Blauwe Ogen Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Blauwe Ogen. Here they are! All 8 of them:

Toen het glossy magazine 'Hollands Glorie' in 2012 werd gelanceerd, was het coverinterview met RTL-presentatrice Irene Moors. Het blad legde uit waarom de keus op Irene Moors was gevallen: 'Irene Moors is het toonbeeld van Hollands glorie: lang, blond, blauwe ogen, niet bedreigend succesvol, niet over het paard getild, geestig, direct.' Deze opsomming suggereert vrij direct dat Nederlanders die geen 'blauwe ogen' hebben en niet 'lang en blond' zijn, geen onderdeel zijn van 'Hollands glorie' oftewel buiten het ideaalbeeld van 'de Nederlander' vallen. De term 'niet bedreigend' is hierbij cruciaal. Alles wat niet binnen die constructie van witheid past, is 'bedreigend'.
Zihni Özdil (Nederland mijn vaderland)
De enige afbeelding is een kindertekening op de deur: een poppetje getekend met groen en blauw krijt, zoals kinderen van een jaar of drie altijd mensen afbeelden. Een gezicht - met ogen, een neus en mond - met meteen daaraan vast sprietige armen en benen. Het lijkt of het poppetje geen lichaam heeft [..] Een lopend hoofd, had hij opeens bedacht. Alleen hersenen, geen hart. 'Dat bent u,' had Joona gezegd, en hij had op de tekening gewezen. 'Toch?
Lars Kepler
Je ogen. Ze zijn veranderd. Je hebt nu één blauw oog en één hazelnootbruin.' Artemis glimlachte. 'Jij ook. Die zijn tijdens de overgang verwisseld.
Eoin Colfer (The Lost Colony (Artemis Fowl, #5))
Het kwaad heeft niet meer nodig dan goede mensen die niets doen.' 'Inderdaad, goed gezegd.' Politor knikte naar Jake en richtte zijn blauwe ogen toen op Nefertiti. 'De mensen van Ka-Tor, wij allemaal, hebben net zo diep geslapen als uw vader.' Nefertiti stond op, haar stem vol vuur. 'Dan is het tijd dat we allemaal wakker worden.
James Rollins (Jake Ransom and the Howling Sphinx (Jake Ransom, 2))
Tot zijn grote vreugde zag hij dat ze ook de ogen van haar moeder geërfd had - één blauw, één bruin. Vooral het blauwe oog straalde een zeker fanatisme uit. - over Ebben
John Flanagan (Halt's Peril (Ranger's Apprentice, #9))
Haar ogen waren blauw als smurfensnoep
Lucas Rijneveld (Het warmtefort)
Zestien maanden lang,' zei de vreemdeling, 'heb ik geen vrouw in de ogen gekeken. Je hebt mooie ogen, Teresa, ze doen me denken aan de hemel boven Venetië. Soms zag ik een stukje hemel door het raam van de gevangenis, als ik even op en neer mocht lopen door de gang. Wat ik zag was een koel grijsachtig blauw, alsof de zee erin weerspiegeld werd. Je ogen hebben de kleur van de eeuwige dingen, maar dat zul je wel niet begrijpen en dat hoeft ook niet. Al die misverstanden, hoe lang bestaan die al niet tussen een man en een vrouw? Hoe vaak heb ik me achteraf niet geschaamd, als ik weer eens veel te veel gepraat had met een vrouw? Kus me maar.' Zijn stem klonk ongedwongen en vriendelijk. Toen het meisje zich niet verroerde en hem met haar grijsblauwe ogen bleef aanstaren, keek hij haar verwonderd aan en vroeg haar nog een keer vriendelijk: 'Kus me maar, of begrijp je het niet?' Later herinnerde Teresa zich dat zijn stem ook zo geklonken zou hebben, als hij haar om een glas water had gevraagd. Het had net zo eenvoudig en terloops geklonken, maar omdat ze nog nooit een man had gekust, bleef ze hem een beetje verdwaasd aankijken. Met een al even nonchalant gebaar sloeg hij zijn arm om haar middel en vroeg belangstellend: 'Wat voel je?' 'Niets,' antwoordde het meisje. 'Begrijp je me niet?' vroeg hij licht geprikkeld. 'Begrijp je niet wat ik vraag? Ik vroeg je niet wat je eigenlijk van mannen vindt of hoe je over de liefde denkt. Luister nou eens, kleintje, ik vraag je wat je voelt als ik je aanraak, als ik met twee vingers over je arm streel, als ik mijn hand op je hart leg. Kijk zo... Wat voel je nu, op dit moment?' Het meisje stond op, lichtte met een gracieuze beweging haar rok bij de zijkanten iets op van de vloer, zoals ze dat in de gelagkamer wel eens had zien doen, maakte een diepe buiging en zei toen beleefd: 'Met uw goedkeuring, meneer, ik voel niets.
Sándor Márai
Kijk eens aan, een merelnest, riep hij opgetogen uit. En dat hier in dit hellegat. Hij draaide zich om. In zijn hand had hij een komvormig nest van gedroogd gras, mos en modder. Er lagen twee eitjes in. Hij haalde er een uit en hield het in het licht om te bestuderen. Het was groenig van kleur met bruine vlekken. De perfectie hiervan, John, zie je dit? Ik zag vooral de gloed in zijn ogen, dezelfde als toen hij in het bos van Souchez het blauwe bloempje van Vinca minor had ontdekt. Hij had toen gezegd dat het geringste teken van schoonheid houvast kon bieden in deze tijden van oorlog. Intussen had ik genoeg gezien om deze uitspraak naar waarde te schatten en spontaan welde er een vers bij me op. Wat schoon is, blijft ons eeuwig bij, zei ik hardop.
Stefan Brijs (Post voor mevrouw Bromley)