“
Net als met zijn kennis van de natuur was oom Frits ook een kampioen in dooddoeners. Wat ik aan tafel, tijdens die eindeloze door mijn tante bereide voorgerechten, tussengerechten, hoofdgerechten en nagerechten, ook naar voren bracht, oom Frits wist altijd wel een gezegde dat de boel in één keer naar beneden haalde. In de trant van: 'Ja dat zal wel zo wezen, maar ik heb het wel anders gezien...' En dan kwam er weer zo'n vierdehands verhaal dat als origineel werd opgediend. 'In mijn praktijk heb ik de mensen maar al te goed leren kennen,' zei hij. In werkelijkheid kent dat soort precies acht anekdotes en twaalf spreekwoorden waarmee ze zich de rol van filosoof aanmeten, het is te erg om over na te denken op welke vreselijke manieren je allemaal oud kunt worden.
”
”