Het Is Zoals Het Is Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Het Is Zoals Het Is. Here they are! All 100 of them:

Vooruitgang bestaat niet, en dat is maar goed ook, want zoals het is, is het al erg genoeg.
Gerard Reve
Als ik één ding kan is het liefhebben. Dat lijkt niet veel bijzonders, maar ik ben er trots op. Ik heb het geleerd zoals een zwerfhond leert zwemmen: omdat hij met de rest van de worp in een jutezak werd gepropt en in een snelstromende rivier is geworpen. Die ene die het tegen alle verwachtingen in gered heeft, dat ben ik. Met in mijn oren nog het gejank van degenen die het niet haalden, moest ik leren ergens van te houden. Ik ben niet onder gegaan. Ik heb de kant bereikt. Ik heb lief. Andere mensen dragen hun verdriet in hun hart. Ongezien holt dat hen vanbinnen uit. Het is mijn redding geweest dat ik mijn verdriet aan de buitenkant draag, waar het niemand kan ontgaan.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Ik wou dat op een dag, gewoon opeens, alle angst op was, zoals het warme water als ik heel lang heb gedoucht, maar dan overal en voor iedereen.
Griet Op de Beeck
Hij wou dat herinneringen konden vervliegen, zoals geuren en hoop doen, soms.
Griet Op de Beeck (Het beste wat we hebben)
[...] zoals zij in de bus op weg naar Wierenbeke achter de chauffeur had gezeten met al het verdriet van Belgie in haar ogen.
Hugo Claus (Het verdriet van België)
Zoals er tonen zijn die zo hoog zijn dat ze niet meer waarneembaar zijn voor het menselijke oor, zo is er een pijn die geen pijn meer doet.
Peter Verhelst (Tonguecat)
De 21e-eeuwse Woke-ideologie is een perversie van de 20e-eeuwse NieuwLinkse ideologie, net zoals het Racistische Nationaal-Socialisme een 20e-eeuwse perversie was van de 19e-eeuwse Rassenantropologie. Werden ze beiden gekaapt, of ontwikkelden ze zich vanzelf tot perversies?
Isaiah Senones
Mensen mochten zich gedragen zoals ze wilden, maar hij vond dat het over het algemeen onnodig was om chagrijnig te zijn als je de mogelijkheid hebt om dat niet te zijn.
Jonas Jonasson (De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween)
Het is de ethische plicht van de gelukkige mens, die uit een warm nest komt en graag wordt gezien en het goed heeft, zoals ik, om de lastigheid van de wereld te zien en er iets mee te doen.
Dirk De Wachter (De kunst van het ongelukkig zijn)
Lang nadat ik was opgehouden mijn vaders paden na te lopen, had ik van hem geleerd dat er in sommige levens bergen bestaan waar je niet naar terug kunt keren. Dat je in levens als het mijne en het zijne niet terug kunt naar de berg die het middelpunt is van alle andere, en het begin van je eigen geschiedenis. En dat mensen zoals wij, die op de eerste en hoogste berg een vriend hebben verloren, niets anders rest dan dwalen over de acht bergen.
Paolo Cognetti (Le otto montagne)
Hoe kan het een wet zijn dat je, als je iemand kwijtraakt, ook meteen jezelf kwijtraakt? -Ik wil niet mee, ik wil niet mee! Nu weet ik: geen verzet. Het is zoals wanneer je wordt gepakt door een wild dier of door de stroming: hou je van de domme. Wees geen held.
Maartje Wortel (Goudvissen en beton)
Terwijl Vics ouders het niet konden laten hem te zien zoals hij vroeger was, en veel vrienden en ook vreemden iemand zagen die hij niet meer wilde zijn, zag Dawn alleen hem. Misschien was het beeld wazig, maar Dawn zag alles heel helder. Zij zag duidelijk en ondubbelzinnig een persoon.
David Levithan (Every Day (Every Day, #1))
…zag jij misschien dat ik naar jou, dat ik je zag en dat ik zag hoe jij naar mij te kijken zoals ik naar jou en dat ik hoe dat heet zo steels, zo en passant en ook zo zijdelings - dat ik je net zo lang bekeek tot ik naar je staarde en dat ik staren bleef. Ik zag je toen en ik wist in te zien dat in mijn leven zoveel is gezien zonder dat ik het ooit eerder zag: dat kijken zoveel liefs vermag.
Joost Zwagerman
verander je bewustzijn, maar laat je uiterlijk zoals het is.
Dalai Lama XIV (Volg je hart handboek voor een evenwichtig leven)
Aldus werd hij vanzelf een Bekende Nederlander, zoals de bovenlaag van culturele volksvertegenwoordigers heette die waren aangeraakt door het televisielicht.
A.F.Th. van der Heijden (Kwaadschiks (De tandeloze tijd #6))
Vroeger blikte ik in een chaotische toekomst, omdat ik het moment, dat vlak voor me lag, niet wilde beleven. (...) Ik had soms het zekere, doch zeer vage gevoel, dat ik "iets zou kunnen worden" in de toekomst, iets "geweldigs" zou kunnen doen en dan af en toe weer die chaotische angst dat ik "toch wel naar de bliksem zou gaan". Ik begin te begrijpen hoe dat komt. Ik weigerde de vlak voor me liggende taken te doen. Ik weigerde van trede tot trede voort te klimmen voor die toekomst. (...) Vroeger leefde ik altijd in een voorbereidend stadium, ik had het gevoel dat alles wat ik deed toch niet het "echte" was, maar voorbereiding tot iets anders, iets "groots", iets echts. Maar dat is nu volkomen van me afgevallen. Nu, vandaag, deze minuut leef ik en leef ik volop en is het leven waard geleefd te worden en wanneer ik zou weten, dat ik morgen zou sterven, dan zou ik zeggen: ik vind het heel jammer, maar het is goed geweest, zoals het geweest is.
Etty Hillesum (Etty: de nagelaten geschriften van Etty Hillesum 1941-1943)
Het waren de nachten, lodig en lang, die haar een illusie in de weg stonden. Steeds kramakkelachtiger hield dat huis zichzelf nog recht, en ze wist dat het nog spannend zou worden wie er het eerst aan renovatie toe zou zijn, zij of het huis. In bed luisterde ze naar alles wat zich aan de wind gewonnen gaf, een dakpan, een bloempot die met zich liet sollen in de tuin. Maar ook zonder wind; het huis kraakte, als deed het dat uit eigen beweging zoals mensen soms hun vingers kraken, om de gewrichten even los te maken.
Dimitri Verhulst
Ik las steeds meer en meer. Mijn nieuwe vrienden waren grappig, slim en 24 uur per dag beschikbaar. In een hoge muur lagen ze rondom mijn bed opgestapeld. Mijn voorkeur ging uit naar boeken van vrouwen. Verdrietige, sterke vrouwen. Ik wilde zijn zoals zij, vrouwen die met iedereen omgingen, maar helemaal niemand nodig hadden, en ik was precies het tegenovergestelde: ik ging met helemaal niemand om, maar had iedereen nodig.
Lieke Marsman (Het tegenovergestelde van een mens)
Zal je? Zonder dat ze uitgesproken wordt, is deze vraag er altijd Omdat we weten dat het leven ongenadig is, van nature gierig. Zo makkelijk is het te vernielen. Het is zo verleidelijk Iets dood te laten bloeden, alleen maar omdat het er is; Meer hebben we blijkbaar niet nodig, dat onderscheidt Ons van de dieren. Maar soms, 's zomers liggen we te wijzen Naar de sterren, naar iets wat even onbegrijpelijk is als tijd, Als de onmogelijkheid zelf van de sterren, of als het simpele feit Dat jij en ik op die bepaalde dag toevallig dezelfde richting uitkeken. Dat niemand onze hoofden leidden, zoals niemand onze armen nu omhoog- Duwt. Maar het is niet naar de sterren dat we wijzen, het is niet de val Die we voelen, hoewel van angst verstrengelen onder de denken. Ondanks het besef dat we voorlopig worden gedoogd Door de dingen zelf, antwoordt jouw lichaam al voor mij. Ja, ik zal.
Peter Verhelst (Nieuwe sterrenbeelden)
Ik hou ervan zoals het was en niet zoals het is. Dit is een afwijking.
Armando (De straat en het struikgewas)
Geloof me, alles in de wereld is goed, zoals het is, en ontevreden mensen die altijd klagen, zijn mijn vrienden niet.
Multatuli
In het ene landschap was ik het vorige vergeten, zoals je op straat onafgebroken gezichten ziet, die je onafgebroken vergeet
Harry Mulisch (Twee vrouwen)
Het is zoals alles in het leven. Hoe fantastisch en wonderbaarlijk iets ook is, er zit altijd een donkere kant aan.
Anna Ruhe (Ein Geheimnis liegt in der Luft (Die Duftapotheke, #1))
... en toen je daar niet vond wat je zocht, ben je naar het einde van het pad gereden en hierheen gekomen, zoals je altijd doet.' 'Zoals ik altijd doe?
Neil Gaiman (The Ocean at the End of the Lane)
Zoals alle geniale mensen die van een grote gedachte bezeten zijn, liep Cochin het risico zijn landerijen te moeten verkopen.
Stendhal (Lucien Leuwen)
Hoe wild het is, om alles te accepteren zoals het zich voordoet.
Cheryl Strayed (Wild: From Lost to Found on the Pacific Crest Trail)
Volmaakt vrij zijn, en te zelfder tijd volkomen in de ban zijn van de wet, dat is de eeuwige paradox van het menselijk leven, zoals wij die iedere moment in praktijk brengen (...)
Oscar Wilde (De Profundis)
Gewoon zijn zoals je bent is gewoon goed genoeg.
Sven Staes
verslinden.' Dat is het juiste woord voor wat jij met mij deed. Jij verslond me. Ik weet niet hoe bewust je daarvan was. Ik vertel het je nu. En ik bedoel dat niet negatief. Ik bedoel het zoals het er staat. Verslinden. Allesomvattend zijn. Mij totaal kapotmaken, op de meest positief mogelijke manier. Maar dat was wel wat je deed, je scheurde mij aan stukken.
Zita Theunynck (Het wordt spectaculair. Beloofd.)
De omgeving die ik al jaren kende toonde zich plots vanuit een ander perspectief. Ik paste er niet meer in zoals ik er altijd wel in had gepast. Ik was het Duplomannetje in een Legohuis.
Lize Spit (Het smelt)
De meeste Congolezen (in Congo, niet in Brussel) houden koppig vol dat zij het beter hadden tijdens de kolonisatie en dat de onafhankelijkheid beter in 1985 was gekomen, zoals Van Bilsen destijds voorstelde.
Amandine Lauro (Koloniaal Congo - Een geschiedenis in vragen)
O, het is met de verte als met de toekomst! Een wijd, schemerachtig vergezicht ligt voor ons, onze ziel en onze ogen drinken het in, en wij haken ernaar ons er helemaal aan over te geven, om in alle gelukzaligheid van één groot, heerlijk gevoel te zijn vervuld. Maar och, als we erop afvliegen, dan is alles zoals tevoren en staan wij in onze armoede, in onze beperktheid, en onze ziel dorst naar ontglipte lafenis.
Johann Wolfgang von Goethe (The Sorrows of Young Werther)
Nog een geluk dat Zoals met de gek uit het grapje die zich voortdurend met een hamer op het hoofd sloeg, en naar de reden gevraagd, zei: "Omdat het zo prettig is, als ik ermee ophou"- zo is het een beetje met mij. Ik ben ermee opgehouden je te verliezen. Ik ben je kwijt. Misschien is dat geluk: een geluk bij een ongeluk. Misschien is geluk: Nog een geluk dat. Dat ik aan jou kan terugdenken, bv., in plaats van aan een ander.
Herman de Coninck
Vecht het?' lach je met de ogen dicht. 'Wel, laat het vechten, mijn zoet...' Het vecht in mijn kop zoals het buiten sneeuwt of hagelt. Zoals de tuinwegel, glad van mos, zich door de boomgaard een weg zoekt in zichzelf en de hele dag door van het hek van het achtererf naar de stallen, van de stallen onder de kruinen naar de straatkant zichzelf bewandelt . Alles is voortdurend en onophoudelijk en rusteloos bezig met er te zijn.
Erwin Mortier (Alle dagen samen)
[...] 'Normale' jongens hebben geen moeder zoals die van mij, die je met ziekelijk leedvermaak vertelt dat het leven niet eerlijk is, alsof de oneerlijkheid van het leven zo'n beetje het enige is waarin ze gelooft. [...]
Lisa Williamson (The Art of Being Normal)
Fictie wordt een model voor de werkelijkheid. Het oude idee van 'ars aemula natura' is achterhaald. 'Life imitates art', zoals Oscar Wilde zegt. Fictie is geen afspiegeling van ons dagelijks leven, het is andersom. (p.414)
Ilja Leonard Pfeijffer
Iemand zou de hoop kunnen koesteren dat hij door zijn verwachtingen te reduceren werkelijker zou kunnen worden, dat hij zichzelf zou kunnen beperken tot een harde, betrouwbare kern en daarmee immuun zou worden voor de pijn van de teleurstelling. Maar hoe zou het zijn om een leven te leiden dat zich verre houdt van grootse, onbescheiden verwachtingen, een leven waarin alleen nog banale verwachtingen bestaan, zoals de verwachting dat de bus komt?
Pascal Mercier (Night Train to Lisbon)
Zoals de wester met geweld van vlagen toeslaat, de wolken van de blauwe zuider verstoot: een massa golven zwelt en rolt en zeeschuim spat omhoog door het gehuil van waaiwind waarin water wijduit dwarrelt- zo velde Hektor tal van krijgerskoppen.
Patrick Lateur (The Iliad)
Hij herinnerde zich dat hij lang geleden ook eens op een morgen zoals nu hier had rondgehangen, de vissen bewonderd had en medelijden met ze gevoeld, hij was toen erg somber geweest; sindsdien was er veel tijd voorbijgegaan, en een massa water door de rivier gestroomd. Hij had toen erg in de put gezeten, dat wist hij nog wel, maar waarom hij zo in de put gezeten had, dat wist hij niet meer. Zo zag je maar weer: ook droevige dingen gingen voorbij, ook pijn en wanhoop gingen voorbij, ze waren maar tijdelijk, net als plezierige dingen, zij verbleekten, verloren hun diepgang en waarde, en ten slotte kwam er een tijd, dat je er met de beste wil van de wereld niet meer achter komen kon wat het geweest was, dat je ooit zo'n pijn had gedaan. Ook pijn raakte uitgebloeid en verwelkt.
Hermann Hesse (Narcissus and Goldmund)
En zo, bij dag en bij nacht, onder zon en sterrenlicht, over heuvelen en door eenzame vlakten, over land en zee trekkend, gaande en komende zoals het lot wil, steeds andere mensen ontmoetend, zo trekken wij, rusteloze reizigers door de pelgrimstocht die het leven heet.
Charles Dickens (Little Dorrit: Volume 1)
Het leven is geen nulsomspel. Het is ons niets verschuldigd en alles gaat zoals het gaat. Soms terecht, zodat alles zin lijkt te hebben, en soms zo onterecht dat je aan alles gaat twijfelen. Ik trok het masker van het gezicht van het lot af en vond daarachter alleen het toeval.
Benedict Wells (Het einde van de eenzaamheid)
ach, kon je dat maar weer uitdrukken, kon je het papier inblazen wat zo overdadig leeft; zodat het de spiegel werd van je ziel, zoals je ziel de spiegel is van de oneindige God! – Mijn vriend — Maar ik ga er aan te gronde, ik bezwijk onder het geweld van de pracht van wat ik zie.
Johann Wolfgang von Goethe (The Sorrows of Young Werther)
Kintsugi,' zei opa. 'Zo heet de techniek waarmee je een perfecte imperfectie maakt. Als je gebroken bent betekent dat niet automatisch dat je lelijk bent. Na een breuk ontstaat er ruimte. Dat is de plek voor het goud. Als je het een kans geeft maakt het je mooier dan je ooit bent geweest.
Lucia van den Brink (Niemand zoals hij)
Lavigerie was een geweldig praktisch man, en ook was hij historicus aan de Sorbonne in Frankrijk, waar hij die visie had om het binnenland van Afrika te reconstrueren, zoals dat in Europa in de Middeleeuwen was gedaan door een soort koninkrijk, maar dan ook met nederzettingen van bevrijde slaven, het grootste deel van de bevolking in Oost-Afrika was echt reddeloos, Lavigerie wilde daarom dat de missionarissen nederzettingen en missies bouwden, waarvoor hij broeders stuurde, voormalige Zoeavens, en paters, die dan de taal moesten leren, en ook moesten leren bouwen, en als die slaven bevrijd waren door de verschillende expedities die werden uitgezonden, werden ze naar de missies gestuurd. Het idee hierachter was heel praktisch, en ook het idee, dat de Afrikanen dit nieuwe Christelijke volk zouden worden, zoals hoe Clovis werd bekeerd, en dan geleidelijk aan Frankrijk, op die mythe bouwde hij alles. (Dr. H Hinfelaar, witte Paters)
Marga Kerklaan (Het einde van een tijdperk: 130 jaar belevenissen van Nederlandse missionarissen)
En hij kan het beste te werk gaan zoals bekwame boogschutters, die wanneer ze het doel dat ze willen raken te ver weg achten, omdat ze weten wat de kracht van hun boog is, het mikpunt veel hoger nemen dan het doelwit, niet om met hun pijl zo hoog te komen, maar om met behulp van dat hoge mikpunt hun doel te kunnen bereiken.
Niccolò Machiavelli
En hij kan het beste te werk gaan zoals bekwame boogschutters, die wanneer ze het doel dat ze willen raken te ver weg achten, omdat ze weten wat de kracht van hun boog is, het mikpunt veel hoger nemen dan het doelwit, niet om met hun pijl zo hoog te komen, maar om met behulp van dat hoge mikpunt hun doel te kunnen bereiken.
Machiavelli.N (The Prince (Chinese Edition))
Wie deel uitmaakt van een groep die een doel nastreeft, voelt zich opleven en blijkt plots tot veel meer in staat dan hij of zij voordien mogelijk achtte. Het leven wordt zinvoller en vreugdevoller. Maar net zoals bij genot schuilt ook hier hetzelfde addertje onder het gras. Elke vorm van zingeving kan ontsporen tot een monomane, dogmatische gekte, ten koste van zichzelf en anderen. Gezonde voeding promoten, met het accent op minder vlees en meer groenten, is zonder twijfel een goed idee. Slagers bedreigen is een stap te ver. Als zich inzetten voor een betere wereld betekent dat andersdenkenden geëlimineerd moeten worden, dan botsen we op een andere waanzin.
Paul Verhaeghe (Intimiteit)
Wanneer alle spelers na de gedane arbeid op de parkeerplaats voor de school in de steeds warmer wordende avondlucht bijeenkwamen om de ervaringen van die dag uit te wisselen, begreep ik dat iedereen geraakt werd door het stuk waarmee hij bezig was en we voelden dat het over de dood ging en ik geloof dat we beseften (al weten de goden dat we er niet bewust aan dachten) dat dit Wohlmans manier was om ons te vertellen dat ons, zodra we klaar waren met deze school, niet de toekomst wachtte met al zijn openbaringen, kansen en al die andere zaken die we ons hadden voorgesteld - een zee van mogelijkheden en ervaringen - maar juist het begin van iets anders, iets zonder de exploderende kleurenpracht die we elkaar hadden voorgeschilderd, hier zetten we de eerste onmogelijke stappen op weg naar het werkende leven, naar de routine, de eindeloze herhaling, de systematiek en het leven van alledag waar iedereen die vóór ons volwassen geworden was al lang deel van uitmaakte, ochtenden, werkdagen en bezoekjes aan de supermarkt en de rijen voor de kassa en de uren voor de tv of de uren met de was of koken en kinderen die je op sommige dagen liever niet gehad had en de grenzeloze irritatie over de naïeve jeugd die het had over Kerouac, de planning van de volgende ochtend, dit alles ad nauseam herhaald, slechts onderbroken door korte dagen die zich ontvouwden en dan weer verschrompelden, 's zomers of met Kerst, dagen die alleen nog extra benadrukten dat niemand ons kwam verlossen en dat we alleen maar konden hopen dat we in elk geval een beetje konden dansen op het ritme van onze inmiddels o zo voorspelbare levens, dat dat juist onze redding zou blijken zodat we niet langer zouden vechten tegen de monotonie maar die juist zouden accepteren, dat we het triviale zouden omarmen, zoals Wohlman ongetwijfeld gedaan had, tot we op een dag wakker werden en beseften dat de maat waarop we dag in dag uit bewogen, wankel en allesbehalve gracieus, uiteindelijk onze eigen hartslag was, naar, bij gebrek aan een beter woord, hartenlust kloppend van opluchting omdat we nu eindelijk in de geweldige maalstroom waren beland van identieke, voorspelbare dagen.
Johan Harstad (Max, Mischa & Tetoffensiven)
Ik denk dat mama zich een gast heeft gevoeld in het leven. Ze deed altijd alsof het haar niets aanging, het leven, alsof het niet van haar was. Alsof ze er toevallig in terecht was gekomen, zoals je een huis binnen kan lopen wanneer je je in het adres hebt vergist, en dan per ongeluk in dat huis blijft hangen. Buiten stroomt het van de regen en je hebt geen paraplu bij je.
Marek van der Jagt (The Story of My Baldness)
Langzamerhand, zoals in alle processen waarvoor de nieuwsgierigen een poos lang warmlopen, zag men hoe zich op twee verschillende plannen twee wonderlijk ongelijksoortige zaken aftekenden: het geval zoals het zich presenteert voor de rechtsgeleerden en de geestelijken wier taak het is te berechten, en het geval zoals het wordt gefantaseerd door de massa die monsters en slachtoffers wil.
Marguerite Yourcenar (Het hermetisch zwart)
Vijfentwintig jaar getrouwd zijn en elkaar nog in de armen vliegen op het perron van de Gare du Nord zoals in een film noir van Jean Renoir. Langs de zee wandelen tot de broekspijpen nat zijn, en dan toch nog in dat chique restaurant gaan eten, en daarom lachen. Elkaar een boek voorlezen. Is dat romantisch? Ja, maar dat is de liefde ook, romantisch. Niet elke dag, maar van tijd tot tijd wel.
Dirk De Wachter (Liefde: Een onmogelijk verlangen?)
Deze bladzijden, waarop ik dingen noteer die slechts helder voor me zijn terwijl ik ze schrijf, heb ik juist herlezen en nu vraag ik mij af: wat is dit en waar dient dit voor? Wie ben ik wanneer ik voel? Wat sterft in mij wanneer ik ben? Zoals iemand die van grote hoogte het leven in een dal tracht te zien, zo beschouw ik mijzelf vanaf een bergtop en ben daarbij een onduidelijk rommelig landschap.
Fernando Pessoa (The Book of Disquiet)
Seventig tot negentig procent van de kippen in de winkel heeft een andere potentieel dodelijke ziektekiem onder de leden, de campylobacter. De kippen worden vaak door een chloorbad gehaald om slijk, stank en bacteriën weg te spoelen. Grote kans dat het de consument opvalt dat hun kip niet helemaal smaakt zoals het hoort - hoe lekker kan een met medicijnen volgepropte, van ziektes vergeven en met stront overdekte vogel in vredesnaam smaken? - dus wordt het vlees geïnjecteerd met kunstmatige geur- en smaakstoffen en zoutoplossingen zodat het oogt, ruikt en smaakt zoals we het intussen gewend zijn. (Uit onderzoek van consumentenorganisaties is gebleken dat kip- en kalokoenproducten, vaak zelfs met het predicaat 'natuurlijk', voor tien tot dertig procent bestaan uit toegevoegde geur- en smaakstoffen en water.
Jonathan Safran Foer (Eating Animals)
De toekomst blijft, dunkt mij, aan de figuratieve kunst, zoals ook in de literatuur de toekomst zal blijven aan het samenhangende verhaal met een begin en een einde -liefst met een conventionele interpunctie- en aan het samenhangende gedicht, beide tot stand gebracht in beheerst en bekwaam taalgebruik, en beide hoe geheimzinnig van inhoud ook, aan de oppervlakte een duidelijk herkenbare mededeling bevattend.
Gerard Reve
Weet jij dat je geen traanbuisjes hebt?' 'Wat? Echt wáár? En ik maar denken dat ik emotioneel introvert was... Ik ben ook niet in staat om te blozen, voor het geval dat uw volgende geniale opmerking ging worden... Mijn hersenen houden mijn lichaamstemperatuur constant in de gaten en ze dwingen me af te koelen als ik te snel te warm wordt. Gewoon zweten, zoals een normaal mens, was blijkbaar te veel gevraagd.
Marissa Meyer (Cinder (The Lunar Chronicles, #1))
Mijn hele leven heb ik gezocht naar verwantschap, mezelf dikwijls genoeg wijsgemaakt dat er van zulk een verwantschap sprake was, terwijl die er nooit, met geen enkel ander mens, of andere groep van mensen, geweest is, en er ook nooit zal zijn. Met kollegaas kan ik geen zinnig woord wisselen, en met het soort mensen dat men gevoelsgenoten pleegt te noemen is het nog erger - hoogmoet of Selbsthaß spelen hierbij een geringe rol, geloof ik - want in hun gezelschap voel ik mij zelfs eenzamer dan wanneer ik alleen ben, niet omdat ze zijn zoals ze zijn, maar juist omdat ze maar gedeeltelijk zijn zoals ze zijn en bijna allen, zonder uitzondering, de Moed missen zich in te zetten voor datgene, dat zij beweren lief te hebben, alsook de moed om te vechten en er op los te rammen als het er op aankomst, inplaats van die anonimiteit te prefereren waarbij men doet of men tot een onderwereld behoort die zo spoedig mogelijk zou moeten worden uitgeroeid; wat een ellende, dat zonder geslachtsnaam zich voorstellen als 'Rudi' of 'Eddie', dat eeuwige geteem over de snit van een broer en 'waar heb je dat gekocht' en nooit, nooit, godverdomme, één verstandig woord, of desnoods een onverstandig woord, over kunst, politiek, ethiek, religie.
Gerard Reve (Op weg naar het einde)
Je afschuw van de politiek, je bedroefdheid over het geklets en het onverantwoordelijke gedoe van de partijen, de pers, je wanhoop over de oorlog, over de voorbije en die nog moet komen, over de manier waarop men tegenwoordig denkt, leest, bouwt, muziek maakt, feestviert, opvoedt! Je hebt gelijk, steppenwolf, duizendmaal gelijk, en toch moet je ondergaan. Jij bent voor deze eenvoudige, gemakkelijke, met zo weinig tevreden wereld van tegenwoordig veel te pretentieus en hongerig, de wereld spuwt je uit, je hebt een dimensie te veel. Wie tegenwoordig op een prettige manier, mag geen mens zijn zoals jij en ik. Wie in de plaats van gejank muziek, in de plaats van lol vreugde, in de plaats van geld geest, in de plaats van broodwinning echt werk, in plaats van gespeel echte hartstocht verlangt, voor die is deze aardige wereld hier geen tehuis...
Hermann Hesse
De huidige kennis van de neurobiologie maakt duidelijk dat van een volledige vrijheid geen sprake kan zijn. Vele erfelijke factoren en omgevingsinvloeden tijdens de vroege ontwikkeling hebben door hun inwerking op onze hersenontwikkeling de structuur en zo de functie van de hersenen voor de rest van ons leven vastgelegd. Hierdoor hebben wij niet alleen allerlei mogelijkheden en talenten, maar ook vele beperkingen meegekregen, zoals de aangeboren basis voor de kans op verslaving, de mate van agressie, onze genderidentiteit, seksuele oriëntatie en de aanleg voor ADHD, borderline-persoonlijkheidsstoornis, depressie en schizofrenie. Dit maakt duidelijk dat ons gedrag bij de geboorte al in belangrijke mate vastligt. Deze opvatting, die lijnrecht staat tegenover het maakbaarheidsgeloof van de jaren zestig, wordt ook wel ‘neurocalvinisme’ genoemd.
Dick Swaab (Wij zijn ons brein)
Ik vind het doodzonde van mijn tijd om me te verdiepen in de organische geesteswoekeringen van een dichter die me niets beters te melden heeft dan het niets, de leegte, het onverstaanbare. Het onverstaanbare heb ik thuis ook, als ik door de WC-deur heen probeer te praten met mijn vriendin. Het onzegbare, dat roeren wij thuis door de muesli. Ik wil poëzie die me meeneemt naar een wereld die ik nog niet ken, naar een inzicht dat ik nog niet had, naar een uitzicht dat ik nergens anders had kunnen vinden. Ik wil een gedicht dat zo goed is, dat ik bijna vergeet dat het, zoals elk gedicht, een taalbouwsel is – een volmaakt bedrieglijke travestie waar het grote niets doorheen schijnt, een van zijn eigen leugenachtigheid getuigende leugen van inkt. Ik wil een gedicht als een huis, dat me op één steen na laat geloven dat ik er werkelijk in zou kunnen wonen.
Ingmar Heytze
Ik wist toen nog niet dat de dood voorwerp kan worden van een blinde drang, van een honger zoals de liefde. Ik had niet die nachten voorzien waarin ik mijn riem om mijn dolk zou wikkelen om mezelf te dwingen tweemaal na te denken alvorens mij ervan te bedienen. Alleen Arrianos is doorgedrongen tot het geheim van dat roemloze gevecht tegen de leegte, de dorheid, de vermoeienis, de walging van het bestaan die uitloopt op het verlangen te sterven.
Marguerite Yourcenar (Memoirs of Hadrian)
De enige afbeelding is een kindertekening op de deur: een poppetje getekend met groen en blauw krijt, zoals kinderen van een jaar of drie altijd mensen afbeelden. Een gezicht - met ogen, een neus en mond - met meteen daaraan vast sprietige armen en benen. Het lijkt of het poppetje geen lichaam heeft [..] Een lopend hoofd, had hij opeens bedacht. Alleen hersenen, geen hart. 'Dat bent u,' had Joona gezegd, en hij had op de tekening gewezen. 'Toch?
Lars Kepler
In je zoektocht naar een authentieke en unieke ervaring imiteer je de authentieke en unieke ervaringen van anderen. Als toerist die toeristen wil vermijden, reis je andere toeristen na naar plekken waar zij met succes toeristen hebben vermeden. De implicatie hiervan is dat je haast moet maken, want voor je het weet komen er nog meer toeristen zoals jij op het idee om toeristen te mijden op diezelfde plek en wordt het daar net zo toeristisch als elders.
Ilja Leonard Pfeijffer (Grand Hotel Europa)
toch, er knaagt iets aan me. Op een goeie kilometer afstand staat er wel een dozijn borden, die melden waarom we dit gebied zo waardevol moeten vinden. Ze tonen waar je moet kijken en leggen uit wat je ziet. Ze geven me het gevoel dat ik een passant ben, een toeschouwer, en het landschap een decor, zoals in een Disneyfilm. De natuur is niet meer iets wat er gewoon is, wat buiten ons staat, aan zichzelf overgeleverd. Ze is nu toevertrouwd aan een conservator.
Chris De Stoop (Dit is mijn hof (Dutch Edition))
De kunstenaar is een arbeider lijk gij en ik. Hij maakt schoonheid, en hij wordt daar meestal niet voor betaald. De kunstenaar leeft en sterft met de arbeider mee. Al waar de arbeider naar verlangt, tracht de kunstenaar nu reeds gestalte te geven. Zo is de schrijver niet een dwaas die van sterren en maneschijn zingt, maar een ziener, een profeet over hoe het zou kunnen zijn. Dat is zijn plicht, zoals het de plicht van de arbeider is om de kunstenaar tegemoet te komen.
Louis Paul Boon
Een boek is voor hem [C. Buddingh'] zo iets als een rommelwinkel voor andere koopjesjagers. Je vindt hier en daar wat moois, een aardig vaasje, een raar plaatje, maar de winkelvoorraad als geheel interesseert je geen zier. Zo leest Kees boeken. Hij pikt er zinnetjes uit, zoals een kind snot uit z'n neus peutert en smakelijk opeet, zonder te weten hoe het is ontstaan, zonder zich in de functie van slijmvliezen en de ademhaling te verdiepen, zonder iets te begrijpen van de totale mens, hè.
Willem Frederik Hermans (Houten leeuwen en leeuwen van goud (BBLiterair))
Het ligt niet in de menselijke aard alleen op herinneringen te teren, en zoals planten en welk schepsel dan ook voedsel uit de aarde en steeds nieuw gefilterd licht uit de hemel nodig hebben, zodat hun kleuren niet verbleken en de bloemkelken niet verwelkt hun bladeren verliezen, zo hebben ook dromen, ook dromen die schijnbaar niet van deze aarde zijn, voedsel nodig van het zinnelijke, ondersteund door tederheid en beelden, anders stolt hun bloed en de intensiteit van hun licht verbleekt.
Stefan Zweig (Journey into the Past)
wie niets heeft, kan niets delen. Wie alles moet delen wordt niet ruimhartiger, maar stuurloos. Geef kinderen vooral van alles voor henzelf en leer ze met de spullen van anderen omgaan zoals zij willen dat er met hun spullen wordt gespeeld. Eigendom dwingt tot beleefdheid en omgangsvormen. Als we kind zijn, veinzen we aardigheid om te krijgen wat we willen; het enige dat we later nog moeten leren is te vergeten dát we veinzen - pas als dat lukt hebben we het spel van fatsoen echt onder de knie.
Coen Simon (Schuldgevoel)
Dit Oostenrijks-Hongaarse staatsgevoel was een zo zonderling geconstrueerd iets dat het welhaast vergeefs moet lijken om het iemand uit te leggen die het niet zelf heeft meegemaakt. Het bestond bijvoorbeeld niet uit een Oostenrijks en een Hongaars deel, die elkaar, zoals men zou kunnen denken, aanvulden, maar het bestond uit een geheel en een deel, namelijk uit het Hongaars en het Oostenrijks-Hongaars staatsgevoel, en dit tweede was thuis in Oostenrijk, waardoor het Oostenrijkse staatsgevoel eigenlijk vaderlandsloos was. De Oostenrijker wam alleen in Hongarije voor, en daar als aversie; thuis noemde hij zich onderdaan van de in de Rijksraad vertegenwoordigde koninkrijken en landen der Oostenrijks-Hongaarse monarchie, wat neerkomt op een Oostenrijker plus een Hongaar minus deze Hongaar, en dat deed hij beslist niet uit enthousiasme, maar omwille van een idee dat hem tegenstond, want hij kon de Hongaren even weinig luchten als de Hongaren hem, waardoor het verband nog ingewikkelder werd.
Robert Musil (Der Mann ohne Eigenschaften: Erstes Buch (German Edition))
We zijn inferieure schepselen, net goed genoeg om te jongen. We hebben eierstokken, moeten ons er iedere maand bij neerleggen dat we bloeden, we zijn afhankelijk van de maan. Onze hersenen zijn minder ontwikkeld dan die van onze metgezellen en onze lichaamskracht is geringer. In alle omstandigheden zijn we emotioneler. Als een vrouw ziet dat een rivale mooiere schoentjes draagt dan zij zelf, zal ze niet ophouden de ander omlaag te halen en te kwetsen. Kun je je twee mannen voorstellen die elkaar verfoeien vanwege hun molières? Mannen wedijveren met elkaar op het niveau van geld, ambitie en intelligentie. Zij hebben het vermogen tot afstand nemen en onthechting, terwijl vrouwen iedere beheersing verliezen zodra ze een poederdoos of een ring zien. Nooit zal een vrouw een Michelangelo, een Bach of een Palladio zijn. Grote filosofen met een rok aan bestaan niet. Hoe wil je dat ze systemen ontwerpen zoals Kant, Hegel of Marx? Een dergelijk abstraherend vermogen kan niet ontstaan in de geest van een pop.
Claire Goll
Wat zouden we beginnen als we wisten wat ons te wachten stond? Niet veel meer, ben ik bang. Konden we ons leven bekijken zoals de goden het zien, van begin tot eind alles overzichtelijk in een oogopslag, dan konden we de stommiteit van bepaalde beslissingen van tevoren inzien. De zinloosheid van ons verzet en al ons vechten zou ons de lust ontnemen wat voor strijd dan ook nog aan te gaan. We zouden geen doodlopend pad meer inslaan en onze weg zonder verder avontuur afsukkelen, rechtstreeks naar het eind dat we onderhand kunnen dromen. Geluk zou ons niet meer kunnen verrassen. In plaats daarvan zouden we gaan zitten wachten, angstig en lamgeslagen, op alle dreunen van het lot, die we van verre zien aankomen. Er zouden geen risico's meer bestaan. Geen spijt. Kortom, het zou er niet veel meer toe doen of wij waken of slapen. Je zou het leven nauwelijks nog kunnen onderscheiden van de dood. Ik vraag me af waar meer durf voor nodig is, doorleven met een lot dat je kent of aanmodderen zonder enig idee van wat je staat te gebeuren.
Arthur Japin (Vaslav)
Niets bond me meer aan de mensen tussen wie ik was opgegroeid, wier blikken me steeds vreemder en verbaasder aanstaarden en wier wereldbeschouwing te eenzijdig was dan dat ik me geroepen voelde me daar naar te voegen. Toegegeven, ze kenden me goed, en wel als een onnut lid van de maatschappij zoals ik ook mezelf kende. Maar sceptisch en fatalistisch genoeg om - met de woorden van mijn vader- mijn 'paljasbegaafdheid' van de vrolijke kant te nemen en van zins om op mijn manier van het leven te genieten ontbrak het me geenszins aan zelfingenomenheid.
Thomas Mann (Der Bajazzo)
Eenzaamheid is een discrepantie, het gat tussen behoefte en bevrediging, tussen de vraag van het gemoed en het aanbod van de omgeving, eenzaamheid is tevens het eindpunt van de evolutie: het resultaat van een o zo ontwikkeld zelfbewustzijn, van het constante besef dat je bestaat - eenzaamheid geen verlangen naar gezelschap, maar een hang naar erkenning, misschien zelfs herkenning, een hunkering naar iemand die jou ziet zoals je jezelf ziet zodat je niet langer bang hoeft te zijn dat je er grandioos naast zit wanneer je je een voorstelling van jezelf maakt.
Hanna Bervoets (Fuzzie)
Heb ik er behoefte aan dat de ander in het water springt als ik erin val? of dat hij mij tegen moordenaar verdedigt? Ik kan zwemmen en moorden worden er niet meer gepleegd. Het hart dorst niet naar opofferingen maar naar vertrouwelijkheid. Ik vraag de ander te beminnen zoals ik bemin, te wenen zoals ik ween en om dezelfde dingen, en te voelen wat ik voel, meer niet. Niets is zo nutteloos als die heldhaftige vriendschappen die, om zich te bewijzen bepaalde omstandigheden nodig hebben. Het moeilijke is iemand te vinden die niet bij iedere gelegenheid op je zenuwen werkt.
Gustave Flaubert
Dit is waarschijnlijk het geheim: denken kwam er volstrekt niet aan te pas, enkel was er altijd maar en zonder aarzeling de dringende gewaarwording dat, wat ze je ook proberen wijs te maken, dingen niet noodzakelijkerwijze zijn zoals je wordt geleerd. Er is zoveel meer mogelijk. Altijd en op elk gebied. Wij moeten het daarom wel zonder na te denken doen, dat ene wat zij geen van allen in ons zien, dat ongekende. Die ene keer, die geen ruimte in ons laat voor twijfel, mag een mens niet afgaan op een afweging. Anders zouden we aan wat het meest de moeite waard is nooit beginnen, ons eigen pad bijvoorbeeld of de liefde, het loskomen, de lucht.
Arthur Japin (De gevleugelde)
... je wilde dat het leven was zoals je verkeersexamen op de basisschool, waarbij er op elke rotonde en straathoek een moeder op een visstooltje zat en naar je glimlachte als je netjes je hand uitstak en je al je zenuwen en angsten kwijtraakte, want het was goed, welke afslag je ook los, zij zaten daar met ene zonnehoed op en een leesboek op schoot, zij zouden daar bijleven zitten, zijn bleven opkijken als je voorbijkwam, soms riepen ze iets over dat je een mooie bocht maakte, ja, een mooie bocht, of iets over de stevige wind die je altijd tegen had, maar meestal zwegen ze en glimlachten alleen maar en dan wist je dat je slaagkans groot was ...
Marieke Lucas Rijneveld (Mijn lieve gunsteling)
[…] dat er een basisindeling is in de wegen van de mens: zij die gemoedsrust en geluk verlangen moeten geloven en het geloof omarmen, terwijl zij die de waarheid willen zoeken van gemoedsrust moeten afzien en hun leven moeten wijden aan onderzoek. […] U moet kiezen tussen vertroosting en werkelijk onderzoek! Als u de wetenschap kiest, als u verkiest bevrijd te worden uit de ketenen van het bovennatuurlijke, als u, zoals u beweert, verkiest het geloof te mijden en de goddeloosheid te omarmen, dan kunt u niet in één adem door hunkeren naar de kleine vertroostingen van de gelovige! Als u God doodt, moet u ook de beschutting van de tempel verlaten. (p. 193)
Irvin D. Yalom (When Nietzsche Wept)
Want niet alleen God is voor de wereld verloren gegaan, maar ook de duivel. Zoals het kwaad op verwensbeelden wordt geschoven, zo wordt het goede geschoven op wensbeelden die men vereert omdat ze datgene doen wat men zelf ondoenlijk vindt. Men laat andere mensen zwoegen terwijl men vanaf een zitplaats toekijkt, dat is de sport; men laat mensen de eenzijdigste overdrijvingen te berde brengen, dat is het idealisme; men schudt het kwaad van zich af en degenen die ermee worden bespat, dat zijn de verwensbeelden. Zo krijgt alles op de wereld zijn plaats en zijn ordening, maar deze techniek van heiligenverering en zondebokkenmesterij door afschuiven is niet ongevaarlijk, want ze vervult de wereld met de spanningen van alle onuitgevochten innerlijke conflicten. Men slaat elkaar dood of verbroedert zich zonder ooit zeker te weten of men dat in volle ernst doet, omdat men immers een deel van zijn wezen buiten zichzelf heeft, en alle gebeurtenissen schijnen zich half vóór of achter de werkelijkheid te voltrekken, als een spiegelgevecht van de haat en de liefde. Het oude geloof in demonen, dat voor al het goede en het slechte waarmee men te maken kreeg de hemelse of helse geesten aansprakelijk stelde, werkte veel beter, accurater en netter, en men kan slechts hopen dat wij daar met de voortschrijdende ontwikkeling van de psychotechniek weer naar terug zullen keren.
Robert Musil (Der Mann ohne Eigenschaften: Erstes Buch (German Edition))
Instinctief een baby redden, een zweem van geluk; een tijdje onder Rwandezen verkeren, de overlevenden, een zweem van verdriet; het idee van onze uiteindelijke anonimiteit, weer een zweem van verdriet; seksueel verlangen dat zonder complicaties in vervulling gaat, weer een zweem van geluk, en zo ging het maar door, terwijl de ene gedachte de andere opvolgde. Hoe banaal kwam de menselijke conditie me voor, dat we onderworpen waren aan de voortdurende worsteling om ons innerlijke leefklimaat onder controle te houden, alsof we een wolk waren die eeuwig en altijd in het rond werd geslingerd. Zoals te verwachten viel, nam mijn geest ook nota van dat inzicht en gaf het een plek: een zweem van verdriet.
Teju Cole (Open City)
Oblomows liggende houding kwam niet uit noodzaak voort, zoals bij een zieke of bij iemand die slapen wil, het was geen toeval, omdat hij vermoeid was, noch genotzucht als van een luiaard, het was zijn normale houding. Wanneer hij thuis was - en hij was bijna altijd thuis - dan lag hij onveranderlijk in bed en altijd in diezelfde kamer, waar wij hem aangetroffen hebben en die niet alleen als slaapvertrek dienst deed, maar ook als salon en werkkamer. Hij had de beschikking over nog drie vertrekken, maar hij liep daar zelden binnen, hoogstens in de morgen, wanneer zijn kamer gedaan werd, wat lang niet alle dagen gebeurde. In die kamers zaten de meubels dan ook in hoezen en waren de gordijnen neergelaten.
Ivan Goncharov (Oblomov)
Wandaden zoals mijn ontvoering bieden de zwart-witte basis voor de categorieën 'goed' en 'kwaad' waaraan de samenleving behoefte heeft. De dader moet wel een beest zijn, want als we dat geloven, zijn we zelf goed. Een misdrijf moet worden opgetuigd met sadomasochistische fantasieën en wilde orgieën, net zolang totdat het zo ver van ons af staat dat er geen enkel verband met ons eigen leven is. En het slachtoffer moet gebroken zijn en dat ook blijven, anders is het kwaad niet meer op die manier op afstand te houden. Een slachtoffer dat weigert zich in die rol te schikken wordt een symbool van de tegenstellingen van de maatschappij. Die willen we niet zien, want dan zouden we gedwongen zijn over onszelf na te denken.
Natascha Kampusch
Nodig is toch alleen: eenzaamheid, een grote innerlijke eenzaamheid. Zichzelf aan de tand voelen en urenlang niemand ontmoeten, dat moet men kunnen bereiken. Eenzaam zijn zoals je als kind eenzaam was toen de volwassenen in zaken verwikkeld rondliepen die belangrijk en groot leken, omdat de grote mensen er zo bedrijvig uitzagen en je van hun doen en laten niets begreep. En als je dan op een dag inziet dat hun bezigheden armzalig zijn, hun beroepen verstard en niet meer verbonden met het leven, waarom dan niet er met de ogen van een kind naar blijven kijken als naar iets vreemds, en wel vanuit de diepte van je eigen wereld, vanuit de weidsheid van je eigen eenzaamheid, die zelf werk is, status en beroep? - Rome, 23 december 1903
Rainer Maria Rilke (Letters to a Young Poet)
Zomaar een mijmering, een pasgeboren stuiverfilosofietje: Dat de tranen die vloeien als de pupillen elkaar aanraken, zoals ik vroeger droomde, misschien heel anders zijn dan de tranen die de gangbare traangebruiker kent. Ik bedoel - misschien zijn het honingzoete tranen die komen uit een verborgen reservetraankliertje dat we niet eens kennen. Het enige orgaan dat geschapen is in de wetenschap dat het nooit gebruikt zou worden. Een droevige privé-grap van God, die van tevoren wist met wie hij te maken had, want de aantrekkingskracht kan kennelijk wel overwonnen worden, maar niet de afkeer en afweer van een ziel die ineens een andere ziel voor zich ziet, dichtbij en gapend, waarna dus meteen de knippering komt, die de grenswacht is.
David Grossman (Be My Knife)
Als je mij vraagt zijn er drie belangrijke stadia in de geschiedenis van de mens. In het eerste kende hij zijn eigen spiegelbeeld niet, evenmin als een dier dat kent. Laat een kat in een spiegel kijken en hij denkt dat het een raam is waarachter een andere kat staat. Blaast ertegen, loopt er omheen. Op den duur is hij niet meer geïnteresseerd; sommige katten tonen zelfs nooit enige belangstelling voor hun spiegelbeeld. Zo zijn de eerste mensen ook geweest. Honderd procent subjectief. Een ‘ik’ dat zich vragen kon stellen over een 'zelf’ bestond niet. Tweede stadium: Narcissus ontdekt het spiegelbeeld. Niet Prometheus die het vuur ontdekte is de grootste geleerde van de Oudheid, maar Narcissus. Voor het eerst ziet 'ik’ zich 'zelf’. Psychologie was in dit stadium een overbodige wetenschap, want de mens was voor zichzelf wat hij was, namelijk zijn spiegelbeeld. Hij kon ervan houden of niet, maar hij werd niet door zichzelf verraden. Ik en zelf waren symmetrisch, elkaars spiegelbeeld, meer niet. Wij liegen en het spiegelbeeld liegt met ons mee. Pas in het derde stadium hebben wij de genadeslag van de waarheid gekregen. Het derde stadium begint met de uitvinding van de fotografie. Hoe dikwijls gebeurt het dat er een pasfoto van ons gemaakt wordt waarvan wij evenveel houden als van ons spiegelbeeld? Hoogst zelden! Voordien, als iemand zijn portret liet schilderen en het beviel hem niet, kon hij de schuld aan de schilder geven. Maar de camera, weten wij, kan niet liegen. En zo kom je in de loop van de jaren, via talloze foto’s, erachter dat je meestal niet jezelf bent, niet symmetrisch met jezelf, maar dat je het grootste deel van je leven in een aantal vreemde incarnaties bestaat voor welke je alle verantwoordelijkheid van de hand zou wijzen als je kon. De angst dat andere mensen hem zien zoals hij is op die foto’s die hij niet kan endosseren, dat ze hem misschien nooit zien zoals het spiegelbeeld waarvan hij houdt, heeft de menselijke individu versplinterd tot een groep die uit een generaal plus een bende muitende soldaten bestaat. Een Ik dat iets wil zijn - en een aantal schijngestalten die het Ik onophoudelijk afvallen. Dat is het derde stadium: het voordien vrij zeldzame twijfelen aan zichzelf, laait op tot radeloosheid. De psychologie komt tot bloei.
Willem Frederik Hermans (Nooit meer slapen)
Sinds die vruchteloze rit moest ze almaar aan Frederik denken. Alsof de tijd niet meer bestond. Hij was de man die haar had geleerd wat liefde was, die haar op den duur had doen geloven dat ook zij zich graag gezien kon voelen. Hij was good met woorden, had de warmste armen en een blik die zij kon lezen zoals niemand het ooit eerder had gedaan. Hij was zo'n man die niet had durven geloven in zijn eigen verdriet, tot zij zei dat het goed zou komen. Hij was een doener en een meedenker, een veelwiller en een allesweter, een woestigaard met veel broos vel. Hij was de hare en zij de zijne, dat wisten ze eigenlijk allebei. Officieel mocht het misschien niet zo heten, maar dat had zij verdragen, want wachten is niet wachten als de ander er ook is nadat hij weer vertrekt.
Griet Op de Beeck (Gij nu)
Gelukkig wil niet iedereen in hetzelfde domein de beste zijn, anders gaf dat een hoop verliezers, gelijk aan de wereldbevolking min één. Je kunt de verstandigste man van Europa willen zijn. Maar je kunt je ook, zoals mijn dochter, tevreden stellen met de beste hamsterverzorgster van de straat te zijn. Op die manier is het aan nogal wat mensen gegeven toch èrgens de beste in te zijn. En als je niet de beste bent, dan toch de aardigste, diegene van wie het meest gehouden wordt, ach nee, niet door iedereen, alleen door dat sproetenmeisje van om de hoek, nee, niet de mooiste van de straat, maar van alle lelijke de leukste. Maar hoe minimaal je het ook formuleert: het blijven superlatieven. Geef mij één superlatief om mee te leven. Laat mij van één iemand de liefste zijn.
Herman de Coninck (De flaptekstlezer)
Je kunt een depressie op verschillende manieren proberen weg te werken. Je kunt naar Bachs orgelwerken luisteren in de Kerk van onze Verlosser. Je kunt een streep superhumeur in poedervorm op een zakspiegel leggen met een scheermes, en dat innemen met een rietje. Je kunt om hulp roepen. Bijvoorbeeld via de telefoon, zodat je zeker weet wie het hoort. Dat is de Europese manier. De hoop dat je al handelend je problemen oplost. Ik kies voor de Groenlandse manier. Die komt erop neer dat je afdaalt in het sombere humeur. Dat je je nederlaag onder de microscoop legt en je eraan te goed doet. Als het echt helemaal mis is - zoals nu -, dan zie ik een zwarte tunnel voor me. Daar ga ik naar toe. Ik leg mijn nette kleren weg, mijn ondergoed, mijn veiligheidshelm en mijn Deense paspoort, en dan ga ik de duisternis in.
Peter Høeg (Smilla's Sense of Snow)
Toen Barrabas een volwassen hond was, reed hij niet meer op tegen de poten van de piano zoals hij had gedaan toen hij klein was en werd zijn voortplantingsdrift alleen nog gewekt als hij een loopse teef in de buurt rook. Dan konden ketting noch deur hem tegenhouden. Hij stortte zich op straat zonder iets of iemand te ontzien en bleef twee of drie dagen onder water. Hij kwam altijd terug, het arme hondje dat doorboord was door zijn reusachtige geslacht achter zich aantrekkend omdat het vast zat en half in de lucht hing. Om hen het afschuwelijke schouwspel te besparen mochten de kinderen niet zien hoe de tuinman emmers water gooide, schopte en andere schanddaden toepaste, hoe Barrabas zich van zijn geliefde losmaakte en haar halfdood op de patio liet liggen waar Severo haar moest afmaken met een genadeschot.
Isabel Allende
Als ik spreek over rouw, gebruik ik graag de metafoor van de strandwandeling. Niet die strandwandeling waarbij je achteromkijkend ziet dat er een spoor ontbreekt. Wel de wandeling langs de zee waar verdriet en pijn als golven komen en gaan, voor eeuwig en altijd, grote en kleine golven, voorspelbare en onvoorspelbare golven. Bij een strandwandeling zijn er momenten om stil te staan en te staren naar de oneindigheid van de zee, begeleid door het ruisend gefluister van de branding. Maar net zoals je dreigt weg te zakken of aan stevigheid moet inboeten als je lang stilstaat op het zand aan de vloedlijn, zo ook moet je bij rouw niet te lang stilstaan, op tijd weer in beweging komen, al eens wegspringen, of de branding net tegemoet gaan. Bewegen om niet overspoeld te worden. Nu eens in gezelschap, dan weer alleen. Met zout op de lippen. Van het opspattend water, of van zilte tranen.
Uus Knops (Casper - een rouwboek)
Het overgrote deel van alle luister [in de wereld] is louter schijn waaraan het wezen van de zaak ontbreekt, zoals bij toneeldecors. Bewimpelde en bekranste schepen, kanonschoten, feestverlichting, toeters en bellen, juichen en gillen enzovoort, dit alles is enkel het uithangbord, de aanduiding, de hiëroglyfe van de vreugde, maar de vreugde zelf is daar meestal niet te vinden: zij is de enige die voor het feest heeft bedankt. Waar ze werkelijk opduikt, daar komt ze in de regel ongenood en onaangediend, vanzelf en sans façon, stil aangeslopen, vaak bij de meest onbetekenende, bij de futielste aanleidingen, onder de meest alledaagse omstandigheden, het minst nog bij schitterende of roemrijke gelegenheden: ze is als het goud in Australië her en der naar de grillen van het toeval verstrooid, zonder enige regelmaat en wet, veelal slechts in heel kleine korreltjes, hoogst zelden in grote hoeveelheden.
Arthur Schopenhauer
Was ik jullie vergeten? vroeg hij. Nee, nooit! Niet jou, Hans, noch jou, blonde Inge! Jullie waren het immers voor wie ik werkte, en als ik applaus hoorde keek ik heimelijk rond of jullie eraan meededen... Heb je nu Don Carlos gelezen, Hans Hansen, wat je me bij jullie tuinhek beloofde? Doe het niet! Ik verlang het niet meer van je. Wat gaat jou die koning nu aan die huilt omdat hij eenzaam is? Je moet je heldere ogen niet dof en bijziend maken van het turen op gedichten en melancholie... Te zijn als jij! Nog één keer opnieuw beginnen, opgroeien zoals jij, rechtschapen, vrolijk en eenvoudig, rechtlijnig, ordelijk en in harmonie met God en de wereld, geliefd zijn bij de onschuldigen en gelukkigen, (...) - verlost van de vloek van het weten en de kwelling van de scheppingsdrang leven, liefhebben en lofprijzen in zalige alledaagsheid!... Opnieuw beginnen? Dat zou niet helpen. Het zou net zo gaan - alles zou net zo gaan als het nu gegaan is. Want sommigen moeten wel dwaalwegen inslaan, omdat er voor hen helemaal geen rechte weg bestaat.
Thomas Mann (Tonio Kröger)
Net zoals Hitler de Brand van de Reichstag in de schoenen schoof van Marinus Vander Lubbe en zo een grote schoonmaak begon te houden in Duitsland, schuift Erdogan de coup geheel gratuit in de schoenen van Gülen om voortdurend mensen (het zijn er al meer dan 9.000!) te laten oppakken. Zijn zuiveringsactie, waadrbij de scheiding der machten niet langer wordt gerespecteerd, loopt geheel parallel met die van Hitler. Maar omdat Turkije lid is van de Navo kan Erdogan straks een spil slaan tussen Rusland en Amerika, genoeg voor een derde wereldoorlog. Natuurlijk wordt het prutsleger van Erdogan dan onder de zoden gelopen door het Russische leger, maar dan zal hij de hulp inroepen van zijn Navo-bondgenoot Amerika. Erdogan is met zijn dubbele agenda zowat de grootste bedreiging voor de wereldvrede en de Belgische Turken die nu achter hem staan kunnen straks gevaarlijke collaborateurs worden. Dus heren politici als het waar is dat 'gouverner c'est prévoir', begin dan maar nu met het terugsturen van al die domme Turkse oproepkraaiers in ons land naar het land van hun aanbeden Erdogan.
Jean Pierre Van Rossem
Het mag eigenaardig heten, dat, volgens de overleveringen der oudste kolonies, dit stuk grond vroeger er bijna precies zo uitzag als het stadspark thans. Veertig of vijftig of misschien wel vijfenzeventig jaar geleden was die plek namelijk een open bosterrein met een werkelijk natuurmeer in het midden. Later werd het meer drooggelegd omdat men er koren wilde gaan verbouwen en de vissen, die er leefde - voornamelijk edele soorten als baarzen en snoekbaarzen - stierven in de door de zon verkorste modder. De plaats waar het meer geweest was bleef evenwel drassig en er vormde zich eigener beweging een poel, die met de jaren groter werd en dus eigenlijk niets anders was dan een poging van het meer om zich staande te houden. En het is dus wel nogal zonderling, dat er gebouwen gesloopt zijn moeten worden en er veel geld is moeten worden besteed alleen om het kleine bosterrein met het meer tot zijn vroegere bekoorlijkheid te reconstrueren. Zodat men geneigd zou zijn zich verwonderd af te vragen waarom men van het begin af aan de dingen maar liever niet gelaten heeft zoals ze nu eenmaal waren.
Edison Marshall
Misschien staat alles wel in het teken van een groot moederschap, als een gemeenschappelijk verlangen. De schoonheid van de maagd, een wezen dat (zoals u het zo fraai uitdrukt) ‘nog niet heeft opgeleverd’, bestaat in het moederschap, dat zichzelf voorvoelt en voorbereidt, dat vrees en verlangens koester. En de schoonheid van de moeder bestaat in een dienend moederschap, en in de oude vrouw leeft een grote herinnering voort. En ook in de man is moederschap, lijkt me, zowel lichamelijk als geestelijk; zijn verwekken is ook een soort baren, en baren is het als hij uit zijn meest persoonlijke rijkdom creeert. En misschien zijn de seksen wel verwanter dan men denkt, en de grote vernieuwing van de wereld zal er misschien wel in bestaan dat de man en het meisje, bevrijd van alle valse gevoelens en gevoelens van onlust, elkaar niet als hun tegenpool zullen zoeken, maar als broer en zus en als buren, en dat zij zich als mens zullen aaneensluiten om eenvoudig, ernstig en geduldig de hun opgelegde zware last van hun seksualiteit gezamenlijk te dragen. - Thans in Worpswede bij Bremen, 16 juli 1903
Rainer Maria Rilke (Letters to a Young Poet)
Hij herkent dat toontje van haar. 'Je bekijkt het maar.' Wanneer hij het nu op een ruzie laat aankomen, zal hij zeker het onderspit delven. Zoals altijd is zij de redelijkheid zelve. Bij een reconstructie zullen er geen verzachtende omstandigheden zijn. Wat heeft zij nou helemaal gezegd? Wanneer je haar zinnen een voor een uittypt, ze achter elkaar terugleest, zal er niets dan redelijkheid in doorklinken. Maar in de uitgetypte zinnen hoor je dat toontje van haar niet. Hoe ze het zegt. 'Je kan doodvallen.' Dat zegt ze niet, maar dat hoor je wel. Ze zegt het op een toon alsof hij er helemaal niet is. Bij een echte ruzie zijn er twee partijen. Ze schelden elkaar de huid vol. Ze zeggen verschrikkelijke dingen die nooit meer terug te draaien zijn - denken ze terwijl ze staan te schreeuwen. Maar het valt allemaal reuze mee. 'Waar ging dat nou weer over?' zeggen ze wanneer ze elkaar na afloop van de ruzie met tranen in de ogen in de armen nemen. Maar er is ook een andere manier. Je gaat de ruzie helemaal niet aan. Er is alleen onverschilligheid, je laat aan alles merken dat het je niets kan schelen wat de ander doet of zegt - dat het je niet raakt.
Herman Koch (Makkelijk leven)
Nederlandse politici hebben serieus geblunderd en de woede van de Turkse president Ergogan op de hals gehaald door geen Turkse ministers toe te laten om te komen spreken voor Turkse Nederlanders. Die diplomatieke botsing had vermeden kunnen worden indien Rutte & Co een betere inschatting van Erdogan hadden gemaakt. Erdogan is uitermate bedreven in opruiende politiek. Indien Nederlandse politici iets meer bedreven waren geweest in psychologisch inzicht dan in stemmengraaierij hadden ze kunnen weten dat de weigering hen als een boomerang in het gezicht zou vliegen. Het is inderdaad ondemocratisch om iemand, ook al is die autocraat die in eigen land democratie en pevsvrijheid monddood maakt, de vrijheid van spreken te beletten. Je kan niet toestaan dat zijn tegenstanders wèl spreekrecht hebben en hij niet. Natuurlijk steven je dan af op gewelddadig protest. Hoeveel slimmer waren de Fransen om een Turkse minister wél spreekrecht te geven: geen haan die er om kraaide. En als De Roover van NVA zich uit de naad wringt om vurig het spreekverbod te bepleiten, dan bewijst hij dat hij enkel een Vlaams Belang Light is zoals Rutte een light-versie van Wilders is.
Jean Pierre Van Rossem
De naam Balbec in een boek te zien staan was ook in de lente genoeg om het verlangen naar stormen en de Normandische gotiek in mij wakker te roepen; de naam Florence of de naam Venetië deed mij ook als het stormde verlangen naar zon, leliën, het Dogenpaleis en de Santa Maria del Fiore. Maar dat het beeld dat ik van die steden had voorgoed met hun namen was versmolten hield in dat die het transformeerden, het onderwierpen, als ik het weer voor me zag, aan hun eigen wetten; het gevolg was dat ze het mooier, maar ook anders maakten dan de steden van Normandië en Toscane in werkelijkheid konden zijn, en dat ze door de arbitraire geneugten van mijn fantasie te verhogen, de toekomstige teleurstelling op mijn reizen vergrootten. (...) Woorden geven ons van de dingen in het klein een heldere en gangbare voorstelling zoals er op scholen aan de muur hangen om de kinderen een voorbeeld te laten zien van wat een werkbank is, een vogel, een mierenhoop, dingen opgevat als gelijk aan alle andere van hetzelfde soort. Maar namen geven van de mensen - en van de steden waardoor wij ze gaan zien als individueel, uniek zoals mensen - een vaag beeld dat aan die namen, aan hun klank, hel of donker, een tint ontleent waarin ze uniform zijn gekleurd.
Marcel Proust (Du côté de chez Swann / À l'ombre des jeunes filles en fleurs / Le Côté de Guermantes)
Ik vind het grootmoedig van Butler dat ze de diffuse 'commodificatie van identiteit' aanmerkt als het probleem. Ik zou, minder grootmoedig, willen zeggen dat het simpele feit dat ze lesbisch is voor sommige mensen al het overige naar de achtergrond dringt, dat ongeacht welke woorden van de lippen van de 'lesbienne' rollen, welke ideeën aan haar geest ontspruiten, bepaalde luisteraars maar één ding horen, 'lesbisch, lesbisch, lesbisch'. En dan is het maar een kleine stap naar het niet serieus nemen van de lesbienne als 'identitair' - niet alleen de lesbienne, overigens, maar eigenlijk iedereen die weigert zich stilletjes te voegen naar een 'postraciale' toekomst die maar al te zeer lijkt op het raciale heden en verleden - terwijl het in feite de luisteraar is die zich niet kan losmaken van de identiteit die hij de spreker heeft toegedicht. De spreker 'identitair' noemen fungeert dan als doeltreffend excuus om niet naar haar te luisteren, in welk geval de luisteraar zijn rol als spreker weer kan oppakken. En vervolgens kunnen we snel doorgaan naar het zoveelste congres met een keynotespeech van Jacques Rancière, Alain Badiou of Slavoj Žižek [...] en dat alles in aanbidding van de zoveelste geweldige blanke man die op het podium staat te oreren, precies zoals we dat al eeuwen en eeuwen hebben gedaan.
Maggie Nelson (The Argonauts)
Toen gebeurde het dat zijn grootmoeder voortijdig overleed; gebeurtenissen zijn immers niets anders dan onmogelijkse tijden en onmogelijke plaatsen, je wordt op een verkeerde plaats neergelegd of vergeten en je bent zo machteloos als een ding dat door wordt opgeraapt. Ook wat veel later gebeurde, gebeurt duizenden keren op de wereld, en het was alleen niet te begrijpen dat het Tonka overkwam. De dokter verscheen dus, de lijkbezorgeres kwamen, de overlijdensakte werd ingevuld en grootmama begraven - het een volgde heel gladjes op het andere zoals dat nou eenmaal hoort in een nette familie. De erfenis werd geregeld; je mocht blij zijn dat je daaraan niet mee hoefde te doen; slechts een enkel punt in de nalatenschap vereiste de aandacht: de verzorging van juffrouw Tonka met de prachtige achternaam, die een van die Tsjechische familienamen was die 'hij zong' of 'hij kwam over de weide' betekenen. Er was een arbeisovereenkomst. Het meisje zou behalve haar loon, dat laag was, voor elk voltooid dienstjaar met een bepaald bedrag in de erfenis bedacht worden, en omdat men met een vrij lang ziekbed van grootmama rekening had gehouden en, overeenkomstig de te verwachten steeds moeilijker wordende verpleging een langzaam oplopend bedrag had vastgesteld, leidde dat ertoe dat het geringe bedrag op een jong iemand een stuitende indruk moest maken, als hij de opgeofferde maanden van Tonka's jeugd in minuten zou omrekenen.
Robert Musil
Alle gevoelens die het lief en leed van een echte persoon in ons oproepen, doen zich alleen maar voor via een voorstelling van dat lief en leed; het vernuft van de eerste romanschrijver bestond erin te begrijpen dat, aangezien in het organisme van onze emoties de voorstelling het enige essentiële element is, de vereenvoudiging die het zijn zou om doodgewoon af te zien van echte personen, een decisieve verbetering zou betekenen. (...) En als de romancier ons eenmaal in die toestand heeft gebracht waarin, zoals bij alle louter innerlijke toestanden, iedere emotie tien keer zo groot wordt en zijn boek ons zal aangrijpen op de manier van een droom, maar van een droom die helderder is dan die wij slapend hebben en die ons langer bijblijft, dan maakt hij bij ons in een uur alle denkbare geluk en ongeluk los waar wij in het leven zelf jaren voor nodig zouden hebben om er iets van te leren kennen, en waarvan de meest intense vormen ons nooit zouden zijn geopenbaard doordat de trage gang waarmee ze zich voordoen ze aan onze waarneming onttrekt (zo verandert in het leven ons hart, en dat is allerpijnlijkst; maar wij kennen die pijn alleen in onze lectuur, in onze verbeelding: in de werkelijkheid verandert het hart, zoals bij sommige natuurverschijnselen gebeurt, zo langzaam dat, al kunnen wij elk van die verschillende toestanden successievelijk vaststellen, ons daarentegen de gewaarwording zelf van de verandering bespaard blijft).
Marcel Proust (Du côté de chez Swann / À l'ombre des jeunes filles en fleurs / Le Côté de Guermantes)
Hij genoot van de verschillende afvalcontainers die overal stonden, van de ingeblikte groenten in de ziekenhuiskoele winkels – supermarkten werden ze genoemd –, hij genoot van de trams en hun heupdans die de passagiers heen en weer schudde wanneer zij klingelend een bocht maakten, hij genoot van de bomen die overal voor schaduw zorgden, compleet met een kroost van groene houten banken en een vuilnisbak, hij genoot van de grachten, die rimpelend een wiegenlied voor hem zongen, hij genoot van de vooroverhellende en schuine grachtenpanden, hij genoot van de standbeelden bedekt met patina en duivenuitwerpselen, hij genoot van het bruisen van zo veel mensenlevens, hij genoot van de pleinen en de onberispelijke kantoorgebouwen met ramen waarin het universum weerkaatste, van de vele straatbelichting, de neonreclames – de stad was 's nachts een ware boomgaard van kleurig neon –, hij genoot van de markten waar het rook naar gezouten vis, gebrande noten en kaas, van de vele eethuizen die met de mensen mee waren geëmigreerd, hij genoot van de fietsers die elke verkeersregel overtraden, hij genoot van het stille lawaai en de zinderende sensualiteit die de meisjes uitwasemden en van verliefde stellen die hun liefde op straat uitstalden voor voorbijgangers, hij genoot van het wolkenheer, van de regens en de buien, van de natte zonnen op regendagen als beslagen brillenglazen, van de regenplassen en hun weerspiegelingen, hij genoot van de chaos, van de beierd ver weg tussen het hooi van zijn doofheid, hij genoot van de duiven, van de zwervers met hun winkelwagentjes vol onbegrijpelijke huisraad, van de drankschuiten die over de effen straten kapseisden, zijwaarts hellend door een overbelaste lever, hij genoot van de sissende venters van genotsmiddelen, hij genoot van de drukke winkelstraten waar alles wat men nodig had te koop was en alles wat men niet nodig had, hij genoot van de rosse buurten en de uitstalling van vrouwelijk vlees, dat niet aan duitloze hem besteed was, van de vele kroegen en bars waarin klanten dronken en kwetterden en zich ontlastten zoals de vogels in de johannesbroodboom van Cheira en Heira, hij genoot van de welvaart die de mensen zichtbaar goeddeed, vooral de vrouwen met hun papieren tassen vol nieuwe aankopen in de weekeinden en hun ontspannen roddels en koetjes en kalfjes op terrassen, op vensterbanken achter de geraniums, hij genoot van de broeders die steeds in aantal toenamen en hem eerbiedig bejegenden wanneer hij hun bedwelmende koopwaar weigerde, met eerbied want hij was een van hem en het deed hem goed om te zien dat ze hoe dan ook werk hadden gevonden, hij genoot van de levendige rusteloosheid van dit alles, van de Amstel die voor verfrissing zorgde en het land bevloeide en het meest genoot hij van de ultieme wonderen in het park, dat hij nu betrad.
Hafid Bouazza (Paravion)