“
In een opzicht verschilde Simon Carmiggelt niet veel van andere mannen: bij zijn dood liet hij twee weduwen achter. Met de ene was hij getrouwd. De andere ben ik.
Sinds zijn dood, een week geleden, ben ik in gedachten constant bij hem, net als in de eerste vier of vijf jaar van onze, hoe zeg je het, verhouding, verbintenis, affaire, laat ik het woord maar noemen: liefde. Mijn laatste grote liefde en de zijne ook.
Liever was ik dood geweest. Maar nu ik toch nog leef - een boek van hem heet 'Gewoon maar doorgaan', in het exemplaar dat hij mij gaf, schreef hij 'Allicht!' achter die titel - ga ik dus nog door, maar ik wil om mij te troosten en hem te eren doen waar een weduwe voor is: een monumentje bouwen.
Of ik het publiceer en wanneer, dat weet ik niet. Maar het moet er zijn voordat ik zelf niets meer zeggen kan. Want ik moet mij haasten: sterven doe ik misschien nog niet meteen, maar met mijn ziekte kan ik makkelijk blind worden of niet alleen in mijn benen maar ook in mijn handen verlamd. En wie zal het lied dan zingen? Ik moet het doen en ik wil het doen, ik ben trots op zijn liefde en hij was, god zij dank, trots op de mijne.
Mijn woning is vol van wat hij achterliet: meer dan duizend ansichtkaarten, tientallen brieven, ongetelde zijden sjaaltjes en dito stropdassen, een zilveren monogram op een antiek leren mapje, een gouden broche, drie mooie horlogetjes, twee gouden Cross-pennen en trouwens nog wat andere maar nooit gebruikte damespennetjes, drie leren tassen en een kalfsleren portefeuille (hij was gek op pennen en op leer), ceintuurs, mapjes van allerlei materiaal, presse-papiers van Venetiaans glas, doosjes, bakjes, poppetjes, speelgoedbeestjes van porselein, of hout, of metaal en ander materiaal, een door hem zelf vervaardigde Huizinga-medaille en een reeks veel te mooie schrijfboeken die blanco bleven wegens te mooi om in te schrijven. Een koffie-apparaat, een cassetterecorder, een radio, kunstboeken (Vuillard, Bonnard, Picasso, Brassai onder anderen), veel gewone boeken en veel boeken van hem waaronder bibliofiele uitgaven, veel grammofoonplaten (Peggy Lee, Cleo Laine, Ives Montand, Satie, Glenn Gould). Al die stomme getuigen - ik zal ze laten praten!
”
”