β
Ieder mens heeft geloof ik het gevoel, dat hij er eigenlijk niet bijhoort, bij het leven van de andere mensen. Dat hij op een of andere manier iets anders is, een gast, en hij doet alle mogelijke moeite om te zorgen, dat de anderen dat niet zullen merken. Dat is het gevoel, dat alle mensen gemeen hebben, en daardoor horen ze juist bij elkaar.
β
β
Harry Mulisch (Twee vrouwen)
β
Als iemand dichtbij staat of ligt krijg ik het gevoel dat ik iets moet bekennen, dat ik mij moet verantwoorden voor mijn aanwezigheid...
β
β
Lucas Rijneveld (De avond is ongemak)
β
Verdriet is niet deelbaar, datdenk ik, omdat woorden niet genoeg zijn, omdat armen die omarmen het gevoel niet wegnemen, omdat begrijpen, echt begrijpen, simpelweg niet bestaat, zelfs niet tussen uzssen die de blikken kennen van hun ouders, en het geluid van harten die aan flarden worden geschoten, en het stikken in de dichte lucht van salons en woonkamers en keukens waar ze met veel woorden zitten te zwijgen tegen mekaar.
β
β
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
β
Hart en hersens horen bij elkaar. Het gevoel is verstandig en denken is gevoelig.
β
β
Connie Palmen
β
Ik heb soms het gevoel dat ik al jaren mezelf loop te spΓ©len, alsof de rol die ik ooit heb gekozen met mij aan de haal is gegaan.
β
β
Griet Op de Beeck (Het beste wat we hebben)
β
voel me: moe. Maar moe is geen gevoel, zegt mijn vader. Hij heeft geen gelijk. Moe is een allesoverheersend rotgevoel.
β
β
Erna Sassen (Dit is geen dagboek)
β
Dat ze iemand blij kon maken met zoiets als een glas limonade bracht haar een gevoel van heel simpel geluk. Het soort geluk dat nergens van afhing, dat er gewoon altijd wel was en je af en toe terloops even aanraakte.
β
β
Yorick Goldewijk (Films die nergens draaien)
β
Ze wilde graag nog wat langer boos op hem zijn. Vooral omdat het touwtje van haar tampon slecht zat en ze het zo oneerlijk vond dat Andreas nooit het verdrietige gevoel van een verkeerd tamponkoordje zou begrijpen. Hij zou haar ΓΌberhaupt nooit begrijpen.
β
β
Lara Taveirne (Hotel zonder sterren)
β
Ik verlangde naar beweging en niet naar een zo rustig voorbijgaand leven. Ik verlangde naar opwinding, naar gevaren, naar een gelegenheid mij op te offeren voor mijn gevoel.
β
β
Leo Tolstoy (huwelijksgeluk)
β
Ik wist niet wat hij voelde want ik kende de taal van zijn gevoel niet
β
β
Jonathan Safran Foer
β
Verdriet is niet deelbaar, dat denk ik, omdat woorden niet genoeg zijn, omdat armen die omarmen het gevoel niet wegnemen, omdat begrijpen, echt begrijpen, simpelweg niet bestaat, ...
β
β
Griet Op de Beeck
β
Ik zou een héél boek willen schrijven over een kiezelsteen en over een paars viooltje. Ik zou met één enkele kiezelsteen heel lang kunnen leven en een gevoel kunnen hebben in Gods machtige natuur te leven.
β
β
Etty Hillesum (Etty: The Letters and Diaries of Etty Hillesum, 1941-1943)
β
Met de komst van de woorden verliezen we het oorspronkelijke gevoel, dacht ze. Het geeft een veilig gevoel, dat is waar. Alleen de dingen die een naam hebben gekregen, worden werkelijk voor ons. Werkelijk en begrensd.
β
β
Marianne Fredriksson (De kinderen van het paradijs)
β
Ik lag op mijn arm tot er geen gevoel meer in zat en toen tilde ik hem op (met mijn nietgevoelloze arm) en legde hem op mijn borsten. Ik wilde weten hoe het voelde om een vreemde hand op je borsten te hebben. Het was wel aangenaam, maar wat weet ik er nou van? Ik zit vol rare verlangens om helder te kunnen denken. Moet ik mijn beha aan naar het feest?
β
β
Louise Rennison (Angus, Thongs and Full-Frontal Snogging (Confessions of Georgia Nicolson, #1))
β
Vroeger blikte ik in een chaotische toekomst, omdat ik het moment, dat vlak voor me lag, niet wilde beleven. (...) Ik had soms het zekere, doch zeer vage gevoel, dat ik "iets zou kunnen worden" in de toekomst, iets "geweldigs" zou kunnen doen en dan af en toe weer die chaotische angst dat ik "toch wel naar de bliksem zou gaan". Ik begin te begrijpen hoe dat komt. Ik weigerde de vlak voor me liggende taken te doen. Ik weigerde van trede tot trede voort te klimmen voor die toekomst. (...)
Vroeger leefde ik altijd in een voorbereidend stadium, ik had het gevoel dat alles wat ik deed toch niet het "echte" was, maar voorbereiding tot iets anders, iets "groots", iets echts. Maar dat is nu volkomen van me afgevallen. Nu, vandaag, deze minuut leef ik en leef ik volop en is het leven waard geleefd te worden en wanneer ik zou weten, dat ik morgen zou sterven, dan zou ik zeggen: ik vind het heel jammer, maar het is goed geweest, zoals het geweest is.
β
β
Etty Hillesum (Etty: de nagelaten geschriften van Etty Hillesum 1941-1943)
β
Zonder vrije pers is elk volk een domme en gedwee kudde, elke regering is er een van willekeur en meedogenloze uitbuiting, de vrijheid van meningsuiting en van eredienst is een lachertje, het nationaal gevoel, de publieke opinie zijn uitgeholde begrippen.
β
β
Louis Joseph Antoine de Potter
β
Ik ben niets meer, niets meer van mijzelf, geen gedachte, geen gevoel, ik ben alleen de oppervlakte, waar de zon mij raakt; de oude huid van de slang, waaruit ze is verdwenen. Zo is het eenvoudig te bestaan: als afgeworpen omhulsel van een kronkelende inwendigheid.
β
β
Patricia De Martelaere (Nachtboek van een slapeloze)
β
De hedendaagse Vlaming beschouwt zichzelf als Belg, maar koestert in werkelijkheid een diepgewortelde Vlaamse identiteit. Dit bedrieglijk zelfbeeld vindt zijn oorzaak vooral in de associaties die samengaan met het Vlaams-nationalisme. Het gevoel van Vlaams zijn wordt onbewust geassocieerd met het zijn van een Vlaams-nationalist. De Vlaming voelt zich echter geenszins Belgisch, aangezien dit gelijk zou staan aan het zich Frans voelen en hij ziet zichzelf zeker niet als Fransman. Opmerkelijk is dat de gemiddelde Vlaming helemaal geen nationalistische gevoelens heeft, noch Belgisch noch Vlaams. Hij beschouwt zichzelf simpelweg als Vlaming, maar interpreteert deze Vlaamse identiteit als Belgisch, waardoor hij zichzelf als Belg ziet.
β
β
Isaiah Senones
β
Ik zie de Bibliothecaresse dagelijks, maar de leegte in mij blijft. Ik lees de oude dromen in de Bibliotheek. Zij zit naast me. We eten samen. Ik breng haar naar huis. We praten over van alles. Mijn droefheid schijnt alleen maar erger te worden, zich te verdiepen, hoe onredelijk dat ook is. Het gevoel van verlies wordt steeds sterker, elke keer als we elkaar ontmoeten. Het is een put die nooit gedempt zal worden. Het is een donker, ondraaglijk somber gevoel.
β
β
Haruki Murakami (Hard-Boiled Wonderland and the End of the World)
β
Het valt niet te ontkennen dat wij in elke afzonderlijke tak van het menselijk kunnen zo veel vooruitgang boeken dat wij terecht het gevoel hebben het niet bij te kunnen houden; zou het niet mogelijk zijn dat daaruit ook het gevoel ontstaat dat wij geen vooruitgang beleven? Uiteindelijk is vooruitgang niets anders dan het resultaat van alle gezamenlijke inspanningen, en eigenlijk kun je dus al van tevoren zeggend at de werkelijke vooruitgang altijd juist dat zal zijn wat niemand wilde.
β
β
Robert Musil (Der Mann ohne Eigenschaften: Erstes Buch (German Edition))
β
Weet ik iets zeker? Er is een ding dat ik zeker weet. Er is sprake van een verbijsterende liefde en van een ongelofelijk mooi aanbod dat 'leven' heet. En helaas wordt dit aanbod niet door genoeg mensen erkend als iets buitengewoon schoons. Er zijn genoeg mensen die zelfs hun status verkrijgen en geld verdienen aan het actief ontkennen van dat gevoel.
β
β
Herman van Veen
β
De rede is van ons bewustzijn maar de buitenkant. Daaronder zit het gevoel. Vanbinnen, waar niemand ons kan zien, durven wij er feilloos op te vertrouwen. Daar weten wij alles zonder woorden. Als wij nooit naar buiten hoefden te treden zouden we geen moment aan onze intuΓ―tie twijfelen. Maar we gaan uit en willen de anderen ook ons innerlijk keurig presenteren. Dus kammen we onze gedachten uit en trekken ze recht. Herinner jij je dan niet dat je als kind instinctief aanvoelde hoe mensen in elkaar zaten, bij wie je het goede kon vinden en wie voor jou gevaarlijk was, wat je moest doen om gevoed te worden, te overleven en liefde te vinden? Ik geloof dat veel van de kennis waarnaar wij op zoek zijn, een antwoord op alle belangrijke vragen, al vanaf onze geboorte in ons aanwezig is en dat wij alleen maar zijn vergeten hoe we die moeten aanboren. Sterker, van het meeste zijn we vergeten dat het bestaat (β¦). Al die intuΓ―tieve kennis, die op zijn sterkst is bij onze geboorte, wanneer wij haar het hardst nodig hebben omdat ons nog geen andere middelen ter beschikking staan om te overleven, en die minder wordt naarmate wij leren te denken in plaats van te voelen, dat instinctieve weten is niet vergaan. Het ligt alleen bedolven onder de lawine aan argumenten en redeneringen die wij tegenwoordig nodig hebben om onze wereld voor onszelf begrijpelijk te maken. Af en toe, een enkele keer in een droom, in een moment van verstrooiing vinden we er misschien ineens iets van terug. Inspiratie zal een kunstenaar het noemen, voor iemand die gelooft is het een openbaring. Maar voor ons, die rationeel proberen te denken? Misschien zouden wij het een inval noemen, een moment van verlichting waarin je ineens de oplossing ziet van een vraagstuk dat je nog niet eens had geformuleerd.
β
β
Arthur Japin (In Lucia's Eyes)
β
Wie twijfelt mag aan veel twijfelen, behalve aan de twijfel.
β
β
Gerrit Komrij (Humeuren en temperamenten: een encyclopedie van het gevoel)
β
Hoe noem je het als je zowel glimt van trots, als in elkaar wil schrompelen tot je verdwijnt? Ik hoor daar nooit iemand over, terwijl het een gevoel is dat ik zo goed ken.
β
β
Falun Ellie Koos (Rouwdouwers)
β
Ze verlangde hartgrondig naar de onbevangenheid van haar leeftijdsgenoten, hun dwaze gevoel van onsterfelijkheid.
β
β
Paolo Giordano (The Solitude of Prime Numbers)
β
Ik voel als ik eraan denk, vandaag nog zijn wang tegen de mijne met dat heerlijke gevoel dat alles goed maakt
β
β
Anne Frank (De dagboeken van Anne Frank)
β
Schrijven met gevoel en met een doel
β
β
Mia Farnwood (Hoefijzers in Japan)
β
Als ik een aanhanger van een ander geloof ontmoet die zich laat leiden door de liefde, heb ik het gevoel dat we dezelfde godsdienst belijden.
β
β
Mohamed El Bachiri (Een jihad van liefde)
β
Een van de grootste geneugten van muziek is ervoor zorgen dat anderen ernaar luisteren, zodat je even het gevoel hebt dat je deel uitmaakt van een volmaakte wereld waarin alles goed is en mooi.
β
β
Alice Herz-Sommer (Alice's Piano: The Life of Alice Herz-Sommer)
β
Ik weet niet
of er woorden bestaan
die de geur van je huid
kunnen vangen, het beweeglijke
licht in je ogen, de warmte
die in me opspringt zodra
je me aanraakt, het rulle
gevoel van je haar
aan mijn vingertoppen,
de bloemblaadjestere huid
van je oogleden tegen
mijn lippen.
Als daar woorden voor waren,
kon ik alles snel
vastleggen op papier
voor als je er niet bent
(en dat is dikwijls).
β
β
Hanny Michaelis (Verzamelde gedichten)
β
Alles bestaat maar en gaat maar door, op iedere zomer volgt een nieuwe zomer, op iedere nacht een dag en weer een nacht, bloemen zijn nauwelijks uitgebloeid en uit de zaden groeien alweer nieuwe, ieder mens krijgt een kind en dat krijgt weer een kind en dat op zijn beurt ook weer een kind, het maakt niet uit wat jou overkomt, want er is in jouw plaats altijd een ander, even goedgelovig en vermeend bijzonder en vervangbaar als jij, en die hele aardse tredmolen draait zo maar door, tot in de eeuwigheid der eeuwigheden.
Het laat hem niet meer los, dat gevoel van verdovende herhaling tot in het oneindige. Hij valt in slaap, het is er βs ochtends nog steeds en de dagen en de nachten daarna. Er is niets om voor wakker te worden, om voor op te staan. Het is alsof hij uitgeput tegen een muur wil leunen, en telkens als hij een stap in zijn richting doet, wijkt de muur terug. Eindelijk begrijpt hij waarom Eliza May bij haar volle verstand voor de naam Emery en de vloek koos. Het was geen keuze voor de dood, het was een keuze juist voor het leven, hartstochtelijk en kort. Alles verliest zijn waarde als het er altijd is, alsof je langzaamaan blind wordt.
β
β
Anjet Daanje (Het lied van ooievaar en dromedaris)
β
Zou Tom zich ook zo hebben gevoeld tijdens zijn depressie? Het gevoel dat niet-bestaan het enige is wat nog zou kunnen helpen? Wat een hel moet dat zijn geweest, maandenlang zelfs je geliefde niet kunnen verdragen. Kwam de slaap maar snel en diep.
β
β
Lykele Muus (We doen wat we kunnen)
β
Gisteravond was het me allemaal te veel. Ik word al weken gekweld door een overheersend 'spagettigevoel', een gemoedstoestand die stamt uit de tijd dat ik een jaar of dertien was en ik op televisie een vrouw nogal somber naar een bolvormige schaal spaghetti zat te kijken. Zuchtend staarde ze langdurig naar het blanke deeg en de rode tomatensaus. Toen bewoog ze voorzichtig naar de schaal, stak ze haar handen in de spaghetti, bracht ze de pasta naar haar gezicht en smeerde ze zichzelf langzaam helemaal onder. Ik vond dit toen al pure nonsens natuurlijk, maar toch had ik het gevoel dat ik de daad van de vrouw begreep. Vanaf die dag heb ik op gezette tijden mijn eigen spaghettigevoel, dat ik somber zit te zijn achter een bord voedsel, me pathetisch afvragend: ' Waarom smeer ik me niet met dit voedsel in?
β
β
Ronald Giphart
β
Zij steunden elkaar in het idee dat vrouwen zichzelf tekort doen door op hun gevoel te vertrouwen en dat ze pas werkelijk vrij zullen zijn wanneer de intuΓ―tie voor eens en altijd door het intellect wordt overwonnen. Hierover rebbelden ze met een passie die hun gelijk ongewild bewees.
β
β
Arthur Japin (In Lucia's Eyes)
β
Ik zou proberen de aanwezigen tot daadkracht op te wekken door met nadruk te verklaren dat hun gevoel van eigenwaarde op het spel stond en dat zij, door zulke onrechtvaardigheden zonder protest te aanvaarden, hun eigen besef van waardigheid en de eeuwige wetten van God Zelf zouden verraden.
β
β
Martin Luther King Jr.
β
Ik begreep plotseling waarom de schaars geklede filmheldinnen altijd in katzwijm vielen in hun redders armen: niet omdat ze zulke slappe troela's waren, maar omdat je blijkbaar slappe knieΓ«n krijgt als een man iets heel bijzonders doet om jou te redden, en dat was, merkte ik nu, een plezierig gevoel.
β
β
Shanna Swendson (Enchanted, Inc. (Enchanted, Inc., #1))
β
Hij keek Madeleine aan. Misschien was ze toch niet zo bijzonder. Ze was zijn ideaal, maar een vroege versie daarvan, en hij zou er mettertijd wel overheen komen. Hij lachte haar een beetje sullig toe. Hij had nu een beter gevoel over zichzelf, alsof hij misschien nog wel eens iets zou kunnen bereiken.
β
β
Jeffrey Eugenides
β
Het is beter geweld te ondergaan dan geweld toe te brengen, omdat het laatste het bestaan van geweld en verbittering in het heelal slechts verveelvoudigt, terwijl het eerste wellicht een gevoel van schaamte kan opwekken in de tegenstander en zodoende een omslag kan teweegbrengen en een verandering van inborst.
β
β
Martin Luther King Jr.
β
Heb jij zelf geen kinderen, of wil je geen kinderen?' vroeg een kereltje. Ik staarde naar zijn brilletje en ik weet niet meer hoe ik het precies zei, maar het zal geklonken hebben als: 'Jongeman, noem me ouderwets, edoch het is een diep gevoel van beschaving dat lieden elkaar slechts tutoyeren nadat zij hierover elkaar vooraf om toestemming hebben verzocht. Ik duid u uw vrijpostigheid niet euvel - u bent jong en dus bij voorbaat geΓ«xcuseerd voor uw verlies van decorum - maar ik stel er prijs op dat u mij vousvoyeert tot ik u vriendelijk vraag dit niet meer te doen. Voorlopig verkeren wij nog niet op een dusdanige voet van vertrouwelijkheid dat we dit soort intimiteiten met elkaar delen, duidelijk?
β
β
Ronald Giphart (IJsland)
β
Wanneer je daarna weer opnieuw nadenkt over het probleem, is je oordeel beter, want continu nadenken over een probleem tast de kracht van je oordeel aan.β11
β
β
Ap Dijksterhuis (Het slimme onbewuste: denken met gevoel (Dutch Edition))
β
Op de voorgrond, dicht bij de rechterhand van het schilderij, is een dame ten val gekomen. Ze draagt en kanariegele jurk; de cavalier die zich bezorgd over haar heen buigt een rode, in het vale licht zeer opvallende broek. Als ik nu naar die rivier kijk, zei Austerlitz, en aan dat schilderij met zijn kleine figuurtjes denk, heb ik het gevoel dat het door Lucas van Valckenborch weergegeven ogenblik nooit voorbij is gegaan, dat de kanariegele dame pas zojuist is gevallen of bewusteloos geraakt, dat haar zwartfluwelen muts net pas naast haar hoofd is gerold, dat het kleine ongeluk waaraan de meeste beschouwers ongetwijfeld voorbijzien, telkens opnieuw gebeurt, dat het nooit meer ophoudt en door niets en niemand meer goed te maken valt.
β
β
W.G. Sebald (Austerlitz)
β
In elk land tonen de treinen de essentiΓ«le kenmerken van de cultuur: Thaise treinen hebben de badkruik met de geglazuurde draak op de zijkant, de Ceylonese een wagen die gereserveerd is voor boeddhistische monniken, de Indiase een vegetarische keuken en zes klassen. De Iraanse hun bidmatjes, de Maleisische een noedelstalletje, de Vietnamese kogelvrij glas op de locomotief en in elk rijtuig van de Russische Spoorwegen staat een samovar. De spoorwegbazaar met haar reizigers en vindinkjes vertegenwoordigde de maatschappij zΓ³ volmaakt dat je je bij het instappen blootstelde aan het nationale karakter. Soms leek het op een rustige collegezaal, maar soms kreeg ik ook wel eens het gevoel dat ik gevangenzat en werd overvallen door dat monsterachtige 'typische'.
β
β
Paul Theroux (The Great Railway Bazaar: By Train Through Asia)
β
Ik was tot het besef gekomen dat de stem in mijn hoofd - mijn eigen stem - eigenlijk heel verstandig en redelijk was. Het was mama's stem die altijd met een oordeel klaarstond en me aanmoedigde dat ook te doen. Ik begon eigenlijk best van mijn stem te houden, van mijn eigen gedachten. Ik wilde daar meer van. Ze gaven me een goed, kalm, gelijkmatig gevoel. Ze maakten dat ik me mezΓ©lf voelde.
β
β
Gail Honeyman (Eleanor Oliphant Is Completely Fine)
β
Ik dacht dat alles anders zou worden en dat is ook zo. Alles wordt altijd anders, daarom merk je het niet als het gebeurt en weet je nooit precies hoe je je voelt. Pas maanden later, misschien wel jaren, hoor je ineens een liedje uit die tijd en dan weet je precies welk gevoel daarbij hoort. Pas dan kun je denken zo voelde ik me toen. het duurt niet langer dan de muziek waarnaar je luistert.
β
β
Janneke Jonkman
β
Op dat moment begrepen we allemaal dat vertrouwen de basis was voor een intens gevoel van vrijheid. Zonder vertrouwen zetten we onze vreugde achter slot en grendel en houden we soms letterlijk onze adem in. Maar als we er ook maar een momentje bij stilstaan dat er iemand is om ons te steunen, voelen we ons vrij ons te laten gaan, te vragen βWaarom niet?β en van iedere hobbel in de weg te genieten. Later,
β
β
Tim Bauerschmidt (Driving Miss Norma (Dutch Edition))
β
Dagen waarvan ik wΓ©l zeker weet dat ze geslaagd zijn, zijn dagen waarop het me lukt precies te zeggen wat ik denk, dagen waarop ik het gevoel heb helemaal mezelf te zijn, totale controle te hebben over iedere klank die mijn keel verlaat, over iedere toetsenbordletter die ik indruk. Dit gevoel, het gevoel je de taal volledig te hebben toegeΓ«igend, zou je 'inspiratie' kunnen noemen. Het is een machtig gevoel.
β
β
Lieke Marsman (Het tegenovergestelde van een mens)
β
De ironie van de liefde wil dat we het gemakkelijkst en met de meeste zelfverzekerdheid de mensen verleiden tot wie we ons het minst aangetrokken voelen, aangezien we bij een intens verlangen niet in staat zijn de daarvoor vereiste onverschilligheid op te brengen en bij een aantrekkelijk iemand worden geplaagd door een gevoel van minderwaardigheid ten opzichte van de perfectie die we de aanbedene toedichten.
β
β
Alain de Botton (On Seeing and Noticing)
β
O, het is met de verte als met de toekomst! Een wijd, schemerachtig vergezicht ligt voor ons, onze ziel en onze ogen drinken het in, en wij haken ernaar ons er helemaal aan over te geven, om in alle gelukzaligheid van één groot, heerlijk gevoel te zijn vervuld. Maar och, als we erop afvliegen, dan is alles zoals tevoren en staan wij in onze armoede, in onze beperktheid, en onze ziel dorst naar ontglipte lafenis.
β
β
Johann Wolfgang von Goethe (The Sorrows of Young Werther)
β
Ik weet niet wat het is met ons,' zei hij gelaten toen ik een week voor zijn dood de nacht naast hem doorbracht. 'We doen het er niet om maar op de een of andere manier vallen wij overal buiten. Heb je dat ook gemerkt? Word jij ook wel eens beslopen door het gevoel er niet bij te horen zonder dat je zou kunnen zeggen waarbij? Dat je rebels wordt genoemd alleen maar omdat je niet het riedeltje van Koekoek Eenzang zingt? Zorg daarom dat je zelf je plan trekt, ook als ik er niet meer ben, anders word je verpletterd door de horden. Het belangrijkste in het leven is zelfredzaamheid. Dan komt er een hele tijd niets, en dan komt voetje voor voetje de zachtheid aangeslopen. Zachtheid en zelfredzaamheid, daar gaat het om. Maar die zachtheid moet natuurlijk wel verdiend worden, dus daar moet men uiterst spaarzaam mee omgaan. Niet vergeten.
β
β
Charlotte Mutsaers (Harnas van Hansaplast)
β
toch, er knaagt iets aan me. Op een goeie kilometer afstand staat er wel een dozijn borden, die melden waarom we dit gebied zo waardevol moeten vinden. Ze tonen waar je moet kijken en leggen uit wat je ziet. Ze geven me het gevoel dat ik een passant ben, een toeschouwer, en het landschap een decor, zoals in een Disneyfilm. De natuur is niet meer iets wat er gewoon is, wat buiten ons staat, aan zichzelf overgeleverd. Ze is nu toevertrouwd aan een conservator.
β
β
Chris De Stoop (Dit is mijn hof)
β
Het niet bewust kunnen ervaren en uiten van het gevoelsleven kan bijdragen tot ziek worden. Dat emoties te maken hebben met lichamelijke spanningen en dat ontlading deugd doet, van lachen tot huilen, kunnen we allemaal ervaren. Maar het omgekeerde verband, dat tussen ziekte en het niet kunnen uiten en ontladen van emoties, bleef lange tijd een raadsel. Ondertussen hebben we een sleutel gevonden om de deur te openen naar het holistische netwerk. Die sleutel heet "stress".
β
β
Paul Verhaeghe (Intimiteit)
β
Tegen het einde van de winter werd dit wanhopige verlangen weg te komen uit deze eenzaamheid en ook het gewone gevoel van verveling zo groot, dat ik de kamer niet meer uitkwam, geen piano meer speelde en geen boeken meer wilde lezen. Als katja mij tractte te overhalen toch iets te gaan doen, antwoordde ik :'ik heb geen zin, ik kan niet.', Maar in mijn hart zei een stem: Waarom? Waarom zoui k iets doen wanneer mijn mooiste jaren zo verloren gaan? En op dit waarom had ik geen ander antwoord dan tranen.
β
β
Leo Tolstoy (huwelijksgeluk)
β
En er rees in him een vreemde verwondering op, een verwondering, dat een mens steeds zichzelve, steeds zijn eigen individu was, zonder zich ooit te kunnen verwisselen in de persoonlijkheid van een ander. Dikwijls, zonder de minste aanleiding, doemde die verwondering bij hem op, te midden van de vrolijkheid der anderen en vulde zij hem met een grote verveling bij de gedachte aan het onherroepelijke noodlot, dat hij steeds Vincent Vere was en wezen zou, dat hij nimmer herboren kon worden in een geheel ander schepsel, dat ademde onder geheel andere omstandigheden in een geheel anderen kring. Hij zou graag verschillende gemoedslevens hebben doorleefd, in verschillende eeuwen hebben bestaan, en in telkens wisselende metamorfozen zijn geluk hebben willen zoeken. En dat verlangen scheen hem tegelijkertijd zowel zeer kinderachtig, om de bespottelijke onmogelijkheid, als zeer verheven, om de grootse onbereikbaarheid, die het omvatte, en hij meende, dat niemand dan hij zulk een verlangen koesterde en gevoelde zich zeer hoog boven andere mensen geplaatst... In die mijmering van hem, of de drie anderen zeer ver van hem waren, als van hem gescheiden door den nevel van rook... Een gevoel van lichtheid doorzweefde eensklaps zijn hersenen; het werd, of hij elk voorwerp met heller kleuren zag, hun gelach en gepraat harder hoorde klinken in zijn oor, als op een plaat van metaal, den geur van de tabak, vermengd met een aroom van gestorten wijn, in meer scherpte rook, terwijl de anderen in zijn slapen en zijn polsen klopten, alsof zij barsten zouden...
β
β
Louis Couperus (Eline Vere)
β
Het drong tot me door hoe vluchtig een gevoel van geluk kon zijn, en hoe kwetsbaar de basis daarvan was; van uit de regen een warm restaurant binnen lopen, de geur van voedsel en wijn, een boeiend gesprek, het buitenlicht dat zwakjes op de kersenhouten tafeltjes scheen. Er was maar weinig voor nodig om je humeur op een ander peil te brengen, als het schuiven met de stukken op een schaakbord. Dat besef alleen al, tijdens een moment van geluk, was alsof je een van de stukken verschoof en daardoor iets minder gelukkig werd.
β
β
Teju Cole (Open City)
β
Ik weet niet voldoende over neurologie om te kunnen peilen wat er precies gebeurt wanneer je halsoverkop getroffen wordt door een bepaalde gestalte, een bepaalde blik, een houding, iets waardoor een persoon plots uniek voor je wordt. Ik vermoed dat er heel ingewikkelde dingen samenkomen in één ogenblik, een soort associatieve explosie die een indruk van het unieke oplevert, het gevoel dat dit alles zonder meer onmiddellijk en onvoorwaardelijk betekenis en zin heeft. Wie verliefd is, ziet symbolen in de triviaalste dingen.
β
β
Stefan Hertmans (War and Turpentine)
β
Postmoderniteit is een levenswijze die zich minstens sedert 1980 heeft verspreid over de postindustriΓ«le westerse samenleving in Europa, Noord-Amerika, Japan en AustraliΓ«. Ze wordt gekenmerkt door gezinnen die steeds kleiner worden, door een sterk stijgend aantal echtscheidingen en minder huwelijken, door steeds meer buitenechtelijke geboortes, door een razendsnelle stijging van computer- en internet gebruik, door een forse stijging in het druggebruik, door steeds meer tijdsbesteding aan gaming, door een vals gevoel van toenemende vrijheid, door een stijging van de welvaart, enzovoort.
β
β
Jean Pierre Van Rossem (Postmoderniteit: Onzekerheid & Onveiligheid)
β
Alles aan hem en aan zijn omgeving veranderde continu: zijn haar, zijn lichaam, waar hij die nacht zou slapen. Vaak had hij het idee dat hij een vloeistof was, iets wat steeds van de ene felgekleurde fles in de andere werd gegoten, waarbij er elke keer een klein beetje werd gemorst of in de fles achterbleef. Maar zijn vriendschap met Jude gaf hem het gevoel dat er iets wezenlijks en onveranderlijks aan hem was, dat hij ondanks al zijn verschillende gedaantes een vaste kern had, iets wat Jude kon zien, al kon hij dat zelf niet, aslof hij pas werkelijk bestond als Jude er getuige van was.
β
β
Hanya Yanagihara (A Little Life)
β
Vanmiddag kwam je brief en ik was er zΓ³ blij mee. Als je altijd zo was als in deze brief. Het leek weer net als vroeger en ik was ineens weer zo verliefd op je. Ik denk dat ik maar blijf totdat ik weer terug ben. 't Is een erg prettig gevoel. Mijn eenzame bed begint hoe langer hoe eenzamer te lijken en ik verlang ernaar om uit te vinden of je zoenen dezelfde herinneringen op zullen roepen als deze brief.
Ik verlang nog net als vroeger naar een geluk dat langer duurt dan een omhelzing. En ik weet niet of het bestaat, net als vijf jaar geleden. Ik heb vanavond het gevoel alsof je niet bestaat.
Wat ik je had willen schrijven staat nergens in mijn brief.
β
β
Jan Wolkers (Een roos van vlees)
β
Maar de dagen verstreken, en het werden weken en maanden, - verveling? Ik geef toe dat er niet altijd een boek bij de hand is om een aantal uren inhoud te verschaffen; je hebt ook al zonder dat er iets lukte op de piano proberen te fantaseren, je zit bij het raam een sigaret te roken en onwillekeurig bekruipt je een gevoel van afkeer van de hele wereld en van jezelf; de angstigheid overvalt je weer, de maar al te goed bekende angstigheid, en je springt op en gaat naar buiten waar je met het opgeruimde schouderophalen van de fortuinlijke naar de mensen die werken kijkt die geestelijk en materieel te weinig begiftigd zijn om niets te doen en te genieten.
β
β
Thomas Mann (Der Bajazzo)
β
Wij hebben er enkel toch maar op los geleefd, en geliefd; en nu wil je, dat ik ernstig word, en je hebt me nog niet een gefeliciteerd dat ik van dat hok af ben ! Wil je soms dat ik naar een ander kantoor toe ga? Je weet niet wat het is ! De hele dag een soort geknaag in je binnenste, en dat onterende gevoel van telkens met een ruk heen en weer getrokken te worden van en naar huis, waar je enkel komt om te eten en te slapen. Want omdat de hele dag dood is, wil je βs avonds leven ; n daarom ga je aan een schijnleven doen ; dansen en de bioscoop, en als maar in een vaartje boeken uitrennen, waarin mensen echt leven. En zelf ben je geen mens, maar een marionet
β
β
A. den Doolaard (Wampie)
β
Er zijn van die types die dolgraag een 'literaire correspondentie' met je beginnen. Zo een van het type 'daar ga jij meer tijd aan kwijt zijn dan je volgende boek', Schrijvers met gevoelige egos (niet alles gaat er met gevoel op vooruit, weet u) zijn daar al snel de dupe van. Sterker nog, dankzij deze 'literaire correspondenties' bleef u waarschijnlijk menig kwakkelend boek bespaard, hoewel je natuurlijk ook weer het soort figuren hebt die die 'correspondenties' tot een boek gaan maken, waarschijnlijk een leitmotiv voor de figuren die zo graag zulke correspondenties onderhouden. Het zijn vaak de meest oervervelende boeken uit het spectrum van de literatuur.
β
β
Martijn Benders
β
Pijn had zij niet, dat is waar, een troostende gedachte kan ik het maar nauwelijks noemen. Uitgerekend zij moest eerst haar spraak verliezen. Uitgerekend zij moest nu haar leven verliezen bij gebrek aan eten.
Was het twee jaar te laat? (βLaat dat toch gaan. Laat dat oud menske gaan.β) Ik weet het nog steeds niet. Ik had de mooie momenten niet graag gemist. Maar nog liever had ik, met terugwerkende kracht, de gruwelijke uren en dagen uitgewist. In de eerste plaats voor haar. Nooit heb ik haar, naar mijn gevoel, meer verknochtheid en respect bewezen dan toen we haar eindelijk toelieten te gaan. Een mens staat maar bij één persoon echt in het krijt. Ik heb die lei toen schoongewreven. Misschien kan liefde maar één ding echt. Uit liefde doden.
β
β
Tom Lanoye (Sprakeloos)
β
Roadies waren het podium aan het volzetten met instrumenten en microfoons, en Walter deed het verhaal van Conor Oberst: dat hij al op zijn twaalfde was begonnen muziek op te nemen, dat hij nog altijd in Omaha woonde, dat zijn band meer een familie of collectief was dan zomaar een rockgroep. Van alle kanten stroomden er weer jonkies de zaal binnen, stralend van verwachting, levende illustraties van de bandnaam Bright Eyes. (Wat een stuitende kutnaam, dacht Katz. Kijk ons eens jong en onbedorven zijn.) Zijn nu totaal bedorven stemming had niet zozeer met afgunst te maken, en zelfs niet met het gevoel dat hij zichzelf als rocker overleefd had. Het was meer een soort wanhoop over de versplinterdheid van de wereld. De natie vocht momenteel smerige grondoorlogen uit in twee verre landen, de planeet warmde sneller op dan een broodrooster, en hier in de 9:30 werd hij omringd door honderden kinderen Γ la de bananenbroodbakkende Sarah, overlopend van argeloze verwachting, verzekerd van hun onvervreemdbare recht op... ja, op wat? Op emotie.
β
β
Jonathan Franzen
β
Semiotiek 211 was een specialistisch vak dat werd gedoceerd door een voormalige rebel van het instituut Engelse taal- en letterkunde. Michael Zipperstein was tweeΓ«ndertig jaar geleden als aanhanger van het New Criticism naar Brown gekomen. Hij had drie generaties studenten de gewoonte bijgebracht teksten zorgvuldig te lezen, te analyseren en te interpreteren zonder aandacht voor de biografie van de auteur, totdat hij in 1975 tijdens een sabbatical in Parijs een levensveranderende openbaring kreeg: tijdens een diner maakte hij kennis met Roland Barthes en bij de cassoulet werd hij tot het nieuwe geloof bekeerd. [...] Hij bedolf zijn studenten onder de leeslijsten: naast de grote semiotische kanonnen - Derrida, Eco, Barthes - moesten ze zich voor Semiotiek 211 door hele stapels achtergrondteksten heen worstelen, van Sarrasine van Balzac tot bundels van Semiotext(e) tot gefotokopieerde capita selecta van E.M. Cioran, Robert Walser, Claude LΓ©vi-Strauss, Peter Handke en Carl van Vechten. [...] Door dat esoterische onderzoek, en door Zippersteins kale goeroehoofd en witte baard, kregen zijn studenten het gevoel dat ze geestelijk waren doorgelicht en nu - althans twee uur lang op dinsdagmiddag - deel uitmaakten van een literaire elite.
β
β
Jeffrey Eugenides
β
Wat ik 'vermoeidheid' noem is ouderdom, en daarvoor bestaat geen rust behalve de dood.
Wat is het ergst van al dit 'slecht want strijdig met de natuur'? Jong zijn en je genot ontzeggen of oud zijn en het nog steeds zoeken? Er zijn zekere geneugten van het vlees die het ouder wordende lichaam steeds vergeefser najaagt als het er zich in zijn jeugd niet aan bedronken heeft. Te kuise jongelingsjaren leiden tot liederlijke ouderdom. Het is waarschijnlijk gemakkelijker af te zien van wat men heeft gekend dan van datgene waarover men fantaseert. Men heeft hierin geen spijt van wat men heeft gedaan, maar van wat men niet heeft gedaan en zou hebben kunnen doen. En die spijt krijgt dan zelfs de donkere kleur van wroeging.
Ik heb het gevoel dat ik ook hierin het meest tot onthouding gebracht word door redenen van esthetische aard. Oude handen verdorren wat zij strelen, dunkt me, maar ze hebben hun eigen schoonheid wanneer ze zich vouwen in gebed. Jonge handen zijn gemaakt voor liefkozingen en de mantel der liefde, het is jammer ze te vroeg samen te vouwen. Ja, die in gebed gevouwen handen verzinnebeelden fraai de mystieke omhelzing van het ongrijpbare, als de verliefde armen in het luchtledige grijpen omdat de realiteit ontglipt en er niemand is.
β
β
AndrΓ© Gide (Journals 1889-1949)
β
... Eenmaal in de tuin merkte ze dat ze al haar kleren uittrok. Het verbaasde haar een beetje haar handelingen zoveel eerder plaatsvonden dan haar gewaarwording ervan. Al haar bewegingen leken een volmaakte expressie van luchtigheid en gratie. 'Kijk uit,' zei een deel van haar. 'Doe voorzichtig.' Maar het was hetzelfde deel dat ook waarschuwde wanneer ze te veel dronk. Op dat moment was het zinloos. 'Gewoonte,' dacht ze. 'Altijd als ik op het punt sta gelukkig te worden, klem ik me vast in plaats van me te laten gaan.' Ze schopte haar sandalen uit en stond naakt in de schaduwen. Ze voelde hoe er een vreemde intensiteit in haar werd geboren. Toen ze de rustige tuin rond keek had ze de indruk ze voor het eerst sinds haar jeugd voorwerpen duidelijk zag. Opeens was het leven daar, ze stond er middenin, en zat er niet door een raam naar te kijken. De waardigheid die ze ontleende aan het gevoel deel te hebben aan de kracht en de grootsheid van het leven, kwam haar vertrouwd voor, maar het was jaren geleden dat ze voor het laatst gevoeld had. Ze stapte in het maanlicht en waadde langzaam naar het midden van de vijver. De bodem was glibberig door de klei, het water kwam tot haar middel. Toen ze zich helemaal onderdompelde, dacht ze: 'Nooit word ik meer hysterisch.' Ze voelde dat ze dat soort spanning, die mate van zorg om haarzelf, nooit meer zou bereiken in haar leven. (p. 180-181)
β
β
Paul Bowles (The Sheltering Sky)
β
Hoe vaak hoorden we geen uitspraken in de zin van: βWetenschappelijk onderzoek toonde aan dat β¦β of βHet is wetenschappelijk bewezen dat β¦β Daarbij neemt men aan dat wetenschap altijd waar is. Maar hoe betrouwbaar is wetenschap? Heel veel van wat we wetenschap noemen, en we als waar aanvaarden, is noch waar, noch onwaar, en behoort tot de metafysica. Gedurende een korte tijd (volgend op de publicatie van de Tractatus van Wittgenstein) zag het ernaar uit dat we een messcherp onderscheid konden maken tussen betrouwbare wetenschappelijke uitspraken en onbetrouwbare metafysische uitspraken. Maar Wittgenstein zette dat onderscheid zelf op de helling met de postume publicatie van zijn Philosophical Investigations. Nog later pakte de (overwegend Franse) postmoderne filosofie uit met de stelling dat er in de algehele wetenschap minder waarheid is vervat dan in een simpel literair gedicht. De tijd van betrouwbare algemene theorieΓ«n leek hopeloos voorbij. Is dat zo? Is cognitief denken onmogelijk geworden? Hierna volgt een reflectie. Het tijdgewricht waarin we leven, althans in de westerse wereld, noemt men de postmoderniteit. Het wordt gekenmerkt door grote onzekerheid en een gevoel van toenemende onveiligheid. Onzekerheid heerst rond onbeantwoorde vragen met betrekking tot de toekomst van de planeet, tot de duurzaamheid van de energievoorziening, tot de werkzekerheid, tot de stabiliteit van het gezin, tot de gedaalde sociale controle, tot de toename van het aantal asielzoekers, tot het bestaan van een god, enzovoort. Onveiligheid houdt verband met oorlog, met terrorisme, met criminaliteit. Het is de bedoeling al die fenomenen wetenschappelijk te bestuderen. Maar hoe zeker ben ik dat wetenschap nog steeds betrouwbaar is?
β
β
Jean Pierre Van Rossem (Postmoderniteit: Onzekerheid & Onveiligheid)
β
Als Berthe vraagt of ze ergens trots op is aarzelt ze even en zegt dan dat ze jaren geleden, in dat strafkamertje, waar ze dus inderdaad vaak zat, wat ze eigenlijk prettig vond omdat dan niemand zich met haar bemoeide, dat ze, toen ze nog echt een kind was, probeerde op haar handen te staan met haar voeten tegen de muur, bijna zo lang als het Misearatur duurde en dat dat lukte en dat het haar voor het eerst een ongekend gevoel van vrijheid gaf en dat ze toen, dat ze zich toen afvroeg wat er nog meer kon zijn dat haar vrijheid gaf, maar dat ze dit aan niemand heeft verteld omdat op je handen staan toch niet echt nodig wordt gevonden en ook niet gepast, dus het is iets wat niemand weet.
Een wolk haalt het groene veldje licht en de rode toef op het bureau weg.
Berthe vraagt of ze het nog steeds kan, op haar handen staan, en ze zegt dat ze het al wel drie jaar niet meer heeft gedaan en dat ze nu ook een stuk langer is geworden en Berthe vraagt of ze het voor haar alleen toch nog een keer wil doen, en hoewel het zo lang geleden is en nog nooit iemand heeft gekeken en het vast niet meer goed gaat als iemand naar haar kijkt terwijl ze het doet, omdat alles altijd het beste gaat als niemand kijkt, zegt ze toe, omdat het voor Berthe is en voor niemand anders, ze wil graag iets doen voor Berthe alleen, iets waar Berthe haar om vraagt, daarom probeet ze het, met haar lijf dat zoveel langer is geworden en haar borsten die last hebben van de zwaartekracht, het gaat vijf keer mis en vijf keer zegt ze: Ziet-u-wel-ik-kan-het-niet-meer-en-vroeger-kon-ik-het en de zesde keer staat ze daar op haar handen met haar voeten tegen een blinde wand aan en zegt ze in één teug: Misereatur-mei-omnipotens-Deus-et-dimittat-mihi-omnia-peccata-mea-liberet-me-ab-omni-malo-salvet-et-confirmet-in-omni-opere-bono-et-perducat-me-ad-vitam-aeternam-amen, waarna ze haar voeten weer naar de vloer laat vallen.
β
β
Joke van Leeuwen (Feest van het begin)
β
Alle diepe gevoelens van afhankelijkheid die we als volwassenen soms kunnen voelen, bijvoorbeeld in een verstoorde liefdesrelatie, vinden hun oorsprong in deze begintijd van de opvoeding. Bij een volwassene zijn ze in feite illusoir, ze komen niet met de werkelijkheid overeen. Volwassenen kunnen immers best voor zichzelf zorgen, hoe sterk het ik-kan-niet-leven-zonder-jou-gevoel ook is
β
β
Jan Geurtz (Verslaafd aan liefde)
β
Als het effect van een handeling precies het tegengestelde is van wat je ermee beoogt, dan spreken we van een contraproductieve reflex. Een veel gebruikt voorbeeld hiervan is krabben als je jeuk hebt van een muggenbeet: de jeuk wordt er juist erger door. Een verslaving is een schoolvoorbeeld van een contraproductieve reflex: het verslavende middel is bedoeld om een einde te maken aan een beknellend gevoel en in plaats daarvan een prettig gevoel te creΓ«ren. Dat lukt telkens heel eventjes tijdens de roes van het middel, maar tegelijkertijd versterkt het gebruik van dat middel de negatieve gevoelens die men er juist mee wilde ontvluchten. Als je drinkt om je geremdheid in gezelschap kwijt te raken, zul je jezelf steeds geremder gaan voelen en de drank steeds meer nodig hebben om nog af en toe iets spontaans te kunnen doen. Gebruik je pepmiddelen om van je chronische moeheid af te komen en het leven energieker tegemoet te treden, dan zul je je steeds vermoeider gaan voelen en op den duur niet eens je huis meer kunnen opruimen zonder het pepmiddel.
β
β
Jan Geurtz (Verslaafd aan liefde)
β
Ze had nooit verwacht dat een meisje zoals zij zoiets drastisch zou doen. Toch wist Calliope maar al te goed dat je nooit kon weten wat mensen verborgen hielden achter de faΓ§ade die ze aan de buitenwereld toonden. ...terwijl ze mijmerde over hoe vreemd liefde eigenlijk was. Ze kon je het gevoel geven onoverwinnelijk te zijn, en je een moment later volledig kapotmaken.
β
β
Katharine McGee (The Towering Sky (The Thousandth Floor, #3))
β
... hoe zullen de mensen over tweeduizend jaar over jouw "wetenschap" denken?' vervolgde meneer D. 'Nou? Ze zullen het primitieve prietpraat vinden. Dat zullen ze ervan denken. Ach, wat hou ik toch van stervelingen, ze hebben absoluut geen gevoel voor perspectief. Ze denken dat ze zΓ³Γ³Γ³ veel bereikt hebben.
β
β
Rick Riordan (The Lightning Thief (Percy Jackson and the Olympians, #1))
β
Die kos hou ook goeters uit my kop uit. Terwyl ek kou, as daar iets in my mond is, is dit asof daardie gevoel dat ek net wil doodgaan 'n bietjie weggaan.
β
β
FranΓ§ois Smith (Kamphoer (Afrikaans Edition))
β
Waar het hart spreekt, is het onbehoorlijk dat het verstand iets tegenwerpt. in het rijk van de kitsch heerst de dictatuur van het hart.
Het door kitsch opgeroepen gevoel moet uiteraard dusdanig zijn dat massa's dat kunnen delen. Kitsch kan daarom nooit stoelen op een bijzondere situatie, maa rop basisbeelden die in het geheugen van de mensen zijn gegrift: ondankbare dochter, in de steek gelaten vader, kinderen die over een grasveld rennnen, verraden vaderland, herinnering aan de eerste liefde.
Kitsch wekt vlak achter elkaar twee tranen van ontroering. De eerste traan zegt: Wat mooi, kinderen die over een grasveld rennen!
De tweede traan zegt: Wat mooi om samen met het hele mensdom ontroerd te zijn door kinderen die over een grasveld rennen!
De tweede traan mat kitsch pas tot kitsch.
Broederschap van alle mensen op aarde kan alleen gebaseerd zijn op kitsch.
β
β
Milan Kundera (The Unbearable Lightness of Being)
β
Ik heb het gevoel dat ik vecht met de tijd en dat ik, niet eenmaal maar onophoudelijk, verlies. Dat de keuzes die ik maak halve keuzes zijn zodat er constant nieuwe gaten worden geslagen in mijn leven waardoorheen de minuten, de uren, de jaren wegsijpelen en ik nu ben aanbeland op een punt, het is geen punt, maar een smeltende ijsschots, waarop er niet meer genoeg overblijft om nog iemand te worden, maar ook niet genoeg gebeurd is om al iemand te zijn.
β
β
Maaike Neuville (Zij.)
β
Ik zat op mijn handen en keek door het raam naar de mist, die uit het weiland achter de boomgaard kwam opzetten en voortdurend dikker werd. Na een poosje kon ik alleen nog de boom zien die het dichtst bij het raam stond: het was een jonge hoogstam, hij had nog nooit alleen in de mist gestaan en het zweet brak hem uit. Ik had medelijden met hem en besloot ook hèm een naam te geven, Juliette. Een meisjesnaam, waarom niet, hij zag er zo vrouwelijk uit, zo tenger, zo aandoenlijk hulpeloos en eenzaam met zijn veel te lage kalkring die aan een afgezakte armband deed denken. Het was een idee van Ingrid, om de bomen een naam te geven. Zij kon erg goed met ze opschieten en ik heb dikwijls het gevoel gehad, dat Hector beschaamd naar haar luisterde als ze tegen hem zei: Hector, je stelt me teleur, volgend jaar moet je méér geven hoor, of dat Lucien zachtjes stond te hijgen als ze bij hem neerhurkte en zei: wat heb jij daar een lelijke waterloot, Lucien, daar zullen we je eens gauw van afhelpen.
β
β
Ward Ruyslinck (De verliefde akela)
β
Ik kijk naar Oli, die ergens in de chaos van de living een duploblok heeft gevonden om te bestuderen. Op veel vlakken ben ik vast niet zo anders dan Oli. Ook ik pak geregeld dingen, nieuw en onbekend, in mijn handen om ze langs alle kanten te bestuderen, binnenstebuiten te keren en plat te kauwen. Maar nooit heb ik het gevoel iets te kennen, iets te begrijpen.
β
β
Anne Resseler (Jouw vlees en bloed)
β
Aan mijn kinderjaren bewaar ik geen enkele goede herinnering. Ik wil niet zeggen dat ik in die jaren nooit een gevoel van geluk of van vreugde heb gekend. Het is alleen zo dat leed totalitair is: alles wat niet in zijn systeem past laat het verdwijnen.
β
β
Γdouard Louis (The End of Eddy)
β
Want in tranen gaat de liefde schuil, net als het allermeelevendste afscheid. Het zijn de intiemste verlengstukken van de ziel, die ons, meer dan blijdschap op geluk, echt het gevoel geven mens te zijn.
β
β
Erin Doom
β
Ik kan echt dolgelukkig worden van logica, van goed ontwerp, of van spreekwoordelijke puzzelstukjes die op hun plek vallen. Positieve prikkels, noem ik ze. Ze βklikkenβ in mijn hoofd, waardoor de andere prikkels uitgevlakt worden. Het gevoel dat erbij hoort, doet denken aan Tetris: het moment dat je met de blokjes een lijn creΓ«ert, zie je een flits, verdwijnt de rommel en ontstaat er ruimte.
β
β
Bianca Toeps (Maar je ziet er helemaal niet autistisch uit)
β
Voor het inslapen had ik vaak het gevoel dat ik in mijn notenhouten bed naast de slaapkamer van mijn ouders lag en naar het eentonige gemurmel luisterde dat door de muur tot me doordrong en me in slaap zong. Telkens weer zei ik tegen mezelf dat ik eindelijk weer eens sterk en volwassen zou moeten worden, maar in werkelijkheid wilde ik terug naar de warmte en de stilte van mijn kinderkamer, of nog verder terug, naar de warmte en de stilte waaruit ik tevoorschijn was gehaald toen ik ter wereld kwam.
β
β
Marlen Haushofer (The Wall)
β
We zijn ontworteld. We hebben niet meer het gevoel dat we ergens thuishoren of bij iemand horen. Het zal wel een van de nadelen van globalisering zijn.
β
β
Lucinda Riley (The Sun Sister (The Seven Sisters, #6))
β
Geliefden, dacht ik: het is mooi dat ze bestaan op deze wereld, maar ben je met ze in één kamer, dan geven ze je altijd het gevoel dat je te veel bent.
β
β
Paolo Cognetti (Le otto montagne)
β
Toch is geweld in mijn ervaring niet de uiting van wie werkelijk zijn, maar van de schending daarvan. Daarom is het zo belangrijk om onszelf te leren kennen. Wanneer onze basisbehoeften - liefde, erkenning, verbondenheid, zelfexpressie, zinvol leven en het gevoel echt te leven - niet worden bevredigd, als we er niet in slagen wat onze behoeften zijn, kunnen we allemaal gewelddadig worden.
β
β
Thomas d'Ansembourg (Vrede kun je leren)
β
U heeft geen godsdienst nodig om een moraal te hebben, want, indien U het onderscheid niet kan maken tussen goed en kwaad, dan ontbreekt het U aan gevoel, niet aan een godsdienst.
β
β
Margarita Hack
β
Iedereen had zijn eigen verhaal, maar het leven ging door, het werd ondanks alles weer zomer en ik keek naar de kinderen die me druk pratend op hun stepjes inhaalden, naar de oude vrouw die haar hond uitliet en naar het spinnenweb bij de bushalte dat zacht in de wind heen en weer bewoog... Ineens vermengden al mijn herinneringen en gedachten zich tot één gevoel: het is oké, tenminste op dit moment.
β
β
Benedict Wells (Hard Land)
β
Ik wou zo graag nog verder slapen, draaide mij op mijn buik, lag stil. Ik probeerde niet na te denken. Dat was moeilijk. Ik voelde mij slecht. Wat het precies was, wilde ik niet weten. Een vervelend gevoel is sowieso altijd moeilijk te vatten. Ik vermoed dat het weer te maken heeft met -
Ik moet opstaan. anders zou het alleen maar erger worden.
β
β
Griet Op de Beeck (Vele hemels boven de zevende)
β
Vaak heb ik het gevoel alsof ik alleen maar aan het wachten ben.
Aan het wachten tot de wind zal komen en mij zal wegvoeren.
β
β
Oskar Kroon (VΓ€nta pΓ₯ vind)
β
Het lange kijken naar het gewemel brengt me bijna in trance. Wie kent niet die momenten dat het leven even lijkt stil te staan, ... het zijn geen verloren momenten, het zijn kostbare momenten voor jezelf, ook al duren ze maar enkele hartslagen, het is het pure gevoel te bestaan.
β
β
Chris De Stoop (Het boek Daniel)
β
Dan wil ik de verzameling.'
Vicente doelde op de uitgebreide serie speelgoedautootjes die zijn vader achter slot en grendel in de vitrinekast in de woonkamer had staan. Het waren bijna vierhonderd verschillende modellen, die LeΓ³n sinds zijn kindertijd gespaard had.
Vicente mocht er niet mee spelen, wat bij de jongen aanvankelijk voor onbegrip en teleurstelling had gezorgd, maar in de loop der tijd was hij eraan gewend geraakt om door het glas naar de autootjes te kijken, alsof het aquariumvissen waren. Verder waren de autootjes voor LeΓ³n hΓ©t gespreksonderwerp als zijn zoon bij hem was.
'Heb je enig idee wat dat piepkleine groene raceautootje kost?', zei hij bijvoorbeeld terwijl hij naar een Jaguar van Matchbox wees, made in England in 1957.
'Nee. Hoeveel dan?'
'Een hele hoop, zei LeΓ³n. 'En met de dag meer. Als ik doodga, is deze verzameling van jou, hij had dit al talloze malen gezegd, en dan kun jij verder sparen, of misschien, als het je niet interesseert, de verzameling verkopen, je krijgt er een smak geld voor.'
Hoewel Vicente een rijke fantasie had, had hij nooit gedacht dat die verzameling zoveel waard zou zijn. Onder de huidige conjunctuur berekende hij echter dat hij, zelfs als hij ze per stuk en heel goedkoop verkocht, genoeg geld bijeen zou kunnen krijgen om de operatie te betalen. Hij had nooit gedacht dat LeΓ³n pertinent zou weigeren. Het was voor het eerst dat hij het gevoel of de zekerheid had dat zijn vader een sukkel was.
β
β
Alejandro Zambra (Poeta chileno)
β
En wat me zo trof, en zowel schrik als troost met zich meebracht, was het besef dat de God die ik aanbid exact weet wat het is om te sterven. Hij weet wat de dood betekent voor mensen. Het is een ervaring waarvoor God zich niet te goed achtte om die te delen met mijn vader en met ieder van ons. Ik heb geen idee hoe het zal zijn om te sterven- maar Jezus wel. Hij kent het gevoel van zuurstoftekort in zijn cellen, van hartstilstand en verstikking.
Er is geen duisternis waarin hij niet is afgedaald. Hij kent de structuur en de smaak van alles wat ik het meest vrees.
β
β
Tish Harrison Warren (Bidden in de nacht: Voor wie werken, waken en wenen)
β
Waarom schrijft u?' Er wil me maar één antwoord te binnen schieten dat voor mijn gevoel de vrager niet met een kluitje in het riet zou sturen: de microfoon door de zaal keilen, het podium in elkaar trappen, de hele sprekersinstallatie afbreken. Duidelijk antwoord, nietwaar: hij schrijft omdat hij niet wil spreken. Maar de wereld, die zo gevaarlijke plaats, heeft geen ruimte voor zulke eenvoudige antwoorden, zo oprecht.
β
β
Willem Frederik Hermans (De laatste resten tropisch Nederland)
β
Als het de bedoeling was geweest dat we konden vliegen, dan zouden we met vleugels geboren zijn. Als het de bedoeling was dat we socialisten zouden zijn, dan hadden we wel een aangeboren gevoel voor empathie en medeleven meegekregen.
β
β
Johan Harstad (Max, Mischa & Tetoffensiven)
β
Als mensen zich gekrenkt voelen door de stilte van een ander, dan heeft het stilzwijgen niets anders gedaan dan zich vasthaken aan het eigen gevoel van minderwaardigheid.
β
β
Maaike Neuville (Zij.)
β
Vreemd bleef de vrouw van het heden de drie primitieve mannen van een vorige generatie aanzien met den voor hen onbeschaamden blik. Zij hadden het pijnlijke gevoel met den blik gemonsterd te worden, waarmee zij vroeger zelf vrouwen aankeken en op haar vrouwelijke waarde schatten. En het was een oogenblik, als voelden zij zich het zwakkere geslacht en stond daar voor hen het sterkere: de moderne vrouw.
β
β
Henri van Wermeskerken
β
Ondanks de uitgelaten sfeer hing er ook een gevoel van noodlottigheid, alsof iets heel ergs te gebeuren stond, al weet ik niet of dat toen ook echt zo was, of dat mijn geheugen, die ontrouwe boekhouder, dat er later heeft aan toegevoegd.
β
β
Dominigue Biebau
β
Dus dan ken je dat gevoel', zei ik rustig, 'dat je leven al vanaf het begin ergens door vergiftigd was. Net alsof je een zwarte vloeistof in een bak schoon water giet'.
β
β
Benedict Wells (Vom Ende der Einsamkeit)
β
Ware gezondheid gaat over leven met de wereld om ons heen, waarbij je je betrokken voelt en waar je daadwerkelijk aan deelneemt. Het gaat om samenwerking met onze innerlijke levenskracht. Onze wil, ons verlangen om hier te zijn en onze talenten met de wereld te delen. Als we daartoe bereid zijn krijgen we een gevoel van zingeving, en als dat eenmaal binnen handbereik is kan ons lichaam binnen elke situatie gezond zijn.
β
β
Gladys McGarey (Het goedgeleefde leven)
β
Stalingrad is platgebrand.
Ik zou te veel moeten opschrijven als ik er een beschrijving van zou willen geven Stalingrad platgebrand. Stalingrad ligt in de as. De stad is dood. Mensen zitten in kelders.
Alles is uitgebrand De hete muren van de gebouwen zijn als de lichamen van mensen die in de verschrikkelijke hitte zijn omgekomen en nog niet zijn afgekoeld. Enorme gebouwen, gedenktekens, parken Borden: 'Hier oversteken' elektriciteitsdraden op een hoop, een slapende kat op een vensterbank, bloemen en gras in bloempotten. Een houten paviljoen waar ze bruiswater verkochten, staat wonderbaarlijk genoeg ongehavend tussen duizenden verbrande en half verwoeste stenen gebouwen.
Een stad als Pompei, overvallen door rampspoed op een dag dat alles bloeide. Trams en auto's zonder ramen. Uitgebrande huizen met gedenkplaten: `I.V Stalin hield hier in 1919 een toespraak.' Een kinderziekenhuis met een gipsen vogel op het dak. Een vleugel is afgebroken, de ander gespreid klaar voor op vlucht. Het Cultuurpaleis: het gebouw is door het vuur fluweelachtig zwart geworden, en twee sneeuwwitte naakte beelden steken af tegen deze zwarte achtergrond.
Rondzwervende kinderen, veel lachende gezichten. Veel mensen zijn halfgek.
Avondrood boven een plein. Een beangstigende en vreemde schoonheid: door de duizenden lege ramen en daken zie je de lichtroze lucht. Een kolossaal pamflet met ordinaire kleuren: De stralende weg.
Een gevoel van kalmte. De stad is na veel leed ter ziele gegaan en aan en oogt als het gezicht van een dode man die is overleden aan een dodelijke ziekte en eindelijk zijn eeuwige rust heeft gevonden. Opnieuw bommen, bommen op de dode stad.
β
β
Vasily Grossman (A Writer at War: Vasily Grossman with the Red Army)
β
Stalingrad is platgebrand.
Ik zou te veel moeten opschrijven als ik er een beschrijving van zou willen geven. Stalingrad is platgebrand. Stalingrad ligt in de as. De stad is dood. Mensen zitten in kelders.
Alles is uitgebrand. De hete muren van de gebouwen zijn als de lichamen van mensen die in de verschrikkelijke hitte zijn omgekomen en nog niet zijn afgekoeld. Enorme gebouwen, gedenktekens, parken Borden: 'Hier oversteken' Elektriciteitsdraden op een hoop, een slapende kat op een vensterbank, bloemen en gras in bloempotten. Een houten paviljoen waar ze bruiswater verkochten, staat wonderbaarlijk genoeg ongehavend tussen duizenden verbrande en half verwoeste stenen gebouwen.
Een stad als Pompei, overvallen door rampspoed op een dag dat alles bloeide. Trams en auto's zonder ramen. Uitgebrande huizen met gedenkplaten: `I.V Stalin hield hier in 1919 een toespraak.' Een kinderziekenhuis met een gipsen vogel op het dak. Een vleugel is afgebroken, de ander gespreid klaar voor op vlucht. Het Cultuurpaleis: het gebouw is door het vuur fluweelachtig zwart geworden, en twee sneeuwwitte naakte beelden steken af tegen deze zwarte achtergrond.
Rondzwervende kinderen, veel lachende gezichten. Veel mensen zijn halfgek. Avondrood boven een plein. Een beangstigende en vreemde schoonheid: door de duizenden lege ramen en daken zie je de lichtroze lucht. Een kolossaal pamflet met ordinaire kleuren: De stralende weg.
Een gevoel van kalmte. De stad is na veel leed ter ziele gegaan en aan en oogt als het gezicht van een dode man die is overleden aan een dodelijke ziekte en eindelijk zijn eeuwige rust heeft gevonden. Opnieuw bommen, bommen op de dode stad.
β
β
Vasily Grossman (A Writer at War: Vasily Grossman with the Red Army)