Korte Dans Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Korte Dans. Here they are! All 26 of them:

Twitteren is eigenlijk zoals vissen. Een tweet is een vislijn met aas. En dan moet je wachten tot iemand toehapt. Soms lang, soms kort.
Ignace Dermaux
Wanneer alle spelers na de gedane arbeid op de parkeerplaats voor de school in de steeds warmer wordende avondlucht bijeenkwamen om de ervaringen van die dag uit te wisselen, begreep ik dat iedereen geraakt werd door het stuk waarmee hij bezig was en we voelden dat het over de dood ging en ik geloof dat we beseften (al weten de goden dat we er niet bewust aan dachten) dat dit Wohlmans manier was om ons te vertellen dat ons, zodra we klaar waren met deze school, niet de toekomst wachtte met al zijn openbaringen, kansen en al die andere zaken die we ons hadden voorgesteld - een zee van mogelijkheden en ervaringen - maar juist het begin van iets anders, iets zonder de exploderende kleurenpracht die we elkaar hadden voorgeschilderd, hier zetten we de eerste onmogelijke stappen op weg naar het werkende leven, naar de routine, de eindeloze herhaling, de systematiek en het leven van alledag waar iedereen die vóór ons volwassen geworden was al lang deel van uitmaakte, ochtenden, werkdagen en bezoekjes aan de supermarkt en de rijen voor de kassa en de uren voor de tv of de uren met de was of koken en kinderen die je op sommige dagen liever niet gehad had en de grenzeloze irritatie over de naïeve jeugd die het had over Kerouac, de planning van de volgende ochtend, dit alles ad nauseam herhaald, slechts onderbroken door korte dagen die zich ontvouwden en dan weer verschrompelden, 's zomers of met Kerst, dagen die alleen nog extra benadrukten dat niemand ons kwam verlossen en dat we alleen maar konden hopen dat we in elk geval een beetje konden dansen op het ritme van onze inmiddels o zo voorspelbare levens, dat dat juist onze redding zou blijken zodat we niet langer zouden vechten tegen de monotonie maar die juist zouden accepteren, dat we het triviale zouden omarmen, zoals Wohlman ongetwijfeld gedaan had, tot we op een dag wakker werden en beseften dat de maat waarop we dag in dag uit bewogen, wankel en allesbehalve gracieus, uiteindelijk onze eigen hartslag was, naar, bij gebrek aan een beter woord, hartenlust kloppend van opluchting omdat we nu eindelijk in de geweldige maalstroom waren beland van identieke, voorspelbare dagen.
Johan Harstad (Max, Mischa & Tetoffensiven)
Dan klautert de jager van me af... Mijn adem stokt in mijn keel. Ik herken dat korte krulhaar. Ze haalt het masker los en laat de zijde op de grond vallen. Ina.
Sara Holland (Evermore (Everless, #2))
Het zou allemaal veel makkelijker zijn als ik een doel had, wat denk jij? Een vraagje: heb jij wél een doel in je leven?' Albrecht dacht na. Had hij in deze verwarrende tijd al zijn eigen plaats gevonden, had hij, jong en gezond als hij was, een helder doel voor ogen? Nee, hij liep maar wat rond en dacht hoogstens aan de volgende dag, hoe hij geld kon verdienen en kon leven en niemand tot last was, meer niet, iets groots zag hij niet gebeuren. Hij stond hoogstens af en toe stil in zijn gejaagde leventje om even op adem te komen, dan maakte hij zich los uit zijn dagelijkse routine en was hij een paar dagen tot niets meer in staat en lag hij als een dode op bed, ongestoord. Dat duurde maar kort en dan was hij weer de oude.
Hans Keilson (Life Goes On)
In de muziekles zong zij liedjes over niets dan engeltjes met gouden vleugels, madonna's, meren, gondeliers: rimpelloze romances die haar tussen de beuzelachtige woorden en de onbeholpen klanken door een korte blik vergunden op de betoverende wereld van de werkelijke sentimenten.
Gustave Flaubert (Madame Bovary)
Zijn dit kaartjes voor de eerste klas?' vroeg Kady plotseling... 'En een reservering voor de duurste suite in het Savoy?' ... '... ze pakken het wel heel groots aan,' zei Jake behoedzaam... 'Er zijn vast camera's,' ging hij door... 'Nou, een heel kort reisje dan. Misschien valt het wel mee.
James Rollins (Jake Ransom and the Skull King's Shadow)
Het lijkt of er nooit kinderen waren die zonder mij met elkaar speelden, of ik nooit zonder vrienden en vriendinnen ben geweest of dat het, als het wel zo was, in wezen niet belangrijk is—kleine golven in oppervlaktewater—maar onder die golven is een bestendige, onverbiddelijke kalmte aanwezig die soms boven alles uitstijgt als de eerste geur van herfst in de lucht is, als de eerste merels op donkere avonden in de vroege lente roepen, als bij het ontwaken de eerste, nog ongerept gebleven sneeuw gevallen blijkt te zijn. Slechts dan een kort ogenblik de illusie te begrijpen wat leven is, een vluchtig begrip waarvoor woorden ontbreken.
Maarten 't Hart (Een vlucht regenwulpen)
En toen met eenige variatie herhaalde i zijn oude rêverie over 't water. Van 't water dat maar altijd naar 't westen stroomde, dat iederen avond naar de zon stroomde. In Nijmegen liep een ouwe dokter rond, die drie-en-vijftig jaar lang 's morgens op 't zelfde uur dezelfde wandeling had gemaakt. Over 't Valkhof en aan de Noordzijde naar beneden en de Waalkade af tot aan de brug. Dat is meer dan 19300 maal. En altijd stroomde 't water naar het westen. En dat beteekende nog niets. Het heeft zeker honderd maal drie en vijftig jaar naar dien kant gestroomd. En langer. Nu ligt de brug er over. Nog maar kort, nog maar wat jaren. En toch heel lang. Ieder jaar is 356 dagen, tien jaar is 3650 zonnen. Iedere dag is 24 uur, en ieder uur gaat er meer door de hoofden van al die tobbende menschen dan je in duizende boeken zou kunnen opschrijven. Duizende tobbers die de brug gezien hebben, zijn nu dood. En toch ligt i er nog maar kort. Veel, veel langer stroomde het water daar. En er was een tijd toen dat water er niet stroomde. Die tijd is nog veel langer geweest. Dood zijn die tobbers gegaan bij honderde en honderde millioenen. Wie kent ze nog? En hoeveel zullen er sterven na dezen? Ze tobben maar, tot God ze wegraapt. En je zou denken: God zou ze een lol doen als i ze plotseling te grazen nam. Maar God weet beter dan jij of ik. Tobben willen ze, blijven voorttobben. En onderwijl gaat de zon op en onder, de rivier daar stroomt naar 't Westen en blijft stroomen tot daar ook een eind aan komt.
Nescio (De Uitvreter)
Het natuurlijke gedrag van een economie is opeenvolgende periodes van groei en krimp. Vergelijk het met een bos. Een bos heeft bosbranden nodig om jong, sterk en vitaal te zijn. Als je alles op alles zet om kleine bosbranden te voorkomen dan vier je succes op korte termijn. Dat betekent wel dat het hele bos wak wordt. Als er dan een brand ontstaat, is alles weg. Zo is het met de economie ook.
Edin Mujagić
God erbarme zich over de cynici. Ik ben nu cynicus. Misschien was 't beter als ik maar heelemaal gek geworden was of overreden door de tram wat dikwijls bijna gebeurd is. Vroeger was ik dichter. En als cynicus zeg ik: 't was geen lolletje, voor mij niet en voor niemand. 'k, Weet nog heel goed hoe 't begon. 't Was in de eerste week van October, tegen half zes. 't Is daarna nog vele malen October geworden en ontelbare vele malen half zes geweest. 'k Was toen vijftien jaar'en zat op een bank in Artis met een korte broek aan. Dat moet mij als cynicus nu juist gebeuren, dat ik 't over Artis moet hebben. Maar zoo was 't toch. Ik zit op een bank in Artis. Er was niemand meer, 't was er zoo stil en de bladeren van de boomen ritselden. In de verte kraakte 't grint, ergens werd een emmer neergezet op een houten vloer, ik hoorde 't, maar zag 't niet. Langs den stam van een hoogen boom keek ik naar boven en zag dat de avond niet viel, want 't was boven lichter dan beneden. De bladeren trilden en draaiden heel even en een geel blad liet los en viel op 't grasveld. Toen voelde ik dat alles goed was en dat er nog iets komen zou, later. 'k Voelde tegelijk een groote tevredenheid en een groot verlangen. En de zekerheid dat deze dag nooit terug zou komen. Toen kraakte 't grint harder en een man zei: "Jongeheer, u moet eruit, we gaan sluiten." God erbarme zich over de cynici. 'k Wilde dat ik nog eens bijna kon grienen zonder te weten waarom en hopen op iets, dat nooit komt.
Nescio
Ik heb het over echte waanzin. Waanzin die een stropdas draagt en gepoetste schoenen. De waanzin die 's avonds naar de badkamerspiegel knikt en niet meer bijkomt van het lachen, omdat hij weet dat hij weer gewonnen heeft, omdat hij helemaal niet kan verliezen, want hij heeft niets te verliezen. Het is de waanzin met korte smalle vingers, te klein om een andere man pijn te doen, maar toch net groot genoeg om op een knop te drukken. Misschien dat iemand deze waanzin herkent, maar dan zal het te laat zijn.
Robert Seethaler (Das Feld)
Er zijn eenvoudige, korte oefeningen die het lichaam in kort bestek afmatten en dus tijd besparen, en vooral dat laatste moeten we goed bijhouden. Ga bijvoorbeeld hardlopen, of oefenen met gewichten, of springen. Je kunt hoog- of verspringen, of laat ik zeggen 'ritueel dansen' of, om het banaler te zeggen, stampen als de wasman in zijn tobbe. Kies maar, het is allemaal simpel en gemakkelijk om te doen.Maar wat je ook doet, keer snel weer terug van het lichaam naar de ziel! Want die moet je dag en nacht trainen, die wordt door matige inspanning gevoed. En dat soort training wordt niet belet door kou of hitte, nee, niet eens door ouderdom. Richt je op iets goeds dat op den duur alleen maar beter wordt. En ik zeg niet dat je altijd boven je boeken of schrijftafeltjes moet zitten. Laat je geest ook eens wat anders doen, maar dan zo dat het ontspannend werkt en niet ontkrachtend. Een tochtje in de wagen schudt de ledematen los, zonder de studie te beletten: je kunt iets lezen of dicteren, je kunt praten of luisteren, allemaal dingen die ook tijdens een wandeling mogelijk zijn.
Seneca
Hoe vaak hoorden we geen uitspraken in de zin van: “Wetenschappelijk onderzoek toonde aan dat …” of “Het is wetenschappelijk bewezen dat …” Daarbij neemt men aan dat wetenschap altijd waar is. Maar hoe betrouwbaar is wetenschap? Heel veel van wat we wetenschap noemen, en we als waar aanvaarden, is noch waar, noch onwaar, en behoort tot de metafysica. Gedurende een korte tijd (volgend op de publicatie van de Tractatus van Wittgenstein) zag het ernaar uit dat we een messcherp onderscheid konden maken tussen betrouwbare wetenschappelijke uitspraken en onbetrouwbare metafysische uitspraken. Maar Wittgenstein zette dat onderscheid zelf op de helling met de postume publicatie van zijn Philosophical Investigations. Nog later pakte de (overwegend Franse) postmoderne filosofie uit met de stelling dat er in de algehele wetenschap minder waarheid is vervat dan in een simpel literair gedicht. De tijd van betrouwbare algemene theorieën leek hopeloos voorbij. Is dat zo? Is cognitief denken onmogelijk geworden? Hierna volgt een reflectie. Het tijdgewricht waarin we leven, althans in de westerse wereld, noemt men de postmoderniteit. Het wordt gekenmerkt door grote onzekerheid en een gevoel van toenemende onveiligheid. Onzekerheid heerst rond onbeantwoorde vragen met betrekking tot de toekomst van de planeet, tot de duurzaamheid van de energievoorziening, tot de werkzekerheid, tot de stabiliteit van het gezin, tot de gedaalde sociale controle, tot de toename van het aantal asielzoekers, tot het bestaan van een god, enzovoort. Onveiligheid houdt verband met oorlog, met terrorisme, met criminaliteit. Het is de bedoeling al die fenomenen wetenschappelijk te bestuderen. Maar hoe zeker ben ik dat wetenschap nog steeds betrouwbaar is?
Jean Pierre Van Rossem (Postmoderniteit: Onzekerheid & Onveiligheid)
Het feit dat tot voor kort het woord stront met ... werd aangeduid had niets te maken met morele overwegingen. U wilt toch niet beweren dat stront immoreel is?! Afkeuring van stront is metafysisch. Ontlasting is het dagelijks bewijs dat men de schepping niet aanvaardt. Het één of het ander: of stront is aanvaardbaar (en dan hoef je de w.c.-deur niet op slot te doen!) of we zijn geschapen op een onaanvaardbare manier. Hieruit volgt dat het esthetische ideaal van de categorische instemming met het bestaan een wereld is waarin stront ontkend wordt en waarin iedereen zich gedraagt alsof die niet bestaat. Dit esthetische ideaal heet kitsch.
Milan Kundera (The Unbearable Lightness of Being)
Ik zou een Declaration of Dependence willen schrijven, omdat dat veel minder bezijden de waarheid klinkt en troostender is dan de gebalde vuist, en independence me vrijwel uitsluitend doet denken aan het alleen zijn, wat er sowieso is.
Rebekka de Wit (We komen nog één wonder te kort)
De executie ontaardde in een zeer rommelige aangelegenheid. Het meisje werd door de knechten haastig de betimmering opgetrokken en met haar rug tegen de paal op de stoel geduwd en vastgebonden. Het ging allemaal zo ongeordend dat bijna niemand had opgemerkt hoe de beul zijn plaats al had ingenomen. Ineens was hij waar hij wezen moest, Chris Jansz, achter de rug van zijn patiente met het touw als een vingervlugge goochelaar klaar voor gebruik in zijn handen. Hoewel niemand uit het publiek er eenentwintig jaar geleden bij was geweest, wist iedereen hoe sereen, ja heilig Elsjes voorganger zich aan het doodmaken had onderworpen. Volkomen in de war gebracht door de opeenhoping van enorme gebeurtenissen in haar leven met daaropvolgend de cel en de zachte stem van de dominee, was de minderjarige moeder van de verdronken zuigeling voor haar rechters op de knieen gevallen. Niet om te smeken, maar om te bedanken voor de straf die ze haar oplegden. Op Justitiedag had ze uit zichzelf de verhoging beklommen en was met wijdopen ogen gaan zitten, glimlachend, zonder verwachting dus ook zonder angst, als iemand die thuisgekomen is. Uitstekend zichtbaar voor het ontroerde publiek had de beul het touw om de hals kunnen leggen, bedaard, vakkundig, en dan plotseling aantrekken met een typisch korte beweging die niets van zijn vervaarlijke kracht naar buiten bracht, wat de suggestie gaf dat dit wurgen niet noemenswaardig verschilde van de manier waarop veel huisvrouwen, gesteld op hun schone tegelvloer, bij voorkeur hun kippen en parelhoenderen doden. Nu ging het wel even anders. Omdat het meisje maar bleef tegenstribbelen stond vooral de logge knecht aan de Dampleinzijde maaiend met zijn armen in het zicht. Wat een geworstel om Elsje op de stoel met het lage rugleuninkje te krijgen.
Margriet de Moor (De schilder en het meisje)
Hè, schrijven wat je denkt is zoo fijn, zoo roef, roef, je weet zelf niet hoe je 't doet. 't Staat er ineens precies zooals 't er staan moet. En als je 't dan naderhand leest, dan leef je in eens weer je eigen leven van toen en toch weet je niet, of je dat nu zelf bent of een ander." Haar oogen schitterden, er waren tranen in. Ze bloosde niet meer over zichzelf. Ze zat stil met haar hoofdje op haar rechterhand, haar elboog op de richel voor 't raampje en staarde naar buiten. En 't dichtertje dacht: "dat is een echte," en dat ze hem nu voor een degelijk heer hielden. Maar hij bleef grimmig en wijs, "God brengt ons op een hoogte, om ons te laten afdalen. De weg over den top is kort, maar de dalen zijn lang. Die op den top is geweest, slijt zijn dagen in verdriet." Zij schudde langzaam haar meisjeskopje, zoo lief en toch zoo nadenkelijk: "Ik leef altijd op den top.
Nescio (Dichtertje)
Om de wereld te hervormen moeten de mensen psychisch gezien een nieuwe weg inslaan. Er zal geen werkelijke broederschap aanbreken voordat je werkelijk ieders broeder bent geworden. Geen enkele wetenschap, geen enkel inzicht in wat het nuttigst en voordeligst voor iedereen is zal de mensen er ooit toe kunnen nopen het privébezit en privileges met anderen te delen. Iedereen zal zich te kort gedaan voelen, men zal tegen alles morren en elkaar benijden en uitroeien. U vraagt wanneer die droom in vervulling zal gaan. Het komt zo ver, maar eerst zal de mens door een periode van vereenzaming heen moeten. De soort vereenzaming die tegenwoordig, en vooral in onze tijd overal heerst, maar voorlopig heeft zij haar hoogtepunt nog niet bereikt. Want iedereen streeft er tegenwoordig naar zich van de anderen los te maken en op eigen kracht de volheid des levens te ervaren, maar ondertussen heeft al zijn pogen geen levensvolheid, maar je reinste zelfmoord ten gevolge. Want in plaats van volledige zelfverwerkelijking valt de mens volledige vereenzaming ten deel. Want iedereen sluit zich tegenwoordig voor anderen af, sluit zich op in zijn eigen hol en trekt de handen van zijn medemens af. Hij verbergt zich met wat hij bezit en het eind van het liedje is dat hij de mensen van zich afstoot en dat zijn medemensen hem ten slotte ook van zich afstoten. Hij hoopt rijkdommen op en denkt dan: hoe rijk ben ik nu, mij kan niets meer overkomen, maar de sukkel weet niet dat hij naarmate hij meer rijkdommen verwerft hij ook steeds dieper wegzakt in een aan zelfmoord grenzende vorm van onmacht. Want hij heeft geleerd dat hij alleen maar op zichzelf kan vertrouwen en dat hij zich van de anderen heeft losgemaakt; hij heeft zijn ziel bijgebracht niet meer in wederzijdse menselijke solidariteit te geloven en hij heeft maar één doodsangst: men zou zijn positie en zijn privileges eens kunnen aantasten. Het is gewoon bespottelijk zoals het menselijk verstand tegenwoordig ontoegankelijk is voor het inzicht dat persoonlijke onaantastbaarheid niet bestaat uit particuliere krachtsinspanning, maar uit de verenigde inzet van alle mensen samen. Maar ook aan die verschrikkelijke periode van vereenzaming komt eens een einde en dan zal de mensheid als geheel op hetzelfde ogenblik beseffen hoe onnatuurlijk het is dat de een zich van de ander losmaakt. En als dat besef eenmaal geboren is dan zal de mens er zich over verbazen dat hij zo lang in het duister heeft gezeten en het licht niet heeft gezien. Maar tot die tijd aanbreekt moet het vaandel hooggehouden worden en moet de mens, al was het maar door het voorbeeld van een enkeling, zich aan die vereenzaming ontworstelen en een daad van broederliefde stellen, ook al zouden de anderen hem daarvoor als een idioot beschouwen.
Fyodor Dostoevsky
Alleen bleek bij nadere inspectie van zijn keuken dat hij gisteravond alles wat nog in huis was had opgegeten toen hij thuis was gekomen van het feest. Uit een korte forensische reconstructie van enkele minuten bleek zelfs dat hij vermoedelijk had geprobeerd zelf jamdonuts te maken van weinig meer dan rauwe kool en agostura. En aangezien er geen spoor was van het resultaat, was reden om aan te nemen dat dat ook was gelukt.
Ned Beauman (The Teleportation Accident)
Onder invloed van het marxisme ontstond in de wereldgeschiedenis ook nog een zesde vorm van arbeidsdeling, de nomisch technische arbeidsverdeling. Die werd voor het eerst in de Sovjet-Unie ingevoerd in 1917 en verdween er met de Val van de Muur in 1989. De werkende bevolking werd er wijsgemaakt dat het een vorm van nomische arbeidsverdeling was die spontaan was ontstaan en niet door de overheid werd afgedwongen. Maar in werkelijkheid ging het niet om communisme, wel integendeel om staatskapitalisme. Op papier heerst er nog steeds communisme in de Volksrepubliek China, maar dat komt dan enkel maar omdat papier er zeer gewillig is (geen wonder, want het papier werd juist in China uitgevonden). Harde vormen van communisme zijn na de Val van de Muur nog een korte tijd blijven voortbestaan in Cuba en in Albanië, maar zijn ondertussen ook daar verdwenen. Enkel in het totaal geïsoleerde Noord-Korea is de nomisch technische arbeidsverdeling tot op vandaag blijven voortbestaan. Tot een afsterven van de staat, zoals Marx voorspelde, heeft het zeker niet geleid, wel tot een verpletterend staatsapparaat gecontroleerd door de gewetenloze machtsclique rond de vereerde Leider.
Jean Pierre Van Rossem (Postmoderniteit: Onzekerheid & Onveiligheid)
De doffe elende van iedere nieuwe of vernieuwde politieke partij is dat ze wordt geïnfiltreerd door opportunisten die, van zodra ze een functie binnen de partij krijgen, ze naast hun schoenen gaan lopen. In 1991 was dit het geval met ene Louis Standaert die amper 72 stemmen verzamelde maar dankzij mijn groot overschot aan stemmen toch verkozen werd als volksvertegenwoordiger. Omdat kort voor de verkiezingen alle opiniepeilingen uitwezen dat we meer dan 5 % van de stemmen zouden halen werd ik vier dagen voor de verkiezingen, na volkomen gefantaseerde klacht van een infiltrante (Ann Holvoet), meteen in de gevangenis opgesloten (de democratie, nietwaar). Daar liet men mij 40 dagen zitten, tot na Kerstmis. In die tussentijd belegde de vers verkozen Louis Standaert een partijvergadering waarop hij eiste dat ... Van Rossem uit de partij moest worden gezet. Later, tijdens dezelfde legislatuur ging hij onder de naam "Banaan" scheep met Roland Duchâtelet om minder dan 2 % van de stemmen binnen te halen. En ook nu is het niet anders. Een aantal volksjongens binnen het nieuwe R.O.S.S.E.M. kreeg het aan de stok met de intellectuelen van de R.O.S.S.E.M., wilde die afschaffen, en mezelf uit de partij laten zetten. Dit trieste maneuver lekte uiteraard uit zodat op grond van art. 2.3 van de statuten de drie oproerkraaiers prompt uit het partijbestuur en de partij werden gezet. Liever er nu korte metten mee gemaakt dan ze straks aan een zitje in het Parlement te helpen om me een dolk in de rug te laten steken à la Louis Standaert. En al ben ik voor mijn politieke tegenstanders een steenezel, dan zal ik mij toch niet een tweede keer aan dezelfde steen stoten.
Jean Pierre Van Rossem
Goed dan,' zei ik knarsetandend. 'Maar Drake krijgt niets.' Alisa glimlachte kort haar tanden bloot. 'Die muilkorf ik gewoon omdat ik dat leuk vind.
Jennifer Lynn Barnes (The Inheritance Games (The Inheritance Games, #1))
Misschien kon het haar niets schelen wie ik was, zag ze me alleen maar als een gesprekspartner met wie ze van voren af aan kon beginnen. Dat is nog iets vervelends voor iemand die een drama heeft meegemaakt: dat de gevolgen ervan bij hem veel langer duren dan het geduld van degenen die bereid zijn naar hem te luisteren en hem gezelschap te houden, toewijding duurt nooit erg lang als die een eentonig tintje krijgt. En zo blijft de verdrietige persoon vroeg of laat alleen achter als zijn rouw nog niet is geëindigd of als men hem niet meer toestaat te praten over wat nog steeds zijn enige wereld is omdat die wereld van droefenis onverdraaglijk wordt en afschrikt. Hij beseft dat elke willekeurige ellende voor de anderen een sociale houdbaarheidsdatum heeft, dat niemand in de wieg is gelegd om verdriet gade te slaan, dat een dergelijk schouwspel slechts gedurende een korte periode toelaatbaar is, zolang het nog diepe ontroering en verscheurdheid overbrengt, en hen die ernaar kijken en erbij aanwezig zijn een zekere kans geeft om de hoofdrol te spelen, om zich onmisbaar, reddend en nuttig te voelen. Maar als ze constateren dat er niets verandert en dat de getroffen persoon niet vooruitgaat, of erbovenop komt, voelen ze zich vernederd en overbodig, zien dat bijna als een belediging en wenden zich af: 'Was het misschien niet voldoende voor hem? Hoe kan het het dat hij nog niet uit de put komt, met mij aan zijn zijde? Waarom houdt hij hardnekkig vast aan zijn verdriet terwijl er al enige tijd verstreken is en ik hem afleiding en troost heb geboden? Als hij er niet bovenop kan komen, laat hem dan maar instorten en verdwijnen.' En degene die gebukt gaat onder het verdriet doen dan het laatste, hij trekt zich terug, gaat weg, verbergt zich.
Javier Marías (Los enamoramientos)
Je leven is geen project. Je leven is een proces. Een proces is nooit af omdat het nooit stopt. Nu stopt je leven natuurlijk wel een keer, maar het fijne is dat jij er dan ook niet meer bent. Dus zolang jij er bent loopt je leven door, en kun je het dus zien als een proces. Een proces wordt niet voltooid, enkel verbeterd.
Jelle Hermus (Steeds leuker: Schrap de ellende en ontdek de korte route naar een leuker leven (Dutch Edition))
U houdt van ongewone woorden? Dan moet u Sanskriet leren. De wereld is geschapen uit lettergrepen van die taal. Alles stamt van het Sanskriet af, neem het woord 'olifant', in het Sanskriet pilu, waar zit de gelijkenis dan, zult u vragen, volgt u mij naar Iran, daar werd het pil, omdat de Perzen korte eindmedeklinkers negeren; in het Arabisch veranderde pil in fil, want het Arabisch kent geen p, zoals u ongetwijfeld weet, en de Grieken, die hingen graag -as aan alle Arabische begrippen, als je dan een paar medeklinkers verzet, krijg je elephas en van daaruit hoef je nog maar een paar etymologische sprongetjes te maken en je komt uit bij de olifant zoals u hem kent.
Ilja Trojanow
Millie kijkt naar Stella die op haar thee blaast - de damp stijgt op en maakt figuren, net als de koffie in het warenhuis. Stel je voor dat alles zo zou ademen. Dieren en mensen en gras en bomen. Iedereen en alles had dan altijd dampende kronkellijnen om zich heen die figuren maakten, en bij sommige mensen zou je een korte, snelle ademhaling zien, door het rennen of een hartaanval, en anderen zouden een lange, trage ademhaling hebben van het slapen of tvkijken. Het zou net zijn of je naar muziek keek, als je aan muziek iets kon zien, en de wereld zou altijd vol ademmuziek zijn. Misschien blaas je wel alles uit als je je laatste adem uitblaast: je herinneringen en gedachten en dingen die je had willen zeggen en dingen die je niet had willen zeggen en plaatjes in je hoofd van hete koffiedamp en de laatste blik op het gezicht van je vader en het gevoel van modder tussen je vingers en de wind als je van een heuvel af rent en de kleur van alles, ooit.
Brooke Davis (Lost & Found)