hermsen (Lekker laten lullen)
Over 'Im Westen nichts Neues' van Remarque: 'Wat me het diepst heeft getroffen is het afschuwelijke spleen waardoor de jongeren van toen bevangen en overweldigd werden - de totale en meedogenloze verwoesting van hun jeugd en de verwachting die ze van het leven koesterden. De uitbeelding van die toestand beklemt me des te meer omdat ik dat gevoel in het laatste jaar zelf heb leren kennen - dat gevoel dat er iets verknoeid is, dat ik nooit de weg zal gaan die ik me heb voorgesteld te zullen gaan. Tegelijk met de zekerheid dat het verleden dood is draag ik de twijfel aan de toekomst in me mee. Soms voel ik me oud - en ik ben pas 20 jaar.
Hanny Michaelis (De wereld waar ik buiten sta: Oorlogsdagboek 1942-1945)
Ik heb poffers, oud Hollands gebak in Amsterdam.
Petra Hermans
Het verleden nestelt zich in de uren aan het einde van de middag, daar gaat de tijd zichtbaar trager, slaapt in de hoeken, knijpt zijn ogen dicht, als een poes tegen het licht dat door de dunne jaloezieën naar binnen komt. Het is altijd in de namiddag als we ons iets herinneren, althans bij mij is dat zo. Alles zit 'm in het licht. Ik weet van fotografen dat het licht van de namiddag het meest geschikt is om foto's te maken. Het ochtendlicht is nog jong, scherp. Het licht van de namiddag is een oud licht, moe en traag. Het echte leven van de wereld en van de mens kun je beschrijven met het licht van enkele namiddagen, die de namiddagen van de wereld zijn.
Georgi Gospodinov
Ik wens de oude arts een zorgvuldige afrekening.
Petra Hermans
It takes a breath too—maybe with the plaint of a violin, the call of the ney, or the quiver of an oud—and settles so gently on my heart.
Susan Abulhawa (Against the Loveless World)
De oude en de jonge vrouw zochten elke dag naar een punt tussen te weinig en te veel.
Marieke De Maré
The lyrics of Um Kulthum, the plaint of a ney, the melody of a qanuun or the rasp of an oud are the sounds of my life.
Susan Abulhawa (Against the Loveless World)
Als ik ernaar kijk, denk ik aan de vier eeuwen oude lariksen: één eeuw in het bos en de overige drie om een huis overeind te houden, en dat lijkt me de edelste dienst die een boom een mens kan bewijzen.
Paolo Cognetti (De buitenjongen)
Niettegenstaande is een oud Hollandsch woord.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
De oude kopjes van dagen kregen een andere waarde.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Hier is de tijd van de grote schoonmaak aangebroken. Het luchtig decor van dorre staketsels, die de tuin bij rijp en ijzel een kil maar feeëriek aanzien gaven en die droefgeestig leken te kermen in de wind, gaat onherroepelijk neer. Zondag jongstleden hebben we het verbleekt gebeente, omzichtig rondstappend want overal bleken groengele puntjes van de uitlopende bollen door de smeltende sneeuw heen te boren, aan stukken gekraakt en in een oude vuilnisemmer verbrand. De tuin was bij tijd en wijle gedompeld in een blauw waas waar we doorheen doolden als schimmen. Het is verwonderlijk zo'n nietig laagje als er op de bodem van de emmer overblijft van al dat uitbundige groene leven van verleden jaar zomer.
Jan Wolkers (De Onverbiddelijke Tijd)
Op mijn leeftijd ga je niet in één klap dood. Je bent als een huis waarvan de luiken worden gesloten, waar de meubels een voor een worden weggehaald, waar eerst het gas wordt afgesloten, dan het water, en ten slotte het licht, totdat de deur voor de laatste keer op slot wordt gedraaid en de sleutel wordt weggegooid. Een grappige gedachte. Niemand ziet het, maar ik glimlach.
Philippe Claudel (Een Duitse fantasie)
Dat degene komt die je verwacht hebt al die tijd en dat je je dan afwendt en je oren dichtdoet, gewoon omdat het niet bevalt, omdat het heel anders is dan je had gedacht. Dat ze helemaal tevergeefs voor jou stad en land heeft afgereisd met een hoofd vol littekens. Zou je God herkennen als hij langskwam? Of zou je je ook van hem afwenden omdat het niet om aan te zien is: een oude van dagen, afgesneden van het land der levenden, iemand met een last die te zwaar is. Te bedenken dat alles wat van mij is overgebleven voor die deur is afgezet.
Machteld Siegmann (De kaalvreter)
Ik ben alleen, maar verre van verloren. Soms zeg ik dat hardop tegen mezelf. Meestal kan ik erom lachen. Ik ben zesendertig. Dat is niet jong en ook niet oud. Ik kan heel goed autodansen en op hoge hakken lopen, risotto maken en lief zijn voor kleine dieren. Hoe dat precies moet, leven, daar ben ik nog niet helemaal achter, maar ik kan redelijk goed doen alsof. Dat is een begin, vind ik. Ik kan ook verdienstelijk uitleggen aan anderen hoe het misschien zou moeten, en daar wordt soms naar geluisterd, merk ik, wat mij dan een beetje verbaasd.
Griet Op de Beeck (Vele hemels boven de zevende)
Ik geloofde op mijn plaats te zijn in de geschonden stad. De verwoesting, de leegte, de moeizame pogingen tot herstel schenen mij in overeenstemming met mijn eigen zielstoestand. Wat zocht ik hier? Gemeenschap met anderen die zoals ik op een puinhoop moesten verder leven, voor de taak stonden met lege handen opnieuw te beginnen; saamhorigheidsgevoel; het besef van gelijkheid in het lijden, dat zou kunnen uitgroeien tot aanvaarding, tot hoop zelf. Want het is een voorrecht bewust de catastrofe te overleven, wanneer men eigen schuld en dwaling kent. Er is in de loop der jaren weinig van die bezieling overgebleven. Onbegrijpelijk snel went een mens aan de aanblik van ruïnen. Het carnaval, de stierenrennen, de volksfeesten worden het jaar rond gevierd, ondanks armoede en pest.(...) Ik voel mij niet meer thuis aan het hof van oude bekenden, en in die veranderde straten. Na iedere toch, ieder gesprek, wist ik maar één ding: dat ik volkomen alleen was.
Hella S. Haasse (The Scarlet City)
De oude hond Prins lag vanmorgen dood in zijn mand. Een zorg minder voor Katrien, of een verdrietje meer.
Saskia de Coster (Eeuwige roem)
La cathédrale engloutie Debussy Echo's ontwaken donker en gedempt als klokgelui uit lang verzonken steden. Uit diepten, raadselig en onbestemd, doemen de schimmen op van het verleden. De dromen die ik nooit ten einde droomde, en de contouren van een oud verhaal voegden zich samen tot een cathedraal die langzaam oprijst uit het overstroomde gebied Vergetelheid, omschenen door het bleke licht van de herinnering, een liefelijke, bovenaardse gloor: de glimlach van wat eens verloren ging... O Tijd, meedogenloze metronoom! Terwijl de laatste tonen traag weerklinken, zie ik het beeld dat oprees als een droom, opnieuw en onherroepelijk verzinken.
Hanny Michaelis (Verzamelde gedichten (Dutch Edition))
Teruggetrokken in de rust van het planetarium, terwijl een stoet van sterren, constellaties en melkwegen zich als een oude liefkozing uitstrooide op zijn dankbare ogen, bewonderde Manila het voorbijtrekken van die koude vuurbollen, die geen weet hadden van de menselijke angst, proper, arrogant, kalm op een verwoestende manier.
Ricardo Menéndez Salmón
Een mens kan een tijd lang kijken zonder te zien. Kijken kan Robert ook, maar het theebusje en the kaasschaaf herkennen kan hij niet. Hij kijkt zonder te zien, bedoel ik. Neem zelf de proef maar eens. Je drinkt altijd koffie van een bepaald merk en omdat dat in de drugstore opeens niet meer voorradig is, neem je een ander merk, een andere bus. Als je de volgende dag koffie wilt maken, zoek je overal naar de koffiebus. Het herinneringsbeeld van de oude bus is zo sterk dat hij de bus van het nieuwe merk, de aanwezige bus, vlak voor je neus op de keukenplank, onzichtbaar maakt. Om iets te zien moet je eerst iets kunnen herkennen. Zonder herinnering kun je alleen maar kijken. Dan glijdt de wereld spoorloos door je heen.
Bernlef J
Inmiddels is Luk bezig aan Ilse een verhaal te vertellen, over een kapper. Dat die dood is. 'En nog zo jong,' hoor ik Luk zeggen. 'Hoe oud was hij?' vraagt Ilse. 'Dat weet ik niet. Veertig. Tweeënveertig.' 'Zo jong nog?' 'Ja. Ik weet het niet. Drieënveertig misschien. Ik weet het echt niet precies hoe oud.
Herman Brusselmans (Vrouwen met een IQ (Dutch Edition))
Inmiddels is Luk bezig aan Ilse een verhaal te vertellen, over een kapper. Dat die dood is. 'En nog zo jong,' hoor ik Luk zeggen. 'Hoe oud was hij?' vraagt Ilse. 'Dat weet ik niet. Veertig. Tweeënveertig.' 'Zo jong nog?' 'Ja. Ik weet het niet. Drieënveertig misschien. Ik weet het echt niet precies hoe oud.' (...) 'Hij zei altijd zelf dat hij nooit oud zou worden,' zegt Luk. 'Het was alsof hij een voorgevoel had. Al jaren had hij dat.' Ik neem aan dat hij het nog altijd over de kapper heeft. 'Ja,' zegt Ilse, 'hij had iets... tragisch.' 'Dat klopt. Het is... Hij had... Hij zei vorige week nog tegen mij...' Luk begint te snikken. 'Wát zei hij tegen jou?' vraag ik. Ilse kijkt me strak aan: 'Laat hem even.' Ze legt haar arm om de schouder van Luk, die maar niet wil ophouden met snikken. (...) Ik kijk door het raam dat in de vierde muur zit en waardoor je de straat kan zien. Een politiewagen rijdt kalm voorbij, zonder sirene of niks. De traagste achtervolging ter wereld, denk ik in mezelf. Luk is opgehouden met snikken en gaat door over de dode kapper. 'Het is zo erg,' zegt hij, 'te sterven op zijn leeftijd.' 'Vooral voor hem,' mompel ik. 'Wat?' zegt Ilse, die haar arm van Luks schouder heeft weggenomen. 'Wat?' zeg ik. 'Ik vroeg wat je zei.' 'Wanneer?' 'Daarnet. Je zei iets.' 'Waar heb je het over? Ik zei helemaal niks. Ik heb praktisch nog geen woord gezegd sinds ik hier binnen ben.' 'Ach,' zegt Luk, 'niemand blijft eeuwig leven, waar of niet...?' 'Waar,' zeg ik.
Herman Brusselmans (Vrouwen met een IQ (Dutch Edition))
Benjamin voelde een neus aan zijn schouder snuffelen. Hij keek om. Het was Klaver. Haar oude ogen stonden doffer dan ooit. Zonder iets te zeggen trok zij zachtjes aan zijn manen en leidde hem naar het einde van de grote schuur, waar de zeven geboden geschreven stonden. Een paar minuten bleven zij staren naar de geteerde muur met de witte opschriften. 'Mijn gezicht wordt zwakker,' zei zij eindelijk. 'Zelfs toen ik jong was, kon ik niet lezen wat daar stond. Maar het lijkt me alsof de muur er anders uitziet. Staan de zeven geboden er nog net als vroeger, Benjamin?' Voor deze keer was Benjamin bereid met zijn oude gewoonte te breken en hij las haar voor wat er op de muur geschreven stond. Er stond nu nog slechts één enkel gebod, en dat luidde: ALLE DIEREN ZIJN GELIJK MAAR SOMMIGE DIEREN ZIJN MEER GELIJK DAN ANDERE DIEREN
George Orwell (Animal Farm)
Benjamin voelde een neus aan zijn schouder snuffelen. Hij keek om. Het was Klaver. Haar oude ogen stonden doffer dan ooit. Zonder iets te zeggen trok zij zachtjes aan zijn manen en leidde hem naar het einde van de grote schuur, waar de zeven geboden geschreven stonden. Een paar minuten bleven zij staren naar de geteerde muur met de witte opschriften. 'Mijn gezicht wordt zwakker,' zei zij eindelijk. 'Zelfs toen ik jong was, kon ik niet lezen wat daar stond. Maar het lijkt mij alsof de muur er anders uitziet. Staan de zeven geboden er nog net als vroeger, Benjamin?' Voor deze keer was Benjamin bereid met zijn oude gewoonte te breken en hij las haar voor wat er op de muur geschreven stond. Er stond nu nog slechts één enkel gebod, en dat luidde: ALLE DIEREN ZIJN GELIJK MAAR SOMMIGE DIEREN ZIJN MEER GELIJK DAN ANDERE DIEREN
George Orwell (Animal Farm)
Ilse zegt: 'Maar ik dacht dat je... Dat je - hoe heet het - vrij was. Dat je -' 'Dat ben ik ook. In overdrachtelijke zin. Er is een oud...' Ik zie de Japanners opstaan en weggaan - 'Een oud Japans spreekwoord dat zegt: Vrij hoef je niet alleen te zijn als je alleen bent. Het is dan ook in die zin dat ik het begrip 'vrijheid' koester.
Herman Brusselmans (Vrouwen met een IQ (Dutch Edition))
Ik keer me om, bekijk haar. Ze zit te dommelen. Ze schrikt vrij heftig als haar telefoon zoemt. 'Shit,' zegt ze. Ze buigt voorover, neemt op. 'Ja?' zegt ze, en na een tijdje: 'Nee, twee valium van ... twintig milligram. Wat? Neem er dan vier van tien milligram, Jezus! Trouwens, weet je wat het met jou is? Jij moet eindelijk maar 'ns van dat wijf af! Waarom blijf jij daar in godsnaam bij? Heeft ze een gouden kut of zoiets? Jezus, ik zeg je al ongeveer... weet ik veel, vier maanden dat je van die teef af moet. Het is je eigen leven bla bla bla, maar als je dan toch hulp wil, wel dan is hier m'n hulp, makker: dump die geblondeerde hoer. (...) En slik nu vier tien milligram-pillen en ga daar mee door tot... tot je oud bent.' Ze legt neer, steekt nerveus een sigaret op, zegt: 'Loser.' Ze neemt een trek, blaast woest de rook weer uit en zegt dan: 'Jezus, ik haat mannen die zich laten manipuleren door vrouwen.
Herman Brusselmans (Vrouwen met een IQ (Dutch Edition))
Ik keer me om, bekijk haar. Ze zit te dommelen. Ze schrikt vrij heftig als haar telefoon zoemt. 'Shit,' zegt ze. Ze buigt voorover, neemt op. 'Ja?' zegt ze, en na een tijdje: 'Nee, twee valium van... twintig milligram. Wat? Neem er dan vier van tien milligram, Jezus! Trouwens, weet je wat het met jou is? Jij moet eindelijk maar 'ns van dat wijf af! Waarom blijf jij daar in godsnaam bij? Heeft ze een gouden kut of zoiets? Jezus, ik zeg je al ongeveer... weet ik veel, vier maanden dat je van die teef af moet. Het is je eigen leven bla bla bla, maar als je dan toch hulp wil, wel dan is hier m'n hulp, makker: dump die geblondeerde hoer. (...) En slik nu vier tien milligram-pillen en ga daar mee door tot... tot je oud bent.' Ze legt neer, steekt nerveus een sigaret op, zegt: 'Loser.' Ze neemt een trek, blaast woest de rook weer uit en zegt dan: 'Jezus, ik haat mannen die zich laten manipuleren door vrouwen.
Herman Brusselmans (Vrouwen met een IQ (Dutch Edition))
Ik keer me om, bekijk haar. Ze zit te dommelen. Ze schrikt vrij heftig als haar telefoon zoemt. 'Shit,' zegt ze. Ze buigt voorover, neemt op. 'Ja?' zegt ze, en na een tijdje: 'Nee, twee valium van ... twintig milligram. Wat? Neem er dan vier van tien milligram, Jezus! Trouwens, weet je wat het met jou is? Jij moet eindelijk maar 'ns van dat wijf af! Waarom blijf jij daar in godsnaam bij? Heeft ze een gouden kut of zoiets? Jezus, ik zeg je al ongeveer... weet ik veel, vier maanden dat je van die teef af moet. Het is je eigen leven bla bla bla, maar als je dan toch hulp wil, wel dan is hier m'n hulp, makker: dump die geblondeerde hoer. Of steek haar in brand. En slik nu vier tien milligram-pillen en ga daar mee door tot... tot je oud bent.' Ze legt neer, steekt nerveus een sigaret op, zegt: 'Loser.' Ze neemt een trek, blaast woest de rook weer uit en zegt dan: 'Jezus, ik haat mannen die zich laten manipuleren door vrouwen.
Herman Brusselmans (Vrouwen met een IQ (Dutch Edition))
Ik keer me om, bekijk haar. Ze zit te dommelen. Ze schrikt vrij heftig als haar telefoon zoemt. 'Shit,' zegt ze. Ze buigt voorover, neemt op. 'Ja?' zegt ze, en na een tijdje: 'Nee, twee valium van ... twintig milligram. Wat? Neem er dan vier van tien milligram, Jezus! Trouwens, weet je wat het met jou is? Jij moet eindelijk maar 'ns van dat wijf af! Waarom blijf jij daar in godsnaam bij? Heeft ze een gouden kat of zoiets? Jezus, ik zeg je al ongeveer... weet ik veel, vier maanden dat je van die teef af moet. Het is je eigen leven bla bla bla, maar als je dan toch hulp wil, wel dan is hier m'n hulp, makker: dump die geblondeerde hoer. Of steek haar in brand. En slik nu vier tien milligram-pillen en ga daar mee door tot... tot je oud bent.' Ze legt neer, steekt nerveus een sigaret op, zegt: 'Loser.' Ze neemt een trek, blaast woest de rook weer uit en zegt dan: 'Jezus, ik haat mannen die zich laten manipuleren door vrouwen.
Herman Brusselmans (Vrouwen met een IQ (Dutch Edition))
Het boek werd in het oude treinstel achtergelaten.
Petra Hermans
[...], een beetje zoals op die beroemde afbeelding van de oude Arthur Schopenhauer: taaie, grote karakters waarvan we onszelf vertellen dat ze nu niet meer bestaan omdat het leven de spartaanse soberheid verloren heeft waarin dergelijke temperamenten konden rijpen en gedijen. (p. 26-7)
Stefan Hertmans (War and Turpentine)
Je hebt de deuren nog niet horen dichtslaan. - Welke deuren? Ik neem aan dat je daar nog niet oud genoeg voor bent. Maar heel binnenkort zul je je realiseren dat er deuren worden gesloten voor alle levens die je had kunnen leiden, voor de kinderen die je had kunnen hebben, voor de plaatsten die je had kunnen bezoeken.
Nicky Pellegrino (One Summer in Venice)
Keep hib oud of here. Keep hib oud!
Elizabeth Enright (Then There Were Five (The Melendy Family, #3))
Ons was ’n spul skytbang seunskinders wat oorlog-oorlog moes speel maar daai dag het ek geweet dit was nooit ’n speletjie nie en dit sal nooit ’n speletjie wees nie. Ek het die lig in daai ou se oë sien afgaan, ek kon nie anders nie, ek moes na sy oë kyk want alles onder sy nek was ’n bloedige gemors. Ek was negentien jaar oud. Hy het nie veel ouer gelyk nie. Eers toe hy dood is, sien ek die brief in sy hand. Hy wou nie ’n wapen uitpluk nie, hy wou vir my ’n brief gee. Vir wat de fok wou hy dit vir MY gee?
Marita van der Vyver (Grensgeval (Afrikaans Edition))
En hoewel in de tweede fase van de dictatuur, de laatste vier jaar geleid door generaal Francisco Morales Bermúdez, het populisme enigszins werd ingetoomd, bleven de kranten en de radio- en televisiestations in handen van de staat, was politiek bedrijven onmogelijk en gloorde er geen sprankje hoop dat de democratie zou worden hersteld. De verbittering die sprak uit de brieven van oom Ataúlfo deed me pijn, zowel om hem als om de Peruanen van zijn generatie, die op hun oude dag moesten toezien hoe hun droom van een Peru dat vooruitgang boekte geen werkelijkheid werd maar daarentegen steeds verder uit het zicht verdween. De Peruaanse samenleving zonk dieper weg in armoede, onwetendheid en gewelddadigheid.
Mario Vargas Llosa (Travesuras de la niña mala)
Nu had ik de kans, de mogelijkheid om alles wat verkeerd was gelopen was weer goed te maken, opnieuw te beginnen. Ik hoopte denk ik dat hij gewoon binnen zou lopen, in een van de oude stoelen zou gaan zitten en dat dan het gesprek als vanzelf tegen de muren zou weerkaatsen, zoals dat het geval was geweest voordat ik vertrok. Ik zou willen dat alles had stilgestaan, zoals het stof van vorig jaar in de raamkozijnen. Maar bijna niets staat stil. Want de bergen heffen zich, de continenten verschuiven elk jaar, en oude vriendschappen roesten in de regen.
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
Gondález Videla, de verrader van Chili (Epiloog) 1949 Vanuit de oude cordilleras kwamen de beulen als beenderen, als Amerikaanse doornen op de ruige rug van een genealogie van rampen: ze werden aangesteld, geënt op de ellende van onze volkeren. Elke dag bevlekte het bloed hun mouwen. In de bergen werden ze als brute beesten gebaard uit onze zwarte klei. Zij waren de saurische tijgers, de glaciale tirannen, pas onlangs ontstaan uit onze grotten en onze nederlagen. Zo groeven ze de kaaksbeenderen van Gómez op onder de straten bezoedeld door vijftig jaar van ons bloed. Het beest verduisterde de gronden met zijn schoften toen het na de executies op zijn snor beet naast de Noord-Amerikaanse ambassadeur die hem thee inschonk. De monsters waren vuil, maar ze waren niet vuil. Nu, op de plek die het licht bestemde voor de zuiverheid, in het besneeuwde blanke vaderland van Araucanië, glimlacht een verrader op een verrotte troon. In mijn vaderland presideert de schande. Het is Gondález Videla, de rat die zijn haardos vol mest en bloed uitschudt over mijn aarde die hij verkocht heeft. Elke dag haalt hij het gestolen geld uit zijn zakken en denkt er aan of hij morgen land of bloed zal verkopen. Alles heeft hij verraden. Hij kroop als een rat naar de schouders van het volk en daar, knagend aan de heilige vlag van mijn land, krult hij zijn knaagdierenstaart en zegt tot de haciendahouder, de vreemdeling, de meester van de Chileense ondergrond: “Drink al het bloed van dit volk, ik ben de beheerder van de folteringen.” Trieste clown, miserabele kruising van aap en rat wiens staart ze in Wall Street kamden met pommade van goud, de dag is niet veraf dat je uit de boom valt en het hoopje vanzelfsprekend vuil wordt dat de voorbijganger op de straathoeken ontwijkt! Zo geschiedde. Het verraad werd Regering van Chili. Een verrader liet zijn naam in onze geschiedenis achter. Judas die doodshoofdtanden toont verkocht mijn broeder, gaf mijn vaderland vergif, stichtte Pisagua, sloopte onze ster, spuwde op de kleuren van een zuivere vlag. G abriel G ondález Videla. Hier zet ik zijn naam, opdat later, als de tijd de schande heeft uitgewist, als mijn vaderland zijn helder gezicht wast met tarwe en sneeuw, zij die hier de erfenis zoeken die ik als een groene vuurgloed in deze regels nalaat, ook de naam van de verrader vinden die de dodende beker gaf die mijn volk afwees. Mijn volk, volk van mij, neem je lot in handen! Sloop de gevangenis, slecht de muren die insluiten! Verpletter de g rimmige loop van de rat die beveelt in het Paleis: hef je op lansen naar de dageraad en laat op de hoogste top je woedende ster schitteren en de wegen van Amerika verlichten. (Willy Spillebeen)
Pablo Neruda (Canto General)
Nu had ik de kans, de mogelijkheid om alles wat verkeerd was gelopen was weer goed te maken, opnieuw te beginnen. Ik hoopte denk ik dat hij gewoon binnen zou lopen, in een van de oude stoelen zou gaan zitten en dat dan het gesprek als vanzelf tegen de muren zou weerkaatsen, zoals dat het geval was geweest voordat ik vertrok. Ik zou willen dat alles had stilgestaan, zoals het stof van vorig jaar in de raamkozijnen. Maar bijna niets staat stil. Want de bergen heffen zich, de continenten verschuiven elk jaar, en ouse vriendschappen roesten in de regen.
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
Ik nam het op tegen drie mogendheden.
Petra Hermans
Ik realiseerde me dat er in het land waar ik was geboren en waarvan ik me had afgewend op een manier die met de dag onomkeerbaarder was, veel mannen en vrouwen waren zoals hij, in wezen fatsoenlijke mensen die hun leven lang hadden gedroomd van een economische, sociale, culturele en politieke vooruitgang die de Peruaanse samenleving modern, welvarend en democratisch zou maken, met mogelijkheden voor iedereen, alleen om steeds weer te worden ontgoocheld en zich, net als oom Ataúlfo, op hun oude dag - al met één voet in het graf - verward af te vragen waarom we in plaats van vooruit te gaan achteruitgingen en er nu erger aan toe waren - met meer tegenstellingen, ongelijkheden, geweld en onveiligheid - dan toen hun leven begon.
Mario Vargas Llosa (Travesuras de la niña mala)
... terwijl ik mijn gezicht in de spiegel bekijk. Dat verandert van dag tot dag. Sommige dagen meer dan andere. Niet veel, natuurlijk, maar als je goed kijkt, als je oefent, je concentreert, dan kun je de minuscule veranderingen in de huid zien, de rimpel in mijn voorhoofd die in de loop van de nacht is veranderd, misschien maar een halve millimeter. Maar je ziet het. Als je oefent. Je contouren die dunner worden, je silhouet dat vervaagt. Je bent nog niet helemaal verdwenen. Dat duurt een hele poos. Jaren. Maar je verdwijnt. Je verdwijnt voor jezelf, wordt een ander, elke dag. Je bent niet meer wie je ooit was. De microscopisch kleine cellen die je gezicht vormen op de foto die je ouders in de kamer hebben hangen, zijn weg, vervangen door nieuwe. Je bent niet meer wie je was. Maar ik ben er nog wel, de atomen wisselen van plek, niemand kan de bokkensprong van de quarks controleren. Zo is het ook met de mensen van wie je houdt. Met bijna stilstaande snelheid verkruimelen ze in je armen en je zou willen dat je je aan iets bestendigs in hen kon vastklampen, hun skelet, hun tanden kon vastpakken, de hersencellen, maar dat kun je niet, want bijna alles is water en het heeft geen zin dat vast te houden. Alle sporen verdwijnen, stukje bij beetje. En later verdwijnen de sporen die ze hebben achtergelaten, het huis waarin ze woonden, de tekeningen die ze voor je maakten, de woorden die ze op briefjes schreven. De herinneringen waarmee je achterblijft zullen uiteindelijk ook loslaten, als oud behang, en mettertijd zal het niet meer mogelijk zijn om antwoord te geven op de vraag of er op deze planeet aan de rand van dit perifere zonnestelsel ooit leven is geweest.
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
De oude traditionele waarden en normen zijn allang geleden verkocht.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Ze hebben nooit geweten wat had kunnen gebeuren, wanneer oude zaken zich hadden doorgezet.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
In mijn jongde beschouwde ik oude menschen als zijnde van een bijzonder soort: alsof ze altijd oud geweest waren, en de jonge altijd jong zouden blijven.
Stijn Streuvels (Het leven en de dood in de ast)
Groote God, wat was het ellendig... dat aftakelen, dat oud worden, dat zich voortslepen van de dagen, de jaren; wat was het ellendig, dat alles wat je kreeg van het leven, je betalen moest met je jonge dagen eerst, en later met je oudere jaren - als was het leven een bank, waarop je wissels trok, - als was je bestaan een kapitaal, waarvan je leefde, en nooit spaarde een cent - zoodat, als je dood zoû zijn, je ook alles en alles verspild had...
Louis Couperus (De boeken der kleine zielen)
Bede Het is een voldoening te weten dat je goed hebt gehandeld, steeds je plicht hebt gedaan, je gegeven woord hebt gehouden en nooit meineed hebt gepleegd om een ander te bedriegen. Er wacht jou dan ook een lang leven vol vreugde, Catullus, na deze onbeantwoorde liefde. Alle goeds dat mensen elkaar kunnen zeggen of doen, heb jij gezegd of gedaan. Door haar verraad heb je al je vertrouwen verloren. Waarom je nog afmartelen? Verman je, trek je terug en maak jezelf niet ongelukkig tegen de wil van de goden. Het is lastig om een oude liefde op te geven, het is lastig, maar noodzakelijk. Dat is je enige redding, je enige kans op zege. Doe het of je nu kan of niet. Goden die vol mededogen al zovelen hebt bijgestaan in het aanschijn van de dood, red een ongelukkig mens die voorbeeldig heeft geleefd, van deze pest en plaag, van deze onlust die hem door merg en been drong en alle levensvreugde benam. Ik vraag niet dat zij me zou liefhebben of trouw zou zijn (dat is onmogelijk) ik wil alleen van haar genezen. Goden, gun mij die genade, ik heb mijn plicht gedaan. (Paul Claes)
Catullus
Zij was beminnelijk en hij beminde haar, / hij echter was niet beminnelijk / en zij beminde hem niet. (Een oud stuk)
Heinrich Heine
Iedereen had zijn eigen verhaal, maar het leven ging door, het werd ondanks alles weer zomer en ik keek naar de kinderen die me druk pratend op hun stepjes inhaalden, naar de oude vrouw die haar hond uitliet en naar het spinnenweb bij de bushalte dat zacht in de wind heen en weer bewoog... Ineens vermengden al mijn herinneringen en gedachten zich tot één gevoel: het is oké, tenminste op dit moment.
Benedict Wells (Hard Land)
Christus is het logische en misschien wel onvermijdelijke gevolg van het feit dat God elk idee over vernietiging van de eigenzinnige schepping heeft opgegeven: na alles wat er in het Oude Testament tussen God en Israel is gebeurd, staat er eindelijk iemand op die volkomen Israel en volkomen God is, die in zijn eigen persoon de vernietiging ervaart waarvan God had beloofd dat Hij die op aarde nooit meer zou aanrichten en die in zijn lichaam het nieuwe verbond aanbiedt dat God met de mensheid sluit. Christus is de boog in de wolken, het gevolg van het feit dat God oorlogswapens afzweert: net als we bij het zien van de regenboog aan Gods belofte denken, zo zien we in het kruis de vervulling, kosteloos voor ons en met de hoogste prijs voor God.
Samuel Wells (A Cross in the Heart of God: Reflections on the death of Jesus)
Terwijl ik naar de lucht keek, met de aardse warmte onder mijn rug, vlamde er een oude herinnering op. Dit, dacht ik soezerig. De geur van warm gras, het zachte geritsel van wiegende halmen met gonzende insecten en flarden van geneurie. Zo ben ik ooit geweest.
Rosie Walsh
Is een labyrint met een gids nog wel een labyrint? Wat zou mijn paniek geweest zijn als de oude gids er niet bij geweest was? Het meest essentiële aan een labyrint is de verwarrende, bedrieglijke keuze: ga ik rechts, ga ik links, ga ik door, ga ik terug? Daar hoort geen gids bij. Ik zie mijzelf zonder die man, ik begin vol goede moed maar kan bij de eerste tweesprong al falen, na vijf minuten weet ik niet meer wie ik ben, na een uur ben ik uitgeput, vind mijn sporen terug die ik dan ook weer verlies, na twee uur schreeuw ik tegen mijn eigen echo's, na een tijd weet ik niet meer of het in het daarbuiten, waar ik vroeger bij hoorde, nacht of dag is en wacht ik alleen nog maar tot die andere vergelijking, die met de dood, tot het grote, zwarte monster dat hier woont en dat mij opwacht, zich zal laten zien. Labyrint, nu weet ik dat dat iets is wat gesloten is, iets waarin de tijd tegen zijn eigen richting in kan lopen. Alweer een woord dat niet meer zomaar gebruikt kan worden.
Cees Nooteboom (Continent in beweging - Alle Zuid- en midden Amerikaanse reizen.)
Het nieuwe ontstaat nooit eenvoudigweg door interpolatie van het oude.
Michel Houellebecq (The Elementary Particles)
Vraag de bevolking van Parijs of het een goed idee zou zijn om de Eiffeltoren te bouwen, gesteld dat die niet al gebouwd was, en ze zou massaal tegenstemmen. Te duur, nutteloos, een prestigeobject van de politieke elite. Dat geld zou veel beter besteed kunnen worden aan scholen, ziekenhuizen en belastingverlaging. Vooral aan belastingverlaging. Het volk is per definitie conservatief. Het wil alles bij het oude laten en vooral geen gekkigheid, want zoals het is, is het al erg genoeg. Het is niet voor niets dat het over het algemeen dictators zijn die de meest ambitieuze nieuwbouw verwezenlijken, terwijl onze moderne democratieën niets anders zullen nalaten aan het verwonderde nageslacht dan de notulen en verslagen van eindeloze inspraakprocedures.
Ilja Leonard Pfeijffer (Brieven uit Genua)
Dat is de grootste troost van 439 jaar oud zijn. Je doorgrondt de belangrijkste les van de geschiedenis: dat mensen niet van de geschiedenis leren. De 21ste eeuw kan uitdraaien op een slechte cover van de 20ste eeuw, maar wat kunnen we er aan doen? Over de hele wereld zijn de hoofden van mensen gevuld met utopieën die elkaar nooit overlappen. Een recept voor mislukking, maar eentje dat we al kennen, helaas. Vrede is van porselein gemaakt, zoals altijd.
Matt Haig
Julian droeg zijn eenzaamheid als een paar oude, slecht passende schoenen. Hij was eraan gewend geraakt - ze waren in veel opzichten lekker gaan zitten-, maar mettertijd gingen zijn voeten er wel naar staan en kreeg hij eeltplekken en knobbels die niet meer zouden verdwijnen.
Clare Pooley (The Authenticity Project)
Wij verkopen het beste kaliumcyanide van 98,9% en natriumcyanide. De beste kwaliteit voor al uw wensen. Galvaniseren, insectidegebruik, pesticiden, chemisch polijsten en schoonmaken van oude sieraden. Neem contact met ons op voor aankoop. We verzenden wereldwijd naar elk land. Maximaal drie dagen. Poeder, kristal en capsules beschikbaar. Neem contact met ons op via: kotosdawid5@gmail.com
Dr Dawid
Als hij helder dacht was er maar één gang van zaken echt aannemelijk. Ze was in een auto gesleurd of gelokt en ontvoerd. Ze zag er sexy uit, maar niet rijk. Misschien had de dader zelfs gezien dat ze bij Rex’ oude auto hoorde, het moest dus om een verkrachting begonnen zijn. Dan werd ze nu verkracht. En daarna? Ze kon vermoord worden. Dan werd haar lijk vroeger of later gevonden. Maar ze zou niet zo stom zijn zich te verzetten. De kans was groot dat ze ergens op een afgelegen plek werd achtergelaten, dan zou ze na verloop van tijd het hotel weten te bereiken. Al met al was dat het meest waarschijnlijk. Het was niet eens gezegd dat de vakantie reddeloos was.
Tim Krabbé (The Vanishing)
In de ontwikkelde wereld is de levensverwachting nu gestegen tot 80 jaar voor vrouwen en 76 jaar voor mannen. Een opmerkelijk gevolg daarvan is dat twee derde van alle mensen die ooit 65 jaar zijn geworden, nú leven. Tussen haakjes, de leeftijd van 65 jaar werd ooit door Bismarck [oude Duitsland] in de 19e eeuw gekozen als de officiële pensioensgerechtigde leeftijd, toen de levensverwachting in Duitsland 48 jaar was. Men verwachtte dat slechts weinig mensen die gezegende leeftijd zouden bereiken, en ons gehele sociale contract met betrekking tot werk en pensioensystemen was ontwikkeld om te zorgen voor deze geringe hoeveelheid mensen.
Bernard A. Lietaer
De tijd heelt alle wonden.' 'De tijd maakt nieuwe wonden en haalt oude wonden open.
Jaap Zijlstra (De Glazen Schelp)
En de hele tijd streelde ik alle muren van mijn hoofd, met tranen in mijn ogen van vreugde, melancholie zelfs. Ik was verzot op de oppervlakten, de vele kamers - de oude en de lege kamers.
Dave Eggers (You Shall Know Our Velocity!)
De tijd vliegt. Dankzij hem zijn we eerst levend, dat wil zeggen: beschuldigd en veroordeeld. Daarna gaan we dood en verkeren we nog een paar jaar in het gezelschap van de mensen die ons hebben gekend, maar heel gauw vindt er een andere verandering plaats: de doden worden oude doden, ze worden door niemand meer herinnerd en verdwijnen in het niets. Het gebeurt maar heel, heel af ten toe dat iemand zijn naam in het collectieve geheugen achterlaat, maar zonder authentieke getuige, zonder echte herinnering veranderen ze in marionetten.
Milan Kundera
Zun-zet Where the western zun, unclouded, Up above the grey hill-tops, Did sheen drough ashes, lofty sh’ouded, On the turf beside the copse, In zummer weather, We together, Sorrow-slightèn, work-vorgettèn, Gambol’d wi’ the zun a-zettèn. There, by flow’ry bows o’ bramble, Under hedge, in ash-tree sheädes, The dun-heäir’d ho’se did slowly ramble On the grasses’ dewy bleädes, Zet free o’ lwoads, An’ stwony rwoads, Vorgetvul o’ the lashes frettèn, Grazèn wi’ the zun a-zettèn. There wer rooks a-beätèn by us Drough the aïr, in a vlock, An’ there the lively blackbird, nigh us, On the meäple bough did rock, Wi’ ringèn droat, Where zunlight smote The yollow boughs o’ zunny hedges Over western hills’ blue edges. Waters, drough the meäds a-purlèn, Glissen’d in the evenèn’s light, An’ smoke, above the town a-curlèn, Melted slowly out o’ zight; An’ there, in glooms Ov unzunn’d rooms, To zome, wi’ idle sorrows frettèn, Zuns did set avore their zettèn. We were out in geämes and reäces, Loud a-laughèn, wild in me’th, Wi’ windblown heäir, an’ zunbrowned feäces, Leäpèn on the high-sky’d e’th, Avore the lights Wer tin’d o’ nights, An’ while the gossamer’s light nettèn Sparkled to the zun a-zettèn.
William Barnes
In Nuenen heeft Vincent van Gogh gewoond, om precies te zijn van 5 december 1883 tot 24 november 1885. Geen dag langer, geen moment eerder. De schilder was een jaar of dertig en woonde bij zijn ouders, in de pastorie midden in het oude dorp: Berg 26. Hij werkte hard en had het zwaar, zoals altijd. Het beroemdste doek dat hij in Nuenen schilderde, was 'De aardappeleters'. Intussen flirtte hij met het buurmeisje. De pastorie staat er nog steeds, in Nuenen. En er woont ook nog steeds een dominee - in dit geval dominee Wijlhuizen, die op zijn houten naambordje naast de bel in het Nederlands en het Engels heeft staan dat aanbellen geen zin heeft en dat in het huis geen rondleidingen worden gegeven. Toch maar even aanbellen. Wat is het geval? In de tuin van de pastorie staat een perenboom, die Van Gogh zou hebben geschilderd. En de dominee heeft een kapvergunning voor de boom aangevraagd, want de boom is hartstikke dood. Dit heeft onmiddellijk tot een storm van verontwaardiging in Nuenen geleid - een boom omkappen die Van Gogh geschilderd heeft, schande! Dat is cultureel en historisch erfgoed, daar blijf je met je tengels van af! Goed. De dominee doet vrijwel onmiddellijk open. Het is een frisse, blakende man met ironische bruine ogen. Hij ziet er niet uit als een dominee, maar dat komt misschien omdat ik al zo lang niet in de kerk ben geweest. Hij doet meer aan een dierenarts denken. Vrolijk gaat hij me voor naar de achtertuin van de pastorie. In de keuken zit zijn vrouw de krant te lezen. De dominee begrijpt alle commotie niet zo goed. Van Gogh heeft de boom geschilderd - het schilderij is dan toch het erfgoed, of niet? Kijk, daar staat de boom.
Martin Bril (Heimwee naar Nederland)
Mijn laatste vrouw kwam mijn leven binnengewandeld als in een bloemrijk vers van een stokoude Lodeizen. Ze beloofde me vijf jaar te wiegen. Ze stelde me voor aan haar zoon. Zeven jaar oud. En omdat het Austeriaanse Legoland Perpectief ook wat wil in dit universum, bleek het joch dezelfde ziekte als ik te bezitten. De televisiegenieke versie ook nog. Gooien, smijten en slaan. En er was nog een verrassing: zo onopgevoed had ik een kind nog nooit gezien. Onbegrijpelijk onopgevoed. In mij stond een vader op. Zo'n enorm groot beest van een vader, dat ik Opvoeden wilde tot ik erin bleef. Na drie weken was de vrouw jaloers op de aandacht die ik het kind schonk. Na vijf weken gebruikte ze hem als chantagemiddel.
Nanne Tepper
Een druppel viel. Begs hart kromp omdat hij al zo lang niet zo'n sereen geluid gehoord had. De rimpeling op het water stierf weg. Hij zou zich willen uitkleden, de treden afdalen tot op de bodem van het bassin, zijn lichaam onderdompelen, het reinigen van het vuil van de wereld. Zelfs van het vuil dat er niet af ging, zou hij zich schoonwassen. Een nieuwe ziel. Daar diep in de aarde, bij het magische water, leek zoiets werkelijk mogelijk. Wat een aangename, troostende gedachte... Zijn oude ziel afleggen, dat rafelige, versleten ding, er een nieuwe voor in de plaats krijgen. Wie wilde dat niet? Wie zou zoiets afwijzen?
Tommy Wieringa (Dit zijn de namen)
Angla, zei moeder. Onze koe. Die kun je meenemen. Maar Karl Orsa was niet uit op Angla en ook niet op het geld; maar een ieder wordt verzocht, als hij door zijn eigen begeerten verlokt wordt; hij had zijn zinnen op moeder gezet. Een hele koe, zei moeder. Als dat niet genoeg is, weet ik het niet. Maar hij wilde niet, het leek wel of die koe hem moest worden opgedrongen. Het hooi is in maart toch op, zei moeder. We hebben toch niet genoeg. En wat moeten we dan beginnen? je kunt haar net zo goed meenemen. In het voorjaar hebben we toch alleen maar last van haar. Ten slotte kon hij er niet meer omheen, om die duivelse koe. Dan gaan we maar eens kijken, zei hij. Niet om het een of ander. Maar omdat jij er zo op aandringt, Tea. In de stal kneep hij zowaar in Angla en hij bekeek de poten en streek met zijn hand over de rug. Hoe oud is ze? vroeg hij. Ze wordt dit najaar tien, zei moeder. Vel over been, zei Karl Orsa, meer niet. En hij had gelijk, veel bijzonders was Angla niet. Een oude koe, zonder de minste levenslust. Ge kende zelfs Angla, Heer. Het was zoals het was. En Karl Orsa liet zijn blik langs de uiers gaan. Wondjes aan de spenen, zei hij. Lege uiers. Daarna wierp hij een steelse blik op moeder, zij had een volle, vaste boezem. Je kon zien dat hij dacht: die tieten. Maar voor de slacht? probeerde moeder. Als slacht-koe? Toen moest hij voor de tweede keer met zijn ogen en handen over Angla heen gaan, ook van slachtdieren had hij verstand. Veel vlees zit er niet aan, zei hij. Veel meer dan een skelet is het niet. Een lege ruiter. een scharminkel. Weer wierp hij een steelse blik op moeder en je kon zien dat hij dacht: vlees. Moeders laatste voorstel was: En de huid dan? Er blijft toch een koeiehuid over? Maar zelfs daar viel niet over te praten. Aan huiden heb je niets. Er is geen mens die huiden koopt. Vooral geen koeiehuiden. Er zijn heel wat meer koeiehuiden dan levende koeien. Wat een dwaze gedachte! Ook op de huid van moeder wierp hij een steelse blik, ze had blote armen en een blote hals en je kon zien dat hij nu zeker wist hoe de pacht voor dit jaar betaald zou worden.
Torgny Lindgren (De weg van de slang ~ De schoonheid van Merab ~ Bathseba)
Mensenkennis is niet mijn sterkste kant, maar dromen kan ik als de beste. Ik heb vaste dromen. Een gaat over mijn ouderdom, en het eind daarvan: mijn dood. Ik ben een zonderling geworden maar mijn geest is helder. Het huis is vervallen, ik kan niet alles meer bijhouden. Mensen bezoeken mij zelden, de televisie is gelukkig kapot en het abonnement van de krant is zo lang niet betaald dat de bezorging is gestaakt. Dieren zijn er in overvloed, net als nu, maar er zijn toch kleine veranderingen te bespeuren. Ik wil niet zeggen dat zij de baas zijn, maar er hangt een waas van gelijkwaardigheid over alles. De oude man is niet meer de meester over zijn erf, hij is een natuurlijke bewoner geworden, hij is verlost van de demon van de macht. Helaas, de wereld is niet onverschillig. Nooit. Er zijn maar heel weinig mensen die werkelijk met rust gelaten worden. Misschien moet je een groot organisatietalent hebben, een ver vooruitziende blik, een ijzeren wil en een diepe, uitstralende minachting voor je medemens, misschien lukt het je dan om alleen en met rust gelaten te worden. Ik mis deze eigenschappen en drijf dus als een vlot in mijn ouderdom, ik woon toevallig alleen, ik ben vierennegentig jaar, 's morgens en 's avonds voer ik mijn dieren, 's middags fiets ik broos (en mompelend) naar het dorp waar ik inkopen doe die ik in een papieren zak aan mijn stuur hang. Ik maai geen gras meer, ik rook sigaren, mijn mondhoeken zijn bruine sapkanalen geworden, mijn honden slapen bij me in bed. Ik herlees de boeken van mijn jeugd en probeer me te herinneren waarom ik toen, zestig/zeventig jaar geleden, zo geemotioneerd was. Maar op een dag komt er een meisje op bezoek dat in haar stage voor maatschappelijk werk zit. Zij maakt een scriptie over alleenstaande ouderen. Zij schrikt als ze ziet hoe ik leef en ik zie niet dat die schrik het steentje is dat de lawine in gang zet.
A.L. Snijders (De taal is een hond)
De avond van het leven In mijn dorp aan de rivier hielden wij een keer een zondagsavonddienst in plaats van een morgendienst. Eindelijk konden we toen weer eens een paar mooie avondliederen zingen, en ik preekte over een oud Luthers avondgebed: 'Blijf bij ons, Heer, aan de avond van de dag, aan de avond van het leven, aan de avond van de wereld.' Zo is het eeuwenlang gegaan, wanneer stervelingen voor Gods aangezicht de dag uit handen gaven: dat ze er even over mijmerden dat zij eens hun leven uit handen zouden moeten geven. Godsdienstoefeningen in de kunst van het sterven waren het, zoals de completen in het klooster dat tot op heden zijn, wanneer de dag sterft, de horizon begrensd wordt en de blik zich meer naar binnen richt. 'Dat moeten we vaker doen', zeiden ze in het dorp.
Nico ter Linden (De dag zal komen, Janus)
Wellicht zelfs dient de Europese islam een reformatie te ondergaan, waarin hij de innerlijkheid en waarde van het vrije individu tot een diepe waarheid van zijn geloof maakt. Omgekeerd is het echter ook van belang om bij onszelf te rade te gaan en te onderkennen dat er wellicht een kern van waarheid zit in de aantijging vanuit islamistische hoek, dat toch ook onze moderne samenleving haar kwaad heeft als haar eigen schaduw, namelijk daar waar zij overal de vrije markt en de commercie laat begaan en in het prediken van het vrije individu van geen kwaad wil weten. Alleen immers wanneer een politieke gemeenschap zich daadwerkelijk richt op de juiste vorming van haar burgers, mag zij zich ook werkelijk beschaafd noemen. Daarmee zouden we dan wederom een oude wijsheid eren, namelijk dat je grootste vijand niet van buiten komt, maar van binnen.
Ad Verbrugge (Tijd van onbehagen: filosofische essays over een cultuur op drift)
De kracht van eenvoud doet oude machtsstructuren breken.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Their calls competed with the singing of the street musicians and the sounds of drums, angklungs, sulings, and ouds.
Corina Bomann (The Moonlit Garden)
OUD ZIJN, dat is lichaam worden; is, eenzaam in de avond zijn. Wel wijs misschien maar vreesverloren en in de avond eenzaam zijn. Voor wie als kind de avond vreesde, is oud zijn een vertrouwde staat. Hij kent de weemoed van de schemer en vreest de nacht die komen gaat. Want wie de avond wil verstaan, moet in den dag niet willen leven. Wie zich het zonlicht heeft gegeven, zal in de avond ondergaan.
Willem Brakman
The sound of the oud spread all over the room, filling it and my soul as well with mysterious mirth.
د.أحمد الدوسري (Ibn Zuraiq Al-Baghdadi: A Passenger of Time)
Ik geloof het niet. Mamba is gewoon een oude man. Er is niets magisch aan, aan die droogte. Het weer wordt geregeerd door de lucht, door de zon en de wolken... niet door hem. - Bloem-van-de-droogte
Alison Baird (The Warding of Willowmere)
Een oude man zit op een muurtje, hij duwt zijn gestrekte handen tegen de zijkanten van zijn gezicht, alsof hij bang is dat het uit mekaar zou barsten, alsof hij tranen die niet zomaar willen komen er eigenhandig uit probeert te persen, als verslagenheid geen woord was maar een beeld, dan zag het er misschien wel zo uit.
Griet Op de Beeck
Wat een bijzonder meisje,' zei Thorn zachtjes. 'Als ik een paar jaar jonger was...' 'Dan was je nog steeds oud genoeg om haar vader te zijn,' maakte Lydia zijn zin voor hem af.
John Flanagan (The Ghostfaces (Brotherband Chronicles, #6))
Hij ziet er anders uit alsof hij ongeveer honderd is.' 'Vind je?' antwoordde zijn moeder... 'Hoe oud denk je dat ik ben?' Hal maakte een wegwerpgebaar en glimlachte. 'Ach mama, jij bent nog lang niet zo oud,' antwoordde hij geruststellend. 'Jij bent hooguit ergens in de zestig.' Karina was in werkelijkheid achtendertig... In de zestig, ja hoor, dacht ze.
John Flanagan (The Outcasts (Brotherband Chronicles, #1))
Jammer - ik begon net weer aan mijn oude vertrouwde baard te wennen.' 'Die heerlijke wildernis,' flapte Will eruit.
John Flanagan (Halt's Peril (Ranger's Apprentice, #9))
Als ze eerlijk was moest ze toegeven dat ze die oude kunstenaar met zijn afgebrande schilderijen best begreep. De ongelukkigste mensen die ze kende, en dat waren er nogal wat, waren voor zover ze het kon overzien ongelukkig omdat ze werden geterroriseerd door tamelijk oppervlakkige ideeën van geluk en, vooral gelukt zíjn. Ze wilden een geliefde, een carrière, een huis, een kind, maar vergaten dat het allemaal abstracties waren; vage ideeën van vervolmaking die nooit zouden stroken met de grillige werkelijkheid.
Niña Weijers (De consequenties)
Mensen die graag naar uitdragerijen gingen, die graag gedichten lazen, baatzuchtigheid verachtelijk vonden, van eer en liefde droomden, zag ze als een elite die boven de rest van het mensdom uitstak. Je hoefde zulke neigingen niet werkelijk te hebben, als ze maar werden verkondigd; van een man die haar bij een diner had toevertrouwd dat hij hield van rondslenteren in de stad, van vuile handen krijgen in oude winkeltjes, dat hij nooit goed bevonden zou worden in deze zakelijke eeuw want zijn eigen belangen konden hem niet schelen en dat hij daarom in een andere tijd thuishoorde, zei ze toen ze er vandaan kwam: 'Het is echt een aanbiddelijke man, een gevoelig wezen, ik had het nooit gedacht!' en vatte een acuut en overweldigend gevoel van vriendschap voor hem op. Mensen daarentegen die, zoals Swann, zulke neigingen hadden maar er niet over spraken, raakten haar niet. Zij moest weliswaar erkennen dat Swann niet om geld gaf, maar voegde er met een stuurs gezicht aan toe: 'Maar bij hem is het iets heel anders', en wat tot haar verbeelding sprak was dan ook niet de praktijk van belangeloosheid, maar de verwoording ervan.
Marcel Proust
Zijn huwelijk met Gabrielle was wolkeloos voor wie niet beter wist. Vergroeid met elkaar als twee oude bomen die decennia door elkaars kruinen heen hebben moeten groeien omwille van het schaars bevochten licht, leefden ze hun eenvoudige dagen, alleen doorbroken door de frivool aandoende vrolijkheid van hun dochter, hun enig kind. De dagen verdwenen in de plooien van verstrooide tijd. Hij schilderde. (p. 18)
Stefan Hertmans (War and Turpentine)
Mislukte studenten, die weigerden het werkelijk leven te aanvaarden en zich krampachtig vastklemden aan de clubjool, waar zij een jaar van geproefd hadden en die 's avonds na hun bureeluren weer student waren. Artiesten, die zich elke avond bedwelmden aan de werken, die zij gingen uitvoeren maar die de energie misten om eraan te beginnen. Niet de verwezenlijking hadden zij lief, maar de conceptie. Dat was het voornaamste, zegden zij, en dat steeg hun als een roes naar het hoofd. Ook mislukte echtgenoten, zoals ik. Maar allen mislukte minnaars, die van de liefde slechts de aanzet liefhadden en niet de inzet van de hele mens. En zo waren ook de vrouwen daar, die weigerden oud te worden, op veertig jaar nog gilden en giechelden als jonge meisjes en nog altijd op jacht naar de eerste liefde. Want de liefde beheerste al hun gedragingen en stemmingen. De liefde? Loop heen ! Het sexuele, maar toen liet ik mij nog vangen aan al de mooie omschrijvingen, waarmee de drift zich vermomt.
Paul Lebeau (De zondebok)
Misschien krijg ik weldra de kans om fatsoenlijk uit dit leven te scheiden. En wat is het geweest? Zelfs mijn meest intense ogenblikken waren doordrongen met het besef, dat het dít nog niet was, dat het grote, definitieve nog moest komen. Steeds heb ik geleefd in het provisorische en verlangend uitgezien naar het einde van die voorbereiding en overgang. En zo zijn vroeger geslachten jong geweest, hebben getracht en uitgezien naar iets dat aan de einder wenkte van ieder jaar, zijn oud geworden in dit streven en gestorven zonder te hebben bereikt. En zo zijn alle, alle mensen.
Paul Lebeau (De zondebok)
Ik moest niets leren. Niets weten. Niets kennen. Wat in die oude Bijbel geschreven stond was zo gek nog niet. Kennis verblindt. Het verrijkt niet. Het verstrooit. Ik had geen antwoorden.
Alex Boogers (Alle dingen zijn schitterend)
Bij het licht van het vuur zag alleen Ana de blik die de Trianera haar toewierp. Het was maar een seconde, misschien nog minder. De blik van een zigeunerin: koud en hard, in staat om tot in de ziel door te dringen. Ana rechtte haar rug, bereid de uitdaging aan te nemen, maar ze stuitte op de blik van de Graaf. Luister en leer! zei zijn gezicht.
   De Trianera zong zonder muziek, zonder dat iemand schreeuwde, klapte of haar aanmoedigde. Een melancholisch vers, een debla: een lied gericht tot zigeunergodinnen. Haar hese stem, oud, zwak, vals, raakte degenen die luisterde echter in hun diepste wezen. Ze hield haar gekromde, trillende handen voor haar borst, alsof dat haar kracht gaf, en zing over het vele leed van de zigeuners: het onrecht, de gevangenis, de verbroken liefdes... in verzen zonder metrum die hun betekenis ontleenden aan het ritme dat de stem van de Trianera eraan wilde geven en die altijd eindigden met een loftuiging in zigeunertaal. Deblica barea, schitterende godin.
Er leek geen einde aan het lied te komen. De Trianera had het zo lang kunnen maken als haar verbeeldingskracht of haar herinneringen zouden hebben toegelaten, maar ten slotte liet ze haar handen op haar knieën vallen en hief ze haar tot dan toe gebogen hoofd op. Met een brok in hun keel brastten de zigeuners, onder wie ook Ana, opnieuw in applaus uit; velen met betraande ogen. Milagros klapte ook, terwijl ze schuin naar haar moeder keek.  (p. 50-51, La reina descalza)
Ildefonso Falcones (La reina descalza)
De ouderdom is een schande,’ vervolgde hij. ‘We hoeven er niet omheen te draaien, het is een schande om een uitgedroogde zak met botten te zijn. Gaandeweg verdwijnen zelfs je meest dierbare gevoelens, als namen die je vergeet. Er gaan dagen voorbij zonder een noemenswaardig gevoel. Het overkomt me geregeld dat ik me bij bepaalde gelegenheden de bijpassende of bijbehorende gevoelens alleen nog maar herinner. De gevoelens die de avondrust vroeger bij me placht op te roepen kan ik me nog herinneren, ja, maar ik héb ze niet meer. Ik héb ze niet meer.’ Simonetti gluurde naar zijn rechterhand, die nog steeds op de hand van Zuccarelli rustte, en hij was vastbesloten hem daar te laten liggen. Klaag maar, zeur maar, raas maar, oude man. Hij dacht aan een Romeins restaurant waar voor een raam onder de menulijsten een aquarium was opgesteld. Soms lagen in dat aquarium vijf, zes kreeften boven op elkaar, traag bewogen hun scharen, en ze leken zich niet bewust te zijn van elkaar. ‘Maar het heeft ook zijn voordelen,’ hoorde hij Zuccarelli zeggen, ‘die verdwijning van gevoelens, zoals het zijn voordelen heeft om verlost te zijn van die dolle dictator tussen je benen. Laatst bedacht
Oek de Jong (Cirkel in het gras: roman (Dutch Edition))
Dan heeft zij twee lieflijke borstekens rond, Recht als een oude verrimpelde leerze.
Anna Bijns ('t Is al vrouwenwerk : refreinen van Anna Bijns)
Bijna alle oude,waardevolle boerderijen, die het geheugen van de polder vormden, zijn verdwenen. 'En ook dit hof zullen ze gewoon laten vervallen, dan lost het probleem vanzelf op.' Het is alsof er nu al iets wezenlijks verloren is wat deze plek maakte tot wat ze was. Het is alsof er een strofe uit het gedicht werd geschrapt. En ook de dichter zelf.
Chris De Stoop (Dit is mijn hof)
Lifestyle en zelfhulp worden gezien als iets voor vrouwen. Dat is zonde. Mannen willen toch ook fit zijn, dealen met hun problemen en zo fris mogelijk oud worden?
Jop de Vrieze (De karakterman)
Kleyweg’s Stads Koffyhuis is a local institution that’s won prizes for its sandwiches (see the trophies above the counter). This is a great spot for an affordable bite, either in the country-cozy interior or out on a canal barge (€7-10 sandwiches and hamburgers, €6-13 savory or sweet pancakes, big €13 salads, Mon-Fri 9:00-20:00, Sat 9:00-18:00, closed Sun, shorter hours off-season, just down the canal from the Old Church at Oude Delft 133, tel. 015/212-4625).
Rick Steves (Rick Steves Amsterdam & the Netherlands)
After exploring the Life-Rock for a day (“If you’ve seen one rock, you’ve seen them all”—Oud), his narrative ends two days into the return journey back to Tharsis.
Rich Horton (The Year's Best Science Fiction & Fantasy 2014 Edition)
(...) zijn vader werd vermoord, zijn moeder, Mary, Queen of Schots, gevangengezet toen James een jaar oud was, en na achttien jaar alsnog onthoofd door toedoen van Elizabeth I.
Brenda Meuleman (Felle streken)
Zo, kijk nou eens wat de kat me komt brengen,' zei hij opgewekt. 'Hoe kom jij in 's hemelsnaam hier terecht, Halt?' 'Wij zijn gekomen om je te bevrijden,' antwoordde de oude Jager. De oberjarl keek vragend naar de leren riemen waarmee zijn vrienden waren vastgebonden. 'Nou, je hebt daarvoor een vreemde tactiek verzonnen dan.
John Flanagan (Erak's Ransom (Ranger's Apprentice, #7))
In April 1653 Johannes Reijniersz Vermeer married a Catholic girl, Catharina Bolenes. The blessing took place in a nearby and quiet village Schipluiden. For the groom it was a good match. His mother-in-law, Maria Thins, was significantly wealthier than he, and it was probably she who insisted Vermeer convert to Catholicism before the marriage on 5 April. Some scholars doubt that Vermeer became Catholic, but one of his paintings, The Allegory of Catholic Faith, made between 1670 and 1672, reflects the belief in the Eucharist. Walter Liedtke in Dutch Paintings in the Metropolitan Museum of Art suggests it was made for a Catholic patron, or for a schuilkerk, a hidden church. At some point the couple moved in with Catharina’s mother, who lived in a rather spacious house at Oude Langendijk, almost next to a hidden Jesuit church.
Johannes Vermeer (Masters of Art: Johannes Vermeer)
Waarom heb ik het over 'wit' in plaats van over de oude, bekendere term 'blank'? Simpel, de term 'blank' is tijdens de gehele koloniale geschiedenis door witte mensen gebruikt als het tegengestelde van mensen die werden aangesproken met het n-woord. Daar waar zwarte mensen een inferieure, niet-menselijke status hadden, was de 'blanke' persoon het toppunt van civilisatie. Daarom wil ik, en vele anderen met mij, afrekenen met zowel het n-woord als het woord 'blank'. Het zijn overblijfselen uit het Nederlandse koloniale verleden. Het idee dat 'blank' een neutrale term is, is dus allesbehalve waar. 
Anousha Nzume (Hallo witte mensen)
Misschien moeten we hem inderdaad maar onschadelijk maken, Will.' Ze zei het met enige aarzeling, maar zo rustig dat Will een beetje schrok. Hij bekeek haar nu met andere ogen, en besefte ineens dat zijn oude vriendin ook een zware opleiding en training achter de rug had, misschien wel net zo zwaar als die van hem.
John Flanagan (The Sorcerer in the North (Ranger's Apprentice, #5))
Karel de Grote (742 n.Chr. - 814 n.Chr.) en Keizer Karel de Vijfde (1500 - 1558) worden gehuldigd in het landsbelang van de oude vetes volgens historici. De hunebedden hebben er nog nooit zo mooi als tevoren bijgelegen!
Petra Hermans
Een baby van een aantal maanden oud is al heel bedreven in het onderscheiden van vriendelijkheid, kwaadheid en angst op het gezicht van de ander, ook al heeft het kind op dat moment nog niet geleerd, door een onderzoek van het eigen lichaam, wat de fysieke tekens van deze emoties zijn. Het lichaam van de ander met zijn verschillende gebaren en uitingen verschijnt direct als een met emotie geïnvesteerde betekenis aan het kind. Het kind leert de geest dus zowel te begrijpen als een zichtbaar gedrag en als datgene wat zich afspeelt in de intimiteit van zijn eigen geest. Op onze beurt ontdekken wij, volwassenen, in ons eigen leven alleen datgene wat onze cultuur, boeken, traditie en ons onderwijs ons geleerd hebben daarin te zien. (...) Het zuivere 'zich' - de geest zonder lichaam, zonder instrumenten en geschiedenis - dat we als een kritische instantie kunnen plaatsen tegenover de zuivere en eenvoudige binnendringing van ideeën, die ons worden opgedrongen door onze leefomgeving, kan zichzelf uiteindelijk alleen realiseren in een tastbare vrijheid die zich baseert op het instrument van de taal en op de deelname aan het aardse leven.
Maurice Merleau-Ponty (The World of Perception)
De haard was niet meer in gebruik sinds de woning van centrale verwarming was voorzien. De verhuurder had twee planken in de haard gemonteerd en daar boeken op gezet. Vond hij waarschijnlijk leuk en knus. Martin had dat later ook bij vrienden en bekenden in oudere Brusselse woningen gezien: boeken in de niet meer gebruikte open haard. In Martins haard stonden verschillende Brusselse stadsgidsen, oude verfomfaaide uitgaven, waarschijnlijk door vorige huurders achtergelaten, een paar delen van een conversatielexicon uit het jaar 1914, drie atlanten, een uit 1910, een uit 1943, de derde uit 1955, en een tiental delen uit de reeks 'Klassieken der wereldliteratuur' van de Vlaamse boekenclub. 'In elk deel vier klassieke werken, hedendaags ingekort', verschenen in de jaren zestig. Toen Martin de woning betrokken had en op een avond de boeken had doorgekeken, was hij geshockeerd geweest, nee, dat is een te groot woord, onaangenaam getroffen: zou dat de vooruitgang zijn - boeken niet meer verbranden, maar enkele 'hedendaags ingekort' in een koude haard zetten?
Robert Menasse
Zullen we om de beurt de wacht houden?' stelde ze voor. 'Fijn dat jij je daar vrijwillig voor aanbiedt,' antwoordde hij zonder zijn ogen open te doen. 'Wek me maar over twee uur.' 'Dus dat ik van het zwakke geslacht ben speelt geen enkele rol?' vroeg ze. 'Nee, absoluut niet. Leve de gelijkheid. Bovendien ben ik een oude man, dus heb ik mijn rust nodig... Het zwakke geslacht, tsss. Mijn rug op!' - Thorn en Lydia
John Flanagan (The Hunters (Brotherband Chronicles, #3))
De sjaal liet zich loom langs haar jas naar beneden zakken, kroop toen weer omhoog, sloeg een paar lussen om haar nek en bewoon niet meer. Het was een oude sjaal, die het grootste deel van zijn tijd slapend doorbracht.
Christelle Dabos (Les Fiancés de l'hiver (La Passe-Miroir, #1))
Rieux wist dat de huilende oude man op dit moment net als hij vond, dat deze liefdeloze wereld eigenlijk een dode wereld was en dat er altijd een ogenblik komt waarop je genoegt krijgt van gevangenissen, van werk en van moed, en hunkert naar het gezicht van een bepaald wezen en een hart vol liefde.
Albert Camus
Ik houd me maar aan de regel van de oude koning, die heeft gezegd dat één ontstoken vuurpijl meer licht verspreidt dan honderd kisten vuurwerk op zolder.
Jan Terlouw (Koning van Katoren (Katoren, #1))
In oude tijden toen wensen nog hielp, leefde er een koning wiens dochters allen mooi waren, maar de jongste was zo mooi dat de zon zelf, die toch zoveel gezien heeft, zich erover verbaasde iedere keer al zij haar gezicht bescheen.
Eric Hulsens
Als er een uitweg is, een andere uitweg dan de dood, dan loopt de ontsnappingsroute via de woorden. Maar woorden helpen eerder om 'een' geest te verlaten dan dé geest, en ze geven ons de bouwstenen om een nieuwe geest op te bouwen, identiek maar beter, vlak bij de oude maar met een steviger fundament en heel vaak ook een beter uitzicht.
Matt Haig (Reasons to Stay Alive)
Like Miles Davis, Graham often used to turn his back on his audiences. This was primarily between songs, while he was retuning his guitars. For Graham, in the early 1960s, was privy to a secret alternative tuning system known as DADGAD, which he was reluctant to share with any rival guitarists in the crowd. He began using it around 1962–3, on a trip to the bohemian Beat capital Tangier, where he spent six months and earned his keep by working in a snack booth selling hash cakes to locals. The raw Gnaoua trance music preserved in Morocco’s town squares and remote Rif mountain villages stretched back thousands of years, and Graham was hypnotised by the oud, a large Arabic lute which resembles a bisected pear (the word ‘lute’ itself derives from the Arabic ‘al-ud’) and has been identified in Mesopotamian wall paintings 5,000 years old. The paradigm of Eastern music, defining its difference from the West, is the maqam, which uses a microtonal system that blasts open the Western eight-note octave into fifty-three separate intervals. DADGAD is not one of the tunings commonly used on the eleven-string oud, but Graham found that tuning a Western guitar that way made it easier to slip into jam sessions with Moroccan players. The configuration allows scales and chords to be created without too much complicated fingering; its doubled Ds and As and open strings often lead to more of a harp-like, droning sonority than the conventional EADGBE.
Rob Young (Electric Eden: Unearthing Britain's Visionary Music)
Zijn leven lang is hij een adolescent gebleven, een jochie dat me met de jaren in onbewaakte momenten steeds perplexer kon aanstaren vanuit dat oude lichaam, waarin het leek opgesloten te zitten als een reiziger in een trein die tot diens ontzetting de verwachte bestemming voorbij rijdt.
Erwin Mortier (Godenslaap)
Achteraf verklaard, staat Fred de Rat, met beeldjes uit de oude doos in handen.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Het Oude Rijk van Mongolië viel, destijds, door Erica in Excelsis Deo.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Het kan niet anders dan dat ze de drie grote takken heeft gezien waar dit jaar geen bladeren aanhangen. (…) Ik kan er niet naar kijken. Ze zijn het bewijs van verval en sterfelijkheid. Ik voel pijn in haar plaats als ik eraan denk dat ze ernaar moet kijken. Vanavond, als ze al diep genoeg slaapt, zal ik de ladder tegen de oude stam zetten en de drie takken afzagen, zo stil en pijnloos mogelijk.
Wouter Deprez (Bloemen bijen & borstbollen)
My scents for change are (and there's a lot of them, because there's a lot going on for me at the moment!): Pour Homme by Yamamoto On the Road by Timothy Han Santal Blanc by Serge Lutens Oud Wood by Tom Ford Dear Polly by Vilhelm La Flâneuse by Lucien Lechêne PM by the Great Eastern Fragrance Company Je t'aime Jane by Bella Freud No. 9 Benjoin by Prada Shalimar by Guerlain Original by Eight & Bob
Maggie Alderson (The Scent of You)
Je hebt toch gehoord wat die oude man zei?' 'Zeker weten. Hij zei: "Har! Har!" En daarna spuugde hij in die bak.
Pierdomenico Baccalario (The Long-Lost Map (Ulysses Moore #2))
Manfred hield een oude sleutel in zijn hand. Met een greep in de vorm van een leeuw.
Pierdomenico Baccalario (The Long-Lost Map (Ulysses Moore #2))
Iedere ochtend zag Vincent uit het raam van het atelier hoe het voorjaar forser over de zelfkant van de stad streek: geen lachende fee die in pastelkleurige sluiers kwam aangehuppeld, maar een bolle boerenmeid, zwaar op de benen, die rokken aan had met verstellappen erop en naar gier en geploegde aarde rook. De roeken zwermden over de knotwilgen, de rook sloeg driftiger neer vanaf de spoorbaan, langs het landweggetje voor Vincents huis glommen de plekken kolengruis natter en zwarter. Boven een verwiste horizon hingen rafelig getornde wolken, de kleuren waren guur, blauw, groen en stuurs. Hij keek naar de gravers en mestrijders op de landpaden en in de bouwveldjes, de oude mensen die hier kwamen aanschuifelen in de eerste fladderige plekjes zonneschijn; ze hadden de kleur en bijna de vorm van oud knoestig geboomte; hij volgde hun bewegingen met spanning; hij trachtte hen snel te tekenen.
Teun de Vries
The smells I associate with yoga are contradictory. Freshly showered bodies and sweat. Sandalwood from a scented candle mixed with hot feet on rubber mats. Head-clearing pure air, ozonic freshness- and deep oriental mystery. Stillness and invigorating renewal. Feminine grace and masculine strength. Anima and animus. My scents of yoga are: Madagascan Jasmine by Grandiflora Lime Basil and Mandarin Cologne by Jo Malone London Exhale by B Never Too Busy To Be Beautiful Pour Monsieur by Chanel Oud by Maison Francis Kurkdjian New West for Her by Aramis Black Lapsang by Bodhidharma Santal by Diptyque (my favorite candle for the yoga studio)
Maggie Alderson (The Scent of You)
In 't verdriet om zijn tijd, en in toenemende maagpijn schilderde hij, terwijl er buiten sneeuw viel : 'De Blinden die elkander in de Gracht leiden'; 't Valt voor in zijn vredige streek, met de kerk, ginder rustig en uitnodigend gezeten aan de voet van een buikrond heuveltje. Hier van voor, rechts, diept een koele gracht, waar lis wiegt en irissen tintelen. Op de voorgrond, in de richting van die gracht, komen de zes blinden met hun wijde mantels aan, achtereen elkaar vasthoudend aan hun staf, of de hand op de schouder van de voorgaande gelegen. Hun oude, getaande, domme bedelaarsgezichten zijn smekend omhoog gericht; maar hun ogen zijn ofwel gesloten, of 't zijn enkel matte, witte ballen of uitgezworen holtens. Ze zullen de gracht intuimelen, één voor één, lijk de voorsten al bezig zijn, - de eerste had nogal muziek bij! Rond dit drama bloeit een schone, zachte zomer. Er is stilte, vrede en zon! Daarin ligt heel zijn tijd : 't verscheuren van elkanders overtuiging, de blindheid van elkendeen; daarin ligt zijn twijfel, zijn gebroken droom, zijn geloof, zijn verlangen naar rust, heel zijn hart en heel zijn ziel, - heel de tegenstrijdigheid van zichzelf en van zijn tijd. Toen hij de schilderij af had; - 't was enige dagen voor Kerstmis - liet hij palet en borstels uit zijn hand glijden. 'Nu heb ik, geloof ik, niets meer te doen dan maagpijn te lijden', zuchtte hij.
Felix Timmermans (Pieter Bruegel, zoo heb ik u uit uw werken geroken)
Ik zou aan de zijde staan van het oude Habsburgse Rijk.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Dank ik, Jan Verspeek met zijn oude benen.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Beneath a common banner of classically liberal ideals, countless tastes and traditions may mingle and mutate into ever new and exciting flavors. Thus would be born a homeland where the Sufi dances with the Breslover round the neon jungle of Times Square, where the Baptist of Alabama nods along to the merry melodies of Klezmer, where the secular humanist combs the Christian gospels and poems of Rumi for their many pearls of wisdom, where the Guatemalan college student learns to read Marx and Luxemburg in their original German, where the Russian refugee freely markets her own art painted in the style of Van Gogh and Monet, where the Italian chef tosses up a Lambi stew for his Haitian wife’s birthday while the operas of Verdi and Puccini play on his radio, where two brothers in exile share the wine of the Galilee and Golan while listening to the oud music of Nablus and Nazareth, where the Buddhist and the stoner hike through redwood trails and swap thoughts of life and death beneath a star-spangled sky. In this America, only the polyglot sets the lingua franca, the bully pulpit yields to the poets café, decent discourse finds favor over any cocksure shouting match, no library is so uniform as to betray to a tee its owner’s beliefs, no citizen is so selfish as to live for only themself nor so weak of will as to live only for others, and such a land—as yet a dream deferred, but still a dream we may seize—such a land would truly be worthy of you and me.
Shmuel Pernicone (Why We Resist: Letter From a Young Patriot in the Age of Trump)
Arme, oude maan,' grinnikte Nathaniel, die helemaal in zijn sas was. 'Hij eigent zich eindeloos kleuren toe om er zijn bleke gezicht mee te beschilderen, en het blijft vergeefs!
Hope Mirrlees (Lud-in-the-Mist)
...; hij had kunnen volstaan met de mededeling dat hij actief was in de medisch-cosmetische bevoorradingsbranche. Wat correct zou zijn geweest. Volgens de Armeen werd de helft van de voorhuiden vermalen tot een huidcrème en werd de andere helft gebruikt als transplantatiemateriaal voor de genezing van brandwonden, zweren en open benen. De reden dat oude vrouwen en privéklinieken bereid waren duizenden francs te betalen voor een ons peniscarpaccio was dat de cellen van een pasgeboren baby kennelijk nog zo onbestemd warden dat ze vlekkeloos versmolten met ieder voorhoofd en elke dij.
Ned Beauman (The Teleportation Accident)
Ik wil liggen in een karmozijnen kamerjas, afgezet met konijnenbont, die over de randen van mijn chaise longue heen en weer golft op de knus krakende vloer van oud hout, dat nooit meer zal werken, in het woonvertrek, dat mijn oude, betrouwbare butler zo warm stookt dat mijn gedachten smelten als de sneeuwvlokken tegen de buitenkant van de vuile ramen. En daar wil,ik toeven, in de zacht knisperende schemer van durende tijd die van geen uur wil weten, waar droombeelden voorbijglijden als handen over ogen, als schaduwen over de muur. De oude boter is nog goed. Ik kan hem eten met rijstvelden suiker. De krenten kunnen wellen in de ingekookte thee. Ik blaas de de vliegen weg. Terwijl ik wegdrijf in een halfslaap , krabtvde butler met een spateltje de bruine korsten van mijn voeten. 'Er is vandaag een brief gekomen,' zegt hij.' Maar niets om u zorgen over te maken. Ik heb hem ongeopend in de haard gegooid' ' ' Krijgen we bezoek?'' Ik zie het als mijn voornaamstectaakndat u rustig kan blijven slapen.
Ilja Leonard Pfeijffer (Brieven uit Genua)
Er zijn vergeten plaatsen. Net zoals er vergeten mensen zijn. Op die plaatsen vind je degenen die al vergeten waren voordat iemand zich hen herinnerde. Daar vind je degenen die nooit beroemd werden, van wie niemand ooit gehoord heeft, van wist, degenen die achterbleven toen het leven doorging. Dat is het eigenlijke niemandsland. Daar zijn geen voormalige beroemdheden, daar zijn geen astronauten die alleen maar oud en vergeten zijn. Daar zijn alleen degenen van wie je in principe al dacht dat ze niet bestonden.
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
Voor de zoveelste maal kom ik thuis van de reis en weer staat mijn stoel gereed, tafel en bed gedekt, pantoffels bij 't vuur, alsof ik iedere dag verwacht werd. Mijn kinderen hebben heel gewoon 'Pa' gezegd en mijn vrouw heeft gevraagd wat ik verkoos, lever of haring. Ik heb niet geantwoord omdat ik de moed niet had mijn eigen stem aan te horen, heb de hand uitgestoken naar wat het dichtstbij stond en zwijgend mijn maag gevuld. Hun gerustheid, hun zekerheid dat ik ook ditmaal terugkeren zou heeft mij beschaamd en diep gegriefd. Maar was ik aan 't bulderen gegaan dan had er niets op overgeschoten dan met weerzin weer op te staan. En het trekken lokt mij niet meer. Ben ik vermoeid of kan ik het licht van gindse land niet meer verdragen? Ik voel in ieder geval dat van een volgende tocht niets meer terechtkomt. En zo is het goed ook, want mij rest nog maar net de tijd om eindelijk met vrouw en kinderen wat mee te leven, mij te koesteren aan de warmte van de haard en te werken voor onze oude dag die voor de deur staat. Zolang ik ginder dwaalde heb ik mijn kinderen niet opgevoed maar met hen gespeeld, voor mijn vrouw niet gezorgd maar van haar genoten. Die meimaandjes zijjn nu voorbij. Hier bij' t vuur, in onze kooklucht, komt het eropaan mijn plicht te doen als een doodgewoon mannetje dat ik tenslotte ben. Want hun ogen zijn op mij gericht. Doet mijn vrouw haar plicht niet als zij wast en plast, als zij op griezelige regendagen op de vismarkt loopt te dwalen zonder acht te slaan op haar aderspatten noch op haar slechte stoelgang? Doen niet die kinderen eveneens hun plicht wanneer zij achter schoolmuren hun zonnigste dagen slijten?
Willem Elsschot (Tsjip - De Leeuwentemmer)
Eindelijk schrijf ik je weer omdat er grote dingen staan te gebeuren en wel door toedoen van mijnheer Van Schoonbeke. Je moet weten dat mijn moeder gestorven is. Een nare geschiedenis natuurlijk, niet alleen voor haar maar ook voor mijn zusters, die er zich bijna dood aan gewaakt hebben. Zij was oud, zeer oud. Op een paar jaar na weet ik niet hoe oud zij precies was. Ziek was zij eigenlijk niet, maar grondig versleten. Mijn oudste zuster, waar ze bij inwoonde, was goed voor haar. Zij weekte haar brood, zorgde voor stoelgang en gaf haar aardappelen te schillen om ze bezig te houden. Zij schilde, schilde, als voor een leger. Wij brachten allemaal onze aardappelen bij mij zuster en dan kreeg zij die van madame van boven en van een paar buren ook nog, want toen ze eens geprobeerd hadden haar een emmer reeds geschilde aardappelen nog eens te doen overschillen, wegens gebrek aan voorraad, toen had zij 't gemerkt en warempel gezegd 'die zijn al geschild'.
Willem Elsschot (Kaas)
De toneelschool waar ik in 1969 een jaar lang de afwas deed bevond zich in een oud kasteel in Devon, Dartington Hall, ooit een buiten van Hendrik de Achtste. Dartington was niet de ideale tussenstop op weg naar een filosofische faculteit. Het was onder meer een beroemde kostschool die werd bevolkt door een heerlijke troep artistiekerige jongelui die zichzelf te 'gevoelig' achtten voor zoiets 'rationeels' als de filosofie. Zij waren allemaal kunstenaars in de dop en geloofden heilig in het verschil tussen voelen en denken. Zij dansten, musiceerden en schilderden. Ik waste af. En 's avonds keken we allemaal naar de sterren. Ik wilde niet afwassen, ik wilde filosofie studeren, maar ik kende niemand die mij kon helpen of adviseren. In mijn onwetendheid had ik een boek van Karl Jaspers uit Nederland meegenomen: een Aula-pocket met de titel 'Kant'. Wat een teleurstelling. Ik kon het niet volgen en begon me een beetje grimmig te voelen tegenover die ongenaakbare citadel van filosofie, waarbinnen men naar ik hoopte aan de diepste vragen over mens, god en wereld sleutelde, zonder mij er evenwel in te laten. Ik kon tenminste nergens een toegang ontdekken en bleef buiten staan mokken, totdat ik op een dag in de familiebibliotheek in Darlington Russells 'History of Western Philosophy' ontdekte en voor onbeperkte tijd mocht lenen. UIt de sombere burcht die ik had opgedroomd, kwam deze opgewekte man naar buiten drentelen en met één handgebaar veegde hij mijn verongelijktheid weg. Met die ondeugende jongensachtige scherpte die het kenmerk is van zijn schrijven en denken, neemt Russell zijn lezers mee op een onvergetelijke reis door vijfentwintig eeuwen westerse filosofie. Je leest hem zo graag omdat je je steeds van zijn aanwezigheid bewust bent, terwijl hij Plato, Augustinus of Descartes voor je uitlegt. Afgezien van al die filosofen, kom je in dit boek vooral ook Bertrand Russell tegen en dat is een onvergetelijke ontmoetong.
Bert Keizer (Vroeger waren we onsterfelijk)
Rome, Open Stad Bert Schierbeek, de schrijver van die twee wonderlijke boeken: 'Het boek Ik' en 'De andere namen', belt mij op. Hij is al drie dagen in de stad (Rome) en hij heeft nog niet één monument gezien. Goed, die gaan wij samen bekijken. Hij heeft er meer interesse voor dan ik natuurlijk, want hij maakt een reisgids voor Italië. Daarvoor wordt hij gratis rondgetoerd door het Toeristencentrum in bus, trein en schip. Dit maakt mij nijdig natuurlijk. Maar langzamerhand kom ik er wel overheen. Daarbij komt dat ik hier al drie jaar woon en nog niet één keer in de St Pieterskerk ben geweest. Hij wacht op mij, bij de Piazza Venezia, met de Guide Bleu, waarvan hij het (de toerist verradende kaft) in een schijnheilige krant gewikkeld heeft, in de hand. Hij leest hardop voor, terwijl wij wandelen. Zo betitelt hij een enorme, wit-suikeren verjaardagstaart met wonderlijke frontbogen, krullen en gelikte, gekronkelde stalactieten, naakte, stenen strijders, gezonde en gezwollen worstelaars met hun dames: het Palazzo Emmanuele. 'Wat zou daar binnen te zien zijn?' - 'Oude munten, oude wapens?' - 'Lijken?' De Guide Bleu vermeldt niets en wanneer wij naderbij komen, blijkt er inderdaad niets, helemaal niets te schuilen achter de facade. Boerenbedrog. De Duce waardig.
Hugo Claus (Natuurgetrouwer)
For the merest moment I couldn't breathe. Something inside me quivered, some oud string plucked by his words, and if I breathed it would stop. He did not know the truth of me, yet he had perceived something true about me that no one else had ever noticed. And in spite of that—or perhaps because of it—he believed me good, believed me worth taking seriously, and his belief, for one vertiginous moment, made me want to be better than I was.
Rachel Hartman (Seraphina (Seraphina, #1))
Al in de vroege ochtend, het was bijna nog nacht, had Gregor de gelegenheid de kracht van zijn zojuist genomen besluiten te toetsen, want vanaf de gang opende zijn zuster, bijna volledig aangekleed, de deur en keek nieuwsgierig naar binnen. Zij kon hem niet dadelijk vinden, maar toen zij hem onder de canapé ontdekte - God, hij moest toch érgens zijn, hij had toch niet kunnen wegvliegen - , schrok zij zo, dat zij, zonder zich te kunnen beheersen, de deur van buitenaf weer dichtsloeg. Maar alsof zij berouw had van haar handelwijze, deed zij de deur meteen weer open en kwam, als ging het om een ernstige zieke of zelfs een vreemde, op haar tenen binnen. Gregor had zijn kop tot vlak aan de rand van de canapé naar voren geschoven en observeerde haar. Of zij wel zou merken dat hij de melk had laten staan, en wel allerminst uit gebrek aan eetlust, en of zij ander voedsel zou komen brengen, dat meer aan zijn wensen tegemoet kwam? Als zij het niet uit zichzelf deed wilde hij liever verhongeren dan haar erop attent te maken, hoewel hij eigenlijk een geweldige aandrang voelde om onder de canapé vandaan te schieten, zich aan zijn zusters voeten te werpen en haar om wat lekker eten te smeken. Maar zijn zuster zag dadelijk tot haar verbazing de nog volle kom, waaruit alleen rondom een beetje melk was gemorst, zij nam hem meteen op, weliswaar niet met haar blote handen maar met een lap, en droeg hem de kamer uit. Gregor was uiterst nieuwsgierig wat zij ter vervanging zou brengen en hij maakte zich daar de meest uiteenlopende voorstellingen van. Nooit had hij echter kunnen raden wat zijn zuster in haar goedheid werkelijk deed. Zij bracht hem, om zijn smaak te onderzoeken, een hele keur aan spijzen, op een oude krant uitgespreid. Er was oude, half verrotte groente; botten van het avondeten in een gestolde witte saus, wat rozijnen en amandelen; een kaas die Gregor twee dagen tevoren oneetbaar had verklaard; een stuk droog brood, een met boter besmeerd stuk brood en een met boter besmeerd en gezouten stuk brood. Bovendien zette zij bij dit alles ook nog de waarschijnlijk definitief voor Gregor bestemde kom neer, waarin zij water had gegoten.
Franz Kafka