Oog Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Oog. Here they are! All 66 of them:

Oog aim vack,
Garth Nix (Blood Ties (Spirit Animals, #3))
We moeten oog in oog staan met onze monsters, de wolven temmen, in de doolhoven van onze ziel de Minotaurus zoeken en doden, want als we dat niet doen, doden ze ons.
Connie Palmen (Jij zegt het)
Linguïsten houden er congressen over, filosofen en logici zitten ermee verveeld: het probleem van de zelfreferentie. De kwestie is: kan een taal ooit over iets anders gaan dan over zichzelf? Kan God naar zichzelf verwijzen? Kan ik dat? Een wijsvinger kan niet wijzen naar zichzelf, een oog kan zichzelf niet zien. En toch kijken honden en dwazen inderdaad naar de vinger die wijst, en niet naar de richting waarin gewezen wordt.
Patricia De Martelaere (Het onverwachte antwoord)
Ik wil de rots niet, maar de branding. Ik ben een schip in beweging; voor mij is juist een rots een levensgroot gevaar.
Marijke Schermer (In het oog)
Het wezenlijke is voor het oog onzichtbaar, alleen met je hart kan je goed zien.
Antoine de Saint-Exupéry (Le Petit Prince)
Het weidse park bezwijmt onder het brandend oog van de zon, net als de jeugd onder de heerschappij van de Liefde.
Charles Baudelaire
If you throw up," Kles said unsympathetically, "remember not to face the wind." "Yeah, Koko. You're the one who's been complaining about doing the same things lately," Leech said. "Enjoy it." "Oog, and double oog," was all Koko could say.
Laurence Yep (City of Fire (City Trilogy, #1))
Ik ken maar één ding, dacht ik toen. Niet de aarde en niet de zon, alleen het oog dat de zon ziet, en de voeten die de aarde voelen. En zelfs dat oog en die voeten zijn een raadsel voor mij. De wereld om mij heen is mijn verbeelding, of, met andere woorden: de wereld is een verbeelding van mij.
Philip Huff (Niemand in de stad)
Over het sprookjesachtige van MAAN: "Ik heb die sprookjeswereld niet gebruikt om mijn kop het in zand te steken. Ik heb die gebruikt om mijn eigen stem te vinden waarmee ik juist die harde werkelijkheid beter te lijf kan gaan. Zonder te ontkennen wat naar en lelijk is, maar met open oog voor wat mooi is.
Gaby den Held (Maan)
Joden moesten de Tora strikter naleven dan ooit tevoren. Het was niet langer voldoende geen moord te plegen, ze moesten ook hun woede inhouden. Niet alleen overspel was verboden, een man mocht zelfs niet begerig naar een vrouw kijken. De oude wetten van vergelding - een oog voor een oog en een tand voor een tand - werden opzij gezet: de joden moesten nu zelfs wie hen op de rechterwang sloeg, hun linkerwang toekeren en hun vijanden liefhebben.
Karen Armstrong (The Bible: A Biography (Books That Changed the World))
Maar neem al diegenen die hun medemens uitbuiten, gemene huisbazen, politici – die duizenden mensen uitbuiten en weten wat ze doen, en het hun hele leven doen, en uitgekiend ook. Dat zijn de echte misdadigers, dat zijn degenen die zich moesten schamen tegenover hun vrouwen en kinderen, hun god. Zo ben jij niet, Ramon. Helemaal niet.’ Ramon liep rusteloos heen en weer, rokend. ‘Daar is een heel eenvoudig antwoord op, Teo. Zulke mensen hebben geen geweten. Anders zouden ze geen oog dicht doen. En dan waren ze algauw dood. De wereld zou veel beter af zijn, dan kan ik je verzekeren!’ Spel voor de levenden
Patricia Highsmith
Maakt het uit, vroeg ik, maakt het iets uit of je weet waarom iemand je verlaat? Leiden gesprekken over waarom en hoe en met welke gevoelens ergens toe? Het verhaal kan immers een leugen zijn, en de uitkomst blijft hetzelfde en het onverenigbare of het onoverbrugbare dat de pijnlijke kern is van zo'n breuk verdwijnt er niet door. Al dat praten is alleen een ritueel.
Marijke Schermer (In het oog)
Zoals je kunt beslissen je te verlieven - doordat je de beste foto's van iemand opzoekt en ze steeds bekijkt, doordat je iemand kleedt in je mooiste fantasie, doordat je bij de kerstborrel tijdens All I Want For Christmas naar hem kijkt zodat hij terugkijkt bij de woorden Is You - zo kun je ook beslissen om je te ontlieven, een koud oog op te zetten, te zeggen: het zal de tijd van de maand wel zijn dat ik iedereen zou willen, even lichaamstemperatuur van 37 graden is alles wat ik vraag, gewoon een zachte huid waar mijn eisprong op kan landen, en je expres de slechte foto's bestudeert en de kleinzerigheden in herinnering roept - en de noodzaak valt weg, dit is een volstrekt toevallige attractie, en volstrekt inwisselbaar - zo kijk ik nu.
Bregje Hofstede (Oersoep)
En als wij weer over de eenzaamheid praten, dan wordt steeds duidelijker dat dat in wezen niet iets is wat je kunt uitzoeken of nalaten. Wij zijn eenzaam. Men kan zichzelf zand in de ogen strooien en doen alsof het niet zo is. Dat is alles. Maar hoeveel beter is het niet om in te zien dat wij het wel zijn, en daar gewoon vanuit te gaan. Het zal ons dan wel duizelen; want alle punten waarop ons oog gewoon was te rusten, worden ons afgenomen, niets is meer nabij en al wat ver is is oneindig ver. Wie vanuit zijn kamer, nagenoeg onvoorbereid en onverhoeds, op de top van een hoge berg zou worden neergezet, zou iets soortgelijks moeten voelen: een weergaloze onzekerheid, het overgeleverd zijn aan iets onbekends zou hem bijna te gronde richten. Borgeby Gård Flädie, Zweden, 12 augustus 2017
Rainer Maria Rilke (Letters to a Young Poet)
Feiten, zei ik. Wat zijn feiten? Feiten zijn niets meer dan toevalligheden, die net zo goed anders hadden kunnen zijn. Wanneer er op de zesde dag van de wassende maan van de maand Maimakterion een aardbeving plaatsvindt, is er geen enkele reden te bedenken waarom deze niet had kunnen plaatsvinden op de vierde dag van de afnemende maan van Mounychion. De grote koning van Perzië kan evengoed eerder of later sterven dan de dag waarop hij sterft. De weldadige schaduw van de wilg en de plataan waarin wij jaren geleden over hem hebben gesproken, had ook geworpen kunnen zijn door een eik en een notelaar. Ik had ook kunnen uitglijden toen ik op het strand van Kyzikos oog in ○00 kwam te staan met Mindaros, Spartaanse admiraal waardoor de Hellespont, de Bosporus en de oorlog misschien verloren waren geweest voor Athene, Elke gebeurtenis is de worp van een dobbelende hand. De geschiedenis ontbeert logica. Met onze interpretaties achter af proberen we de loop van de gebeurtenissen uit alle macht in een voor ons bevredigend stramien van oorzaken en gevolgen te persen, maar de feiten als zodanig zijn manifestaties van willekeur. Daardoor zijn feiten nog eenvoudiger te bestrijden dan abstracte waarheden. Als ik mij van een onwelkom feit wil ontdoen, maak ik er een mening van door mijn eigen onwaarheid er als mijn eigen mening tegenover te stellen. Vervolgens is het eenvoudig voor mij om het debat te winnen en de meerderheid van het volk van de waarheid van mijn leugen te overtuigen, want de pleitbezorger van de feiten wordt gehinderd door de beperking die hem wordt opgelegd door de omstandigheid dat de willekeur van zijn feiten samenhang ontbeert en niet noodzakelijkerwijs een goed verhaal oplevert, terwijl als leugenaar vrij ben als een vogel, mij niets hoef aan te trekken van de hinderlijke feiten en een verhaal kan verzinnen dat meer logica vertoont en geloofwaardiger is dan de werkelijkheid. En omdat waarschijnlijkheid een groter gewicht in de schaal legt dan waarheid zoals wij eerder hebben geconcludeerd, maakt de waarheidsverteller vanwege zijn gebondenheid aan willekeurige feiten geen schijn van kans tegen de vrijheid van de leugenaar.
Ilja Leonard Pfeijffer (Alkibiades)
Couples (1968) van John Updike bijvoorbeeld, vanwege de beschrijving van door verveling en onvrede ingegeven overspel en partnerruil in het op het oog zo brave Amerikaanse suburbia. Philip Roth werd in de jaren zestig in één klap beroemd met Portnoy’s Complaint, vooral vanwege de luidkeelse passages over de neuroses en seksuele obsessies van een ogenschijnlijk evenwichtige New Yorkse dertiger uit de gegoede burgerij. En dan verscheen in 1968 Norman Mailers non-fictieboek Armies of the Night, het ooggetuigenverslag van de massale en legendarisch geworden anti-Vietnamdemonstratie in Washington. Al met al waren er in de jaren zestig wel meer ‘beroemdste schrijvers’ in de vs.
Anonymous
Ik wil een keer een film maken die over het leven vóór de dood gaat, waarin alles te zien is wat er allemaal bestaat voor je doodgaat, maar ik bedoel daar vooral mee dat je niet ongemerkt doodgaat en daarna nog jarenlang blijft doorleven zonder dat de dingen je iets te zeggen hebben. Zoiets kun je juist heel goed in een film laten zien, omdat het dan net is of je er zelf bij bent. Ik wil iets met die beelden proberen te doen die ik soms zie wanneer ik tegen Cristina’s warme lichaam aan lig. Volgens mij begrijpen de mensen precies waar je het over hebt, als je het goed doet, om ze te laten zien wat werkelijk belangrijk is in de wereld, dat dat vaak veel minder kan zijn dan dat je een heel verhaal moet gaan zitten vertellen. Er zijn altijd dingen die groter zijn dan jezelf, dat merk je vooral wanneer je ergens ’s nachts bent met allemaal donkere heuvels om je heen, of wanneer je van die gigantische golven tegen de rotsen ziet beuken. Dan weet je dat het allemaal ergens anders vandaan komt en niet uit jezelf, dat je alleen maar goed moet kunnen luisteren om te weten wanneer het zover is. Wie de grote bewegingen ziet weet ook dat hij niet alleen is, wie daar geen oog voor heeft kan het verder wel vergeten.
Herman Koch
Je ogen. Ze zijn veranderd. Je hebt nu één blauw oog en één hazelnootbruin.' Artemis glimlachte. 'Jij ook. Die zijn tijdens de overgang verwisseld.
Eoin Colfer (The Lost Colony (Artemis Fowl, #5))
...omdat ze niet begreep dat ik met mijn benaderingswijze, die op het oog nogal ondoorzichtig was, in zekere zin beoogde de realiteit waarmee ik werd geconfronteerd murw te maken, zoals men er pas in slaagt bij voorbeeld een olijf aan zijn vork te prikken als men haar eerst murw heeft gemaakt, en dat mijn neiging nooit iets te forceren niet nadelig voor me was maar in werkelijkheid juist het terrein voor me effende waar ik, als de dingen me rijp leken, zou kunnen scoren.
Jean-Philippe Toussaint (De badkamer / Meneer / Het fototoestel)
Immers, naar mijn idee had ze een verkeerd idee van mijn methode, omdat ze niet begreep dat ik met mijn benaderingswijze, die op het oog nogal ondoorzichtig was, in zekere zin beoogde de realiteit waarmee ik werd geconfronteerd murw te maken, zoals men er pas in slaagt bij voorbeeld een olijf aan zijn vork te prikken als men haar eerst murw heeft gemaakt, en dat mijn neiging nooit iets te forceren niet nadelig voor me was maar in werkelijkheid juist het terrein voor me effende waar ik, als de dingen me rijp leken, zou kunnen scoren.
Jean-Philippe Toussaint (De badkamer / Meneer / Het fototoestel)
Alsof ik nu, terwijl ik het gekabbel begreep, de rivier geloofde, en door te geloven dat ik haar begreep samen met haar herhaalde terwijl ik langzaam in slaap viel met het open oog van dit land dat voor sommigen een vaderland is, zachtjes en loom en met het open oog waarmee ik besmet ben en het schijnsel dat er niet is: Ik ben de rivier, ik ben de rivier en daarom de draad van de continuïteit tussen levenden en doden net als de verhalen die 's nachts tegen ons praten, ik lijk op de tijden en ook op de feiten, ik ben de rivier. Maar de rivier is de rivier, en verder niets.
Javier Marías (Fever and Spear (Your Face Tomorrow, #1))
Tot zijn grote vreugde zag hij dat ze ook de ogen van haar moeder geërfd had - één blauw, één bruin. Vooral het blauwe oog straalde een zeker fanatisme uit. - over Ebben
John Flanagan (Halt's Peril (Ranger's Apprentice, #9))
Als je me durft aan te raken laat mijn vader je afranselen!' 'Ha! Als je vader hier was, zou hij je voor me vasthouden!... Alsjeblieft, meisjes, zouden jullie je eindelijk een beetje willen gedragen? Als een echte prinses, en als een volwassen koerier van de koning, ja?' smeekte Halt. 'Zo niet, dan denk ik er hard over om Will naar huis te sturen.' 'Wat? Mij?' riep Will met overslaande stem, zo geschokt was hij. 'Wat heb ik er in vredesnaam mee te maken?' 'Nou, het is allemaal jouw schuld,' riep Halt op het oog onredelijk terug. Maar toen die laatste woorden tot de harten van de meisjes doordrongen, moesten ze bekennen dat Halt ergens wel gelijk had.
John Flanagan (The Emperor of Nihon-Ja (Ranger's Apprentice, #10))
Een slapend oog zou in Drimmelen de bril verzekeren.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Je hebt een heel sterke authenticiteit, dat maakt eenzaam en vaak onbegrepen. Zo’n eigenheid vraagt om aandacht en brengt speciale behoeften met zich mee, maar daar zit de wereld niet op te wachten. Mensen hebben er geen oog voor of geen zin in, ze weten niet hoe ze van je moeten houden. Dat is niet jouw schuld, niet de schuld van de wereld, het is de realiteit.[...] Deze
Suzette Hermsen (Lekker laten lullen (Dutch Edition))
Here's how I figure puppy eyes got their start. Cave humans were sitting around a fire, wearing mammoth fur and grunting about how there was nothing on TV because TV hadn't been invented yet, and some wily wolf thought, Whoa, they've got leftover mammoth meat! And he probably whimpered and cowered and did a tummy display and looked pathetic enough that Mr. Oog finally tossed him a bone. And soon enough, a few zillion years later: voila! Man's best friend.
Katherine Applegate (The One and Only Bob (The One and Only #2))
Ik wachtte tot Hekabe zou spreken, maar ze zei niets. Misschien dat ze, oog in oog met dit uitzicht, woorden zo'n gedevalueerd ruilmiddel vond dat ze het als verloren moeite beschouwde ze nog te gebruiken.
Pat Barker (The Women of Troy (Women of Troy, #2))
Te veel mensen die onder aan de ladder beginnen, weten hun hoofd niet hoog genoeg op te steken om kansen in het oog te krijgen. Daardoor blijven ze vaak onder in de organisatie steken.
Napoleon Hill (Think and Grow Rich)
Toen de laatste noot haperend uit haar keel kwam, huiverde ik nogmaals en voelde ik nog meer hartenbloed uit mijn oog lekken. Ik veegde het niet weg, maar liet het mijn lippen binnenglippen en over mijn kin lopen.
Jasinda Wilder (Falling into You (Falling, #1))
Het oog wordt niet verzadigd met zien – maar in Noorwegen, in juni, zag je die bijbelse waarheid stranden. Want na weer een smetteloze bergketen en het zoveelste fonkelende zeegezicht werd het domweg onmogelijk nog meer op te nemen, helemaal wanneer je je zo in een gammele Ford Taunus langs de kust noordwaarts liet slingeren – een oneindige afwisseling van verlaten landwegen, peilloze tunnels en dommelende veerdiensten over Oorden.
Stephan Enter (Grip)
Wat de spelling aangaat, even als in m'n andere werken volg ik nagenoeg de mode van den dag. "Niet, zooals ik zeide in 't Voorbericht by den vyfden druk myner Ideen, omdat ik den minsten eerbied voel voor de taalkennis der personen die heden-ten-dage zoo goed als officieel belast schynen met de bearbeiding van dat veld, doch om niet het oog des lezers aftestooten door vreemdheid van spelling. De soep zou de kool niet waard zyn." Zeker, wezenlyke taalkunde is heel wat anders! Toch heb ik ook hier de leelyke i-j die door sommigen als y-klank gebruikt wordt, voor goed congé gegeven. Tant pis voor de Hilaridessen die er om treuren. Dezelfde soort van lettermannen zullen waarschynlyk geen vrede hebben met m'n interpunktie. Ik met de hunne niet. Welnu, evenals—ik meen—Hildebrand ergens, geef ik hun een paar mud komma's ten-geschenke, om die te plaatsen waar ze goedvinden, tot er de verlangde slymerigheid en hun voldoening op volgt, amen.
Multatuli
Manus eet niks,' zei ik tegen mijn moeder en ik vroeg of ik wat brood mocht nemen en wat melk, om hem te voeren. Alles mocht. Met een schoteltje vol keurig vierkant blokjes doorweekt brood, toog ik weer naar de garage, prikte een stuk brood aan het uiteinde van een twijg en stak Manus het voedsel toe. 'Eet,' zei ik. Hij reageerde niet. Het brood dat ik tegen zijn snavel aanduwde, liet los en bleef hangen, wat er slordig en vies uitzag en ook extra zielig. Omdat hij zich tot dan toe niet verroerd had, durfde ik mijn hand uit te steken en hem aan te raken, door met de top van mijn wijsvinger zijn kop te strelen. Hij liet het toe en daardoor hield ik opeens veel meer van hem dan daarvoor. Het was een prachtige vogel en hij zou mijn onafscheidelijke metgezel worden. Zittend op mij schouder nam ik hem overal mee naar toe en als hij een eindje ging fladderen, bleef hij altijd dicht bij mij in de buurt. Cirkelend boven mijn hoofd hield hij mij nauwlettend in het oog. Als kauw kon hij gemakkelijk praten met andere vogels en hij vertelde hun dat hij bij mij hoorde. Alle vogels wilden vanaf dat moment ook wel bij mij horen, maar voor mij kon er maar een de eerste zijn en de eerste was Manus en dat namen ze ook voor lief. Wel spraken ze onderling af dat, waar ter wereld ik mij ook bevond, iedere vogel mij zou beschermen, omdat ik de vogelvrouw was en hun taal begreep. Soms vlogen hele zwermen boven mijn hoofd, die mij allemaal herkenden en vanuit de lucht volgden. Ook op de speelplaats. Als ik in de klas zat en door het raam naar buiten keek, zat het muurtje vol met vogels, die daar wachtten tot ik uit school kwam en zij mij naar huis konden volgen. Alle kinderen wisten dat het mijn vogels waren en ze begrepen ook dat ik daarom geen mensen nodig had, want ik was van de vogels.
Connie Palmen (De vriendschap)
De liefde schijnt de uiteindelijke verlossing te bieden van de wereld, waarin alles behept lijkt met het merk van de onvolmaaktheid, het compromis, de banaliteit; zij belooft de uiteindelijke troost te zijn, die het bestaan niet alleen dragelijk maakt, maar zelfs geestdriftig doet aanvaarden. [...] Dit constaterende heb ik me ongetwijfeld verwijderd van het onmiddellijke enthousiasme van de verliefdheid. Want in de geestdrift heb ik geen oog voor de fragiliteit van de mensen en de dingen. Men kan de liefde - evenals het bestaande - pas opvatten als fragiel, wanneer men uit de onmiddellijkheid van de geestdrift is getreden.
Ton Lemaire (De tederheid)
Ik woon in een stille buurt, eindelijk, en heb de milde gewoonte aangenomen regelmatig een wandeling te maken in de omgeving. De weg die ik graag kies is smal, stil, aan het oog onttrokken en komt uit op een landgoed waarop een prachtig huis is gelegen: oplopende gazons, ruime serredeuren, een rieten dak, maar vooral intrigerende raampjes hoog in de gevel, waarachter ik van alles vermoed dat vroeger als gezellig te boek stond, zoals lezen, schrijven, in de vensterbank zitten, luisteren naar de regen en meer van die dingen. Als het donker wordt sta ik er wel eens stil, doe zoveel mogelijk een onschuldige voorbijganger na en hoop op het aangaan van het licht achter een van de ramen.
Willem Brakman (Pop op de bank: Een autobiografie)
Ik besefte nog niet (...) dat alleen een proces van volledige aanpassing, het uitwissen van smaak, talent en zelfs herinneringen, het leven draaglijk maakte voor iemand die oog in oog stond met de allerergste aspecten van een oorlog.
Vera Brittain (Testament of Youth)
Op een zonnige ochtend in april loopt me in een van de smalle straatjes in Harajuku het 100 procent perfecte meisje voorbij. Eerlijk gezegd is het niet eens zo'n mooi meisje. Er is ook niet meteen iets opvallends aan haar. Ze draagt al evenmin prachtige kleren. Haar weerbarstige haar is achterop nog even warrig als bij het opstaan, en jong is ze ook niet meer. Ze moet al tegen de dertig zijn. Strikt genomen kun je haar wellicht geen meisje meer noemen. En toch, van vijftig meter afstand wist ik het al zeker: zij is voor mij het 100 procent perfecte meisje. Vanaf het moment dat ik haar in het oog kreeg, trilde mijn borst als de aarde die beeft en werd mijn mond korrelig droog als de woestijn.
Haruki Murakami (Liefdesdood in Kamara en andere Japanse verhalen)
Ik vermoed dat hij wilde dat er op grote schaal werd gestorven door zijn toedoen, niet alleen in zijn concentratiekampen, ook aan de fronten, in de bezette gebieden en in Duitsland zelf, elke dag tienduizenden, bloed, bloed moest er vloeien, - maar in zijn afwezigheid. Hij heeft ook nooit een gebombardeerde duitse stad bezocht, zoals zijn sinistere paladijn Goebbels ten minste nog deed. Als zijn trein door de ruïnes van een stad reed, moesten de gordijnen gesloten worden. Ik denk dat hij het oog van de cycloon wilde zijn. Rondom wordt alles verwoest door orkanen, maar in het oog is het schitterend weer met een blauwe hemel. Zijn villa Berghof in de Alpen was daar het symbool van. Daar broedde hij al die verschrikkingen uit, maar niets er van drong door tot die idylle.' 'Maar waarom wilde hij dat er op grote schaal gestorven werd om hem heen?' 'Misschien dacht hij daarmee zijn eigen dood te bezweren. Zo lang hij kon doden, leefde hij. Misschien was zijn eigen dood het enige, waar hij echt bang voor was. Misschien dacht hij, dat die reusachtige offers hemzelf onsterfelijk zouden maken. En in zekere zin is dat ook gebeurd.
Harry Mulisch
Ik denk dat hij het oog van de cycloon wilde zijn. Rondom wordt alles verwoest door orkanen, maar in het oog is het schitterend weer met een blauwe hemel.
Harry Mulisch (Siegfried: A Black Idyll)
Helaas, het alziend Oog is ons uit het oog verloren.
Jaap Zijlstra (De Glazen Schelp)
Ken jij al, mijn broeder, het woord 'verachting'? En de kwelling van je gerechtigheid om recht te doen aan wie jou verachten? Je dwingt velen om anders over jou te leren denken; dat rekenen ze jou zwaar aan. Jij kwam hen te na en ging toch voorbij: dat vergeven ze jou nooit. Je gaat boven hen uit: en hoe hoger je stijgt, des te kleiner ziet jou het oog van de afgunst. Maar het diepst gehaat wordt wie vliegt. 'Hoe wilden jullie mij recht doen!' moet je spreken - 'ik verkies jullie ongerechtigheid als mijn rechtmatigde deel.' Ongerechtigheid en vuil werpen zij naar de eenzame: maar als jij, mijn broeder, een ster wilt zijen, moet je hen daar niet minder om beschijnen!
Friedrich Nietzsche
Ik wist dat volwassen mensen dit soort gesprekken voerden, dit soort gesprekken hoorden te voeren, dat je moest praten en je gevoelens moest uiten en naar de gevoelens van de ander moest luisteren en dat je in therapie moest gaan en aan jezelf moest werken en nu wist ik ook dat wie je bent iets anders hoort te zijn dan hoe je bent.
Marijke Schermer (In het oog)
Ik vroeg me af of een breuk eenvoudiger was voor degene die verliet, als je ging in plaats van dat je werd achtergelaten.
Marijke Schermer (In het oog)
Ik was in veel dingen goed en blonk nergens in uit, ik heb nooit echt een helder idee gehad van wie ik was of wat ik wilde.
Marijke Schermer (In het oog)
Elk huwelijk is een groot geheim voor iedereen die erbuiten staat, en soms ook voor wie er middenin zit.
Marijke Schermer (In het oog)
Hoe meer ze naar mijn gevoelens vragen, hoe minder ik er blijk te hebben. Alsof ze me met elke vraag ernaar ervan beroven.
Marijke Schermer (In het oog)
Ik had het huis niet bewoond zoals je een huis bewoont als je het samen doet; ik had de ogen van de ander niet bij me gehad, ik had de regels niet in acht genomen, ik had geleefd zoals in de andere episodes in mijn leven, toen ik alleen woonde.
Marijke Schermer (In het oog)
Negen maanden tevredenheid. Het kindje was nog niets en kon nog alles worden. Het kindje was nog niet niets en zou duizenden kansen krijgen, dacht Katrien. en wij zien het kindje. Negen maanden als een geestesverruimende toestand die zo gelukzalig was dat zowel moeder als kind bijna de bevalling uit het oog verloor. Door de natuur aangemoedigd kwam het er dan toch van: het lichaam van de moeder trok samen en eiste dat het kind naar buiten ging.
Saskia de Coster
In een rechtlijnige stad zijn mensen als elektronen in een koperdraad, snel, inwisselbaar en onzichtbaar. De stroom valt te meten, maar individuen zijn met het blote oog niet waar te nemen.
Ilja Leonard Pfeijffer (De filosofie van de heuvel: op de fiets naar Rome)
kitsch is een kamerscherm om de dood aan het oog te onttrekken.
Milan Kundera (The Unbearable Lightness of Being)
Ik ga die functie krijgen. Hoe dan ook. Kijk uit wie je tegen je in het harnas jaagt, Constance. Ik ben geen Caro en geen Lidewij. Ruziemaken met mij is als ruziemaken met je ergste nachtmerrie: ik zal je kwellen totdat je geen oog meer dichtdoet, en zelfs dan ben je nog niet van me af. Wacht maar.
Denise Marinus (Zoals u wenst)
Met het oog op de recente ontwikkelingen leek het me verstandig om alvast op de vraag naar ministeriële begrafenissen te anticiperen... Dit is uw doodskist, meester Lastyanax! Ik had u toch gezegd dat hij heel elegant zou worden?
Eléonore Devillepoix (La Ville sans Vent (La Ville sans Vent, #1))
Beelden, zijnde driedimensionale objecten in plaats van tweedimensionale schilderijen, zijn echter dan schilderijen,” zei een heer. “Daarom zijn ze in staat een bedrieglijker illusie te creëren – dat wil zeggen dat beeldhouwkunst de hoogste kunstvorm is.” “Daar ben ik het geheel mee oneens,” zei ik terwijl ik een paar stappen achter Galileo stond. Op het moment dat hij me herkende, strekte zijn glimlach zich helemaal uit tot de bult onder zijn oog. Hij opende hun kring om me naar voren te laten komen. “Wat denkt de signorina?” spoorde een heer aan, alsof een dame die een mening durfde te uiten een noviteit was. Ik kende deze mannen niet, maar ik stortte me in de discussie, hun kunstmatige manier van spreken aannemend. “Reliëf dat het gezichtsvermogen misleidt ligt net zozeer binnen het bereik van de schilderkunst als van de beeldhouwkunst omdat met schilderen alle kleuren van de natuur vorm kunnen worden gegeven, waar de beeldhouwkunst slechts licht en donker tot haar beschikking heeft. Hoewel de beeldhouwkunst diepte creëert die door aanraking wordt waargenomen, verwerft de schilderkunst diepte zonder dat voordeel. Daarin ligt de grotere uitdaging en derhalve haar superioriteit.” “De signorina heeft gelijk,” bracht Galileo in. “Wat is er zo indrukwekkend aan het nabootsen van de beeldhouwster, de Natuur, door de natuur zelf, steen, te gebruiken om volume te creëren?” Hij wendde zich tot mij voor mijn instemming. “ Van de twee is de schilderkunst de superieure, maar om meer dan één reden. De schilderkunst, zijnde tweedimensionaal, staat verder van de realiteit, en hoe verder de middelen om na te bootsen staan van datgene wat nagebootst moet worden, des te bewonderenswaardiger de nabootsing zal zijn.
Susan Vreeland (The Passion of Artemisia)
Spoedig liet men de foute hypothese varen van een carnavalsvierder die het langer dan gewoonlijk had gemaakt. Carnaval was dit jaar namelijk bijzonder vroeg gevallen, vooraan in februari. Dat sommigen geen eind aan het feest wilden zien, gebeurde meer. Een vrolijke ziel die het een maand op zijn eentje had voortgezet, bleek nochtans onwaarschijnlijk. In geen enkele herberg was trouwens zo’n eenzame vierder gesignaleerd. Om het natuurlijk niet eens over zijn onmogelijk paarsblauwe pak met gifgele versieringen en metalen opstiksels te hebben dat direct in het oog zou vallen als hij zo gekleed door de stad zwierf.
Hubert Lampo (De verdwaalde carnavalsvierder)
Sluit de nationale parlementen!' - dat was de strijdkreet van een echte democraat die de democratie met het oog op de historische situatie opnieuw wilde uitvinden. Dat zijn stelling van het noodzakelijk afsterven van de nationale democratieën toen niet als schandaal of als krankzinnige utopie werd afgedaan, lag aan de narrenvrijheid van die tijd, en dat Moens het uiteindelijk niet van de nationaal-economen, 'de herkauwers' (zoals hij ze noemde), kon winnen, had dezelfde reden: 'De academische narrenvrijheid heeft ons aanvankelijk geholpen, maar uiteindelijk de macht van de echte narren gevestigd', schreef hij in zijn herinneringen.
Robert Menasse
Een doorn in het oog is degene die niets zag.
Petra Hermans
Zwart ijs... Witte beren, rood bloed. Ze zoeken het oog van de adder... In het oog gaan is in het donker gaan. Misschien kun je de weg naar buiten vinden, Wolfjongen. Maar wanneer je eenmaal binnen bent, zul je nooit meer heel zijn. Een deel van je blijft daar beneden. In het donker. - De Loper
Michelle Paver (Soul Eater (Chronicles of Ancient Darkness #3))
Het trok, voorbij onder mijn oog.
Petra Hermans
Ik knikte en keek Rachel bewonderend aan. 'Je hebt de Heer der Titanen met een blauwe plastic haarborstel in zijn oog geraakt.' 'Ik had niks anders,' zei Rachel opgelaten.
Rick Riordan (The Battle of the Labyrinth (Percy Jackson and the Olympians, #4))
Dubhe kende hem van horen zeggen. Ido. Het idee deed haar duizelen. Ze stond oog in oog met een levende legende.
Licia Troisi (La setta degli assassini (Le Guerre del Mondo Emerso, #1))
De nar kent geen oog.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Ook als ik niet had geluisterd, zou ik alles wat ze zei ademloos hebben beaamd. Ik had aan haar lippen gehangen, zoals de uitdrukking gaat, waarmee ik niet bedoel dat ik speciaal belang stelde in haar betoog, maar dat de golven van haar woorden mij overmanden terwijl ik als een drenkeling nergens anders oog voor had en niet in mijn leven inniger liefhad dan de zachtroze reddingsboei van haar lippen.
Ilja Leonard Pfeijffer (Grand Hotel Europa)
We passeerden een boom vol roze kersenbloesem en een windvlaag blies een school aan blaadjes weg. Ze lieten los, weg van de boom met zijn diepe wortels in de grond en kozen, net als ik, voor een leven met de wind mee. Ik boog voorover en volgde de dansende blaadjes in de zijspiegel van de auto. Ik wilde de lente niet uit het oog verliezen.
Lucia van den Brink (Niemand zoals hij)
Het gebouw waarop ik woon, zakt elk jaar gemiddeld één millimeter dieper in de grond. Over eenentwintigduizend jaar bevind ik mij op de benedenverdieping. Al schijnt de bodem uit zichzelf ook al te stijgen door ophopend stof en afval; we houden het alvast scherp in het oog.
Peter Verhelst (Het spierenalfabet)
Met de eerste oogopslag had Onno gezien, dat daar niets stond of lag, zoals het toevallig was neergezet of terechtgekomen. Niet dat het er esthetisch leeg was, of angstig opgeruimd; het was er eerder vol, met boeken en mappen ook op de grond en op de kleine vleugel, maar nooit lag een groter boek op een kleiner, of een map op een boek, niets leek ergens anders te kunnen liggen, – als op een schilderij. Die harmonische compositie strekte zich ongedwongen uit tot alles in de suite; ook van een bepaalde stijl was geen sprake, er waren moderne dingen, antieke, halfantieke, maar alles paste bij elkaar en nergens stootte het oog op een belediging, zoals iets van gekleurd plastic, of een reclamefolder, of zelfs maar een balpen. Ook de schrijftafel lag vol boeken en paperassen, maar alles zorgvuldig gerangschikt, evenwijdig, haaks, zonder dat het een manische indruk maakte. Wat Onno ‘krankzinnigheid’ noemde, was bewondering voor iets dat hij zelf totaal miste in zijn dagelijks leven.
Harry Mulisch
Het leven gaat sneller als je ouder wordt. Daarover schreef Douwe Draaisma een prachtig boek. Althans, dat vermoed ik, want na vijftig bladzijden gretig te hebben doorgelezen ben ik het boek uit het oog verloren. Ik bleek geen tijd te hebben om het in alle rust uit te lezen. Vandaag genoot ik van mijn wekelijkse extra vrije dag, speciaal opgenomen om te herstellen van overwerktheid. Op mijn dakterras las ik in de bundel 'Weakening Philosophy', gewijd aan het werk van de Italiaanse filosoof Gianni Vattimo, mezelf intussen koesterend in een warmer en warmer wordende zon. Na de inleiding en het ijdeltuiterige maar ook spannende essay van Umberto Eco legde ik het boek zwetend terzijde. Zou ik het ooit uitlezen? Mijn boekenkast puilt uit van boeken waarvan ik alleen de eerste twintig bladzijden of de eerste twee hoofdstukken heb gelezen. Nooit de laatste twee hoofdstukken of bladzijde vijftig tot tachtig. Ik meende dat ik dit, zwetend op mijn dakterras, moest opvatten als een teken. Maar waarvan?
René Boomkens
Ik keek naar de pissebedden onder de stenen, stampte regenwormen uit de grond om mee te vissen, bekeek de vlinders op de bloemen, en bestudeerde de struiken in de tuin van mijn moeder als ik met een bakje naar buiten werd gestuurd om kruisbessen te plukken. Het werd de microbiologie omdat ik gegrepen was door het leven op het kleinste niveau. En ik bleek te houden van het onderzoek, van het laboratorium, van de uitsneden van de werkelijkheid zoals die voor me lagen uitgestald. Van de blik op het krioelende willen dat het leven is.
Marijke Schermer (In het oog)