Een Vader Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Een Vader. Here they are! All 100 of them:

β€œ
Ik wou dat ik iemand was, dat denk ik ondertussen, en dat ik alles kon, of toch datgene wat ze van mij wilden. Ik wou het zelfvertrouwen van dat ene kind met die grote oren. En het grapje waar die mevrouw met dat haar, daar achter dat ene raam, zo om moet lachen. Ik wou stoute schoenen om aan te trekken. Ik wou glanzend geluk en onwerkelijk grote liefde. Ik wou troost voor mij en voor iedereen die dat nodig heeft. Ik wou dat ik steengoed was in wat ik deed. Ik wou dat ik hem kon geven wat hij dan verlangt. Ik wou een vader die ik meer kon helpen. Ik wou de mist boven de bergen, dingen om nooit meer te vergeten, en onweerstaanbaar zijn, dat ook nog.
”
”
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
β€œ
Lang nadat ik was opgehouden mijn vaders paden na te lopen, had ik van hem geleerd dat er in sommige levens bergen bestaan waar je niet naar terug kunt keren. Dat je in levens als het mijne en het zijne niet terug kunt naar de berg die het middelpunt is van alle andere, en het begin van je eigen geschiedenis. En dat mensen zoals wij, die op de eerste en hoogste berg een vriend hebben verloren, niets anders rest dan dwalen over de acht bergen.
”
”
Paolo Cognetti (Le otto montagne)
β€œ
voel me: moe. Maar moe is geen gevoel, zegt mijn vader. Hij heeft geen gelijk. Moe is een allesoverheersend rotgevoel.
”
”
Erna Sassen (Dit is geen dagboek)
β€œ
Mijn vader is weg, voor altijd verdwenen, en niks is veranderd, het wordt gewoon ochtend, er komt weer een avond. Er is niks veranderd, en alles is anders.
”
”
Griet Op de Beeck
β€œ
Ik heb het nooit tegen iemand gezegd, dat ik mijn moeder niet gemist heb, dat ik niet kon huilen, die nacht, omdat ik naast een stil soort verdriet ook opluchting voelde, dat ik 's ochtends keek naar de zon die hoog stond en dacht: het is een nieuwe dag, dat ik mijn vader meer miste, omdat de afwezigheid van wie verdwijnt terwijl hij voor je staat heftiger schijnt, dat ik mij afvraag wat dat dan betekent.
”
”
Griet Op de Beeck
β€œ
Niet om onzentwil, maar omdat vader en moeder naar een aardig speelpopje verlangen, wordt een kind de levenstaak opgelegd.
”
”
Marcellus Emants (Een nagelaten bekentenis)
β€œ
Is Oeroeg minder dan wij' stootte ik uit. 'Is hij anders?' 'Ben je belazerd,' zei Gerard kalm, zonder de pijp uit zijn mond te nemen. 'Wie zegt dat?' Ik bracht, niet zonder moeite, mijn gewaarwoordingen van die middag onder woorden. 'Een panter is anders dan een aap,' zei Gerard, na een pauze, 'maar is een van de twee minder dan de ander? Dan vind je een idiote vraag, en je hebt gelijk. Blijf dat nou net zo idioot vinden, als het mensen betreft. Anders zijn - dat is gewoon. Iedereen is anders dan een ander. Ik ben ook anders dan jij. Maar minder of meer zijn door de kleur van je gezicht of door wat je vader is- dat is nonsens. Oeroeg is immers je vriend? Als hij zo is dat hij je vriend kan zijn- hoe kan hij dan ooit minder zijn dan jij, of een ander?
”
”
Hella S. Haasse (Oeroeg)
β€œ
Scheppend kunstenaar, dat valt niet mede. Ik sprak heel vroeger wel eens vader Klatser die aan een betere samenleving bouwt, als hij nog niet in zijn hese geschreeuw gestikt is, tenminste. Hij zei een keer tegen me: 'Weet jij, wat of heel moeilijk is om te schilderen?' 'Nee?' 'Een s-s-s-sneeuwlandschap. En weet je wat of ook heel erg moeilijk is om te schilderen? Een z-z-z-zonsondergang.' (Hij stotterde ook nog) 'En weet je, wat ik nou aan het schilderen ben?' (Sprakeloze stilte) 'Een z-z-z-zonsondergang in een s-s-s-sneeuwlandschap.
”
”
Gerard Reve (De taal der liefde)
β€œ
Op een dag - ik was een jaar of negen - werd het mij allemaal duidelijk. 'Ik had nooit kinderen moeten nemen,' zei mijn vader terwijl hij naar het tafelblad staarde alsof het pas op dat moment tot hem doordrong, en we medelijden met hem moesten hebben. 'Harun, niet waar de kinderen bij zijn,' zei mijn moeder. 'Ze mogen het weten,' zei hij. 'Ze moeten weten dat ik anders ben.' Hij zweeg even en keek toen ineens trots op: 'Ik ben geen klassieke vader, ik ben een communist!' Ik keek hem onbewogen aan. En ik herinner me goed dat ik me niet gekwetst voelde. Voor het eerst voelde ik me niet gekwetst, want ik dacht: je hebt gelijk. Je hebt helemaal gelijk, baba. Dit zegt een vader niet tegen zijn kinderen. En alles daarom al had je geen kinderen moeten nemen. Alleen daarom al had je geen vader mogen worden. Alleen daarom al had je mijn vader niet mogen zijn.
”
”
Murat Isik (Wees onzichtbaar)
β€œ
Stelen is het ergste dat je kan doen. Als je iemand vermoordt, steel je een leven. Je steelt het recht van zijn vrouw op een echtgenoot en berooft zijn kinderen van een vader. Als je een leugen vertelt, steel je iemands recht op de waarheid. Als je iemand bedriegt, steel je zijn recht op een gelijkwaardige behandeling.
”
”
Khaled Hosseini (The Kite Runner)
β€œ
De tijd (dat is bekend) vliegt soms als een vogel en kruipt soms als een worm; maar het gaat de mens bijzonder goed als hij zelfs niet merkt of hij snel of langzaam voorbijgaat.
”
”
Ivan Turgenev
β€œ
Zij sprak openhartig over de mishandelingen door haar vader, en liet hem de beurse plekken zien die zelfs een huid niet kan vertonen.
”
”
Jonathan Safran Foer (Everything is Illuminated)
β€œ
Omdat ze een vrouw was verdacht men haar van ijdelheid, maar hoe kon zij een veroordeling voor schoonheid ernstig nemen als het kwam van heren die dat voor haar sekse verplicht stelden?
”
”
Monika van Paemel (De vermaledijde vaders)
β€œ
Mijn vader zei: 'Als je verdrietig bent kan kunst helpen. Omdat je in een schilderij soms meer nog dan in een gezicht, meer nog dan in een paar lieve ogen, kunt zien, nee vΓ³Γ©len, dat iemand je begrepen heeft.
”
”
Maartje Wortel (Goudvissen en beton)
β€œ
Er staan boterhammen voor je in het buffet,' zei zijn moeder. 'Dank je wel,' zei hij. Ze schakelde de radio in. 'Geen landbouw, geen veeteelt, geen slechte muziek, geen geoudehoer,' zei Frits. geen walsen van Strauss, geen illustratieve muziek. Laat alleen het allerbeste doorkomen. Toon, desnoods een gebrekkige, maar vooruitstrevende smaak.' 'Ik krijg er hoofdpijn bij,' dacht hij. 'Je bent niet aleen in huis,' zei ze. 'Je moet ook eens aan iemand anders denken. Het wordt tijd, dat je eens met anderen rekening houdt.' De radio was warm geworden en begon geluid te geven. 'Ik ben zo alleen en denk steeds aan jou,' zong een tenor. Zijn vader draaide de knop naar links, maar juist nog niet uit. Men kon horen, dat er gezongen werd, maar verder niets onderscheiden. 'Zo wordt het toestel gesmoord,' dacht Frits, kwam naderbij en zocht de schaal af. Tenslotte draaide hij de knop af.
”
”
Gerard Reve (De avonden)
β€œ
De periode waarin mijn ouders het bezit van een mobiele telefoon met elkaar deelden, was te kort geweest voor mijn vader om het gebruik ervan in veel detail aan mijn moeder uit te leggen. Dat kwam mooi uit, want mijn moeder is niet geΓ―nteresseerd in hoe dingen werken. Ze wil alleen maar dΓ‘t het werkt. Dat is het mooie aan oud worden: je leert de overbodigheid van kennis waarderen. Na mijn vaders dood hield mijn moeder de gsm. Nu kan ze opnemen, bellen, haar prepaidkaart laden en zelfs sms'en. Het instellen van de voicemail daarentegen is een concept dat haar idee van de maakbare wereld ver overstijgt. Dus toen ik mijn moeder belde was het mijn vader die opnam. Het deed goed zijn stem weer te horen. Alleen jammer dat hij ook nu weer zei dat hij eventjes niet bereikbaar was.
”
”
Ivo Victoria (Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het mij spijt))
β€œ
Ik wou dat ik iemand was, dat denk ik ondertussen, en dat ik alles kon, of toch datgene wat ze van mij wilden. Ik wou het zelfvertrouwen van dat ene kind met die grote oren. En het grapje waar die mevrouw met dat haar, daar achter dat ene raam, zo om moet lachen, ik wou stoute schoenen om aan te trekken. Ik wou glanzend geluk en onwerkelijk grote liefde. Ik wou troost voor mij en voor iedereen die dat nodig heeft. Ik wou dat ik steengoed was in wat ik deed. Ik wou dat ik hem kon geven wat hij dan verlangt. Ik wou een vader die ik meer kon helpen. Ik wou een moeder. Ik wou de mist boven de bergen, dingen om nooit meer te vergeten, en onweerstaanbaar zijn, dat ook nog.
”
”
Griet Op de Beeck
β€œ
Tot besluit Ik ken de droefenis van copyrettes, van holle mannen met vergeelde kranten, bebrilde moeders met verhuisberichten, de geur van briefpapieren, bankafschriften, belastingformulieren, huurcontracten, die inkt van niks die zegt dat we bestaan. En ik zag Vinexwijken, pril en doods, waar mensen roemloos mensen willen lijken, de straat haast vlekkeloos een straat nabootst. Wie kopiΓ«ren ze? Wie kopieer ik zelf? Vader, moeder, wereld, DNA, daar sta je met je stralend eigen naam, je hoofd vol snugger afgekeken hoop op rust, promotie, kroost en bankbiljetten. En ik, die keffend in mijn canto's woon, had ik maar iets nieuws, iets nieuws te zeggen. Licht. Hemel. Liefde. Ziekte. Dood. Ik ken de droefenis van copyrettes.
”
”
Menno Wigman (Dit is mijn dag: gedichten)
β€œ
Het huwelijk Toen hij bespeurde hoe de nevel van den tijd in d'oogen van zijn vrouw de vonken uit kwam dooven, haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt. Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij den baard en mat haar met den blik, maar kon niet meer begeeren, hij zag de grootsche zonde in duivelsplicht verkeeren en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard. Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond het merg uit haar gebeente, dat haar tΓ²ch bleef dragen. Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen, en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond. Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand. Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wasschen en rennen door het vuur en door het water plassen tot bij een ander lief in eenig ander land. Maar doodslaan deed hij niet, want tusschen droom en daad staan wetten in den weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat. Zoo gingen jaren heen. De kindren werden groot en zagen dat de man dien zij hun vader heetten, bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten, een godvergeten en vervaarlijke' aanblik bood.
”
”
Willem Elsschot
β€œ
Verder ken ik 'r een, die is uit Oss afkomstig; nou, meneer weet hoe 't dÑÑr toegaat, in Oss, daar vermoorden ze hun eigen vader als ze jarig zijn. Hij heeft me wel 's verteld uit z'n jeugd, hoe de jongens erop uitgingen, op winteravonden, om ieder die ze tegenkwamen, en 't hoefden niet eens vijanden te zijn, met hun kop in 'n plas te houden tot ze gestikt waren. Alleen maar voor de lol. Dat soort lui pleegt 'n moord zoals u uw neus snuit...
”
”
Simon Vestdijk (Pastorale 1943)
β€œ
Een volk dat voor tirannen zwicht Allen, die hier tesamen zijn, de levenden, de doden, de handbreed, die ons scheidt, is klein, wij zijn tesamen ontboden voor het gericht … Gedenk de liefste, die hier ligt, de broeder, vrind of vader, maar gun Uw ogen wijder zicht, aanzie het land en alle mens tegader, hoor dit bericht: Wij staan tesaam voor het gericht voor goed of kwaad te kiezen, een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht.
”
”
H.M van Randwijk
β€œ
Ach, nou vergeet ik één ding te vertellen: de dominee was ook op bezoek, een zeer belezen en wijze man met een hoornen bril. Hij droeg een leuk pak en vrolijke schoenen. Hij praatte vaak met mij over Sartre, Hegel, Nietzsche, Kierkegaard en andersen. Als eerste heeft hij mij in contact gebracht met Winnie-the-Pooh. De dominee vond mij een aardige jongen en ik mocht hem ook wel. De dominee schreef in zijn vrije tijd gedichten en soms las hij ze aan me voor. Ze gingen haast altijd over de herfst en de dood.
”
”
J.M.A. Biesheuvel (Brief aan Vader: een keuze uit eigen werk)
β€œ
Niets bond me meer aan de mensen tussen wie ik was opgegroeid, wier blikken me steeds vreemder en verbaasder aanstaarden en wier wereldbeschouwing te eenzijdig was dan dat ik me geroepen voelde me daar naar te voegen. Toegegeven, ze kenden me goed, en wel als een onnut lid van de maatschappij zoals ik ook mezelf kende. Maar sceptisch en fatalistisch genoeg om - met de woorden van mijn vader- mijn 'paljasbegaafdheid' van de vrolijke kant te nemen en van zins om op mijn manier van het leven te genieten ontbrak het me geenszins aan zelfingenomenheid.
”
”
Thomas Mann (Der Bajazzo)
β€œ
Mijn vader houdt van jazz en heeft een uitgebreide verzameling platen en banden waarvan hij vroeger als hij uit zijn werk kwam kon genieten. Hij kon met een rothumeur binnenkomen, maar als hij Dexter Gordon had opgezet en zichzelf een wodkacocktail had ingeschonken, ebde zijn stress snel weg en werd alles β€˜te gek, jongen, gewoon te gek.’ Op het moment dat de naald op de plaat neerdaalde, maakt hij zijn das los en werd hij iemand anders dan degene die hij daarvoor was geweest, een conservatieve ingenieur met in zijn borstzakje een stel ibm-pennen met het opschrift denk na.
”
”
David Sedaris (Van je familie moet je het hebben)
β€œ
Eind van de middag, ik was net uit school thuisgekomen (daar had ik zorgvuldig geheimgehouden dat ik jarig was om te voorkomen dat ik zou moeten trakteren, want daarvoor wilde mijn moeder mij geen versnaperingen meegeven), kwam mijn grootvader met zijn cadeau aanzetten. Aan de alsmaar naderbij komende, zeer krachtige tikken van zijn wandelstok op de trottoirtegels kon je horen dat hij zich erop verheugde andermaal een naar hem vernoemde kleinzoon gul te bedelen. Hij droeg een groot pak en overhandigde mij dat in de woonkamer. Plechtig verwijderde ik het papier. Wat mij op mijn achtste jaar ten deel was gevallen, bleek een vorstelijke meccanodoos te zijn. Weliswaar geen nieuwe fiets, maar toch iets ongehoords. Mijn grootvader verwijderde zich weer, want er was op dat moment niemand bij de hand om mee te dammen. Mij leek toen het grote ogenblik gekomen om de meccanodoos verder uit te pakken en ermee aan de slag te gaan. Toen ik aanstalten maakte om hem te openen, riep mijn moeder: 'Wat doe je nou?' 'Ik ga hem openmaken, ik wil ermee spelen.' 'Ben je helemaal betoeterd geworden? Zo'n duur cadeau. Blijf af.' 'Maar... maar... ik heb hem toch van opa gekregen. Ik wil ermee spelen.' 'Geen sprake van, afblijven. Zo'n duur cadeau, en daar wou je zomaar met je tengels aanzitten? Niks hoor, ik zet hem weg.' Ze pakte de meccanodoos op en plaatste hem achter lakens en slopen in het dressoir. Toen mijn vader thuiskwam, werd de doos weer tevoorschijn gehaald en wederom vol verbazing aanschouwd. Zeker, het was geen nieuwe fiets, maar toch... Wat een cadeau. 'Opa 't Hart is maar goed op je,' zei mijn vader. 'Maar ik mag er niet mee spelen,' zei ik verongelijkt. 'Nee, natuurlijk niet,' zei mijn vader, 'daar heeft je moeder groot gelijk in, zo'n duur cadeau, het zou gekkenwerk zijn als je daar met je poten aan zou zitten. D'r kan zomaar een schroefje of moertje of ander onderdeeltje kwijtraken, niks hoor, je moeder bergt hem weer netjes op.' 'Zo is het,' zei mijn moeder, en weg ging de meccanodoos.
”
”
Maarten 't Hart (Magdalena)
β€œ
Zo beschrijft hij hoe wijlen burgemeester Bicket het voordelige ambt van vendumeester -- goed voor zesduizend gulden per jaar -- toeschoof aan zijn veertienjarige zoontje Hendrick. Het burgemeesterszoontje Jan Corver Trip was zelfs al op zijn vijfde jaar postmeester op Rotterdam, Delft en Den Haag. Toen hij acht was maakte zijn vader hem postmeester van het Hamburgse Postcomptoir. Toen hij achttien was, werd hij ook nog kerkmeester van de Nieuwe Walenkerk. Toen hij op zijn negentiende overleed -- hij had een leren riem te strak en te lang om zijn lijf geklemd om zijn overtollige vet te camoufleren, waardoor 'zijne edele's partijen, long en lever aan malkander waren gegroeid' -- liet hij een vermogen na van twee ton.
”
”
Geert Mak (Amsterdam)
β€œ
Een maand na de dood van mijn vader hield mijn moeder grote schoonmaak. Zijn geur moest worden weggeschrobd, zijn geest verjaagd. Ze zeulde de matras van zijn ziekbed naar buiten en gaf hem er stevig van langs met de mattenklopper. Scheerkwast, nagelborstel, tandenborstel, klerenborstel - de brand erin, zuiveren en de rest in een diepe kuil begraven - geen haar of schilfer mocht er van hem achterblijven. Na een dag luchten, waarbij de ramen in hun haakjes huilden, stak ze een kaars aan en liepen we drie keer met een bibbervlam om het huis, daarmee sneden we de negatieve krachten die ons omsingelden voorgoed af. Voortaan zou zijn woede de deur van ons huis niet meer kunnen vinden en zijn geschreeuw ons niet meer uit de slaap houden. Zo bande ze mijn driftige vader uit - met dweil, luiwagen, mattenklopper en lucifers. En door de tafel zo tegen de muur te schuiven dat alleen zij nog aan het hoofd kon zitten.
”
”
Adriaan van Dis (Ik kom terug)
β€œ
In mijn eerste kasboek schreef ik: 'Ik wil heerser worden. Waarschijnlijk ben ik dat al, maar de rest van de wereld weet het nog niet.' De eerste mensen over wie ik wilde heersen waren mijn familieleden: vader, moeder, en twee broers. (...) Terugbladerend in het kasboek lees ik dat ik gedurende twee weken heb geprobeerd mijn vader te dresseren. Tijdens het avondeten, het enige moment waarop onze familie samen was, zei ik tegen mijn vader als hij zijn voor naar zijn mond bracht, 'Eet!' En als hij zijn glas naar zijn mond bracht, 'Drink!' De eerste drie dagen keek hij mij verstoord aan, maar de vierde en vijfde dag ging hij nadrukkelijk tegen mijn bevelen in. Als ik zei 'Eet!' legde hij zijn vork neer, en als ik zei 'Drink!' zette hij zijn glas met een klap op tafel. In het africhten van mijn vader had ik mijn eerste succes geboekt, ik had hem geconditioneerd, en ik tekende die dag een zonnetje in mijn kasboek.
”
”
Marek van der Jagt
β€œ
Connie begon het bestaan van benen te beseffen. Zij werden belangrijker voor haar dan gezichten, die niet langer meer erg werkelijk waren. Hoe weinig mensen hadden levende, gevoelige benen! Zij keek naar de mannen in de stalles. Grote, worsterige dijen in zwart worstdoek, of diunne houten stokjes in zwart begrafenisgoed, of welgevormde jonge benen zonder enige betekenis, geen sensualiteit of tederheid of gevoeligheid, gewoonweg een pantoffelparade van benen van niets. Zelfs niet iets van de sensualiteit, die haar vader had. Zij waren alle ontmoedigd, zodat zij niet meer bestonden, als het ware. Maar de vrouwen waren niet ontmoedigd. De vreselijke kilometerpaaltjes, die de meeste vrouwen tot benen hadden! Gewoon ergerlijk! Werkelijk voldoende, om een moord te rechtvaardigen! Of de arme pijpestelen! of de keurig nette dingen in zijden kousen, zonder iets, dat op leven leek! Vreselijk, de miljoenen onbeduidende benen, die doelloos rondstapten!
”
”
D.H. Lawrence (Lady Chatterley’s Lover)
β€œ
Vonkenregens spatten van de blokken op de wapperende handen bij het flakkerende vuur dat tegen oostenwind in woedt 't is daar het noorden, ander weer, een ander uur geen plaats daar voor kleine zorgen geen tijd voor schijnheiligheid harde dagelijkse strijd verspert de blik op morgen barre eenzaamheid de hardste mannen jagen buiten in hun vacht in weer en wind en bij het licht van zuster maan oude buren werden rovers je moet er achteraan het is daar God en het bestaan in vormeloze hutten waar hulpeloze vaders babydochters verwelkomen en waar vrouwen zonen baren, zonder dokter, zonder morren men ontvangt daar nooit bezoek of 't is een team van de VN haast onmiddellijk gevolgd door een ploeg van CNN het is daar een ander uur in de historie en het leven meestal niet van lange duur waar mensen wonen Maar in de schemer sidderen de warme handen in de schemer de verliefde jonge blik in de schemer tast de tong op jonge tanden in het schemerlicht Meer naar het zuiden heersen hitte en het zand van de woestijn een oude vorst van kwade faam het is daar droog en heet, elk voorwerp heeft nog steeds zijn oude naam de kookpot en de kussens (die soms zetel zijn soms bed), een fles cola, de tv stromend water is er niet en striemend brandt de hete zon want waar kwamen ze vandaan van een land meer naar het noorden dat door oorlog werd geteisterd en door honger werd geveld land waarvan de naam heet opwelt in de tranen voor degenen die gedood zijn of in de hoge golven zijn verdwenen naam die opwelt in de tranen van degenen die het haalden over heel de ruige zee tot aan dit droge hete land waar het welkom minder warm was dan ze hadden mogen hopen na vele dagen varen en vele dagen lopen - p. 91+92 / Code (album)
”
”
ThΓ© Lau (Open: De teksten 1979-2014)
β€œ
Als een man, hoe lief en zorgzaam hij ook zijn mag, iets wil wat hij niet bij jou kan krijgen, dan haalt hij het vroeg of laat ergens anders wel. Het gebrek is de vader van de misstap.
”
”
O.G. Wilkins (De man met zwarte laarzen)
β€œ
Rechtszaak tegen het Algemeen Dagblad, de Volkskrant, de Telegraaf, RTL 4, Het Brabants Dagblad, de gemeente Tilburg, Het Koninklijk Huis, de volksvertegenwoordiging te Den Haag, in verband met het gezicht van mijn zus, nichtje, moeder en vader.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Het zogenaamde, ongevraagd, verbeteren van deze mortuarium regering met tofu kabinet heeft er toe geleid, dat mijn vader als moeder redelijk benadeeld zijn geraakt. Maakt niet uit.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Het spijt me, maar die man is mijn vader niet. Een vader betekent iets voor zijn dochter. Ik weet niet wat hij voor mij betekent. Ik wil hem niet haten. Maar het is ook zo verdomd moeilijk om van hem te houden. Ik ben een heel alleen kind. Ik zie mezelf niet als iemand met een ouder.
”
”
Naomi Rebekka Boekwijt (Bloedblaren)
β€œ
Ik heet Elizabeth. Niet Beth of Liesje of Liesbeth, of Liza of Betje, gewoon Elizabeth. Ik heb een hekel aan zulke verbasteringen. Moeders en vaders zadelen je daarmee op zonder je iets te vragen, en dan zit je er mooi mee. Het zijn geen echte namen. Elizabeth is mijn echte naam.
”
”
Terry Brooks (Wizard at Large (Magic Kingdom of Landover, #3))
β€œ
Waar het hart spreekt, is het onbehoorlijk dat het verstand iets tegenwerpt. in het rijk van de kitsch heerst de dictatuur van het hart. Het door kitsch opgeroepen gevoel moet uiteraard dusdanig zijn dat massa's dat kunnen delen. Kitsch kan daarom nooit stoelen op een bijzondere situatie, maa rop basisbeelden die in het geheugen van de mensen zijn gegrift: ondankbare dochter, in de steek gelaten vader, kinderen die over een grasveld rennnen, verraden vaderland, herinnering aan de eerste liefde. Kitsch wekt vlak achter elkaar twee tranen van ontroering. De eerste traan zegt: Wat mooi, kinderen die over een grasveld rennen! De tweede traan zegt: Wat mooi om samen met het hele mensdom ontroerd te zijn door kinderen die over een grasveld rennen! De tweede traan mat kitsch pas tot kitsch. Broederschap van alle mensen op aarde kan alleen gebaseerd zijn op kitsch.
”
”
Milan Kundera (The Unbearable Lightness of Being)
β€œ
Ik had de vader van Frans weleens zo aan tafel zien zitten bidden, vermoeid maar met een vanzelfsprekende vertrouwdheid, alsof hij wist dat God op hem zat te wachten.
”
”
Alex Boogers (Alleen met de goden)
β€œ
Ezzie had een gesprek met haar vader, over waarom liefde zo ingewikkeld is, en hij zei dat het kwam door de verwachtingen die we hebben van elkaar. En dat we alleen onszelf gelukkig kunnen maken.
”
”
Francine Oomen (Hoe overleef ik (zonder) liefde? (Hoe overleef ik, #10))
β€œ
Zelf heb ik nogal moeite met bellen, want ik stel me altijd voor dat die ander net begint aan een romantisch intermezzo en/of gehoord heeft dat z’n vader is overleden. De fantasie is niet altijd een zegen.
”
”
Nicolien Mizee (De kennismaking (Faxen aan Ger #1))
β€œ
Een man die zich haar vader noemde, maar zoiets deed een vader toch niet?
”
”
Tessa de Loo (Een goed nest)
β€œ
Voor het eerst in haar leven voelde ze een vleug pure haat opkomen, snel en schichtig, als een nog onbekende vijand die niet gezien wil worden en wegduikt in het struikgewas als je zijn kant op kijkt. Haat jegens de man die hun dit had aangedaan. Een man die zich haar vader noemde, maar zoiets deed een vader toch niet?
”
”
Tessa de Loo (Een goed nest)
β€œ
En ze leunde makkelijk tegen de muur, om aandachtig te kijken naar mijn ochtendpik terwijl ik de lakens van me wierp. Ikzelf had nooit geweten hoe dat precies moest, naar iets te kijken voor het laatst. Niet naar de skyline van een stad die ik verliet, niet naar een woning eens de huur afliep, niet naar mijn vader toen die stierf. Jouw moeder leek daar weinig problemen mee te hebben. Ze keek met de honger van het leven tot op de laatste snik.
”
”
Dimitri Verhulst (De zomer hou je ook niet tegen)
β€œ
Ze hadden het erover dat een dode geen troost kan bieden aan de overlevenden, maar dat het kijken naar de dode misschien wel noodzakelijk was om te kunnen overleven. Jan Razelius had in zijn leven twee doden gezien, twee lijken. Zijn vader en een vriend. Toen hij naar hen keek, liggend in hun kist, zag hij dat zij waren β€˜overgegaan’, zoals de mensen dat noemen. Hij zag dat er iets aan hen veranderd was en dat zij nu onherroepelijk behoorden tot het niet-menselijke deel van de wereld. Hij zag het. Begrijpen deed hij het niet, maar hij kon het zien.
”
”
J. Bernlef (Sneeuw)
β€œ
Als iets de eerste keer niet gaat, moet je het gewoon een tweede keer proberen. Want twee keer is reeds recht. Dat heb ik mijn vader eens horen zeggen.
”
”
Philip Huff (Dagen van gras)
β€œ
Sommige leerlingen zijn niet zo sterk in knip-en-plakvakken maar zijn geboren schrijvers, andere zijn te wispelturig om met de schaar een parcours van stippellijnen te volgen maar blinken uit in atletiek, weer andere spreken in sommen en formules maar spellen verkeerd. Nog andere munten uit in de kunst van de totale onkunde. Babs viel uit de toon. Babs blonk in alles uit. Babs leerde niets. Babs had al van bij haar geboorte alle wijsheid van de wereld in pacht. Wij zagen Babs van hier uit de toon vallen. Babs had Geen speelgoed met kogels, Geen stiefzussen, geen vader met een stamcafΓ©, Geen werkloze oom die een hele dag op het dorpsplein zat en met de duiven sprak, Geen bodywarmer, geen kermisvriendjes, Geen dagelijkse portie friet, geen pitbull Bob, geen slecht rapport. Geen voornemens voor missiewerk.
”
”
Saskia de Coster (Eeuwige roem)
β€œ
Mensen zeggen wel eens: vanaf nu kan het alleen maar beter worden. Ik ben nog maar twaalf en ik weet ondertussen al dat dat niet waar is. Er blijkt altijd nog een bodem onder wat je dacht dat de bodem was. Ik heb aan mijn vader gevraagd of daar een grens aan zou zijn, of niet. Hij lachte. 'Mijn kleine dramaqueen,' zei hij. Papa doet alsof alles een grap is. Dat is ook een strategie, natuurlijk. Ik denk dat mama dat ook niet leuk vindt aan hem. Soms stel ik mij voor dat ongelukkig zijn iets of iemand is. Want iets of iemand kan opeens verdwijnen, zo snel als hij of zij gekomen is.
”
”
Griet Op de Beeck
β€œ
Dan wil ik de verzameling.' Vicente doelde op de uitgebreide serie speelgoedautootjes die zijn vader achter slot en grendel in de vitrinekast in de woonkamer had staan. Het waren bijna vierhonderd verschillende modellen, die LeΓ³n sinds zijn kindertijd gespaard had. Vicente mocht er niet mee spelen, wat bij de jongen aanvankelijk voor onbegrip en teleurstelling had gezorgd, maar in de loop der tijd was hij eraan gewend geraakt om door het glas naar de autootjes te kijken, alsof het aquariumvissen waren. Verder waren de autootjes voor LeΓ³n hΓ©t gespreksonderwerp als zijn zoon bij hem was. 'Heb je enig idee wat dat piepkleine groene raceautootje kost?', zei hij bijvoorbeeld terwijl hij naar een Jaguar van Matchbox wees, made in England in 1957. 'Nee. Hoeveel dan?' 'Een hele hoop, zei LeΓ³n. 'En met de dag meer. Als ik doodga, is deze verzameling van jou, hij had dit al talloze malen gezegd, en dan kun jij verder sparen, of misschien, als het je niet interesseert, de verzameling verkopen, je krijgt er een smak geld voor.' Hoewel Vicente een rijke fantasie had, had hij nooit gedacht dat die verzameling zoveel waard zou zijn. Onder de huidige conjunctuur berekende hij echter dat hij, zelfs als hij ze per stuk en heel goedkoop verkocht, genoeg geld bijeen zou kunnen krijgen om de operatie te betalen. Hij had nooit gedacht dat LeΓ³n pertinent zou weigeren. Het was voor het eerst dat hij het gevoel of de zekerheid had dat zijn vader een sukkel was.
”
”
Alejandro Zambra (Poeta chileno)
β€œ
En wat me zo trof, en zowel schrik als troost met zich meebracht, was het besef dat de God die ik aanbid exact weet wat het is om te sterven. Hij weet wat de dood betekent voor mensen. Het is een ervaring waarvoor God zich niet te goed achtte om die te delen met mijn vader en met ieder van ons. Ik heb geen idee hoe het zal zijn om te sterven- maar Jezus wel. Hij kent het gevoel van zuurstoftekort in zijn cellen, van hartstilstand en verstikking. Er is geen duisternis waarin hij niet is afgedaald. Hij kent de structuur en de smaak van alles wat ik het meest vrees.
”
”
Tish Harrison Warren (Bidden in de nacht: Voor wie werken, waken en wenen)
β€œ
Ach, nou vergeet ik één ding te vertellen: de dominee was ook op bezoek, een zeer belezen en wijze man met een hoornen bril. Hij droeg een leuk pak en vrolijke schoenen. Hij praatte vaak met mij over Sartre, Hegel, Nietzsche, Kierkegaard en A Andersen. Als eerste heeft hij mij in contact gebracht met Winnie-the-Pooh. De dominee vond mij een aardige jongen en ik mocht hem ook wel. De dominee schreef in zijn vrije tijd gedichten en soms las hij ze aan me voor. Ze gingen haast altijd over de herfst en de dood.
”
”
J.M.A. Biesheuvel (Brief aan Vader: een keuze uit eigen werk)
β€œ
Zonder mijn moeder was ik misschien wel een heel raar kind geworden. Ze bewaakte de rust en regelmaat in het huis. Mijn vader liet geen dag voorbijgaan of hij verzon iets nieuws. De zomerkermis in Beek, zelf pottenbakken in de Preekherengang, de geit van bomma in haar bedstede opsluiten, passanten opwachten achter de Helpoort en 'Boe' roepen. Voor kerst gaf hij me een beeld van een monnik, dat appelsap plaste als je op de kop duwde.
”
”
Marente de Moor (De Nederlandse maagd)
β€œ
Toen de tweeling nog klein was en Michela weer eens wat uithaalde, zoals met haar loopstoeltje van de trap af racen of een doperwt in haar neus stoppen, zodat je dan weer met haar naar de eerste hulp moest om hem er met een speciaal pincet uit te laten halen, keek hun vader altijd naar Mattia, de eerste die het licht zag, en zei dat mama een te kleine baarmoeder had voor hen allebei. 'Joost mag weten wat jullie daar in die buik hebben uitgespookt,' zei hij altijd. 'Misschien heb je je zusje wel ernstige schade toegebracht met je getrappel.' En dan lachte hij, hoewel er niets te lachen viel.
”
”
Paolo Giordano
β€œ
Ik schrijf gedichten als dunne bomen. Wie kan zo mager praten met de taal als ik? Misschien is mijn vader gierig geweest met het zaad. Ik heb hem nooit gekend, die man. Ik heb nooit een echt woord gehoord of het deed pijn. Om pijn te schrijven heb je weinig woorden nodig.
”
”
Jan Arends (Vrijgezel op kamers. Verzameld werk)
β€œ
Hij deed zijn best om een goede vader te zijn.
”
”
Emily Kocken (De kuur)
β€œ
Mijn vader gebruikt zijn bijl niet meer op het hakblok. Hij klieft de vlijmscherpe bijl dwars boven door jouw kop, kapot. Bats.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Dochtertje lief kan tenminste op haar vader rekenen.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Yannick Dangre. Mensen, zo heet toch niemand? Het moet wel bijna een pseudoniem zijn. Als je echt 'Yannick Dangre' heet moet je wel gek zijn onder die naam poΓ«zie te gaan schrijven, kun je net zo goed meteen 'rijkeluiszoontje' op je voorhoofd tatoeΓ«ren. Nee, als de jongen echt zo heet, mijn god, dan heb ik met hem te doen. Je ziet zijn moeder voor je, Helen Dangre, die tegen vader Jacques Dangre zegt, zeg, zullen we onze zoon Yves noemen? Nee, gotsiemikkie, wat gewoontjes, maak er maar Yannick van. Jakkie! Maar als hij echt Yannick Dangre heet, dan had hij wis en waarachtig poΓ«zie geschreven onder de naam Frits van den Ende, of als het ludiek moest wezen Frits Mompelkut, en zo weet ik dus stellig te beweren dat het alleen een pseudoniem kan zijn, maar die gedachte is onverdraaglijk, ik kan er niet van slapen. Je gaat poΓ«zie schrijven en je noemt jezelf 'Yannick Dangre'. En dan heb je tot overmaat van ramp zo'n 18e eeuwse krullendos, en schrijf je met een ganzenveren pen met grote sierlijke prulletters de derde nachtbundel van het jaar, geadverteerd als 'De wereld lijkt langzaam in een donkere nacht te verdwijnen en dat vraagt om reactie.' Nou, bij deze dan, Yannick. Met je nacht en navel. Kom uit de kast, zeg ik. Zou dit dezelfde onverlaat zijn die ook Chretien Breukers verzon?
”
”
Martijn Benders
β€œ
Mijn laatste vrouw kwam mijn leven binnengewandeld als in een bloemrijk vers van een stokoude Lodeizen. Ze beloofde me vijf jaar te wiegen. Ze stelde me voor aan haar zoon. Zeven jaar oud. En omdat het Austeriaanse Legoland Perpectief ook wat wil in dit universum, bleek het joch dezelfde ziekte als ik te bezitten. De televisiegenieke versie ook nog. Gooien, smijten en slaan. En er was nog een verrassing: zo onopgevoed had ik een kind nog nooit gezien. Onbegrijpelijk onopgevoed. In mij stond een vader op. Zo'n enorm groot beest van een vader, dat ik Opvoeden wilde tot ik erin bleef. Na drie weken was de vrouw jaloers op de aandacht die ik het kind schonk. Na vijf weken gebruikte ze hem als chantagemiddel.
”
”
Nanne Tepper
β€œ
In de verte schreeuwde iemand 'stilte'. Daarna werd er een naam geroepen. De mensen keken rond. Weer een naam. Iemand fluisterde 'ach die'. Weer een naam. Er liepen een paar mensen voor ons langs. Zij liepen van het plein af. Fluisterend vroeg ik of wij ook weg mochten. Mijn vader zei dat ik goed moest luisteren. Als ik onze naam zou horen, dan zouden wij ook weggaan. Ik probeerde de namen te verstaan, maar het was te moeilijk. Er werden ook nummers geschreeuwd en dat maakte het nog moeilijker. Het duurde erg lang. 'Ze zijn bij de M,' zei mijn moeder, 'nu goed opletten.' Mijn vader en moeder hielden elkaars hand vast. Ik kon er niets van verstaan. Ineens draaide mijn vader zich om. Hij kuste mijn moeder en zij kuste hem. Zij drukten zich tegen elkaar aan. 'Heb je het gehoord?' vroeg mijn moeder aan mij. 'Zij hebben onze naam afgeroepen.' Ik zei dat ik wel zoiets gehoord had, maar toch niet goed. Mijn vader zei ook, dat ze onze naam hadden geroepen. Zij kusten mij. 'Nu gaan we weg. Nu gaan we naar Palestina.' Ik zei dat het volgens mij een andere naam was geweest. Toen we het plein afliepen, gaven de mensen ons een hand of legden een hand op mijn vaders schouder. Ze zeiden 'geluk' en streelden over mijn hoofd. Mijn vader en moeder zeiden 'ach'. Ik vroeg aan mijn vader waarom hij de mensen niet aankeek als hij tegen ze sprak. Ik moest van hem altijd iemand aankijken die met mij sprak. Mijn moeder zei dat zij mij dat later wel zou uitleggen; nu moesten wij gauw weg. Er liepen meer mensennaar hun barak. Sommigen huilden.
”
”
Jona Oberski (Kinderjaren: Een Novelle)
β€œ
Het begon met het uitbroeden van vogeleieren. Kosten noch moeite sparend liet vader uit Hamburg, uit Nederland, uit Afrikaanse zoologische stations bevruchte vogeleieren komen, die hij door reusachtige Belgische kloeken liet uitbroeden. Ook voor mij was dat een buitengewoon interessant bedrijf - die kuikentjes, ware wangedrochten in vorm en kleur, die zich uit hun ei pikten. In die monsters met grote, grillige snavels, die meteen na de geboorte onder vraatzuchtig gesis uit de afgrond van hun kelen werden opengesperd, in die salamanders met tere, naakte bochellijven, kon je onmogelijk de toekomstige pauwen, fazanten, auerhoenders en condors herkennen. In mandjes met watten gezet tilde dit drakegebroed zijn blinde, met vlies overtrokken koppen op dunne halzen op en kwekte onhoorbaar uit zijn stomme kelen. Met een groen voorschoot liep vader langs de planken heen en weer, als een tuinman langs zijn cactuskassen, en lokte ze uit het niets, die blinde, van leven pulserende blaasjes, die hulpeloze buikjes die de buitenwereld alleen in de vorm van voer ervoeren, die uitwassen van leven die tastend naar het licht kropen. En toen deze kiemen van leven een paar weken later naar het licht waren opengebarsten, stroomden de kamers vol met bont rumoer, het flikkerende gekwetter van hun nieuwe bewoners. Ze zetten zich op de gordijnlijsten, de randen van de kasten, nestelden zich in het gewas van de tinnen takken en arabesken van de veelarmige hanglampen.
”
”
Bruno Schulz
β€œ
Een schrijver schrijft niet voor een publiek. Een schrijver of schrijfster schrijft niet eens voor zichzelf. Aan het einde van mijn leven zal mijn vader met zijn schup er staan, voor op de koude grond. Ik had de schatkaart al die tijd in mijn handen.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Mijn vader huilde nooit. Als hij bedroefd was, liep hij naar de tempel van de onbekende heilige. Daar knielde hij naast het graf, tikte zachtjes met een steentje tegen de grafsteen, praatte met de heilige en als hij zich weer beter voelde, wandelde hij terug naar huis.
”
”
Kader Abdolah (De kraai)
β€œ
In de moestuin van mijn vader heb ik in mijn jeugd als puberteit, de oogst binnengehaald. Het bestond uit frambozen, waaruit witte wormen gehaald moesten worden, maar ook vanuit peulen, die de waarde van voeding, kenbaar maken.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Een bunker uit WO II, een schuilkelder, zou ik aanraden voor de wijkagent, wanneer mijn vader twintig jaar jonger, was geweest.
”
”
Petra Hermans
β€œ
De dag waarop ik geboren ben, had mijn vader gezien, zo schreef hij, dat ik omhuld werd door een bijzondere laag van was.
”
”
Petra Hermans
β€œ
Margreet Zomer, 1915: Het vreselijkste stond mij weer voor ogen, als wij onze beide kleinen eens moesten verliezen. Ik kon ze niet afstaan. De eerste zondag dat ik naar de kerk ging (..) behandelde de dominee de derde bede van het Onze Vader, Uw wille geschiede. Ik gevoelde dat ik dat niet kon zeggen. Mijn gebed was gedurig: Heer, laat ze ons behouden, maar indien Uw wil anders is, leer mij dan eerst dat gebed te bidden.
”
”
Agnes Amelink (De gereformeerden)
β€œ
Op de vijfendertigste verjaardag van mijn vader, 26 oktober 1925, ben ik geboren. 's Ochtends om kwart over zes. Mijn vader heef tnog steeds het psalmboek dat hij op die dag als verjaardagsgeschenk kreeg. Het zwarte linnen is een beetje afgesleten aan de hoeken zodat daar het karton zichtbaar is. Maar verder ziet het er nog keurig uit. Mijn vader zei wel eens als hij zijn handen er strelend over liet gaan, dat het een mooi cadeau was, maar dat Γ­k het liefste cadeau was dat hij op die dag kreeg. Later, toen ik het geloof de rug toedraaide, herreip hij dat min of meer. Toen zei hij, de bijbel citerend, dat het beter was dat ik niet geboren ware, of dat een molensteen om mijn hals gehangen en ik in het diepste der zee verdronken ware.
”
”
Jan Wolkers
β€œ
Uit hoeveel verdriet is ons leven opgebouwd? Uit hoeveel verdriet dat te vermijden is? Soms denk ik wel eens dat we wanneer we doodgaan niet, zoals je altijd hoort, ons hele leven weer voorbij zien komen, maar slechts een klein deel: de uitgebleven blijken van liefde, de niet-gegeven knuffels, het medeleven dat we een ander hebben onthouden, de te lang volgehouden, nutteloze boosheid, de alleen door zichzelf gevoede boosheid. In de laatste momenten van haar leven had mijn moeder, dat weet ik zeker, mijn vader wel een complete kennel willen schenken. Maar toen was het te laat. Te laat. Pas als we ouder worden realiseren we ons de ernst van sommige dingen die we hebben gezegd, en alles waarin we tekortgeschoten zijn - uit oppervlakkigheid, egoΓ―sme, haast - begint dan op ons hart te drukken. Maar onze tijd is al vervlogen en we kunnen niet meer terug.
”
”
Susanna Tamaro (Per sempre)
β€œ
Als je een kind krijgt heb je niet het leven gered maar wel een stukje dood om zeep geholpen.
”
”
Monika van Paemel (De vermaledijde vaders)
β€œ
Wat een bijzonder meisje,' zei Thorn zachtjes. 'Als ik een paar jaar jonger was...' 'Dan was je nog steeds oud genoeg om haar vader te zijn,' maakte Lydia zijn zin voor hem af.
”
”
John Flanagan (The Ghostfaces (Brotherband Chronicles, #6))
β€œ
Ik weet nog goed dat mijn vader op een dag een arm om me heen sloeg, het was warm, we aten ijs in de achtertuin, hij nam een hap van zijn ijs en zei dat hij het zo vreemd vond dat hij het decor was voor mijn jeugd. Hij zei dat hij en ik ieder moment, zelfs het eten van een ijsje, op een andere manier zouden herinneren. Hij herhaalde: in jouw verhalen zal ik het decor zijn.
”
”
Maartje Wortel (Er moet iets gebeuren)
β€œ
Nu gaat het midwinterfestival over liefde en vrede op aarde, ook al haalt dat niets uit, maar om de een of andere reden draait het altijd uit op uitbundig feesten, drinken en het leegplunderen van onze creditcards... - Ron (Claire's vader)
”
”
Alison Baird (The Wyrd of Willowmere)
β€œ
Dan begrijp je maar al te goed waarom je nergens een volwassene ziet rondspringen die zegt: 'Joepie, ik ben een loonslaaf! Wat heb ik toch een pret!' - David (Claire's vader)
”
”
Alison Baird (The Witches of Willowmere)
β€œ
Op een avond legde mijn vader zijn lepel en vork neer en zei: 'Was ik maar een groot schrijver, altijd bezig met het Hogere, dan heeft armoede zin, dan ben je kunstenaar.' 'Maar ik vind je een kunstenaar,' zei mijn moeder troostend en alsof dat genoeg was.
”
”
F. Springer (Bougainville)
β€œ
Toen geloofde hij nog dat de gletsjer eeuwig en onveranderlijk was, een onlosmakelijk deel van de berg dat hij daar tussen de rotsen en de hemel altijd zou terugvinden. Maar zijn vader had begrepen wat er aan de hand was: iets verdwijnt en er komt iets anders voor in de plaats, zei hij tegen hem. Dat is nu eenmaal β€˜s werelds loop. Het is de mens die altijd terugverlangt naar wat er vroeger was.
”
”
Paolo Cognetti
β€œ
Goed. We wisten dus, dat er represailles zouden komen. Ja? Dat er een huis in brand zou worden gestoken, en dat er gijzelaars zouden worden gefusilleerd. Moesten we het daarom achterwege laten?' Toen hij niets meer zei, keek Anton hem aan. 'Wilt u, dat ik daarop antwoord?' 'Zeker.' 'Dat kan ik niet. Dat weet ik niet.' 'Dan zal ik het je zeggen: het antwoord is nee. Als je zegt, dat jouw familie nog had geleefd als wij Ploeg niet hadden geliquideerd, dan is dat waar. Dat is eenvoudig waar, maar meer ook niet. Als iemand zegt, dat jouw familie nog had geleefd als je vader destijds een ander huis had gehuurd, in een andere straat, dan is dat ook waar. Dan had ik hier misschien met iemand anders gezeten. Tenzij het in die andere straat was gebeurd, want dan had ook Ploeg misschien ergens anders gewoond. Dat is een soort waarheden, waar we niks aan hebben. De enige waarheid waar we iets aan hebben, dat is, dat iedereen is afgemaakt door wie hij is afgemaakt, en niet door iemand anders. Ploeg door ons, jouw familie door de moffen. Als je vindt dat we het niet hadden moeten doen, dan moet je ook vinden, dat het beter was geweest als de mensheid niet had bestaan, gezien de geschiedenis. Dan kan alle liefde en geluk en goedheid van de wereld niet opwegen tegen de dood van ook maar één kind. Het jouw, bij voorbeeld. Vind je dat?
”
”
Harry Mulisch (De Aanslag)
β€œ
Hoe vaak heb ik niet gedacht: als ik maar vrij was, los van alles en iedereen. Ik heb nog nooit zo duidelijk leren inzien als nu, dat je vader en moeder het kostbaarste bezit zijn, dat je niet buiten hen kunt. Op het ogenblik ben ik zelfs geneigd hen te stellen boven een eventuele geliefde. De veilige, vertrouwde sfeer van het ouderlijk huis vind je immers nergens en nooit meer terug.
”
”
Hanny Michaelis (De wereld waar ik buiten sta: Oorlogsdagboek 1942-1945)
β€œ
Mijn vader zaait op tijd voor worteltjes, te oogsten. Naar het schijnt is er nu al winterpeen.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Als je niet kunt bellen... geef me dan een teken dat je overal in Manhattan kunt zien. Om me te laten weten dat alles okΓ© is.' 'Net als Theseus,' viel Paul haar bij. 'Hij moest witte zeilen hijsen wanneer hij naar Athene terugkeerde.' 'Wat hij vergat,' mompelde Nico. 'Waardoor zijn vader in wanhoop van het paleisdak sprong. Maar verder was het een geweldig idee.
”
”
Rick Riordan (The Last Olympian (Percy Jackson and the Olympians, #5))
β€œ
- de vader nam me onderzoekend op met een barse blik van mannen die een territorium of een gezin te verdedigen hebben. Het is best mogelijk dat ik ook zo keek.
”
”
Paulo Cognetti
β€œ
Een panter is anders dan een aap', zei Gerard, na een pauze, 'maar is een van de twee minder dan de ander? Dat vind je een idiote vraag, en je hebt gelijk. Blijf dat nou net zo idioot vinden, wanneer het mensen betreft. Anders zijn - dat is gewoon. Iedereen is anders dan een ander. Ik ben ook anders dan jij. Maar minder of meer zijn door de kleur van je gezicht of door wat je vader is - dat is nonsens.
”
”
Hella S. Haasse (Oeroeg)
β€œ
Toen hij aan de macht kwam, bestond BelgiΓ« pas 35 jaar… We waren toen een zeer frΓͺle entiteit, in een Europese context van Frans-Pruisische oorlogen, en kenden in het binnenland sociale revoltes. Leopold II had daarom als tienjarige al een passie voor politiek en aardrijkskunde. Als twintiger probeerde hij zijn vader al te overtuigen om Nederland en Luxemburg met geweld te annexeren! Onze prille monarchie was vanuit haar underdogpositie gefocust op overleving, ook van zichzelf.
”
”
Johan Op de Beeck (Leopold II. Het hele verhaal)
β€œ
Hij werd zwaar tegen zijn zin uitgehuwelijkt aan de Oostenrijkse Marie Henriëtte van Habsburg-Lotharingen. Zijn vader koos liever een familiale verbintenis met de Habsburgers als bescherming tegen Frankrijk dan geluk voor zijn zoon, die daarom zijn hele leven overspel zou plegen met courtisanes. Met Marie Henriëtte kreeg hij wel drie dochters en één zoon, Elias. Die overleed tragisch op 9-jarige leeftijd in 1869, waardoor hij het land geen troonopvolger kon schenken. Leopold II was er kapot van. Door die gebeurtenis beet hij zich volledig vast in zijn droom die al deels gestalte kreeg tijdens reizen die hij als jongeman maakte, van Egypte tot Ceylon. Een zoon zou hij zijn land niet kunnen nalaten, maar wel een kolonie.
”
”
Johan Op de Beeck (Leopold II. Het hele verhaal)
β€œ
Het hart van Afrika belandde pas later, bijna stoemelings, in zijn schoot. Toen de Britten ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley wandelen stuurden, huurde hij hem in om handelsposten naast de huidige Congostroom in te palmen. Op zijn kenmerkend sluwe manier – zijn vader vergeleek hem als kind al met een vos die eerst alle opties onderzoekt voor hij de rivier oversteekt – bleef hij er de koloniale grootmachten een stapje voor.
”
”
Johan Op de Beeck (Leopold II. Het hele verhaal)
β€œ
In die wilde en peilloze nachten van de voorlente, bedekt onder reusachtige, nog rauwe en geurloze hemels, die met hun woeste leegten en weidse luchten naar de sterrendoolhoven leidden - nam vader me mee uit eten in een klein tuinrestaurant dat ingesloten tussen de achtermuren van de laatste kleine huizen van het marktplein lag. In het natte licht van de lantaarns, rinkelend in de zuchten van de wind, staken we het grote gewelfde plein dwars over, eenzaam en terneergedrukt door de enormiteit van de luchtlabyrinten, verloren en gedesoriΓ«nteerd in de lege ruimen van de atmosfeer. Vader tilde zijn door flauw schijnsel overgoten gezicht op naar de hemel en keek bitter en bekommerd naar dat sterrenkiezel waarmee de banken tussen de wijd vertakte en uitstromende kolken lagen bezaaid. Hun ontelbare, onregelmatige verdikkingen waren nog niet geordend in constellaties, die oeverloze en dorre uiterwaarden waren nog niet door figuren beteugeld. De triestheid van stellaire leegten drukte op de stad, waar de nacht door licht van lantaarns werd doorweven, die onverschillig hun stralenbundels van knoop tot knoop samenbonden.
”
”
Bruno Schulz (Le botteghe color cannella. Tutti i racconti, i saggi e i disegni)
β€œ
Gertjan, je vader is ernstig ziek en kwetsbaar, gevallen.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Theana glimlachte. Het gebeurde haar niet vak dat ze zich zo nuttig voelde... Ze schaamde zich om erover te praten. Haar bekwaamheden waren zo lang iets schandaligs geweest dat ze verborgen moest houden, dat ze nog steeds de naam van de god niet durfde uit te spreken ter ere waarvan ze haar kunsten in de praktijk bracht. Een misbruikte, bedrogen en vervalste god. De god van haar vader en nog daarvoor die van de Elfen: Thenaar.
”
”
Licia Troisi (Le due guerriere (Le Guerre del Mondo Emerso, #2))
β€œ
(...) zijn vader werd vermoord, zijn moeder, Mary, Queen of Schots, gevangengezet toen James een jaar oud was, en na achttien jaar alsnog onthoofd door toedoen van Elizabeth I.
”
”
Brenda Meuleman (Felle streken)
β€œ
Als je me durft aan te raken laat mijn vader je afranselen!' 'Ha! Als je vader hier was, zou hij je voor me vasthouden!... Alsjeblieft, meisjes, zouden jullie je eindelijk een beetje willen gedragen? Als een echte prinses, en als een volwassen koerier van de koning, ja?' smeekte Halt. 'Zo niet, dan denk ik er hard over om Will naar huis te sturen.' 'Wat? Mij?' riep Will met overslaande stem, zo geschokt was hij. 'Wat heb ik er in vredesnaam mee te maken?' 'Nou, het is allemaal jouw schuld,' riep Halt op het oog onredelijk terug. Maar toen die laatste woorden tot de harten van de meisjes doordrongen, moesten ze bekennen dat Halt ergens wel gelijk had.
”
”
John Flanagan (The Emperor of Nihon-Ja (Ranger's Apprentice, #10))
β€œ
Een arts kan heel in het algemeen de mensheid proberen te dienen, maar het staat hem uiteraard ook vrij zich alleen in dienst te stellen van een bepaald deel van de mensheid. Een zekere dr. Thaler bijvoorbeeld had ongeveer tweehonderd jaar geleden in Wenen de uit Nigeria afkomstige Soliman na diens dood met de toestemming van keizer Franz de huid afgestroopt, had de man die in een veldslag het leven van de vorst van Lobkowicz had gered, een neger genaamd Soliman, de huid afgestroopt, had de leraar van de vorsten van Liechtenstein, een zwarte genaamd Soliman, de huid afgestroopt, had de vrijmetselaar van de loge De Ware Eendracht, een Moor genaamd Soliman, de huid afgestroopt, had bij wijze van spreken de broeder van de vrijmetselaars Mozart en Schikaneder, de borg van de naar opname in de loge strevende wetenschapper Ignaz von Born, een Afrikaan genaamd Soliman, de huid afgestroopt, had een gehuwde Wener, die zes talen vloeiend sprak, wiens dochter later getrouwd was met baron Von Feuchtersleben en wiens kleinzoon Eduard in het begin van de negentiende eeuw naam maakte als dichter, de huid afgestroopt, had een gezien man uit de hogere Weense kringen, die lang geleden weliswaar een Afrikaans kind was geweest, genaamd Soliman, de huid afgestroopt, had een mens die in het begin van zijn leven op de slavenmarkt was ingeruild voor een paard en later was doorverkocht naar Messina, genaamd Soliman, om kort te gaan: een voormalige slaaf van een laag ras genaamd Soliman de huid afgestroopt. Hij had de huid daarna gelooid, op een corpus van hout gespannen en, tegen de wens van diens dochter, die verzocht 'de huid van haar vader aan haar te overhandigen teneinde hem volgens de regels ter aarde te kunnen bestellen', tegen de wens van die dochter haar opgezette vader ter stichting van het Weense publiek in een vitrine op de vierde verdieping van het Keizerlijk NaturaliΓ«nkabinet gezet. Het veren rokje waarmee de Moor was uitgedost, was - wetenschappelijk niet geheel correct - afkomstig van Zuid-Amerikaanse indianen, maar het exotische aspect van het preparaat kwam daardoor veel beter tot zijn recht. Heel even stelde Richard zich voor dat in een vitrine in het staatsmuseum van CaΓ―ro bijvoorbeeld de opgezette archeoloog Heinrich Schliemann zou staan, gekleed in een Spaans stierenvechterskostuum of in Mongoolse klederdracht van schapenleer en zijde.
”
”
Jenny Erpenbeck (Gehen, ging, gegangen)
β€œ
Oene Horletoet verduwde zijn ontstemming. 'Kennis van de natuurkrachten is niet iedereen gegeven,' sprak hij zachtmoedig. 'U spot met dingen die u niet begrijpt. Maar ik zou graag willen weten wat de maan met de vloed te maken heeft. En hoe kunt u een storm voorspellen, die ik nog niet gemaakt heb?
”
”
Marten Toonder (Zoals mijn goede vader zei (Bommelpocket, #4))
β€œ
Millie kijkt naar Stella die op haar thee blaast - de damp stijgt op en maakt figuren, net als de koffie in het warenhuis. Stel je voor dat alles zo zou ademen. Dieren en mensen en gras en bomen. Iedereen en alles had dan altijd dampende kronkellijnen om zich heen die figuren maakten, en bij sommige mensen zou je een korte, snelle ademhaling zien, door het rennen of een hartaanval, en anderen zouden een lange, trage ademhaling hebben van het slapen of tvkijken. Het zou net zijn of je naar muziek keek, als je aan muziek iets kon zien, en de wereld zou altijd vol ademmuziek zijn. Misschien blaas je wel alles uit als je je laatste adem uitblaast: je herinneringen en gedachten en dingen die je had willen zeggen en dingen die je niet had willen zeggen en plaatjes in je hoofd van hete koffiedamp en de laatste blik op het gezicht van je vader en het gevoel van modder tussen je vingers en de wind als je van een heuvel af rent en de kleur van alles, ooit.
”
”
Brooke Davis (Lost & Found)
β€œ
Misschien blaas je wel alles uit als je je laatste adem uitblaast: je herinneringen en gedachten en dingen die je had willen zeggen en dingen die je niet had willen zeggen en plaatjes in je hoofd van hete koffiedamp en de laatste blik op het gezicht van je vader en het gevoel van modder tussen je vingers en de wind als je van een heuvel af rent en de kleur van alles, ooit...
”
”
Brooke Davis (Lost & Found)
β€œ
Nog voor ik goed en wel vader was, merkte ik zo dat je van kinderen een sidderende schijtlaars wordt, wiens leven voornamelijk bestaat uit het afweren van rampen en gevaren.
”
”
Tommy Wieringa (Dit is mijn moeder)
β€œ
Zijn vader zette een witte plastic zak van de snackbar op tafel en daarna moesten we bidden. Ik vouwde mijn handen en deed mijn ogen dicht, maar ik bad niet. Met patat had God niets te maken.
”
”
Thomas van der Meer (Welkom bij de club)
β€œ
Ze schrijven dat jullie vader, een ongelovige, alle waarschuwingen in de wind heeft geslagen en de heilige resten van Toet heeft verstoord," ging Howard verder. "Om zijn macht te handhaven heeft de koning wraak genomen. En om iedereen op de hoogte te brengen van zijn ongenoegen, liet hij dus alle lichten in Cairo uitgaan op het moment dat jullie vader stierf.
”
”
Patrick Bernauw (Nu slaapt Toetanchamon)
β€œ
Zodra Maaike weer bij haar pleegouders was, in de vriendelijke ouderwetse huiskamer met de reusachtige twee honden die haar om strijd zoentjes van besnuffeling kwamen geven, zonken de donkere weg en het probleem der afstanden in vergetelheid. Het kind burgerde zich aardig in bij de onderwijzer, en op school, waar het eerst zo babyachtig onbeholpen toe had staan kijken, was het zich nu dapper aan het ontvoogden op de speelplaats. En om beurten kwamen Sinterklaas, de Kerstman en Sint-Silvester de laatste blaadjes van de kalender plukken. In Jasamski stond een wreed versje over Sinterklaas: Je liet ons in de steek, het kind gelijk de vader. Word s.v.p. niet week wanneer nu Klaasdag nadert. Bespaar ons je geschenken. Al kocht je er een hoop, ze kosten zorg noch denken, ze zijn al te goedkoop. Zij die de β€˜vrijheid’ kozen (zo heet thans het verraad) hebben als heimatlozen slechts recht nog op de straat! Maar de ware wreedaard, waartegen de dichter zich slechts met woorden probeert te verweren, zijn de daden en tekortkomingen der werkelijkheid: Sinterklaas ging voorbij zonder zelfs een prulletje van Max. Hij had ook geen NΓ©nΓ© meer van wie het lieve geldje te lenen.
”
”
Johan Daisne (Lago Maggiore)
β€œ
Wij zijn er zelfs zozeer van vervreemd dat we soms een zekere afschuw voelen van het werkelijke 'levende leven', en daarom kunnen we er niet tegen dat men ons eraan herinnert. Het is immers al zover met ons gekomen dat we het echte 'levende leven' als werk beschouwen, bijna als een soort dienstplicht, en we het er in stilte allen over eens zijn dat een leven volgens boeken beter is. En waarom zijn we soms zo druk in de weer, waarom hangen we de idioot uit, wat willen we toch? Dat weten we zelf niet. We zouden immers nog slechter af zijn indien men gehoor gaf aan onze buitenissige verzoeken. Nou goed, laat men het maar eens proberen, laat men ons bijvoorbeeld meer zelfstandigheid geven, maak wie dan ook van ons de handen vrij, verzeker u dat we onmiddellijk zullen vragen om opnieuw onder curatele gesteld te worden. Ik weet dat u hierom misschien kwaad op mij zult worden, zult gaan schreeuwen en stampvoeten: 'Spreek,' zult u zeggen, 'alleen voor uzelf en voor uw misères in het ondergrondse en waag het niet o van 'wij allen' te spreken.' Neem me niet kwalijk, maar met dit 'wij allen', tracht ik geenszins mezelf vrij te pleiten. Wat mij persoonlijk betreft, ik heb in mijn leven niets anders gedaan dan datgene ad absurdum te voeren, wat u niet eens ten halve hebt durven doen, terwijl u uw lafheid nog aanzag voor weldenkendheid en uzelf daarmee troostte en bedroog. Zodat ik misschien nog wel meer blijk te leven dan u. Kijk toch eens wat beter. Wij weten immers niet eens waar het levende leven nu te vinden is en wat het eigenlijk is, hoe het heet. Laat ons eens alleen, zonder boeken, en we verdwalen meteen, raken het spoor bijster - we zullen niet weten bij wie we ons moeten aansluiten, waar we ons aan moeten houden; wat lief te hebben en wat te haten, wat te respecteren en wat te verachten. Wij beschouwen het zelfs als een last om mens te zijn - mensen met een echt, eigen lichaam en bloed; we schamen ons daarvoor, zien het als een schande en doen alle mogelijke moeite om een soort denkbeeldig algemeen menselijk type te zijn. We zijn doodgeboren kindjes, en komen al tijden voort uit niet-levende vaders, en dat bevalt ons steeds beter. We krijgen de smaak te pakken. Binnenkort zullen we een manier vinden om geboren te worden uit een idee.
”
”
Fjodor Dostojevski (Notes from Underground)
β€œ
Je vader is voor lange tijd weg. Hij zoekt een nieuw land voor ons. Een veilig land.' Ik begrijp er niks van. 'Gaan wij naar een nieuw land? Volgende week? Volgende maand?' Mama schudt haar hoofd. 'Nee, Malak, misschien volgend jaar. Insjallah.
”
”
Erik Wouters (Malak)
β€œ
Ik ben Nader, de vader van Malak, en ik moet vergeten. Malak wil niet vergeten, ze wil weten. Weten hoe het voor mij was in december 2015. Hoe het was om als een dief in de nacht te vertrekken.
”
”
Erik Wouters (Malak)
β€œ
Kon je zo met hunkering omgaan? Zonder te streven naar een doel, of zonder het streven als last te ervaren? of op zo'n manier dat die last iets dierbaars werd. Kon ze het verlangen naar haar vader omvormen, zijn dood niet verwerken maar bewonen? Was rouw niet als honger? Marie had die zinnen gelezen en gedacht, ik wil een honger zijn. Ze hoefde het niet, dat ik met al het gewicht van zijn ambities, met zijn dwangmatige verhaal. Het was maar een woord, waarachter zich iets wilds en rijks verborg. Een honger bedekt door een dagdroom aan eten.
”
”
Roelof ten Napel (Over het zwijgen)