Engelse Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Engelse. Here they are! All 13 of them:

Scouts hadden een Franse lelie op de riem en werden overigens geregeerd door Engelsen (vanwege hun stichter Baden-Powell) die hun Engelse ceremonies opdrongen, thee drinken, onze stambroeders in Zuid-Afrika in concentratiekampen achter prikkeldraad laten verhongeren, onze geloofsbroeders in Ierland mitrailleren, fair play mijn kloten.
Hugo Claus (Het verdriet van België)
De katholieke voorvechter voor de bevrijding van de slaven was de Franse kardinaal Lavigerie, Aartsbisschop van Carthago en Algiers. In 1868 had hij de congregatie van de witte paters opgericht, met als missie het in tot dan toe ontoegankelijke gebied van Afrika paal en perk te stellen aan de slavernij. Dat onbekende gebied liep van de zuidgrens van de Soedan tot aan de Engelse koloniën van Zuid Afrika in zijn volle breedte. De eerste karavaan die Centraal-Afrika bereikte vertrok in 1868 vanuit Marseille, de reis ervaringen waren van die aard dat Lavigerie zijn mensen liet begeleiden door gewapende oud Zoeaven, zij hadden in Italië de Pauselijke staten verdedig tegen de nationalistische legers van Garibaldi die vochten voor de eenwording voor Italië, de Pauselijke troepen verloren die strijdt en de Zoeaven, waaronder veel Nederlanders die staatloos waren geworden keerde naar huis terug, daardoor waren de eerste Nederlanders die de Afrikaanse binnenlanden binnentrokken 3 Zoeaven. 
Marga Kerklaan (Het einde van een tijdperk: 130 jaar belevenissen van Nederlandse missionarissen)
In de geldbeluste jaren tachtig was studeren niet erg radicaal. Semiotiek was het eerste vak dat een beetje naar revolutie rook. Daar werd een grens getrokken: het was subtiel en Europees, het ging over prikkelende onderwerpen, over foltering, sadisme, hermafroditisme - over seks en macht. Madeleine was op school altijd populair geweest. Door die jarenlange populariteit kon ze snel en onfeilbaar cool van uncool onderscheiden, zelfs binnen een subgroep als het vak Engelse taal- en letterkunde, waar het begrip cool niet leek te bestaan.
Jeffrey Eugenides
Semiotiek 211 was een specialistisch vak dat werd gedoceerd door een voormalige rebel van het instituut Engelse taal- en letterkunde. Michael Zipperstein was tweeëndertig jaar geleden als aanhanger van het New Criticism naar Brown gekomen. Hij had drie generaties studenten de gewoonte bijgebracht teksten zorgvuldig te lezen, te analyseren en te interpreteren zonder aandacht voor de biografie van de auteur, totdat hij in 1975 tijdens een sabbatical in Parijs een levensveranderende openbaring kreeg: tijdens een diner maakte hij kennis met Roland Barthes en bij de cassoulet werd hij tot het nieuwe geloof bekeerd. [...] Hij bedolf zijn studenten onder de leeslijsten: naast de grote semiotische kanonnen - Derrida, Eco, Barthes - moesten ze zich voor Semiotiek 211 door hele stapels achtergrondteksten heen worstelen, van Sarrasine van Balzac tot bundels van Semiotext(e) tot gefotokopieerde capita selecta van E.M. Cioran, Robert Walser, Claude Lévi-Strauss, Peter Handke en Carl van Vechten. [...] Door dat esoterische onderzoek, en door Zippersteins kale goeroehoofd en witte baard, kregen zijn studenten het gevoel dat ze geestelijk waren doorgelicht en nu - althans twee uur lang op dinsdagmiddag - deel uitmaakten van een literaire elite.
Jeffrey Eugenides
Over, Shostakovich, via klemtoon van Engelse en Duitse spelling.
Petra Hermans
Het waren er 427, en geen 429, die hingen aan de lantaarnpaal.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Zand plakte in mijn mond, van de Engelse stofwolken.
Petra Hermans
De souvereiniteit kan niet gerepresenteerd worden; om dezelfde reden waarom die zich niet laat vervreemden; zij bestaat in essentie uit de algemene wil en de wil laat zich niet representeren; ofwel die blijft wat die al was, of dat is niet het geval, daar zit niets tussen. De afgevaardigden van het volk kunnen daarom niet zijn representanten zijn, zij zijn slechts zijn zaakwaarnemers; er is niets waarover zij vrijelijk kunnen beslissen’. (.....) ‘het Engelse volk denkt vrij te zijn. Maar het vergist zich daar lelijk in. Vrij is het slechts op verkiezingsdag, daarna is het slaaf, niets. En in de zeldzame momenten dat het de vrijheid heeft, maakt het er een zodanig gebruik van dat het verdient die vrijheid te verliezen’. (Quoted by Frank Ankersmit in his Farewell Oration given on April 12th, 2010)
Jean-Jacques Rousseau (The Social Contract & Discourses Jean Jacques Rousseau Jean Jacques Rousseau)
Mijn huis staat met boeken volgestapeld, het zijn er nu over de dertienduizend, denk ik, maar iedere keer als we in Engeland zijn brengen we er toch wel weer minstens honderd terug. Maar het is zo fascinerend om al die vaak kleine zaakjes na te speuren. In Totnes. In Westward Ho (nu helaas verdwenen). In Barnstaple. In Marlborough. In Ripon. In, ja, noem maar op. Een van de redenen is natuurlijk dat Engelsen zo'n enorm rijke literatuur hebben, ik zeg altijd: het creatieve genie van de Nederlanders is in de schilderkunst gegaan en van de Engelsen in hun literatuur; onze Shakespeare heet Rembrandt. En van al die boeken - zeker uit de eerste helft van deze eeuw - is dikwijls zo weinig herdrukt. Je moet dus de oorspronkelijke uitgaven hebben.
C. Buddingh' (Engelse Zondagen)
Hoekom weet niemand nie dat Afrikaans as taal Suid-Afrika se eerste anti-koloniale verset was nie? Eers teen die taal Hollands en toe teen die Engelse taal. “Julle
Etienne van Heerden (Die biblioteek aan die einde van die wêreld)
Zo hadden we, Angelsaksische boerenmetworst, Mariekaakjes, Engelse thee, chewing gum, zult en zwoerd, crackers met Sesamzaad en Wilhelmina Pepermunt dat vastplakt, tussen het gehemelte en de plafonnière.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
De eindeloze metrogangen, iedere dag een reep cadbury's-chocolade (rozijnen met noten) voor 10 pence uit de 'vending machines' op de perrons, en een tabloid met de roddels van de dag. Met verbaasde ogen de Engelse vrouwen observeren. Zelfs in de winter droegen ze sandalen. Kwamen ze van Mars?
Kristien Hemmerechts (Kronkelpaden van het geheugen (Dutch Edition))
Binnen een economische wereld konden de culturele en economische kaart er daarentegen heel anders uitzien, soms zelfs precies tegenovergesteld zijn, zoals de respectievelijke zwaartepunten van economische en culturele zones duidelijk laten zien. In de dertiende, veertiende, en vijftiende eeuw was het niet Venetië of Genua, de twee koninginnen van de handel, maar Florence dat in de Westeuropese beschaving de toon aangaf: hier ontstond de renaissance en hiervandaan zou de culturele stroming zich verspreiden; daarnaast drong Florence zijn dialect - het Toscaans - op aan de literatuur. Het levendige Venetiaanse dialect dat op dit vlak een geduchte rivaal had kunnen zijn, ondernam hiertoe geen enkele poging. Zou dat komen omdat een op economisch vlak triomferende stad of een al te overheersende staat niet alles tegelijk kon hebben? In de zeventiende eeuw vierde Amsterdam zijn hoogtijdagen als handelsstad, maar de barok die Europa veroverde kwam ditmaal uit Rome, of eventueel uit Madrid. Evenmin zou Londen in de achttiende eeuw de culturele scepter in handen krijgen. Toen Abbé Le Blanc tijdens zijn verblijf in Engeland van 1733 tot 1740 over Christopher Wren kwam te spreken, de architect van de Saint-Paul's Cathedral, merkte hij op dat 'op de verhoudingen na die hij [bovendien] niet goed in acht heeft genomen, [hij] niet meer heeft gedaan dan het ontwerp van de Sint-Pieter van Rome tot twee derde van zijn oorspronkelijke grootte terugbrengen'. Vervolgens uitte hij zich in weinig lovende bewoordingen over de Engelse landhuizen die 'nog in Italiaanse stijl [gebouwd zijn], maar niet altijd met evenveel succes'. In dezelfde achttiende eeuw werd Engeland niet meer zozeer door door de Italiaanse cultuur beïnvloed als wel door de ideeën uit Frankrijk, dat in die tijd een culturele uitstraling op Europa had en de toon aangaf op het gebied van het geestesleven, de kunst en de mode, ongetwijfeld ter compensatie voor het gebrek aan politiek en economisch overwicht. 'De Engelsen houden zo van onze onze taal dat ze er zelfs genoegen in scheppen om Cicero in het Frans te lezen,' aldus dezelfde abbé Le Blanc. En moe van het almaar moeten aanhoren hoeveel Franse bedienden er in Londen werkten, antwoordde hij: 'Het feit dat er in Londen zoveel Fransen zijn om jullie te bedienen, komt omdat jullie mensen de manie hebben net zo gekleed, gekapt en gepoederd te willen worden als wij. Ze hebben zich in hun hoofd gehaald dat ze onze mode willen volgen en betalen veel geld aan mensen die hun leren hoe ze zich moeten tooien met onze absurditeiten.' En zo gaf Londen, dat het centrum van de wereld was en zelfs een schitterende cultuur had, steeds meer toe aan de Franse invloeden. Dit werd trouwens niet altijd toegejuicht, want we weten omstreeks 1770 van het bestaan van een genootschap van Antigallicans, 'dat als eerste streven had om geen enkel kledingstuk van Franse makelei te dragen'. Maar wat een genootschap uitrichten tegen zoiets ongrijpbaars als mode? Hoewel Engeland door zijn economische vooruitgang steeds belangrijker werd, deed het geen poging om het geestelijke gezag van Parijs de ondermijnen, en heel Europa tot aan Moskou toe streefde ernaar om de Franse taal tot de taal van de aristocratie en tot voertuig van het Europese denken te verheffen. Evenzo vormde Frankrijk aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw overduidelijk het middelpunt van de Westeuropese literatuur en schilderkunst, terwijl het op economisch gebied ver op de rest van Europa achterliep; in de tijd dat Italië en Duitsland op muzikaal vlak de toon aangaven, waren ze geen van beide economische machthebbers; en ook vandaag de dag mogen de Verenigde Staten wel een enorme economische voorsprong hebben opgebouwd, maar daarmee hebben ze nog niet de literaire of artistieke leiding over de wereld.
Fernand Braudel (Civilization and Capitalism 15th-18th Century, Vol 2: The Wheels of Commerce)