“
Ik weet het: het mooiste zou zijn
als ik onvindbaar was
en altijd naar mijzelf bleef zoeken.
Hoe interessant zou dat niet zijn!
Maar ik ben zó vindbaar…
zó voor het oprapen…
doe het licht uit, struikel over mij!
”
”
Toon Tellegen
“
Mensen leren lachen met de dingen waar ze nooit over uitgehuild zullen geraken.
”
”
Griet Op de Beeck (Het beste wat we hebben)
“
Ik heb al zoveel over boord gegooid, dat ik wel eens kapseizen kon bij gebrek aan zwaarte.
”
”
Willem Elsschot (Het dwaallicht)
“
[over het leven] De generale repetitie van een stuk, dat nooit wordt opgevoerd.
”
”
Gerard Reve (De vierde man)
“
Ik wou dat op een dag, gewoon opeens, alle angst op was, zoals het warme water als ik heel lang heb gedoucht, maar dan overal en voor iedereen.
”
”
Griet Op de Beeck
“
Knorretje zei: "Als je begrijpt wat ik bedoel, Poeh" en Poeh zei: "Zo denk ik er ook over, Knor" en Knorretje zei: "Maar aan de andere kant, moet je wel bedenken" en Poeh zei: "Zo is het Knor, daar had ik even niet aan gedacht.
”
”
A.A. Milne
“
Want als je geen toekomst meer hebt, wat blijft er anders over dan dromen van het verleden.
”
”
Annejet van der Zijl
“
Hij [...] zei zachtjes tegen me: ‘Het geeft niks, hoor. Het maakt allemaal niks uit.’ Dat zei hij altijd als het over de dood ging. Ik heb hem een keer gevraagd wat dan wel uitmaakt. 'De rest,’ zei hij.
”
”
Toon Tellegen
“
De meeste mensen zijn gemiddeld, sommige zelfs ronduit minderwaardig: maar ze zijn allemaal heel gevoelig voor de hogere concentratie energie of talent in de bovengemiddelde mens. Hebben zij geen beschikking over datgene wat licht geeft in jou, dan jij ook niet. Ze hebben geen talent voor bewondering, alleen voor slavernij en afgunst. Ze stelen het licht.
”
”
Tommy Wieringa (Joe Speedboot)
“
Geweldloos verzet kon volgens hem alleen vruchten afwerpen als de groepen waartegen het verzet werd gepleegd over enig moreel besef beschikten
”
”
Martin Luther King Jr.
“
Wie droomt omdat hij niet gelukkig is, moet wandelen, veel wandelen, doelloos ronddwalen in de hoop dat hij over het geluk zal struikelen.
”
”
Louis Ferron
“
Misschien is dat wel wat me 's nachts het bangst maakt.
Dat niemand op je let.
Dat niemand zich zorgen over je maakt.
Dat niemand je opmerkt.
Dat je net zo goed dood kunt zijn.
”
”
Erna Sassen (Dit is geen dagboek)
“
Ik verbaas me altijd over mensen die weten dat iets fout is, maar dat proberen te negeren, alsof het foute daardoor zou verdwijnen.
”
”
David Levithan (Every Day (Every Day, #1))
“
Hij las niet over wat hij schreef, want als hij het zou overlezen zou hij het weggooien en dan had hij het net zo goed niet kunnen schrijven.
”
”
Toon Tellegen (Het vertrek van de mier)
“
Volgens sommige wetenschappers zou een man tweemaal zo vaak aan voetbal dan aan seks denken. [...] Maar dat zegt natuurlijk niets over de hersenkronkels van de sportfanaat doch alles over het belabberde niveau van de wetenschap.
”
”
Dimitri Verhulst (Essay over het toegewijde bestaan als supporter van voetbalclub Standard de Liège)
“
Lang nadat ik was opgehouden mijn vaders paden na te lopen, had ik van hem geleerd dat er in sommige levens bergen bestaan waar je niet naar terug kunt keren. Dat je in levens als het mijne en het zijne niet terug kunt naar de berg die het middelpunt is van alle andere, en het begin van je eigen geschiedenis. En dat mensen zoals wij, die op de eerste en hoogste berg een vriend hebben verloren, niets anders rest dan dwalen over de acht bergen.
”
”
Paolo Cognetti (Le otto montagne)
“
O, wij namen wraak, wij leerden talen, waarvan zij de namen nooit gehoord hadden en wij lazen boeken waar zij niets van konden begrijpen, wij doorleefden gevoelens waarvan zij het bestaan niet vermoedden. ‘s Zondags liepen wij uren en uren ver over wegen, waar zij nooit kwamen, en op kantoor dachten wij aan de slootjes en de weilanden, die wij gezien hadden en terwijl de heeren ons bevalen dingen te doen waarvan wij ‘t nut niet begrepen, dachten wij er aan, hoe Zondagavond de zon was ondergegaan achter Abcoû.
”
”
Nescio (Titaantjes)
“
Ik had heimwee naar die drie daar in het bed.
Onzin. We zaten nog met ons drieën in dat bed. Het was alleen al weg voor het weg was. En ik kon er niets over zeggen, geen van tweeën zou begrijpen dat ik heimwee had naar iets wat er nog was, ik begreep het zelf niet eens.
”
”
Peter van Gestel (Winterijs)
“
Ik word verteerd door levenstwijfel omdat ik niet zou weten waarover je anders moet twijfelen dan over het leven en ik word verteerd door doodsverachting omdat ik niet weet wat je anders zou moeten verachten dan de dood.
”
”
Herman Brusselmans (Ex-drummer)
“
Mensen mochten zich gedragen zoals ze wilden, maar hij vond dat het over het algemeen onnodig was om chagrijnig te zijn als je de mogelijkheid hebt om dat niet te zijn.
”
”
Jonas Jonasson (De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween)
“
Zonder het geheugen heeft het leven geen lijn, geen logica, geen ontwikkeling. Zonder geheugen is alles als los zand.
”
”
Mark Mieras (Ben ik dat?: wat hersenonderzoek vertelt over onszelf)
“
Om noemenswaardig te worden moet je in dit dorp iets noemenswaardig over een ander vertellen".
”
”
Lize Spit (Het smelt)
“
Misschien snijdt eenzaamheid als je bij mensen bent dieper dan alleen zijn waar geen misverstand over bestaat, (...).
”
”
Griet Op de Beeck (Het beste wat we hebben)
“
We lopen verder door de regen en ik wou dat het altijd zo zou blijven. Dat we zouden doorstappen tot het einde van de wereld, door alle landen, zonder ooit moe te worden, zonder ooit nog te moeten slapen of iets anders te eten dan frietjes of naar school gaan of werken of ooit nog opstellen over eten te moeten schrijven. Alleen maar altijd doorgaan. Papa en ik.
”
”
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
“
Riley paused, turning back to face Jack. "Just so you know, we are gonna need some definite PDAs tonight.
Think you can handle that?" There was irritation in Riley's voice, a subtle change, a certain stress. Jack imagined it was a manifestation of fear, and it made him feel better to think that. In answer Jack moved carefully past Riley, sliding a hand over the younger man's black silk shirt, his fingers brushing Riley's left nipple. He heard a hiss of indrawn breath as his hard thigh touched Riley briefly.
"I can handle anything you need, Het-boy," he said, his voice low and growled. "Just follow my cues."
Riley followed him to the top of the stairs, and Jack held out his hand. "Husband?" he smirked.
Riley took his hand, and they started down the sweeping staircase. "Fuck you, asshole," Riley forced out behind a covering smile.
"Not if I fuck you first," Jack said, fast and clear, smirking again as Riley stumbled on the next step.
”
”
R.J. Scott (The Heart of Texas (Texas, #1))
“
Want zie je, Mia, het is niet eten en drinken dat ons in leven houdt, maat levenslust, de morele overtuiging dat het de moeite waard is, dat er waarheid en schoonheid ligt in het leven zelf, altijd en overal, maar dat het aan ons is om dat op te zoeken, te delven, als gelukszoekers, in de beste betekenis van dat woord...
”
”
Sander Kollaard (Uit het leven van een hond)
“
Hij hield van Latijnse zinnen omdat ze de rust in zich borgen van alles wat verleden tijd was geworden. Omdat die zinnen je niet dwongen er iets over te zeggen. Omdat ze taal waren die aan al het gepraat voorbij was.
”
”
Pascal Mercier (Night Train to Lisbon)
“
Een mens kan altijd een tijd lang kijken zonder te zien. Kijken kan Robert ook, maar het theebusje en de kaasschaaf herkennen niet. Hij kijkt zonder te zien, bedoel ik. Neem zelf de proef maar eens. Je drinkt altijd koffie van een bepaald merk en omdat dat in de drugstore opeens niet meer voorradig is, neem je een ander merk, een andere bus. Als je de volgende dag koffie wilt maken zoek je overal naar de koffiebus. Het herinneringsbeeld van de oude busis zo sterk dat hij de bus van het nieuwe merk, de aanwezige bus, vlak voor je neus op de keukenplank, onzichtbaar maakt. Om iets te zien moet je eerst iets kunnen herkennen. Zonder herinnering kun je alleen maar kijken. Dan glijdt de wereld spoorloos door je heen.
”
”
J. Bernlef (Hersenschimmen)
“
Smaak heeft de pad die naar de weegbree kruipt wanneer hij door een spin gebeten is. Smaak leidt het varken naar de truffel, de misselijke hond naar het gras, de bizon over duizenden mijlen naar de zoutsteen. Smaak heeft de zwaluw die de blindheid van haar jongen wil genezen en vanzelf de weg vindt naar het sap van de stinkende gouwe.
”
”
Frans Kellendonk (Mystiek lichaam: Een geschiedenis)
“
Het probleem met Nederlanders en genieten is natuurlijk dat we er te veel over nadenken. We mogen pas met vakantie als we er eerst hard voor gewerkt hebben. Een beloning zonder dat daar eerst voor geleden is, past neit bij onze calvinistische mentaliteit.
”
”
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
“
Op dit moment gaat een tipje van de sluier omhoog die over het hele leven ligt: dat ik altijd en in alles weerloos, machteloos en vervangbaar als een atoom ben en dat alle bewustzijn, alle wil, hoop en vrees alleen maar manifestaties zijn van het mechanisme waarvolgens de menselijke moleculen zich bewegen in de peilloze kosmische materiedamp.
”
”
Willem Frederik Hermans (Nooit meer slapen)
“
Er is waarschijnlijk geen ongunstiger moment om de vrouw over wie je elke nacht droomt te ontmoeten dan wanneer je koeiendarmen aan het uitkoken bent.
”
”
Charles Lewinsky (Het lot van de familie Meijer)
“
Als leven een baan is, wilde ik ontslag nemen. Maar ik kon het kantoor niet vinden dat over ontslagaanvragen ging.
”
”
Marek van der Jagt (The Story of My Baldness)
“
Over vechten gesproken... Ik ga kijken hoe de voorbereidingen voor het bal verlopen. Je weet wel, dat bal waarmee we de wereldvrede vieren. - Kai
”
”
Marissa Meyer (Gone Rogue (Wires and Nerve, #2))
“
Met Tomas voelde elk tankstation als Parijs, maar zonder hem voelde alles als vastzitten in de lift met de verkeerde mensen
”
”
Arjen van Veelen (Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken (Dutch Edition))
“
De mens zwemt vrij rond in een zee van keuzes, maar hij is gebonden aan het lichaam waarmee en het water waarin hij zwemt. Vrijheid begint ermee die gebondenheid te accepteren.
”
”
Bregje Hofstede (De herontdekking van het lichaam: over de burn-out)
“
Het is zo moeilijk om pijn te vergeten, maar het is nog moeilijker om je te herinneren dat je gelukkig bent geweest. We houden geen littekens over van geluk. We leren zo weinig over vrede.
”
”
Chuck Palahniuk (Diary)
“
Er blijft ons niets anders over dan zo rustig als 't maar kan het einde van deze misère af te wachten. Zowel de joden als de christenen wachten, de hele aardbol wacht, en velen wachten op hun dood.
”
”
Anne Frank (The Diary of a Young Girl)
“
U bent toch Gerard Reve, die het altijd over één ding tegelijk heeft, en pas als hij dat afgehandeld heeft verder gaat met iets anders? U bent toch een gewone katholieke volksjongen en geen volksverlakker? Nu, het doet mij echt goed dat van U te horen, waaruit blijkt dat U mijn werk begrijpt en waardeert.
”
”
Gerard Reve (Het boek van violet en dood)
“
Een bibliotheek is een eenvoudiger soort maatschappij, een idealer soort maatschappij ook. Het mag er allemaal naast en door elkaar bestaan. Alles is er even marginaal. Het zijn allemaal boeken, dat is het enige wat ze gemeen hebben, en ze staan allemaal rechtop, rug aan rug, dat is de solidariteit van een bibliotheek. En toch zijn ze allemaal onderling verschillend, want twee keer hetzelfde boek koop je niet.
”
”
Herman de Coninck (Over de troost van pessimisme: Essays (Dutch Edition))
“
Ik denk dat wij onszelf verminken, omdat we ons onbruikbaar willen maken voor een verlangen, voor een ideaal, voor een verhaal. We ontzeggen ons het recht, en ontnemen ons bij voorbaat de kans, op een beloofd geluk, waarvan wij denken dat het niet voor ons is weggelegd. Door ons ongeschikt te maken, helpen wij het lot een handje en nemen het zelf op ons. We maken ons liever eigenhandig onaantrekkelijk, dan dat we dat oordeel over onze aantrekkingskracht, waarde en betekenis aan anderen overlaten. We worden liever dik, dronken, ontrouw en ongelukkig, dan dat we het angstaanjagend grotere aanpakken, een ideaal waarmaken dat we koesteren en daarvoor erkenning zoeken bij anderen.
”
”
Connie Palmen (De vriendschap)
“
Voor het geluk zijn we jammerlijk afhankelijk van onze medemensen - zij kunnen ons naar believen hun liefde en hun zorgen geven of onthouden; het ongeluk kunnen we onszelf altijd, naar eigen goeddunken en met het grootste gemak, toedienen.
”
”
Patricia De Martelaere (Een verlangen naar ontroostbaarheid: Over leven, kunst en dood)
“
Het is verwarrend, maar volwassenen zijn vaker verwarrend, omdat hun hoofden als een Tetris-spelletje werken en al hun zorgen op de juiste plek moeten inparkeren. Als het er te veel zijn, stapelen ze zich op en loopt alles vast. Game over.
”
”
Lucas Rijneveld (The Discomfort of Evening)
“
Al wat ik verlang van een boek is dat het mij op een gedegen manier bezighoudt en vermaakt; en voor zover ik studeer ben ik er alleen maar op uit de kennis over mijzelf te verdiepen en te leren hoe ik op de juiste wijze moet leven en sterven.
”
”
Michel de Montaigne (De essays (Dutch Edition))
“
Hij is mooi he?' Ze stond nu naast hem aan de andere zijde.
'Ja, hij is heel mooi.' Ze glimlachte naar me terwijl ze over zijn haar streek. Ik glimlachte terug.
'Mijn jongen', zei ze en ze bleef over zijn haar strijken.
Ik wist net als zij dat ze bij leven al jaren niet meer over zijn haar had mogen strijken en ik dacht dat het vreselijk moest zijn om een moeder te zijn.
”
”
Esther Gerritsen
“
Zij was nog een meisje, een kind, maar in haar ogen en op haar gezicht kon je de waakzaamheid en de onrust van deze eeuw al aflezen. Alle thema's, alle tranen en beledigingen, alle beweegredenen, alle opgehoopte haat en trots van deze eeuw stonden op haar gezicht en postuur geschreven, in het mengsel ook van haar meisjesachtige bedeesdheid en haar vermetele gratie. Je kon uit haar naam en uit haar lippen de aanklacht tegen deze eeuw indienen en uitroepen. U zult moeten toegeven, dat dat geen kleinigheid was. Het had iets van een voorbeschikking, van een voorteken ook. Het was iets, waar zij van nature over beschikt moet hebben, iets waar zij recht op gehad moet hebben.
”
”
Boris Pasternak (Doctor Zhivago)
“
Soms, als ze in het bleke schemerdonker over straat slenterde met de bitterzoete geur van stof en bloemen - lenteavonden met verlichte ramen en de langgerekte kreten voor het avondeten, wanneer de huiszwaluwen zich buitelend boven de stad verzamelden en samen naar hun nesten vlogen en de lucht leeg en wijd achterlieten - in die lange lenteschemer welde er een soort weemoed in haar op en verstarde haar hart, stokte bijna.
”
”
Carson McCullers
“
Linguïsten houden er congressen over, filosofen en logici zitten ermee verveeld: het probleem van de zelfreferentie. De kwestie is: kan een taal ooit over iets anders gaan dan over zichzelf? Kan God naar zichzelf verwijzen? Kan ik dat? Een wijsvinger kan niet wijzen naar zichzelf, een oog kan zichzelf niet zien. En toch kijken honden en dwazen inderdaad naar de vinger die wijst, en niet naar de richting waarin gewezen wordt.
”
”
Patricia De Martelaere (Het onverwachte antwoord)
“
Ik zie de Bibliothecaresse dagelijks, maar de leegte in mij blijft. Ik lees de oude dromen in de Bibliotheek. Zij zit naast me. We eten samen. Ik breng haar naar huis. We praten over van alles. Mijn droefheid schijnt alleen maar erger te worden, zich te verdiepen, hoe onredelijk dat ook is. Het gevoel van verlies wordt steeds sterker, elke keer als we elkaar ontmoeten. Het is een put die nooit gedempt zal worden. Het is een donker, ondraaglijk somber gevoel.
”
”
Haruki Murakami (Hard-Boiled Wonderland and the End of the World)
“
Wij hebben het nu over jou. Vergeet niet, ik ben notaris geweest. Ik maak die dingen altijd af. Wat wil jij worden?'
'Ik weet het niet.'
Hij begreep dat dat geen goed antwoord was, maar het was het enige, zelfs als iemand graag altijd alles afmaakte. Hij had geen flauw idee. Eigenlijk wist hij zeker dat hij nooit iets wou, maar ook nooit iets zóú worden. De wereld was al boordevol met mensen die iets waren, en de meesten waren er duidelijk niet gelukkig mee.
”
”
Cees Nooteboom (Rituals)
“
Hij begreep niet waarom hij zoo oud moest worden, terwijl de dingen zoo langzaam voorbij gingen, stille voorbij, maar zóo slepend, als waren ze, de dingen van vroeger, spoken, die slierden heel lange sluiers langs heel lange paden, en als ritselden de sluiers over de warrelende bladeren, die neêrdwarrelden over het pad.
”
”
Louis Couperus (Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan...)
“
De maan heeft onze wereld langer dan wie ook gadegeslagen en van heel dichtbij. Alles wat er ooit op deze aarde is gebeurd, alle handelingen die er zijn verricht heeft de maan waarschijnlijk gezien. Maar hij houdt er zijn mond over dicht. Koud en correct als altijd draagt hij dat zware verleden met zich mee. Op de maan is geen lucht en ook geen wind. Een vacuüm leent zich er uitstekend toe herinneringen onbeschadigd te bewaren. Niemand is in staat om het hart van de maan te verzachten. Aomame pakte haar glas en dronk de maan toe.
”
”
Haruki Murakami (1Q84 Book 1 (1Q84, #1))
“
Het schijnt mij toe dat als de breuk tussen Rafael en Sylvie het eerste is waar je het met anderen over hebt, je een vak moet leren of een hobby moet zoeken.
”
”
Abraham Moszkowicz (Onkruid: Het zijn niet de slechtste vruchten waaraan de wespen knagen)
“
Van ver achter de heuvelrug kwam de nacht naderbij, daalde over het dal waarin de brede rivier zijn machtige loop zocht, en kroop zachtjes naar de stad.
”
”
Hans Keilson
“
Toen het kind zag
Hoe de wind
Speelde met de krant
Riep het uit
Kijk de wind leest
Ach zeur niet
Zei zijn vader
En las verder
Over de man
Die zijn zoon vermoordde.
”
”
Hans Bouma
“
Wilders gooide met zijn uitspraak over ‘minder Marokkanen’ een grote steen in een stille vijver. Want waar gaat het om. De Marokkanen moeten kiezen: Of ze zijn Nederlander, en dan weten ze ook dat iedereen in Nederland mag zeggen wat hij wil zeggen. Geert Wilders dus niet minder. Of ze zijn hier gewoon als gasten. Dan moet voor hen een andere regeling gelden.
”
”
Ali Lahrouchi (De ontworsteling)
“
Het Smolensk-archief heeft duidelijk gemaakt in welke mate elk onderzoek van deze periode uit de Russische geschiedenis blijvend gehinderd zal worden door het ontbreken van de meest elementaire documenten en statistieken. [...]Kortom, we leren niets uit de organisatiestructuur van het regime, terwijl we daar in het geval van nazi-Duitsland zeer goed over geïnformeerd zijn.
”
”
Hannah Arendt (The Origins of Totalitarianism)
“
Je hebt hetzelfde met boeken en vrouwen,’ zeg ik en het is waar, ik word weleens moe van mezelf, van dit soort halsstarrig moeten spreken over alles waarover het moeilijk spreken is en dat ik het niet kan en wil laten, ook al is het zeven uur in de ochtend en zitten we tegenover elkaar in een Amerikaans stadje en heb ik net de initialen van zijn naam met maple syrup op een pancake neergedrupt.
”
”
Connie Palmen (I.M.: Ischa Meijer. In Margine. In Memoriam)
“
Natuurlijk heb ik er in de loop van de jaren vaak over nagedacht: wat het betekende te leven, te ademen, te bewegen. Over het bewustzijn dat in me geplant was, en wel uitgerekend in mij. Over het wonder van de bezieling.
Maar ook voor de onverbeterlijke bespiegelaar geldt dat hij het leven doorgaans als iets vertrouwds en vanzelfsprekends beschouwt. Je kunt niet over elke ademtocht nadenken, want dan stik je.
”
”
A.F.Th. van der Heijden
“
O, het is met de verte als met de toekomst! Een wijd, schemerachtig vergezicht ligt voor ons, onze ziel en onze ogen drinken het in, en wij haken ernaar ons er helemaal aan over te geven, om in alle gelukzaligheid van één groot, heerlijk gevoel te zijn vervuld. Maar och, als we erop afvliegen, dan is alles zoals tevoren en staan wij in onze armoede, in onze beperktheid, en onze ziel dorst naar ontglipte lafenis.
”
”
Johann Wolfgang von Goethe (The Sorrows of Young Werther)
“
De combinatie geel en zwart, godbetert, smaaklozer kan je 't niet bedenken. [...] Bidden wij dus voor alle ouders van een zoontje dat supporteert voor NAC Breda of SK Lierse en zulks kenbaar wil maken via het behangpapier op zijn kamer, zijn kaften, zijn jassen en zijn sjaals. Kleurterreur die z'n sporen moet nalaten op het brein en waar de schoolresultaten van het ventje uiteindelijk bijzonder onder gaan lijden.
”
”
Dimitri Verhulst (Essay over het toegewijde bestaan als supporter van voetbalclub Standard de Liège)
“
Jezus, ik ga niet zo iemand worden die het er altijd maar over heeft wat hij gaat doen. Ik ga het gewoon doen. Je de toekomst voorstellen is een soort nostalgie.'
'Huh?' vroeg ik.
'Je zit je hele leven in het labyrint vast, overdenkend hoe je er ooit uit zult ontsnappen, en hoe geweldig dat zal zijn, en dat beeld van de toekomst houdt je op de been, maar je doet het nooit. Je gebruikt de toekomst alleen maar om aan het heden te ontsnappen.
”
”
John Green (Looking for Alaska)
“
Ik... slaap... nooit... Maar,' ging Nova verder, 'als je graag wilt weten over welke ándere, niet-supertalenten ik beschik, dan kan ik je vertellen dat ik zeer bedreven ben in het tweegevecht en met een hele verzameling wapens overweg kan. Ik doe zeven minuten over anderhalve kilometer, kan met een aanloop een afstand van vijfenhalve meter overbruggen en ik weet ongelooflijk veel van onder meer scheikunde, elektronica en duurzame energiebronnen.
”
”
Marissa Meyer (Renegades (Renegades, #1))
“
Je zult nu nog niet begrijpen wat ik bedoel, maar op een dag wel: de enige truc voor vriendschap is volgens mij dat je mensen uitzoekt die beter zijn dan jij – niet slimmer of populairder, maar aardiger, guller en vergevingsgezinder – en dat je die waardeert om wat je van ze kunt leren, dat je je best doet naar ze te luisteren als ze je iets over jezelf vertellen, hoe slecht – of goed – het ook is, en dat je ze vertrouwt, wat het allermoeilijkste is. Maar ook het allermooiste.
”
”
Hanya Yanagihara (A Little Life)
“
Hoe leg je uit wat weerloosheid is en tot wat een mens in staat kan zijn als uw toehoorder nooit heeft gevoeld wat het is om zelf een mogelijke smeerlap te zijn, dat het een zegen is en een vloek dat nooit te hebben gevoeld en dat woede in de fauteuil niks meer is dan schijnheiligheid die blind is voor zichzelf? Mensen zeggen al wel eens dat ge eerst in andermans schoenen moet staan voor ge echte kennis opdoet. Maar ook dat is schijnheilig, want met andermans schoenen wordt altijd weer bedoeld: die van het slachtoffer. Geen woord wordt er gerept over de schoenen van hen die zich misschien geprikkeld voelden om mee te doen. Voor ge de bloeddorst van een ander aanklaagt, van iemand die ge zelfs niet kent, zoudt ge verplicht moeten worden te ervaren wat heimelijke bloeddorst betekent die wordt aangemoedigd door hen die de touwtjes in handen hebben, wier spel gij meespeelt, of ge nu wilt of niet, de bloeddorst, met andere woorden, die ieder in zich heeft.
”
”
Jeroen Olyslaegers (Wil)
“
Gekromd sta je tegen de branding in. Van het balkon af kan ik zien
hoe geschreeuw zich terug in je gezicht slingert, gutsend in je nek
als wild haar.
Als je je hoofd achterovergooit alsof je een fles aan je mond zet,
krijgt je adamsappel iets
van een ruggengraat.
Ik streel enkele meters van je af.
Het is een milde avond.
Vannacht borduurt een roos zich op je hemd.
Het duurt uren om haar van je borst los te maken.
Je kijkt alsof je me kunt zien,
nu je ligt te slapen, wimpers als garen, neus
tussen wijsvinger en duim - een bloedneus stelpend
die er niet is - ik trek je hoofd achterover.
Je omgekeerde mond in de spiegel imiteert iets grappigs.
We kussen
terwijl het over ons heen uit ons weg blijft sijpelen,
zo graag zoekt het zich een weg.
”
”
Peter Verhelst (Nieuwe sterrenbeelden)
“
Steden maken me bang. Maar waag je niet te ver buiten hun muren, want dan betreed je het domein van de Vegetatie. Over een afstand van vele kilometers is de Vegetatie opgerukt in de richting van de steden. Ze ligt op de loer. Als de stad dood is, neemt de vegetatie de macht over. Ze zal zich langs de muren omhoogslingeren en ze overwoekeren, ze zal in all hoeken en gaten doordringen en de stenen uit elkaar laten spatten; ze zal alle holen dichten en overal zullen groene vangarmen naar beneden hangen.
”
”
Jean-Paul Sartre
“
Ach heer, twee-, drieduizend jaar geleden bestond er helemaal geen scheikunde en toch vonden de mensen de dingen die ze toen deden ook al vreselijk belangrijk. En nooit stond er iemand op, die zei: Alles goed en wel, maar ik wou maar dat ik wist hoe ik N-Ethyl-8-hydroxytetrahydrochloropheenhydrochloride moest samenstellen. Dat kon helemaal niet worden gezegd. Zelfs met je mond kon je toen niet... niet over de materie praten... ik weet niet hoe ik het anders moet zeggen... maar ze wisten feitelijk nog helemaal niet wat materia was en eigenlijk was alles wat erover werd gezegd, onzin. En toch leefden ze. Toch maakten ze geschiedenis. Een ze gaven elkaar lauwerkransen. En ze bezongen elkaar in heldendichten."
"Maar ze deden een hoop domme dingen."
"Wij niet dan?
”
”
Willem Frederik Hermans (Onder professoren)
“
Hij gaf me een college over individu, vrijheid en waardigheid, over de mens als subject en over het gegeven dat je hem niet tot object mag maken. ‘Herinner je je niet meer hoe verontwaardigd je als jongetje kon zijn wanneer mama beter wist dan jij wat goed voor je was? Hoever je daarbij met kinderen kunt gaan is al een werkelijk probleem. Het is een filosofisch probleem, maar de filosofie houdt zich niet met kinderen bezig. Dat heeft ze overgelaten aan de pedagogiek, waar het voor kinderen niet goed toeven is.
”
”
Bernhard Schlink (Der Vorleser)
“
je kunt alles doorstaan zei Phoebe, zelfs als het vertrouwen geschonden is, als het maar eerlijk wordt bekend. je wordt dan levenspartners op een andere manier, maar je kunt nog wel partners blijven. maar liegen- liegen is een goedkope manier van macht uitoefenen over de ander. wie liegt, kijkt toe terwijl de ander handelt op basis van onvolledige informatie- met andere woorden zichzelf vernedert. ... het is toch eeuwig hetzelfde verhaal. de man verliest de hartstocht voor de huwelikspartner, zonder dat kan hij niet leven. de vrouw is pragmatisch. de vrouw is realistisch. zeker de hartstocht is geluwd, maar zij is tevreden met de lichamelijke genegenheid, gewoon samen met hem in bed liggen, hij in haar armen, zij in de zijne. maar voor hem is dat niet genoeg. hij is een man die niet zonder leven kan
”
”
Philip Roth (Everyman)
“
Ze dacht aan Peter Vasiljev en aan de geesten van niet-geleefde dromen, die gedoemd zijn een mens te blijven achtervolgen. Ze zag zichzelf nog een laatste keer in het Théâtre du Châtelet over het toneel zwieren, gewild, geliefd, bejubeld, en sloot het glimlachend in haar hart, dat verloren andere leven, vol vrijheid, ongebreidelde hartstochten en provocaties, in de kring van uitverkorenen en voortreffelijken - ten slotte dwong ze zichzelf toch op te staan, omdat Kitty en Kostja alweer ruziemaakten en Christine hen niet tot de rede wist te brengen.
”
”
Nino Haratischwili (Das achte Leben (Für Brilka))
“
When the sea is calm, the landscape (seascape) seems simple and even monotonous, sometimes with a distant, sometimes with a close coastline, but usually with no land in sight at all. You feel 'free', not only free of care, but also free of the solidity of the earth's crust. It is a wonderful sensation, feeling the liquidity of the water under the ship. This salutary freedom is constantly present, on deck by day, in bed at nights. The movements of the ship vary from a gentle rocking to swinging and hurtling; you are never motionless while at sea. Then you start to observe and assimilate all these natural phenomena surrounding you: the infinite variety of the waves and the swell of the sea, and for the first time in ages you look again at the heavenly bodies, the sun, the moon and the stars, and you see the living creatures in and over the sea, the fish and the birds.
”
”
M.C. Escher (Leven en werk van M.C. Escher : het levensverhaal van de graficus : met een volledig geïllustreerde catalogus van zijn werk)
“
De Geest van de Lichte Droge Sneeuw nam de Geest van de Korrelige Sneeuw tot gezellin en enige tijd later baarde zij ver in het Noorden een Berg van IJs. De Zonnegeest haatte het glinsterende kind dat groeide en zich steeds verder over het land uitstrekte en de zonnewarmte tegenhield zodat er geen gras kon groeien. De Zon besloot Berg van IJs te vernietigen, maar de Geest van de Stormwolk, de bloedverwant van Korrelige Sneeuw, ontdekte dat de Zon haar kind wilde doden. En in de zomer, toen de Zon op zijn krachtigst was, vocht de Geest van de Stormwolk met hem om het leven van Berg van IJs te redden.
”
”
Jean M. Auel (The Clan of the Cave Bear (Earth's Children, #1))
“
Wanneer alle spelers na de gedane arbeid op de parkeerplaats voor de school in de steeds warmer wordende avondlucht bijeenkwamen om de ervaringen van die dag uit te wisselen, begreep ik dat iedereen geraakt werd door het stuk waarmee hij bezig was en we voelden dat het over de dood ging en ik geloof dat we beseften (al weten de goden dat we er niet bewust aan dachten) dat dit Wohlmans manier was om ons te vertellen dat ons, zodra we klaar waren met deze school, niet de toekomst wachtte met al zijn openbaringen, kansen en al die andere zaken die we ons hadden voorgesteld - een zee van mogelijkheden en ervaringen - maar juist het begin van iets anders, iets zonder de exploderende kleurenpracht die we elkaar hadden voorgeschilderd, hier zetten we de eerste onmogelijke stappen op weg naar het werkende leven, naar de routine, de eindeloze herhaling, de systematiek en het leven van alledag waar iedereen die vóór ons volwassen geworden was al lang deel van uitmaakte, ochtenden, werkdagen en bezoekjes aan de supermarkt en de rijen voor de kassa en de uren voor de tv of de uren met de was of koken en kinderen die je op sommige dagen liever niet gehad had en de grenzeloze irritatie over de naïeve jeugd die het had over Kerouac, de planning van de volgende ochtend, dit alles ad nauseam herhaald, slechts onderbroken door korte dagen die zich ontvouwden en dan weer verschrompelden, 's zomers of met Kerst, dagen die alleen nog extra benadrukten dat niemand ons kwam verlossen en dat we alleen maar konden hopen dat we in elk geval een beetje konden dansen op het ritme van onze inmiddels o zo voorspelbare levens, dat dat juist onze redding zou blijken zodat we niet langer zouden vechten tegen de monotonie maar die juist zouden accepteren, dat we het triviale zouden omarmen, zoals Wohlman ongetwijfeld gedaan had, tot we op een dag wakker werden en beseften dat de maat waarop we dag in dag uit bewogen, wankel en allesbehalve gracieus, uiteindelijk onze eigen hartslag was, naar, bij gebrek aan een beter woord, hartenlust kloppend van opluchting omdat we nu eindelijk in de geweldige maalstroom waren beland van identieke, voorspelbare dagen.
”
”
Johan Harstad (Max, Mischa & Tetoffensiven)
“
Ik kon het echter niet laten, te scrhijven over ook nog de meisjes van 14 tot 18 jaar, die men de meest vermoeiende en meest zenuwslopende taak op de smalle schouders legde. Men noemde ze 'de nachtploeg', omdat ze het afschuwelijke nachtwerk te verrichten kregen: bij het loeien der sirenes om 6 of 7 uur in de avond, repten ze zich naar de fabrieken en stonden ze de hele nacht dóór in het helse lawaai van machines, molens of getouwen, om pas rond 6 of 7 uur in de grauwe ochtend de fabriekspoort te verlaten. Ondervoed, afgemat, door slaap overmand, kon geen nacht voorbij gaan zonder dat een van hen een ongeluk overkwam.
”
”
Louis Paul Boon, Pieter Daens
“
De mens draagt een dubbele drang in zich, die tegenstrijdige impulsen veroorzaakt: enerzijds het zoeken naar opwinding, anderzijds het zoeken naar rust.
Daardoor ontstaat in hen een verward programma, dat in het diepst van hun innerlijk voor hun eigen waarneming verborgen blijft en hen ertoe brengt door drukke activiteit naar rust te zoeken.
De oplossing is verstrooiing, afleiding, waardoor de mens niet meer nadenkt over zichzelf, want dat is volgens hem een bron van ellende. Een aantal eeuwen later ontdekte men in het Westen een wijsheid uit het Oosten: het opheffen van het zelf is een voorwaarde om je goed te voelen.
”
”
Paul Verhaeghe (Intimiteit)
“
Ik voel de drang tegen de grenzen van de taal storm te lopen, en dat is geloof ik de drang van alle mensen die ooit geprobeerd hebben over ethiek en religie te schrijven en te spreken. Dat stormlopen tegen de wanden van onze kooi is geheel en al zinloos. Voor zover de ethiek ontstaat vanuit de wens iets over de uiteindelijke zin van het leven te zeggen, over het absoluut goede, het absoluut waardevolle, kan ze geen wetenschap zijn. Door wat ze zegt wordt onze kennis in geen enkele zin vermeerderd. Maar het is getuigenis van een drang in het menselijke bewustzijn die ik persoonlijk alleen maar kan waarderen en die ik voor geen enkele prijs belachelijk zou maken.
”
”
Ludwig Wittgenstein (Vortrag über Ethik und andere kleine Schriften)
“
[Over het schrijverschap] doordat je je hebt ontworsteld aan de geijkte rommannetjes-makerij, die, volgens alle ongetalenteerden, bestaat uit 'een verhaal', met 'een begin', een 'ontwikkeling' en 'een eind', vanzelfsprekend en verrassingloos verlopend van A naar Z. Schrijven verloopt immers niet met behulp van bestaande plattegronden en via van tevoren uitgestippelde routes. Schrijven heeft te maken met de krochten die in jezelf zitten, met het te voorschijn halen van de schatten die zich daarin bevinden: dat te doen zonder zuurstofmasker, zonder bespijkerde schoenen, zonder een koffertje bij je met daarin je tandenborstel, je lunspakket, I schone onderbroek en de foto van je gezinnetje.
”
”
Jeroen Brouwers (Kroniek van een karakter (Deel 2, 1982-1986: 'De oude Faust'))
“
Ik geloof niet in helden, tenzij ze zich verpleegster noemen. Zij kennen de keerzijde van het krijgshaftige gebalk over 'respect voor elke vonk van leven'. Zij weten wat dat betekent in de praktijk. Zij helpen de onmachtigen en de dementen hun vernederingen van alledag te doorstaan, van voeding tot ontlasting. Het zijn de zaken waar men liever over zwijgt, van politicus tot prelaat. Het potsierlijk gemorste lopend voedsel, de drinkbeker voor kleuters in de handen van een huilende negentigjarige, de onbehandelbare pijnen, de stoma's, de urinezakjes hangend aan een kapstok naast het bed dat je niet meer verlaat, de nooit eindigende tragikomedie van de ontlasting. Dat ganse bittere repertoire van kots en kak.
”
”
Tom Lanoye (Sprakeloos)
“
Meestal luistert hij voor hij naar bed gaat nog even naar muziek, maar vandaag heeft hij daar geen zin in. Hij bladert in het in wasdoek ingebonden schrift, leest willekeurige notities uit het verleden. De dagen rijgen zich aaneen, de tijd vliedt, week na week, op zondagen is de datum in rood gemarkeerd. Hij is ijverig geweest, bijna dagelijks staat genoteerd dat hij een paar regels heeft geschreven. Helaas ook vaak, veel te vaak, dat het werk hem zwaar valt, dat hij geen zin heeft, dat hij maar moeilijk opschiet. Na het korte bericht over het werk elke morgen volgen de gebeurtenissen van de dag. Bezoekers, uitstapjes, maaltijden met Katja en de kinderen, wandelingen, theaterbezoek, lectuur en correspondentie. Zijn stemmingen, zijn lijden. Zijn lichaam reageert gespannen op de verplichtingen van het leven, met pijnen en verteringsproblemen. Het leven is nu eenmaal vaak moeilijk te verteren.
Waarom schrijft hij dat allemaal op? Voor het nageslacht? Onwaarschijnlijk, de notities hebben geen enkele literaire waarde. Niemand heeft de schriften ooit gelezen, ook Katja en de kinderen niet. De dagboeken uit zijn jeugd heeft hij jaren geleden al verbrand, en ook wat zich sindsdien heeft opgehoopt zal hij op een dag in het vuur gooien.
Niettemin zit hij avond aan avond aan zijn bureau om de vervliegende dag vast te houden. Rekenschap afleggen tegenover zichzelf, dat is het waarschijnljk, verplichte zelfobservatie. En een steun in moeilijke tijden, ook dat.
”
”
Britta Böhler
“
En toen met eenige variatie herhaalde i zijn oude rêverie over 't water. Van 't water dat maar altijd naar 't westen stroomde, dat iederen avond naar de zon stroomde. In Nijmegen liep een ouwe dokter rond, die drie-en-vijftig jaar lang 's morgens op 't zelfde uur dezelfde wandeling had gemaakt. Over 't Valkhof en aan de Noordzijde naar beneden en de Waalkade af tot aan de brug. Dat is meer dan 19300 maal. En altijd stroomde 't water naar het westen. En dat beteekende nog niets. Het heeft zeker honderd maal drie en vijftig jaar naar dien kant gestroomd. En langer. Nu ligt de brug er over. Nog maar kort, nog maar wat jaren. En toch heel lang. Ieder jaar is 356 dagen, tien jaar is 3650 zonnen. Iedere dag is 24 uur, en ieder uur gaat er meer door de hoofden van al die tobbende menschen dan je in duizende boeken zou kunnen opschrijven. Duizende tobbers die de brug gezien hebben, zijn nu dood. En toch ligt i er nog maar kort. Veel, veel langer stroomde het water daar. En er was een tijd toen dat water er niet stroomde. Die tijd is nog veel langer geweest. Dood zijn die tobbers gegaan bij honderde en honderde millioenen. Wie kent ze nog? En hoeveel zullen er sterven na dezen? Ze tobben maar, tot God ze wegraapt. En je zou denken: God zou ze een lol doen als i ze plotseling te grazen nam. Maar God weet beter dan jij of ik. Tobben willen ze, blijven voorttobben. En onderwijl gaat de zon op en onder, de rivier daar stroomt naar 't Westen en blijft stroomen tot daar ook een eind aan komt.
”
”
Nescio (De Uitvreter)
“
Fredkin [...] praat over een interessant kenmerk van computerprogramma's, waaronder cellulaire automaten: er is geen kortere route mogelijk naar wat de uitkomst wordt. Dit is het wezenlijke verschil tussen de 'analytische' benadering van de traditionele wiskunde, inclusief differentiële vergelijkingen, en de 'computer'-benadering met algoritmes. Je kunt een toekomstige toestand van een systeem voorspellen zonder alle tussenstappen te kennen als je de analytische methode gebruikt. Maar bij cellulaire automaten moet je alle tussenstappen doorrekenen om te weten hoe de uitkomst zal zijn: je kunt de toekomst niet voorspellen, behalve door de toekomst af te wachten. [...] Fredkin legt uit: 'je kunt het antwoord op een vraag niet sneller kennen dan wanneer je volgt wat er gebeurt.' [...] Fredkin gelooft dat het universum letterlijk een computer is en dat het gebruikt wordt door iets of iemand om een probleem op te lossen. Het klinkt als een grap met goed en slecht nieuws: het goede nieuws is dat onze levens een doel hebben; het slechte nieuws is dat onze levens het doel zijn van een of andere hacker ver weg die pi wil uitrekenen met een oneindig groot getal achter de komma.
”
”
Ray Kurzweil (The Singularity is Near: When Humans Transcend Biology)
“
Het was als met een verhaal. Als met een boek. Wat is het dat wij van een boek verlangen? Dat iemand een ontwikkeling doormaakt - dat hij tot inzicht komt? Maar stel dat die ontwikkeling en dat inzicht er niet zijn? Dat staat in wezen toch ook veel dichter bij de werkelijkheid? Mensen die in hun leven een ontwikkeling doormaken zijn op de vingers van één hand te tellen. Om over inzicht nog maar te zwijgen. Nee, de werkelijkheid is dat wij altijd dezelfde blijven. We zien een film in de bioscoop en besluiten een ander leven te gaan leiden, maar de volgende dag zijn we dat alweer vergeten. We nemen ons voor om aardiger te zijn, om aandachtiger te luisteren. Dat houden we een halve dag vol. Daarna snauwen we weer als vanouds - het snauwen is dat ene afgedragen jasje dat ons het best past.
”
”
Herman Koch (Geachte heer M.)
“
Mijn hele leven heb ik gezocht naar verwantschap, mezelf dikwijls genoeg wijsgemaakt dat er van zulk een verwantschap sprake was, terwijl die er nooit, met geen enkel ander mens, of andere groep van mensen, geweest is, en er ook nooit zal zijn. Met kollegaas kan ik geen zinnig woord wisselen, en met het soort mensen dat men gevoelsgenoten pleegt te noemen is het nog erger - hoogmoet of Selbsthaß spelen hierbij een geringe rol, geloof ik - want in hun gezelschap voel ik mij zelfs eenzamer dan wanneer ik alleen ben, niet omdat ze zijn zoals ze zijn, maar juist omdat ze maar gedeeltelijk zijn zoals ze zijn en bijna allen, zonder uitzondering, de Moed missen zich in te zetten voor datgene, dat zij beweren lief te hebben, alsook de moed om te vechten en er op los te rammen als het er op aankomst, inplaats van die anonimiteit te prefereren waarbij men doet of men tot een onderwereld behoort die zo spoedig mogelijk zou moeten worden uitgeroeid; wat een ellende, dat zonder geslachtsnaam zich voorstellen als 'Rudi' of 'Eddie', dat eeuwige geteem over de snit van een broer en 'waar heb je dat gekocht' en nooit, nooit, godverdomme, één verstandig woord, of desnoods een onverstandig woord, over kunst, politiek, ethiek, religie.
”
”
Gerard Reve (Op weg naar het einde)
“
Ik weet niet wat het is met ons,' zei hij gelaten toen ik een week voor zijn dood de nacht naast hem doorbracht. 'We doen het er niet om maar op de een of andere manier vallen wij overal buiten. Heb je dat ook gemerkt? Word jij ook wel eens beslopen door het gevoel er niet bij te horen zonder dat je zou kunnen zeggen waarbij? Dat je rebels wordt genoemd alleen maar omdat je niet het riedeltje van Koekoek Eenzang zingt? Zorg daarom dat je zelf je plan trekt, ook als ik er niet meer ben, anders word je verpletterd door de horden. Het belangrijkste in het leven is zelfredzaamheid. Dan komt er een hele tijd niets, en dan komt voetje voor voetje de zachtheid aangeslopen. Zachtheid en zelfredzaamheid, daar gaat het om. Maar die zachtheid moet natuurlijk wel verdiend worden, dus daar moet men uiterst spaarzaam mee omgaan. Niet vergeten.
”
”
Charlotte Mutsaers (Harnas van Hansaplast)
“
Je afschuw van de politiek, je bedroefdheid over het geklets en het onverantwoordelijke gedoe van de partijen, de pers, je wanhoop over de oorlog, over de voorbije en die nog moet komen, over de manier waarop men tegenwoordig denkt, leest, bouwt, muziek maakt, feestviert, opvoedt! Je hebt gelijk, steppenwolf, duizendmaal gelijk, en toch moet je ondergaan. Jij bent voor deze eenvoudige, gemakkelijke, met zo weinig tevreden wereld van tegenwoordig veel te pretentieus en hongerig, de wereld spuwt je uit, je hebt een dimensie te veel. Wie tegenwoordig op een prettige manier, mag geen mens zijn zoals jij en ik. Wie in de plaats van gejank muziek, in de plaats van lol vreugde, in de plaats van geld geest, in de plaats van broodwinning echt werk, in plaats van gespeel echte hartstocht verlangt, voor die is deze aardige wereld hier geen tehuis...
”
”
Hermann Hesse
“
Maar een trein vergeef je veel. Want de trein is een wonder waarover met grotere gebaren kan worden verteld dan over enig ander voertuig. De naam Stephenson galmde door alle klaslokalen, en misschien galmt hij zelfs in het klasje waar ik achteraan in de klas zat en van mijn stotterende buurman luizen kreeg nog altijd na.
Wij hebben heldenverhalen gehoord over de eerste trein en niet over de eerste auto, wij weten dat België het dichtste spoorwegennet ter wereld heeft, dat de eerste Europese passagierslijn tussen Brussel en Mechelen liep en dat de koeien zodanig flipten op het voorbij denderen van die eerste trein dwars door hun ooit zo rustige wei dat de hele bevolking wel drie weken lang zure melk moest drinken waarop een vel lag van zo'n zeven duimen dik.
Overdrijf ik? Een beetje, maar toch niet veel. Meester Buyle hief zijn armen ten hemel, zijn hoofd zwol op tot de foto van koning Boudewijn in de schaduw van zijn kaken stond wanneer hij oreerde over een tijd waarin België nog iets betekende op wereldvlak, over vooruitgang, over stationsgebouwen die werden opgetrokken als gotische kathedralen, en dat al die welvaart te maken had met de komst van de trein en de schitterende organisatie van onze spoorwegen. Ik ben er zeker van dat meester Buyle niet de enige leraar was die zich ooit op deze wijze voor het bord heeft aangesteld.
”
”
Dimitri Verhulst (Dinsdagland: Schetsen van België)
“
Het tweede is dit: wanneer je kind sterft, voel je alles wat je zou verwachten, gevoelens die door zo veel anderen al zo goed beschreven zijn dat ik niet eens de moeite zal nemen ze hier op te sommen, behalve dat ik wil zeggen dat alles wat over rouw geschreven is één pot nat is, en het is één pot nat met reden: omdat niemand werkelijk van de tekst afwijkt. Soms voel je wat meer van het een en minder van het ander, en soms voel je het in een andere volgorde, en soms langer of korter. Maar de gevoelens zijn altijd hetzelfde. Maar nu komt er iets wat niemand zegt: als het jouw kind is, voelt een deel van jou, een piepklein maar niettemin onmiskenbaar deel van jou, ook opluchting. Want eindelijk is het moment gekomen dat je al verwachtte, waar je voor vreesde, waarop je je hebt voorbereid sinds de dag dat je een kind kreeg. Aha, zeg je bij jezelf, daar is het. Het is zover. En daarna heb je nooit meer iets te vrezen.
”
”
Hanya Yanagihara (A Little Life)
“
De vrouwen vertellen een verhaal over de telwoorden. Ze zeggen dat Lumi, de maan, de minnaar is van de Grote Aardmoeder. Op de dagen dat Doni bloedt, wil Ze Haar Genot niet met hem delen. Dat maakt hem boos en kwetst zijn trots. Hij keert zich van Haar af en verbergt zijn licht. Maar hij kan niet lang wegllijven. Hij wordt eenzaam, mist Haar warme, volle lichaam en gluurt naar Haar achterom. Inmiddels is Doni van streek en wil hem niet aankijken. Maar als hij zich omdraait en in al zijn luister voor Haar verschijnt, kan Ze hem niet weerstaan. Ze opent
Zich wederom voor hem en ze zijn beiden gelukkig. Daarom worden veel van Haar feesten gehouden als de maan vol is. Sommige vrouwen zeggen dat hun fasen gelijk lopen met die van de Moeder - ze noemen hun bloedtijd de maantijd, en ze weten wanneer ze die moeten verwachten door op Lumi te letten. Ze zeggen dat Doni hun telwoorden heeft gegeven zodat ze het zelfs zouden weten als de maan achter de wolken schuilgaat,
”
”
Jean M. Auel (The Valley of Horses (Earth's Children, #2))
“
Voor verslavingen moet je geen excuses zoeken, maar motieven. Excuses zoek je om geen spijt en schuld te hoeven voelen, maar een speurtocht naar jouw eigen motieven leidt je juist naar het hart van je schuld en daar, op die rare plek waar het duister is van onbegrip, pijn en ontkenning, daar ligt het enige terrein waar je de mogelijkheid geboden wordt om je schuld te veranderen in kennis. Met kennis valt te leven, met schuld niet.
De meeste mensen geloven dat dat halfzachte spreekwoord, wat niet weet, wat niet deert, dat dat ook voor jezelf opgaat, maar zo werkt het niet. Wat je over iemand anders niet weet, dat weet je niet en zolang je het niet weet kan het je ook geen pijn doen, dat is zo klaar als een klontje, maar je weet in zekere zin alles van jezelf. Dat is ook logisch, want jij bent de enige die zijn eigen leven helemaal in zijn eentje meemaakt en daar weet van zou kunnen hebben. Bij jou ligt iedere minuut van een leven opgeslagen, hoe dan ook. Bij wie anders? Dat maakt mensen op zijn minst nog interessant, dat ze een vat van wetenschap vormen van tenminste een leven, hun eigen.
Waar het nu eigenlijk allemaal om draait is de manier waarop je weet hebt van jezelf, dat is het belangrijkste. Sommige mensen weten niks van zichzelf. Ze hebben de enige echte wetenschap en geschiedenis niet tot hun beschikking en kunnen ze niet lezen, omdat ze die op de foute plek bewaren.
Schuld is zo’n wetenschap over jezelf die op de verkeerde plaats in je archief is opgeslagen. Ze is dan geen kennis van de schuld, maar ze heeft de vorm aangenomen van iets anders dan woorden, waardoor je er niks mee kunt en er alleen maar dik van wordt, of chagrijnig of lusteloos.
Kennis hoort thuis in de geest, waar anders? Ik zou niet weten waar de woorden anders konden verblijven dan in de geest. Ze lijken op geest en op ziel en op dat andere ontastbare, waarvan je weet dat je het hebt, maar dat je niet kunt zien en waarover je bijna niet kunt praten.
Zo zie ik het.
En daarom krijgt ook alle kennis die je eigenlijk over jezelf zou moeten hebben en die niet in die onzichtbare vorm van woorden in jouw ziel mag wonen, een andere gedaante, een zichtbare en een lastige, bijvoorbeeld een kilo overtollig vlees aan je lichaam of iets anders waaronder je lijdt en wat je met je meesleept en waarvan je niet weet waarom je het hebt, maar wat iedereen aan jou kan zien, omdat het ervoor zorgt dat je altijd dezelfde domme fouten maakt.
”
”
Connie Palmen (De vriendschap)
“
De moderne mens: volledig in zichzelf gekeerd eet hij zijn patatje, tegen anderen opbotsend, een trek van wezenloze domheid en kwaadaardigheid op z'n gezicht dat ontsierd wordt door een modieus snorretje. Na z'n patatje te hebben opgevreten werpt de moderne, zelfbewuste, geseculariseerde mens het plastic bakje over z'n schouder op straat. Als hij langs onze winkel komt denkt hij: 'Uhh?! Boekies.' Dan smeert hij de mayonaise die nog aan z'n handen zit aan de buiten uitgestalde boeken, loopt de hal in en doet de deur half open om de verkoper toe te snauwen: 'Ken ik hier ook boekies inleveren!' En als de verkoper op z'n bekende vriendelijke manier uitlegt wat voor boeken hij wel zou willen kopen, kijkt de moderne mens hem niet-begrijpend en met openhangende, walmende muil aan: 'Literatuur! Wa bedoelu?' 'O, leesboekies. Nou daar heb ik nog wel wat van staan.' En enige seconden later verlaat de moderne mens de winkel om zijn zinloze, verontreinigende tocht door de straten, de stad en het leven voort te zetten.
”
”
Hans Engberts (Winkeldagboek)
“
Wat zou José Saramago over Carlos zeggen?
Dit.
'Mensen als deze heb je overal, ze besteden hun tijd, of de tijd die er in hun ogen naast het leven voor rest, aan het verzamelen van postzegels, munten, medailles, vazen, ansichtkaarten, luciferdoosjes, boeken, horloges, sportshirts, handtekeningen, stenen, kleien beeldjes, lege frisblikjes, engeltjes, cactussen, libretto's, aanstekers, vulpennen, uilen, speeldozen, flessen, bonsais, schilderijen, bierglazen, pijpen, kristallen obelisken, porseleinen eenden, antiek speelgoed of carnavalsmaskers, en dat doen ze vermoedelijk uit iets watje metafysische angst zou kunnen noemen, omdat het idee van de chaos als alleenheerser over het heelal onverdraaglijk voor hen is, misschien proberen ze daarom met hun bescheiden vermogens en zonder goddelijke hulp enige orde te scheppen in de wereld, waar ze voor korte tijd nog in slagen ook, maar alleen zolang ze hun verzameling in stand kunnen houden, want op de dag dat daar de klad in komt, en die dag komt altijd, hetzij door de dood, hetzij doordat de verzamelaar er genoeg van heeft, is alles terug bij af, loopt alles weer door elkaar.'
”
”
Dimitri Verhulst (Dinsdagland: Schetsen van België)
“
Als je mij vraagt zijn er drie belangrijke stadia in de geschiedenis van de mens. In het eerste kende hij zijn eigen spiegelbeeld niet, evenmin als een dier dat kent. Laat een kat in een spiegel kijken en hij denkt dat het een raam is waarachter een andere kat staat. Blaast ertegen, loopt er omheen. Op den duur is hij niet meer geïnteresseerd; sommige katten tonen zelfs nooit enige belangstelling voor hun spiegelbeeld. Zo zijn de eerste mensen ook geweest. Honderd procent subjectief. Een ‘ik’ dat zich vragen kon stellen over een 'zelf’ bestond niet. Tweede stadium: Narcissus ontdekt het spiegelbeeld. Niet Prometheus die het vuur ontdekte is de grootste geleerde van de Oudheid, maar Narcissus. Voor het eerst ziet 'ik’ zich 'zelf’. Psychologie was in dit stadium een overbodige wetenschap, want de mens was voor zichzelf wat hij was, namelijk zijn spiegelbeeld. Hij kon ervan houden of niet, maar hij werd niet door zichzelf verraden. Ik en zelf waren symmetrisch, elkaars spiegelbeeld, meer niet. Wij liegen en het spiegelbeeld liegt met ons mee. Pas in het derde stadium hebben wij de genadeslag van de waarheid gekregen. Het derde stadium begint met de uitvinding van de fotografie. Hoe dikwijls gebeurt het dat er een pasfoto van ons gemaakt wordt waarvan wij evenveel houden als van ons spiegelbeeld? Hoogst zelden! Voordien, als iemand zijn portret liet schilderen en het beviel hem niet, kon hij de schuld aan de schilder geven. Maar de camera, weten wij, kan niet liegen. En zo kom je in de loop van de jaren, via talloze foto’s, erachter dat je meestal niet jezelf bent, niet symmetrisch met jezelf, maar dat je het grootste deel van je leven in een aantal vreemde incarnaties bestaat voor welke je alle verantwoordelijkheid van de hand zou wijzen als je kon. De angst dat andere mensen hem zien zoals hij is op die foto’s die hij niet kan endosseren, dat ze hem misschien nooit zien zoals het spiegelbeeld waarvan hij houdt, heeft de menselijke individu versplinterd tot een groep die uit een generaal plus een bende muitende soldaten bestaat. Een Ik dat iets wil zijn - en een aantal schijngestalten die het Ik onophoudelijk afvallen. Dat is het derde stadium: het voordien vrij zeldzame twijfelen aan zichzelf, laait op tot radeloosheid. De psychologie komt tot bloei.
”
”
Willem Frederik Hermans (Nooit meer slapen)
“
Ik keek allang niet meer uit naar de begeesterende leerkracht. Ik dacht: leer me nu maar gewoon hoe ik de woordeen moet articuleren zodat de achterste rij er ook wat van verstaat. En toen de nieuwe leraar drama binnen kwam lopen, met een hoed op en cowboylaarzen aan, dacht ik: weet je wat, een onenightstand, dat is nu ook eens zoiets wat ik altijd al heb willen kunnen.
Let op, hij was niet mooi. Mannen hoeven niet mooi te zijn. Ze moeten op die bepaalde manier lopen. Zo van: ik loop maar wat, ik denk daar echt niet bij na, bij mij gaat dat gewoon vanzelf. Van mannen die zo lopen, ga ik struikelen.
En ik was lang niet de enige die voor hem viel. We zaten allemaal tussen de spleten van het theatergordijn naar hem te gluren. Hoe hij zich met zijn laarzen op tafel steendood zat te ergeren aan ons onbestaande acteertalent. Door het draaien van zijn ogen voelden we ons elke dag kleiner worden. We zagen de posters met onze namen erop al kromtrekken en loslaten. We schrokken wakker uit nachtmerries over parochiale centra. 's Avonds huilden we bij een gaskachel die het nooit deed. Wij waren de nieuwe groten der aarde, waarom zag hij dat niet? De lul met zijn stomme laarzen. En de trieste muziek werd een streepje harder gezet. Net zolang tot het meisje dat wel een serieuze studie deed met een bezemsteel tegen het plafond ging bonken.
”
”
Lara Taveirne
“
BEN: Helpen op een andere manier. Zorgen dat ik 'n middel krijg om...
SOFIE: om in te nemen. Zeg ben je nou helemaal... aaaach, je bent in een depressieve bui, het gaat wel weer over.
BEN: Nee, dat is het juist, het gaat niet over. En ik verdom het om die hele... om die hele eindfase door te maken.
SOFIE: Wie heeft het nou over eindfase? Daar is helemaal geen sprake van. Als je nou ontzettende pijn ha, maar dat heb je niet. Als je zó zwak was dat je niet meer kon bewegen, maar je loopt. Je eet, je drinkt, je lacht, je bent goed bij je hoofd.
BEN: Dat is het. Ik wil stoppen op een moment dat ik er nog bèn, als man, als mens, als brein. Een moment waarop ik nog zelf kan beslissen.
”
”
Annie M.G. Schmidt
“
Ik wil niet fietsen. Ik wil niet dansen. Ik durf niet verliefd te zijn. Ik durf niet te kiezen, straks kies ik verkeerd! Ik ben bang. Bij elke stap die ik doe ben ik bang. Bang dat mijn voet blijft haken en ik val. En dan val ik toch in mijn hoofd. Over niets, iet wat hol en groot is. Hoe leg ik dat uit? Hoe leg ik uit dat als ik in de spiegel kijk ik mezelf niet herken. Ik zie een meisje, meer niet. Verder niks. De angst en de onzichtbaarheid zitten vanbinnen nmaar dàt ben ik echt. Dat wat je niet aan de buitenkand ziet ben ik. Het omhulsel is een reflectie van wat zou moeten zijn. En daar praten de anderen tegen, terwijl de e chte ik onzichtbaar blijft. En dat wil ik niet. Dat is ondraaglijk.
”
”
Tanneke Wigersma (Mijn laatste dag als genie)
“
Toen gebeurde het dat zijn grootmoeder voortijdig overleed; gebeurtenissen zijn immers niets anders dan onmogelijkse tijden en onmogelijke plaatsen, je wordt op een verkeerde plaats neergelegd of vergeten en je bent zo machteloos als een ding dat door wordt opgeraapt. Ook wat veel later gebeurde, gebeurt duizenden keren op de wereld, en het was alleen niet te begrijpen dat het Tonka overkwam.
De dokter verscheen dus, de lijkbezorgeres kwamen, de overlijdensakte werd ingevuld en grootmama begraven - het een volgde heel gladjes op het andere zoals dat nou eenmaal hoort in een nette familie. De erfenis werd geregeld; je mocht blij zijn dat je daaraan niet mee hoefde te doen; slechts een enkel punt in de nalatenschap vereiste de aandacht: de verzorging van juffrouw Tonka met de prachtige achternaam, die een van die Tsjechische familienamen was die 'hij zong' of 'hij kwam over de weide' betekenen. Er was een arbeisovereenkomst. Het meisje zou behalve haar loon, dat laag was, voor elk voltooid dienstjaar met een bepaald bedrag in de erfenis bedacht worden, en omdat men met een vrij lang ziekbed van grootmama rekening had gehouden en, overeenkomstig de te verwachten steeds moeilijker wordende verpleging een langzaam oplopend bedrag had vastgesteld, leidde dat ertoe dat het geringe bedrag op een jong iemand een stuitende indruk moest maken, als hij de opgeofferde maanden van Tonka's jeugd in minuten zou omrekenen.
”
”
Robert Musil
“
Wandaden zoals mijn ontvoering bieden de zwart-witte basis voor de categorieën 'goed' en 'kwaad' waaraan de samenleving behoefte heeft. De dader moet wel een beest zijn, want als we dat geloven, zijn we zelf goed. Een misdrijf moet worden opgetuigd met sadomasochistische fantasieën en wilde orgieën, net zolang totdat het zo ver van ons af staat dat er geen enkel verband met ons eigen leven is.
En het slachtoffer moet gebroken zijn en dat ook blijven, anders is het kwaad niet meer op die manier op afstand te houden. Een slachtoffer dat weigert zich in die rol te schikken wordt een symbool van de tegenstellingen van de maatschappij. Die willen we niet zien, want dan zouden we gedwongen zijn over onszelf na te denken.
”
”
Natascha Kampusch
“
Het centrale proustiaanse besef bestond eruit dat niets in de psychologie van de mens eenvoudig is en dat er geen misleidender gedrag bestaan dan dat wat voor de hand liggend lijkt. Niet alleen draagt iedereen een masker, maar mensen hebben ook verschillende maskers, een hele garderobe vol, voor verschillende gelegenheden. Het leven is een gemaskerd bal waar alle deelnemers met een grote koffer vol maskers naartoe komen voor elke ontmoeting een ander exemplaar opzetten.
Mensen begrijpen wordt nog verder bemoeilijkt door het feit dat alle kennis over anderen relatief is en volledig afhangt van de waarnemer (wat dat betreft zat Proust op één lijn met de moderne fysica). Er kan geen onbevooroordeeld, goddelijk begrip zijn, want de waarnemer oefent altijd invloed uit op de geobserveerde. Een ander probleem is dat de geobserveerde een bewegend doelwit is: mensen veranderen voortdurend, maar op subtiele manieren die moeilijk waarneembaar en nog moeilijker te beschrijven zijn. Een van de lastigste opgaven voor een romanschrijver is om het karakter weer te geven als een proces, als een voortdurend op onvoorspelbare manieren veranderende entiteit die tegelijk, paradoxaal genoeg, in essentie hetzelfde blijft. [...]
Het sociale leven is dus een ingewikkeld rollenspel tussen wat mensen eigenlijk zijn, wat ze zelf denken te zijn, hoe graag door anderen gezien willen worden en wat anderen feitelijk zien. Het komt maar zelden voor dat deze percepties met elkaar overeenkomen. Mensen veranderen ook voortdurend, maar zijn zich daar overwegend niet van bewust omdat ze zodanig door het rollenspel in beslag worden genomen dat ze geen ruimte hebben om nog iets anders dan hun eigen optreden te zien - en dus zijn de mogelijkheden voor misverstanden en conflicten schier eindeloos.
”
”
Michael Foley (Lang leve het gewone. De lessen van het alledaagse leven.)
“
In mijn eerste kasboek schreef ik: 'Ik wil heerser worden. Waarschijnlijk ben ik dat al, maar de rest van de wereld weet het nog niet.'
De eerste mensen over wie ik wilde heersen waren mijn familieleden: vader, moeder, en twee broers.
(...) Terugbladerend in het kasboek lees ik dat ik gedurende twee weken heb geprobeerd mijn vader te dresseren.
Tijdens het avondeten, het enige moment waarop onze familie samen was, zei ik tegen mijn vader als hij zijn voor naar zijn mond bracht, 'Eet!' En als hij zijn glas naar zijn mond bracht, 'Drink!'
De eerste drie dagen keek hij mij verstoord aan, maar de vierde en vijfde dag ging hij nadrukkelijk tegen mijn bevelen in. Als ik zei 'Eet!' legde hij zijn vork neer, en als ik zei 'Drink!' zette hij zijn glas met een klap op tafel.
In het africhten van mijn vader had ik mijn eerste succes geboekt, ik had hem geconditioneerd, en ik tekende die dag een zonnetje in mijn kasboek.
”
”
Marek van der Jagt