“
Dekolonisatieprocessen worden vaak herleid tot een nationale strijd tussen kolonisator en kolonie – Frankrijk met Algerije, België met Congo, Duitsland met Namibië, Portugal met Angola, Engeland met India en Nederland met Indonesië – het lijkt wel een soort streepjescode.
Maar naast die verticale component zijn er ook altijd tal van horizontale processen. Buurlanden spelen mee, bondgenoten, lokale milities, regionale spelers, internationale organisaties enzovoort. Die mogen niet weggefilterd worden. Als we dat doen, blijven we de westerse natiestaat en zijn koloniale grenzen als referentiekader hanteren. Dan zijn we nog steeds negentiende-eeuws bezig.
Wie enkel door de schietgaten van het verleden kijkt, ziet niet per se het hele landschap. De tijd is rijp om die nationale focus los te laten en de globale dimensie van het dekolonisatieproces te zien. Ja, dat vergt inspanning. Een kluwen is lastiger te ontwarren dan een schema met twee kampen, maar de historische werkelijkheid is nu eenmaal geen schema. En dat geldt zeker voor de Indonesische geschiedenis.
”
”