Een Schitterend Gebrek Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Een Schitterend Gebrek. Here they are! All 18 of them:

Veel van wat aanvankelijk alleen in de verbeelding bestaat, wordt werkelijkheid.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Als ik één ding kan is het liefhebben. Dat lijkt niet veel bijzonders, maar ik ben er trots op. Ik heb het geleerd zoals een zwerfhond leert zwemmen: omdat hij met de rest van de worp in een jutezak werd gepropt en in een snelstromende rivier is geworpen. Die ene die het tegen alle verwachtingen in gered heeft, dat ben ik. Met in mijn oren nog het gejank van degenen die het niet haalden, moest ik leren ergens van te houden. Ik ben niet onder gegaan. Ik heb de kant bereikt. Ik heb lief. Andere mensen dragen hun verdriet in hun hart. Ongezien holt dat hen vanbinnen uit. Het is mijn redding geweest dat ik mijn verdriet aan de buitenkant draag, waar het niemand kan ontgaan.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
De hele wereld is vol mensen die hun hele leven op zoek blijven naar het wonder van de liefde zonder het ooit te zien. Het is heel simpel en vanzelfsprekend, maar onvindbaar voor wie ernaar zoekt.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Spreken over iets wat je niet begrijpt is onnozel, ernaar vragen slim. Wat is wetenschap anders dan uitkomen voor je onwetendheid? Je kunt immers alleen iets leren waar je nog geen weet van hebt.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
De rede biedt ons vele mogelijkheden tegelijk. De intuïtie kiest daaruit feilloos de beste. Wanneer je dit onthoudt kun je je niet meer vergissen en zul je altijd de juiste keuze maken.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Wij zijn ongelukkig omdat wij denken dat we lief moeten 'hebben'. Om gered te worden moeten wij iets eenvoudigs doen dat ons desalniettemin het zwaarst van alles valt: wegschenken waarnaar wij juist het meest verlangen. Niet 'hebben', maar 'geven'. Zo zegepralen wij alsnog. Dit heeft mij mijn gebrek geleerd.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Dit is het enige wat telt, lieverd, dat iemand meer in je ziet dan je wist dat er te zien was
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Het is mijn redding geweest dat ik mijn verdriet aan de buitenkant draag, waar het niemand kan ontgaan
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Ik vertel je mijn leven alleen opdat jij dit geheim meteen bij aanvang al zult kennen: wij zijn ongelukkig omdat wij denken dat we lief moeten hebben. Om gered te worden moeten wij iets eenvoudigs doen dat ons desalniettemin het zwaarst van alles valt: wegschenken waarnaar wij juist het meest verlangen. Niet hebben, maar geven. Zo zegepralen wij alsnog. Dit heeft mij mijn gebrek geleerd.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Er wordt mij wel vaker verweten dat ik mezelf achter mijn voile verstop, maar het tegendeel is waar. Ik verstop de wereld. Ik heb een sluier voor haar neergelaten. Door die waas van kant en zijde oogt zij zoveel zachter.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Die Lucia is volmaakt!” ”Dat zou je denken,” Giacomo klinkt plotseling bedrukt. “Ze heeft alleen één ernstige tekortkoming.” ”Welke dan?” ”Zij is te jong.” Hij meende het, maar zijn broer moest lachen: “Wat een schitterend gebrek!
Arthur Japin
Ik weet niets van alchemie, maar ik zeg dit: zij zijn op de verkeerde weg. Het tastbare laat zich alleen door het ontastbare vormen. De werkelijkheid laat zich door niets veranderen dan door de geest. Om de dingen anders te maken hoef je ze niet aan te raken, je moet ze alleen anders zien.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
De levenswijsheid van een grijsaard kun je lezen uit zijn rimpels, de moed van een veldheer uit zijn verwondingen. Zo is ieder met wat hem getekend heeft getooid.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Ander mensen dragen hun verdriet in hun hart. Ongezien holt dat hen vanbinnen uit. Het is mijn redding geweest dat ik mijn verdriet aan de buitenkant draag, waar het niemand kan ontgaan.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
De rust waarvan ik in een bibliotheek zo geniet bestaat niet alleen uit stilte. Al dat papier dempt ieder geluid, maar ook het ruisen van mijn gedachten. Hun ongedurigheid vindt troost in de overmacht aan kennis langs de wanden. Die is zoveel groter dan ooit in mijn hoofd zal passen. Dat kalmeert me en herinnert mij eraan dat ik niet per se alles hoef te weten en begrijpen. Zoveel is al opgeschreven en ik heb het allemaal binnen handbereik. Daar hoef ik mij dus niet meer mee bezig te houden. Zelfs al zal ik nooit meer dan een fractie van al die feiten tot mij kunnen nemen, ze zijn er, het staat er, de wereld is gerubriceerd, en als ik er eens nodig iets uit moet begrijpen kan ik het opslaan. Als de werkelijkheid zo onder controle en verifieerbaar is, kan ik haar makkelijker loslaten. Misschien is dit wel het nut van al die schrijvers, dat zij vastleggen wat buiten mij is zodat ik mij, zolang ik me met hen omring, kan wijden aan wat in mij leeft.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
..kennis, die op zijn sterkst is bij onze geboorte, wanneer wij haar het hardst nodig hebben omdat ons nog geen andere middelen ter beschikking staan om te overleven en die minder wordt naarmate wij leren te denken in plaats van te voelen, dat instinctieve weten is niet vergaan. Het ligt alleen bedolven onder de lawine aan argumenten en redeneringen die wij tegenwoordig nodig hebben om onze wereld voor onszelf begrijpelijk te maken. Af en toe, een enkele keer in een droom, in een moment van verstrooiing vinden we er misschien ineens iets van terug.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
U houdt van mij,' zei ik 'en daarom verbant u mij. Ik vraag me af wat u zou doen als u mij haatte?
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Binnen een economische wereld konden de culturele en economische kaart er daarentegen heel anders uitzien, soms zelfs precies tegenovergesteld zijn, zoals de respectievelijke zwaartepunten van economische en culturele zones duidelijk laten zien. In de dertiende, veertiende, en vijftiende eeuw was het niet Venetië of Genua, de twee koninginnen van de handel, maar Florence dat in de Westeuropese beschaving de toon aangaf: hier ontstond de renaissance en hiervandaan zou de culturele stroming zich verspreiden; daarnaast drong Florence zijn dialect - het Toscaans - op aan de literatuur. Het levendige Venetiaanse dialect dat op dit vlak een geduchte rivaal had kunnen zijn, ondernam hiertoe geen enkele poging. Zou dat komen omdat een op economisch vlak triomferende stad of een al te overheersende staat niet alles tegelijk kon hebben? In de zeventiende eeuw vierde Amsterdam zijn hoogtijdagen als handelsstad, maar de barok die Europa veroverde kwam ditmaal uit Rome, of eventueel uit Madrid. Evenmin zou Londen in de achttiende eeuw de culturele scepter in handen krijgen. Toen Abbé Le Blanc tijdens zijn verblijf in Engeland van 1733 tot 1740 over Christopher Wren kwam te spreken, de architect van de Saint-Paul's Cathedral, merkte hij op dat 'op de verhoudingen na die hij [bovendien] niet goed in acht heeft genomen, [hij] niet meer heeft gedaan dan het ontwerp van de Sint-Pieter van Rome tot twee derde van zijn oorspronkelijke grootte terugbrengen'. Vervolgens uitte hij zich in weinig lovende bewoordingen over de Engelse landhuizen die 'nog in Italiaanse stijl [gebouwd zijn], maar niet altijd met evenveel succes'. In dezelfde achttiende eeuw werd Engeland niet meer zozeer door door de Italiaanse cultuur beïnvloed als wel door de ideeën uit Frankrijk, dat in die tijd een culturele uitstraling op Europa had en de toon aangaf op het gebied van het geestesleven, de kunst en de mode, ongetwijfeld ter compensatie voor het gebrek aan politiek en economisch overwicht. 'De Engelsen houden zo van onze onze taal dat ze er zelfs genoegen in scheppen om Cicero in het Frans te lezen,' aldus dezelfde abbé Le Blanc. En moe van het almaar moeten aanhoren hoeveel Franse bedienden er in Londen werkten, antwoordde hij: 'Het feit dat er in Londen zoveel Fransen zijn om jullie te bedienen, komt omdat jullie mensen de manie hebben net zo gekleed, gekapt en gepoederd te willen worden als wij. Ze hebben zich in hun hoofd gehaald dat ze onze mode willen volgen en betalen veel geld aan mensen die hun leren hoe ze zich moeten tooien met onze absurditeiten.' En zo gaf Londen, dat het centrum van de wereld was en zelfs een schitterende cultuur had, steeds meer toe aan de Franse invloeden. Dit werd trouwens niet altijd toegejuicht, want we weten omstreeks 1770 van het bestaan van een genootschap van Antigallicans, 'dat als eerste streven had om geen enkel kledingstuk van Franse makelei te dragen'. Maar wat een genootschap uitrichten tegen zoiets ongrijpbaars als mode? Hoewel Engeland door zijn economische vooruitgang steeds belangrijker werd, deed het geen poging om het geestelijke gezag van Parijs de ondermijnen, en heel Europa tot aan Moskou toe streefde ernaar om de Franse taal tot de taal van de aristocratie en tot voertuig van het Europese denken te verheffen. Evenzo vormde Frankrijk aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw overduidelijk het middelpunt van de Westeuropese literatuur en schilderkunst, terwijl het op economisch gebied ver op de rest van Europa achterliep; in de tijd dat Italië en Duitsland op muzikaal vlak de toon aangaven, waren ze geen van beide economische machthebbers; en ook vandaag de dag mogen de Verenigde Staten wel een enorme economische voorsprong hebben opgebouwd, maar daarmee hebben ze nog niet de literaire of artistieke leiding over de wereld.
Fernand Braudel (Civilization and Capitalism 15th-18th Century, Vol 2: The Wheels of Commerce)