Zwart Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Zwart. Here they are! All 100 of them:

Het zijn je ribben," zei ze en ze liet me een plaat zien met zwarte vlekken en zilverkleurige penen die gebroken waren. "Zie je wel?" zei ze. Ik keek haar in de ogen en dacht: het is mijn hart.
Peter Verhelst (Tonguecat)
Kleur heb je nooit zelf, kleur krijg je door anderen.
Arthur Japin (De zwarte met het witte hart)
Wanneer er rondom niets te verwachten is, keer je naar binnen.
Arthur Japin (De zwarte met het witte hart)
De meeste mensen beweren dat zwart geen kleur is. Zij hebben het mis. Zonder zwart heeft een kleur geen diepte. Er ontstaat pas schaduw als je het mengt met de kleuren om je heen. Je hebt zwart nodig om de wereld te kunnen zien, om je leven echt kleur te geven.
Pamela Sharon (De geur van groen)
The Netherlands, for all its faults, was happier than Britain, more efficient than France, more tolerant than America, more worldly than Norway, more modern than Belgium and more fun than Germany.
Ben Coates (Why the Dutch are Different: A Journey into the Hidden Heart of the Netherlands: From Amsterdam to Zwarte Piet, the acclaimed guide to travel in Holland)
Als de hemel donker wordt met zwarte donderwolken, de grote bomen zwaaien in de wind, de pauwen zingen, hunker ik ernaar terug te rennen naar Gir.
David Quammen (Monster van God)
Op een andere plek, in een andere tijd, hadden een oude zwarte man en een jonge blanke vrouw elkaar kunnen omhelzen, maar niet daar, niet toen.
Delia Owens (Where the Crawdads Sing)
De combinatie geel en zwart, godbetert, smaaklozer kan je 't niet bedenken. [...] Bidden wij dus voor alle ouders van een zoontje dat supporteert voor NAC Breda of SK Lierse en zulks kenbaar wil maken via het behangpapier op zijn kamer, zijn kaften, zijn jassen en zijn sjaals. Kleurterreur die z'n sporen moet nalaten op het brein en waar de schoolresultaten van het ventje uiteindelijk bijzonder onder gaan lijden.
Dimitri Verhulst (Essay over het toegewijde bestaan als supporter van voetbalclub Standard de Liège)
Ik heb nog nooit een schoft of een heilige gezien. De dingen zijn nooit helemaal zwart of helemaal wit, alles is grijs. Mensen en hun zielen ook… Je ziel is grijs, behoorlijk grijs, zoals die van ons allemaal…
Philippe Claudel (Grey Souls)
Ik zit op den berg en kijk in het dal der plichten. Dat is dor, er is geen water, het dal is zonder bloemen en boomen. Er loopen veel menschen door elkaar. De meesten zijn wanstaltig en verwelkt en kijken voortdurend naar den grond. Na eenigen tijd sterven zij allen, toch zie ik niet dat hun aantal mindert, het dal ziet er steeds eender uit. Verdienen zijn beter? Ik rek mij uit en kijk op langs mijn armen naar de blauwe lucht. Ik sta in het dal op een pleintje van zwarte sintels, bij een kleine stapel afbraakplanken en een onbruikbare waschketel. En ik kijk en zie mezelf zitten, daar boven, en ik jank als een hond in de nacht.
Nescio (Boven het dal)
Conversely, the red plant itself burns a brighter red when set off by the green than when it grows among its peers. In the bed I always reserved for poinsettia seedlings, there was little to distinguish one plant from its neighbours. My poinsettia did not turn scarlet until I planted it in new surroundings. Colour is not something one has, colour is bestowed on one by others.
Arthur Japin (De zwarte met het witte hart)
Jouw pak lijkt precies op dat van mij. Kenji fronst zijn voorhoofd. " Ik hoor degene met het zwarte pak te zijn. Waarom heb jij geen roze ? Of geel ? " " Omdat we niet de Power Rangers zijn, duh " verzucht Winston. " Wat is een Power Ranger nou weer ? " vraagt Kenji meteen.
Tahereh Mafi
Weet je wat ik zo bevrijdend vind? Antwoorden kunnen ‘een beetje juist’ zijn. Ik heb ontdekt dat ik dat best wel leuk vind. Ik wil mijn hele leven een beetje juist zijn. Niet te veel, gewoon een beetje. De wereld in de literatuur is grijs. En dat is goed, want ik heb jarenlang in zwart-wit geleefd. Grijs is prachtig.
Zita Theunynck (Het wordt spectaculair. Beloofd.)
Niemand offert zijn toekomst, als hij niet hoopt zijn eigen ziel ermee te redden.
Arthur Japin (De zwarte met het witte hart)
Leven met hoop is ‘s avonds opstappen naar het oosten toe, de nacht heel zwart tegemoet; omdat je zeker bent dat je door de nacht het licht in het oosten opnieuw zult ontmoeten. Leven met hoop is de ondergaande zon niet achterna lopen uit vrees het licht te verliezen, maar in zichzelf zoveel licht bezitten dat de donkerste nacht de bode van de nieuwe morgen wordt.
Wim
Niets is alleen maar zwart of alleen maar wit. En niemand is alleen maar goed of alleen maar slecht. Dat gold ook voor mijn ontvoerder. Dat zijn uitspraken die men een slachtoffer van ontvoering niet graag hoort doen, omdat daarmee het vaste beeld van goed en kwaad wordt verstoord. Een beeld waar iedereen maar al te graag in gelooft om in een wereld vol grijstinten het houvast niet te verliezen.
Natascha Kampusch (3,096 Days)
Nu echter weet ik wat ik mis. Ik weet: mijn uren zouden van elkaar te onderscheiden moeten zijn. Ik kan ze nergens aan meten. Er is geen schaal. Geen enkel voorval markeert mijn tijd. Ik verstrijk dus tegenwoordig zelf.
Arthur Japin (De zwarte met het witte hart)
Alles eek haar gehuld in een zwart waas dat over het oppervlak van de dingen zweefde, en het verdriet trok zacht huilend door haar ziel, als de winterwind door een verlaten kasteel. Het was zo'n mijmeren waarin men verzinkt om wat nooit meer terugkomt, een matheid die ons telkens overvalt na een niet te herroepen daad, een smart ten slotte, veroorzaakt door het stokken van een vertrouwde beweging, door het abrupt stilvallen van een lang aangehouden trilling.
Gustave Flaubert (Madame Bovary)
In Nederland wil ik niet leven, Men moet er steeds zijn lusten reven, Ter wille van de goede buren, Die gretig door elk gaatje gluren. 'k Ga liever leven in de steppen, Waar men geen last heeft van zijn naasten: Om ‘t krijschen van mijn lust zal zich geen reiger reppen, Geen vos zijn tred verhaasten. In Nederland wil ik niet sterven, En in de natte grond bederven Waarop men nimmer heeft geleefd. Dan blijf ik liever hunkrend zwerven En kom terecht bij de nomaden. Mijn landgenooten smaden mij: "Hij is mislukt." Ja, dat ik hen niet meer kon schaden, Heeft mij in vrijheid nog te vaak bedrukt. In Nederland wil ik niet leven, Men moet er altijd naar iets streven, Om ‘t welzijn van zijn medemenschen denken. In het geniep slechts mag men krenken, Maar niet een facie ranslen dat het knalt, Alleen omdat die trek mij niet bevalt. Iemand mishandlen zonder reden Getuigt van tuchtelooze zeden. Ik wil niet in die smalle huizen wonen, Die leelijkheid in steden en in dorpen Bij duizendtallen heeft geworpen... Daar loopen allen met een stijve boord - Uit stijlgevoel niet, om te toonen Dat men wel weet hoe het behoort - Des Zondags om elkaar te groeten De straten door in zwarte stoeten. In Nederland wil ik niet blijven, Ik zou dichtgroeien en verstijven. Het gaat mij daar te kalm, te deftig, Men spreekt er langzaam, wordt nooit heftig, En danst nooit op het slappe koord. Wel worden weerloozen gekweld, Nooit wordt zoo'n plompe boerenkop gesneld, En nooit, neen nooit gebeurt een mooie passiemoord.
J. Slauerhoff
Harlem was named after the Dutch city of Haarlem, Brooklyn after the small town of Breukelen, and Flushing after the southern Dutch city of Vlissingen. Wall Street was originally De Waal Street and Broadway was once better known as Breede Weg. Several other Dutch words also made it into the American vocabulary: cookie, waffle, noodles, brandy, coleslaw.
Ben Coates (Why the Dutch are Different: A Journey into the Hidden Heart of the Netherlands: From Amsterdam to Zwarte Piet, the acclaimed guide to travel in Holland)
Wandaden zoals mijn ontvoering bieden de zwart-witte basis voor de categorieën 'goed' en 'kwaad' waaraan de samenleving behoefte heeft. De dader moet wel een beest zijn, want als we dat geloven, zijn we zelf goed. Een misdrijf moet worden opgetuigd met sadomasochistische fantasieën en wilde orgieën, net zolang totdat het zo ver van ons af staat dat er geen enkel verband met ons eigen leven is. En het slachtoffer moet gebroken zijn en dat ook blijven, anders is het kwaad niet meer op die manier op afstand te houden. Een slachtoffer dat weigert zich in die rol te schikken wordt een symbool van de tegenstellingen van de maatschappij. Die willen we niet zien, want dan zouden we gedwongen zijn over onszelf na te denken.
Natascha Kampusch
Langzamerhand, zoals in alle processen waarvoor de nieuwsgierigen een poos lang warmlopen, zag men hoe zich op twee verschillende plannen twee wonderlijk ongelijksoortige zaken aftekenden: het geval zoals het zich presenteert voor de rechtsgeleerden en de geestelijken wier taak het is te berechten, en het geval zoals het wordt gefantaseerd door de massa die monsters en slachtoffers wil.
Marguerite Yourcenar (Het hermetisch zwart)
Wat mij interesseert in de reacties is dat mijn citaat van de zwarte jongeman in Congo uit Van Reybrouck — “Wanneer komen de Belgen terug?” waarvan hij meldt dat het “een veel gehoorde klaagzang” was die hij “ontelbare keren” hoorde toen hij daar was in 2010. Ze kunnen het feit duidelijk niet onder ogen zien dat veel voormalige koloniale volkeren zouden willen dat hun land terugkeerde naar koloniale heerschappij. Koloniale heerschappij was voor deze mensen niet een of ander filosofisch idee, maar een praktisch alternatief dat moest worden afgewogen tegen andere praktische alternatieven en in vergelijking daarmee vaak minder gebrekkig werd gevonden. Dergelijke ‘gevaarlijke gedachten’ moeten duidelijk worden bestreden door de uitbranders in de faculteitslounge, anders worden ze algemeen bekend.
Bruce Gilley (The Case for Colonialism: A Response to My Critics (Paper))
Je kunt een depressie op verschillende manieren proberen weg te werken. Je kunt naar Bachs orgelwerken luisteren in de Kerk van onze Verlosser. Je kunt een streep superhumeur in poedervorm op een zakspiegel leggen met een scheermes, en dat innemen met een rietje. Je kunt om hulp roepen. Bijvoorbeeld via de telefoon, zodat je zeker weet wie het hoort. Dat is de Europese manier. De hoop dat je al handelend je problemen oplost. Ik kies voor de Groenlandse manier. Die komt erop neer dat je afdaalt in het sombere humeur. Dat je je nederlaag onder de microscoop legt en je eraan te goed doet. Als het echt helemaal mis is - zoals nu -, dan zie ik een zwarte tunnel voor me. Daar ga ik naar toe. Ik leg mijn nette kleren weg, mijn ondergoed, mijn veiligheidshelm en mijn Deense paspoort, en dan ga ik de duisternis in.
Peter Høeg (Smilla's Sense of Snow)
Connie begon het bestaan van benen te beseffen. Zij werden belangrijker voor haar dan gezichten, die niet langer meer erg werkelijk waren. Hoe weinig mensen hadden levende, gevoelige benen! Zij keek naar de mannen in de stalles. Grote, worsterige dijen in zwart worstdoek, of diunne houten stokjes in zwart begrafenisgoed, of welgevormde jonge benen zonder enige betekenis, geen sensualiteit of tederheid of gevoeligheid, gewoonweg een pantoffelparade van benen van niets. Zelfs niet iets van de sensualiteit, die haar vader had. Zij waren alle ontmoedigd, zodat zij niet meer bestonden, als het ware. Maar de vrouwen waren niet ontmoedigd. De vreselijke kilometerpaaltjes, die de meeste vrouwen tot benen hadden! Gewoon ergerlijk! Werkelijk voldoende, om een moord te rechtvaardigen! Of de arme pijpestelen! of de keurig nette dingen in zijden kousen, zonder iets, dat op leven leek! Vreselijk, de miljoenen onbeduidende benen, die doelloos rondstapten!
D.H. Lawrence (Lady Chatterley’s Lover)
Het was eruit voor hij het wist: 'Hoe komt dat toch dat negers zo'n lange hebben?' De neger, die trouwens So heette, want ze hebben ook een moeder die hen af en toe aan tafel moet roepen, leek niet te zijn geschrokken van deze impulsieve reactie en kwansuis bijna liet hij het zich ontvallen dat ook blanke mannen over een lange penis kunnen beschikken. Een blanke man een grote jan? Hoe dan? De neger, So dus, legde het recept voor een halve meter mannelijkheid uit en die avond nog bond Lode een baksteen aan zijn fluit. Zeker een kilogram zwaar was dat ding, maar het scheen de wetten van de fysica inderdaad logisch toe dat ieder lichaamsdeel, voortdurend onderhevig aan de trekkracht van een dom gewicht, langer kon worden. Er was trouwens sprake van kinderen met één te lange arm, namelijk die arm aan de hand waarmee ze altijd al hun boekentas hadden gedragen. De baksteen hing daar als een dobber aan een vislijntje, Lode ging ermee werken, baden en slapen tot de steen het gewenste resultaat had opgeleverd. Toen So één week later naar de vorderingen in Lodes onderbroek informeerde was het een glimlach waaruit zijn woorden kwamen: 'Hij is nog geen centimeter gegroeid, maar hij ziet wel al zwart.
Dimitri Verhulst (Problemski Hotel)
Wat er daarna gebeurde, doet misschien wat onwaarschijnlijk aan, maar de lezer moet maar van me aannemen, dat het werkelijk heeft plaatsgevonden. Ze bleef even staan, draaide zich weer om en keek me aan. Ik zette mijn voet op de onderste tree en greep haar ruw bij de arm. Toen trok ik haar omlaag naar me toe. Ze kwam struikelend naar beneden en een ogenblik stonden we samen onder aan het trapje; ik hijgde en hield haar arm in een knellende greep - zij was gespannen en keek me woedend aan. Toen ik me het hele geval later weer voor de geest haalde, had ik de zinsbegoocheling, dat haar gezicht toen en gedurende de volgende ogenblikken zwart was geworden. Plotseling maakte ze een heftig rukkende beweging en probeerde haar arm vrij te krijgen. Het was vreemd, dat ze er eigenlijk volstrekt niet verbaasd uitzag. Terwijl ze rukte, greep ik haar anders beet en draaide haar om, waarbij ik haar arm achter haar rug wrong. Daarop schopte ze me heel hard tegen mijn schenen. Ik duwde haar pols omhoog naar haar schouderblad en wist haar andere pols te grijpen. Ik hoorde, dat ze naar adem snakte van pijn. Ik stond nu achter haar en toen ik met meer kracht op haar arm drukte, kwam ze met haar volle gewicht achterover tegen me aan te hangen. Weer schopte ze me, wat bijzonder pijnlijk aankwam.
Iris Murdoch
De nabestaande moet worden aangemoedigd 'te gaan zitten in een zonnig vertrek', bij voorkeur met een open haard. Er mag eten, maar 'in zeer kleine hoeveelheden', worden aangeboden op een dienblad: thee, koffie, bouillon, wat toast, een gepocheerd ei. Melk mag ook, maar alleen warme: 'Koude melk is slecht voor iemand die toch al onderkoeld is.' Wat de overige voeding betreft: 'De kok kan iets voorstellen wat doorgaans heel lekker wordt gevonden - maar er dient heel weinig tegelijk te worden geserveerd, want de maag mag wel leeg zijn, de tong verwerpt de gedachte aan eten, en de spijsvertering laat zeker te wensen over.' De rouwende wordt aangeraden zuinig aan te doen bij de aanschaf van rouwkleding: de meeste reeds bestaande kledingstukken, en ook leren schoeisel en strohoeden, 'laten zich volmaakt zwart verven'. De te maken kosten moeten vooraf worden berekend. Tijdens de begrafenis dient er een vriend achter te blijven in het huis. Deze moet ervoor zorg dragen dat het gelucht wordt, dat verplaatst meubilair weer wordt teruggezet en de haard wordt aangestoken om de familie te verwelkomen. 'Het verdient ook aanbeveling wat thee of een soepje klaar te maken,' laat mevrouw Post ons weten, 'en dat dient hun bij thuiskomst te worden gebracht zonder eerst te vragen of ze het believen. Mensen die veel verdriet hebben willen niet eten, maar als ze het krijgen voorgeschoteld zullen ze het automatisch aannemen, en iets warms om de spijsvertering op gang te brengen en de gebrekkige bloedsomloop te stimuleren is wat ze bovenal behoeven.
Joan Didion (The Year of Magical Thinking)
Op de vijfendertigste verjaardag van mijn vader, 26 oktober 1925, ben ik geboren. 's Ochtends om kwart over zes. Mijn vader heef tnog steeds het psalmboek dat hij op die dag als verjaardagsgeschenk kreeg. Het zwarte linnen is een beetje afgesleten aan de hoeken zodat daar het karton zichtbaar is. Maar verder ziet het er nog keurig uit. Mijn vader zei wel eens als hij zijn handen er strelend over liet gaan, dat het een mooi cadeau was, maar dat ík het liefste cadeau was dat hij op die dag kreeg. Later, toen ik het geloof de rug toedraaide, herreip hij dat min of meer. Toen zei hij, de bijbel citerend, dat het beter was dat ik niet geboren ware, of dat een molensteen om mijn hals gehangen en ik in het diepste der zee verdronken ware.
Jan Wolkers
Josh heeft een zonnebril nodig en ik ook,' zei Sophie, 'en water.' 'Die kopen we straks wel.' 'We hebben ze nu nodig,' zei ze resoluut. ... 'Water en zonnebrillen,' zei hij. 'Nog een specifieke kleur zonnebril?' vroeg hij sarcastisch. 'Zwart,' antwoordde de tweeling in koor.
Michael Scott (The Sorceress (The Secrets of the Immortal Nicholas Flamel, #3))
En natuurlijk is dat makkelijker gezegd dan geloofd. Je bent depressief en voelt je een last voor de mensen om je heen. Dat lijkt logisch en zwart-wit. Maar dat betekent niet dat alles zwart is.' Ze strijkt met haar hand over het tafelblad. 'Net als bij een schaakbord; de andere helft van het bord is wit. Want je kunt het ook omdraaien: blijkbaar willen mensen ondanks jouw "lastigheid" ontzettend veel moeite voor je doen. Dat zegt iets over jou, over wie je bent en vooral ook over hoeveel jij op jouw beurt aan hen teruggeeft.' Ze staat op en zet haar kopje op het aanrecht. 'Jij staat nu jammer genoeg op zwart, en dat is ontzettend vervelend, maar probeer toch om je heen te kijken. Te kijken of er ook andere kanten zitten aan de dingen die je nu door de depressie gelooft. Want hoe gek het ook klinkt, als je op zwart staat, dan zijn alle vlakjes om je heen wit.
Myrthe van der Meer (Up (Paaz, #2))
Ik zou het nog niet half zo lang hebben volgehouden,' zei ik, maar toen besefte ik dat hij in veel opzichten op de Dobu leek: zijn paranoïde trekjes, zijn zwarte humor, zijn wantrouwen jegens plezier, zijn geheimzinnigdoenerij. Ik ging als vanzelf aan zijn resultaten twijfelen. Als er maar één kenner van een bepaald volk is, zegt diens analyse dan meer over dat volk of over hem? Zoals gewoonlijk was ik meer geïnteresseerd in het raakvlak tussen die twee dan in andere dingen.
Lily King (Euphoria)
Nee, dat is het bootje van m'n grootmoeder!' blies Elm. 'En dat lappie daarbovenin is haar eigengebreide zwarte theedoek, nou goed? M'n grootmoeder breit altijd van die leuke theedoekjes met doodskoppen erop.
Mariëtte Aerts (Dragans List (Het Huis Elfae #1))
Een zwarte pagina kan niet worden verbrand.
Petra Hermans
Zwarte distels zullen alleen maar prikken in ogen die nooit zagen,
Petra Hermans
Zolang de stilte in mij het water doet stromen, zal de Goede Herder zeer zeker en stellig zien, dat er naast witte en zwarte schapen tot bokken, ook haar lammeren op de wereld rondlopen.
Petra Hermans
Een boeket, vol van zwarte distels, nam niet eens het Licht weg, uit ogen, die nooit het universeel kind, zagen.
Petra Hermans
Een prachtige Nachtegaal 't Laatst Lied op Zwart Zaad laten uitzingen?
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Als er, in de volgorde, van 16 zwarte, en daarna 10 witte vrouwen onder mijn hoede zijn verdwenen uit de geschiedenis der tijd, stemt me dat droevig.
Petra Hermans
Als ik op mijn geheugen af moet gaan heeft een halve eeuw Indië korter geduurd dan een willekeurige valkenjacht op Het Loo, het bezoek van Adeline Renselaar en haar feestcommissie langer dan een weekeinde in Scheveningen. De archieven van je geest kennen geen index, hooguit een paar steekwoorden.
Arthur Japin (De zwarte met het witte hart)
Het slapengaan werd uitgesteld. Aanleiding daartoe waren: de Muggen. De horren konden de beestjes niet tegenhouden. Er zaten overal gaatjes in. Dus werd gebruik gemaakt van een wondermiddel, 'citronelle' genoemd. Het werd royaal over de kussens gesprenkeld en, zo beweerden de volwassenen, de muggen zouden hen nooit meer bijten. Doch de muggen bleven de kinders steken. En elke ochtend opnieuw zaten ze vol met jeukende gezwellen. De citronelle had na een paar dagen haar magische werking verloren. Het kinderbloed was zoet en in overvloed aanwezig. Men ging dan over op azijn. Het gebeurde weleens dat een van de kinders in opstand kwam en verklaarde niet te zullen gaan slapen alvorens de laatste mug gedood was. Er begon dan een systematische verdelgingingsjacht. De muggen werden tegen het behang geplet, dan viel op hoeveel in vroeger jaren gedode beestjes hun sporen daarop al hadden achtergelaten. Alleen was het spatje bloed niet zo rood meer als van de vers-gedode beestjes. Het zag nu zwart-bruin. De muggenjacht was steeds een jolige aangelegenheid die de kinders nogal opwond en er werd door zijn moeder dan ook radicaal een eind aan gemaakt. Ze zouden nu vast en zeker allemaal dood zijn. Ze hadden er op z'n minst wel twaalf gevangen. Doch het mocht niet baten. 's Anderendaags had hij een gezwollen lip, zagen de benen van Nicole eruit als de Alpen en zat ook zijn moeder weer vol. Ze had een te kinderlijk bloed bewaard. Jeannot had medelijden met haar en met hen. Maar muggen maakten deel uit van de vakantie, daar was nu eenmaal niet aan te ontsnappen.
Eric de Kuyper (Aan zee: Taferelen uit de kinderjaren)
Zonder enige overgang is het volgende beeld dat ik van hem heb dat van een stil huilende man - hij zit aan het kleine tafeltje waaraan hij schilderde en schreef, gekleed in zijn grijze kiel, zijn zwarte hoed op zijn hoofd. Het gele ochtendlicht valt door het kleine, wingerdomgroeide raam; in zijn handen houdt hij een van de vele reproducties die hij geregeld uit kunstboeken scheurde, en die hij gebruikte bij het maken van kopieën (hij prikte de reproductie op een plankje dat hij met twee houten pennen aan het schilderspalet vastklikte); hij houdt de afbeelding in zijn handen, ik kan niet zien wat het is, maar ik zie dat er tranen over zijn wangen lopen en dat hij in stilte iets prevelt. Ik ben de drie treden naar zijn opkamertje opgelopen om hem te vertellen dat ik het skelet van een rat heb opgedolven; nu trek ik me snel en stil terug, ik sluit zijn deur weer, maar later, wanneer hij beneden koffiedrinkt, sluip ik naar boven en vind de afbeelding op zijn tafel: het is het schilderij van een naakte vrouw, die met haar rug naar de kijker ligt, een slanke vrouw met donkere haren, ze ligt op een soort sofa of bed voor een rode voorhang, haar vredig mijmerende gezicht is te zien in een spiegel die haar wordt voorgehouden door een cupido met een blauw lint over zijn schouder; prominent zijn haar slanke naakte rug en ronde billen. Dan verplaatst mijn blik zich naar de frêle schouders, de fijn krullende haartjes in haar hals, dan weer naar de haast obsceen naar de kijker toegekeerde derrière; geschrokken leg ik de afbeelding weer neer, ik loop naar beneden, daar is mijn grootvader in de keuken. Hij staat bij mijn moeder en zingt voor haar een liedje in het Frans, dat hij zich herinnert uit de oorlog.
Stefan Hertmans
Misschien is het idee dat er een tijd bestaat waarin je zou kunnen samenvallen met jezelf, een tijd waarin je je thuis voelt, een illusie. Per definitie onmogelijk, omdat de definitie van leven veranderlijkheid is. Het is denk ik niet dat ik terugverlang naar vroeger. Ik wil niet achteruit - maar vooruit is ook weer zoiets. Het is het splijtende gevoel dat zich achter me een zwart-witfilm ontrolt, zonder geluid - het enige geluid dat je hoort is het geratel van een amechtige projector - terwijl vóór me een bonte kermis gaande is waarop het verplicht is een 3D-bril op te zetten. Het geluid staat te hard, de gezichten komen te dichtbij. Een polonaise waarbij je moet inhaken op straffe van onzichtbaarheid. Het heeft te maken met dat iedereen een vertegenwoordiger van zichzelf lijkt te zijn geworden, iedereen moet zich laten zien, en wat iedereen laat zien, moet dan weer het beste zijn dat hij of zij mogelijkerwijs kan laten zien. En dat is, ben ik bang, weer terug te voeren op het grote wereldwijde web waarop de mensheid sinds enige decennia is aangesloten en waarvan we waarschijnlijk nooit meer losgekoppeld raken. De druk om constant bereikbaar te zijn, jezelf in heel je glorie te openbaren, je kunsten en goede daden op eigen houtje te etaleren... Ik weet dat de sociale media ook zegenrijk effect sorteren - Revolutie! Solidariteit! Flashmobs! Spontane dansfestijnen! - maar zijn ze niet ook de gesel van deze tijd? Is de menselijke natuur opgewassen tegen de mogelijkheden die de techniek heeft geschapen? Is de mens zichzelf niet groter gaan wanen dan hij is, met alle gevolgen van dien, op individueel niveau en op het toneel van de wereldpolitiek?
Marja Pruis (Omdat je het waard bent)
Ras en huidskleur hebben helemaal niks met elkaar te maken. Ras is een wetenschappelijk fabeltje, er bestaan wezenlijk alleen maar Homo Sapiens, Neanderthalers etc dat zijn mensenrassen. 'Wit' is gewoon geen goede omschrijving van de huidskleur van de mensen waar hier op wordt gedoeld, noch is 'zwart' een correcte aanduiding. Als je toch een verzamelkleur moet benoemen probeer dan een beetje realistisch te duiden, varkensroze bijvoorbeeld. Ik denk verder niet dat Sunny Bergman over een eeuw nog bekend zal staan als een van de grote filosofische vernieuwers van de 21e eeuw. En ook ontgaat me wat er precies mis is met het pantone systeem, dat is een universele en realistische kleur aanduider. Als je dus zo nodig wilt identificeren met een zelfde kleur zoek je Pantone 456c bijv.
Martijn Benders
Heb jij je ooit afgevraagd of er een God bestaat?" -- "Ach, het is heel simpel. Als je gelooft in God, bestaat God. Als je niet gelooft in God, bestaat hij niet. Maar dit is de grijze zone waar de mens zo een afschuw van heeft. Het moet wit of zwart zijn.
Yves Saerens (De dwarsligger)
Weet je, Arnaut,' zei hij na enige tijd, 'vroeger was je zo'n onschuldige, vriendelijke knaap. Je deed geen vlieg kwaad. Wat is er de laatste tijd toch met je aan de hand?' Arnaut grijnsde breed. 'Wie met pek omgaat, wordt zwart!' riep hij. En dat kon Halt niet ontkennen.
John Flanagan (Halt's Peril (Ranger's Apprentice, #9))
Waarom heb ik het over 'wit' in plaats van over de oude, bekendere term 'blank'? Simpel, de term 'blank' is tijdens de gehele koloniale geschiedenis door witte mensen gebruikt als het tegengestelde van mensen die werden aangesproken met het n-woord. Daar waar zwarte mensen een inferieure, niet-menselijke status hadden, was de 'blanke' persoon het toppunt van civilisatie. Daarom wil ik, en vele anderen met mij, afrekenen met zowel het n-woord als het woord 'blank'. Het zijn overblijfselen uit het Nederlandse koloniale verleden. Het idee dat 'blank' een neutrale term is, is dus allesbehalve waar. 
Anousha Nzume (Hallo witte mensen)
Arnaut hield meer van de colleges van Heer Roderick: die waren zwart-wit, duidelijk, geen probleem wat goed of slecht was, neem je zwaard en hak erop los.
John Flanagan (The Battle for Skandia (Ranger's Apprentice, #4))
Dirk: Ik ben toen een eind het land in gelopen, er hing een klamme vochtige damp boven en de kraaien roerden zich, ik heb mijn vuist geheven en hem daarboven met een vloek aangeroepen en gewacht wat hij zou doen en er kwam een stilte. Er kwam een stilte en het was niet de stilte van iemand die er niet was. Op de achterkant van de paardenstal staan nog steeds mijn naam en die van hem, zwart op verblekend zwart.
Machteld Siegmann (De kaalvreter)
Op haar wangen zaten weer van die zwarte, natte strepen. Zo had er hij er ook wel eens uitgezien in de tijd dat hij in Alkmaar kranten had rondgebracht en met donkergrijs geworden vingertoppen in zijn ogen had gewreven. Het was een voorrecht om op haar te lijken.
Joost Zwagerman (Vals licht)
De vorige tandarts haalde zijn praktijk met zwart door.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Condoom uit het raam is hilarisch. 2026.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Het condoom fungeert als keppeltje van Zwarte Piet.
Petra Hermans
Je kan zeker niet komen, Sjakie Zwart.
Petra Hermans
Toen ik heel, heel diep in mijn eetstoornis zat en geplaagd werd door een zware depressie, was mijn allergrootste angst om vermist te raken. Niet omdat ik bang was dat iemand met onzuivere intenties mij wat aan zou willen doen. Dat zou me werkelijk aan mijn reet roesten. Nee, mijn grootste angst was dat er vermissingsposters zouden worden verspreid, met daarop de tekst: 'Vermist: Charlotte Simons. Roepnaam Lotte. 17 jaar, groene ogen, lang, sluik zwart haar. 1,85m lang, lichaamsbouw: morbide obees.' Dat de rest van de wereld mijn eetgestoorde zelfbeeld eens en voor altijd zou bevestigen. Dat dat ‘verstoorde lichaamsbeeld’ dat ik in de spiegel zag, waarvan mensen in mijn omgeving me zo bewust hadden proberen te maken, eigenlijk gewoon realiteit bleek te zijn.
Charlotte Simons (Eetgestoord)
Hoe leg je uit aan de ander dat de liefde onderweg is verdampt? In de lange meters weggelekt als water uit een gebarsten kruik. Kortstondig vormden de afzonderlijke druppels een spoor van zwarte stippen op het zand, maar al gauw namen ze de kleur van het stof weer aan en was de weg terug niet langer te herleiden.
Jannie Regnerus (Het wolkenpaviljoen)
Venz hagelslag, alleen geschikt voor Zwarte Piet met Sinterklaas.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Bonen van koffie zijn zwart, pater.
Petra Hermans
Closer to home, the Netherlands’ colonial history was evident on the country’s dining tables and restaurant menus, with Indonesian cuisine offering a rare bright spot among otherwise dire food options. It was common for family celebrations or corporate events to involve a rijsttafel (‘rice table’), a lavish banquet consisting of dozens of gelatinous Indonesian dishes displayed on a vast table. Just as no British town could be complete without an Indian curry house, most Dutch towns had at least one restaurant offering peanut soup, chicken satay and spicy noodles. Nasi goreng (fried rice) and bami goreng (fried noodles) were as well known to Dutch diners as chicken masala and naan bread were to the British. After centuries of trade with Indonesia, the Dutch had developed an abiding obsession with coffee, with an expensive coffee machine an essential feature of even the scruffiest student house. Surinamese food, which I’d never even heard of before moving to the Netherlands, was also popular. The Dutch had left their mark on the world, and the world had returned the favour.
Ben Coates (Why the Dutch are Different: A Journey into the Hidden Heart of the Netherlands: From Amsterdam to Zwarte Piet, the acclaimed guide to travel in Holland)
The Dutch famine of the ‘Hunger Winter’ of 1944 had helped spur the creation of a beneficent welfare state that provided cradle-to-grave security for citizens, and perhaps helped shape Dutch attitudes to work and family. Even the Dutch love of bicycles was rooted partly in the planning decisions taken during post-war reconstruction. To understand the Netherlands, then, one had to understand the war.
Ben Coates (Why the Dutch are Different: A Journey into the Hidden Heart of the Netherlands: From Amsterdam to Zwarte Piet, the acclaimed guide to travel in Holland)
In zijn boek Enduring Divine Absence bespreekt de filosoof Joseph Minich hoe scepticisme groeit te midden van rijkdom, gemak en bevoorrechting. De afwijzing van geloof in God vind je het vaakst, zo zegt hij, 'onder blanke welgestelden'. De komiek Neal Brennan maakt er een grap over:' Grappig, ik ken veel witte atheïsten, maar ik ken maar weinig zwarte, en ik heb een theorie waarom dat zo is: omdat atheïsme eigenlijk bij uitstek een blank privilege is...Denk er eens over na: religie zegt in feite: "Zeg, kunnen we je warm maken voor een hiernamaals?" En blanke mensen zeggen allemaal zoiets als: "Nee, dank u." Zoals: "Waarom? Hoeveel beter dan dit kan het worden?
Tish Harrison Warren (Bidden in de nacht: Voor wie werken, waken en wenen)
De Kathaar kent zijn eigen witte Raven krentenmik.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Een impotente vent is een ouwe zwarte krent.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Bovenaan is de Orthobene volkomen verlaten. De lucht is er zo schoon, het landschap zo helder, dat het lijkt alsof het zich in het middelpunt van het licht bevindt. Het groen is glanzend, het bruin is stralend, het grijs van het graniet is zilverachtig. Antonio Ballero zou hier niet van houden, denk ik, dit kristal is niks voor hem, want zijn verf is onzichtbaar, als amandelmelk tussen het wit, als roet tussen het zwart, als steekvlammen tussen het rood. Bovendien is zijn penseelvoering veel te beminnelijk voor dit landschap van wrede, ondraaglijke schittering. In dat soort gedachten ben ik verzonken wanneer het geritsel op enkele passen van me ineens verandert in het knerpen van vertrapte takken. Ik draai me met een ruk om.
Marcello Fois (Misdaad op Sardinië: Intriges op een Italiaans eiland)
Hoe licht is het voor ons begonnen met de kinderen die God ons gaf, hoe zwart heeft hij het voor ons gemaakt. Wat voor kwaad wij gedaan hebben, zelfs dat mogen wij niet weten. Wat voor kwaad hebben de kinderen gedaan? Het leven was nog maar spel voor ze toen het lijden begon. En wij? Gewerkt hebben wij van de morgen tot de avond, eerlijk, zonder van anderen te nemen, de handen hebben wij zuiver gehouden. Wij hebben onze plichten gedaan, zonder zelfzuchtigheid. De armen hebben wij geholpen, aan de ongelukkige hebben wij onze rust geofferd. Alle beproevingen hebben wij gedragen, wij die als leem waren in zijn hand. Langzaam heeft hij ons gemarteld, de behoeder zonder genade, heel het leven door, en wij hebben niet gemord, tot mijn sterkte vergaan was. Hard en wreed is hij voor ons geweest, gul met bitterheid. Hij heeft ons nooit gespaard en wij hebben gezegd: uw wil geschiede. Erger dan hij ons in dit leven heeft gedaan kan het hierna niet worden. Voor wreed spel heeft hij ons geschapen en ik heb op hem vertrouwd. Op hem moet ik toch vertrouwen dat hij niet eeuwig verstoten zal en bidden moet ik toch.
Arthur van Schendel (De Grauwe Vogels)
Je mag zeggen van de Middeleeuwen wat je wilt, met hun Zwarte Dood en manke hygiëne, met hun oorlogen en furies, hun brandstapels en navenante levensverwachting – maar als het tijd was om te gaan, dan mocht je gaan. De dood was een oude bekende, geen reden tot hysterie. En de weinige wetenschap sloeg zelf nog niet om in een groteske kwaal, die kwellingen in stand houdt en vergroot in plaats van ze te bestrijden.
Tom Lanoye (Sprakeloos)
Ik moest erg aan de vrede wennen. Al dat geklets over goed en slecht, over zwart en over wit. De ervaring had me geleerd dat er mensen bestonden die zeer slecht waren, maar de ervaring had me ook geleerd dat het merendeel zich in het rijk der tussentinten ophield. Dat was een verademing.
Armando (De straat en het struikgewas)
Meningen zijn als billen, zeggen de Ibo, iedereen heeft ze.
Chika Unigwe (De zwarte messias)
Misschien is zwart een kleur voor wie er diep in doordringt, is er licht binnen de aarde om ons te doen zien het liefst gezicht.
Chris J. van Geel (Verzamelde gedichten)
Het begon eigenlijk pas nadat mijn boek Het zwart-witdenken voorbij vorig jaar een geweldig succes werd. Daarin schreef ik onder meer over Johan Maurits, en het boek verscheen precies in de periode dat het Mauritshuis begon te twijfelen aan de naam van het museum, omdat gesuggereerd werd dat het verleden van het Mauritshuis was ‘gepasteuriseerd’. Daarom stelde de uitgever voor om mijn Geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel te actualiseren en opnieuw uit te geven.
P.C. Emmer (De geschiedenis van de Nederlandse slavernij in een notendop)
Ik blijf me daarover verbazen. We zijn ontzettend boos geworden toen de stad Palmyra, Syrië, door IS vernietigd werd omdat de stad herinnerde aan de pre-mohammedaanse tijd, zal ik maar zeggen. En ik zie die oproepen om namen te veranderen die gelinkt zijn aan slavenhandel in het verlengde. Het is onzin om te denken dat je een verleden dat niet bevalt kunt uitwissen.
P.C. Emmer (Het zwart-witdenken voorbij: Een bijdrage aan de discussie over kolonialisme, slavernij en migratie)
Het zou kunnen zijn dat als je zwart bent je andere dingen in de geschiedenis ziet dan wanneer je blank bent. Dat geef ik graag toe. Ik wil daar echter niet over spreken. Als de onderzoeker niet kan worden ingewisseld vindt er een soort geschiedschrijving plaats waar ik geen deel aan wil hebben. Of de onderzoeker nu zwart of blank is, je hebt bronnen en je probeert een zo goed mogelijk objectief beeld te geven. Ik begrijp dat er een andere geschiedschrijving bestaat, maar die wil ik er niet bij betrekken.
P.C. Emmer (Het zwart-witdenken voorbij: Een bijdrage aan de discussie over kolonialisme, slavernij en migratie)
Ik geloof best dat de wetenschap niet volkomen van subjectiviteit vrij is, maar je moet absoluut streven naar objectiviteit. Ik vind het belangrijk dat als water bij honderd graden kookt, of iemand nou blank is of zwart, dat iemand ziet dat het bij honderd graden kookt.
P.C. Emmer
Er is geen kant te kiezen Ze maken ons wat wijs Ze praten over zwart en wit Maar wijsheid is vaak grijs De een sterft voor een God Die de ander dood verklaart Alsof wij zijn vergeten Dat het midden nog bestaat - Stef Bos
Lammert Kamphuis
Dus dan ken je dat gevoel', zei ik rustig, 'dat je leven al vanaf het begin ergens door vergiftigd was. Net alsof je een zwarte vloeistof in een bak schoon water giet'.
Benedict Wells (Vom Ende der Einsamkeit)
Vrees buiten ritselt triest de regen - de wind huilt cynisch door de nacht - o lang verzwegen Noodlot dat mij wacht starend dwaal ik door de zwarte nacht dof slaat mijn voetstap door de zwarte straat - o hart in mij dat nu nog slaat: - eens komt de nacht het water van de gracht is zwart - o vreemd verdriet in 't lege hart- zwart is het water van de gracht - dit is de nacht
H.H. ter Balkt
Mijn leven lang heb ik altijd daar naar binnen willen stappen waar dat onmogelijk was: in een film, in een boek, in de heilige familie van de kerststal, in het rijtuig van de koningin, een passerende auto met lieve rijke dame of in een eigen herinnering
Willem Brakman (Het zwart uit de mond van Madame Bovary)
De kamer leeg. een vale grauwe nacht. een schemering die aan den dood ontsteeg wij liggen eenzaam op de zwarte baar en zullen weldra op de klippen stranden drijven wij naar den dood of in den ronde? de rozen worden zwarter in uw haar waar zijn uw handen?
Hendrik Marsman (Verzamelde gedichten)
Loeser keek naar binnen. De man die had gesproken stond bij de experimenteertafel en zeepte de kranen met een doekje in. Loeser zag hem en profil, maar hij hàd helemaal geen profiel, dat wil zeggen, zijn gezicht was een plat vlak - zijn kin en voorhoofd waren zo verticaal als een muur en zijn neus was plat tegen zijn schedel gedrukt, hij had geen lippen en zijn ogen zaten zo ver naar voren dat ze schuins tegen elkaar hadden kunnen knipogen. Die configuratie zag er zo onnatuurlijk uit dat hij alleen gen gevolg van een gruwelijk ongeval bij de geboorte kon zijn, iets met een stalen tafel of een betonnen vloer. Hij droeg een ruime grijze overall en had sliertig zwart haar dat eruitzag alsof het een paar dagen kruislings over het doucheputje had gelegen voordat het uit zijn schedel was gegroeid.
Ned Beauman (The Teleportation Accident)
Waarom had ze niet z'n hand gepakt en gezegd: "Ik houd van jou". Waarom wilde ze niet, wat ze zoo erg wilde? Wat kon haar gebeuren, erger dan deze dood levend om te dragen? Waarom was ze? Waarom moest ze ongezoend dood gaan? Niet zoo maar 's gezoend, maar heel erg. Ze gloeide overal, haar hart werd groot. Ze maakte haar goed open voor den spiegel en bekeek haar borsten, zoo wit in haar zwarte japon en hield ze op haar beide handen. Rein en onaangeraakt was zij. Ook een lolletje.
Nescio (Dichtertje)
Hij bleef zoals hij is, zwart en stil en besprenkeld met sterren.
Monika Feth (Der Schattengänger (Jette Weingärtner #4))
Mijnheer, vergeeft u me, maar vandaag wil ik niet spreken.
Chika Unigwe (De zwarte messias)
2012 Continuation of Andy’s Message   …Young, do you remember the bar and nightclub owned by the ‘King of De Wallen,’ Zwarte Jopie? It is now Theatre Casa Rosso, a historical landmark where burlesque shows are held nightly.
Young (Turpitude (A Harem Boy's Saga Book 4))
De humorist gaat van de ernst van het leven uit. De grote humoristen - ik denk aan Chaplin, Steinberg of Tati - zien het leven als één groot dramatisch en ontroerend gegeven. Zij plaatsen de mens met zijn kleine alledaagse escapades en buitelingen tegen die achtergrond. Wat je dan op de voorgrond ziet, krijgt iets heel karikaturaals. De zwart-witfilms van Chaplin zouden aan kleur verliezen, als men er kleur aan zou toevoegen.
MyQuote
Ik antwoordde dat ik mij niets mannelijkers voor kon stellen dan hoop houden op het onmogelijke.
Arthur Japin (De zwarte met het witte hart)
Middels 1 Zwarte Streep Op Het Voorhoofd Zijn Velen Gedegradeerd Tot Gedrocht. Petra Cecilia Maria Hermans Worldpoet 546 Babaji 7 September 2016 God
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Hoe bang je ook bent - en je zult bang zijn - en hoe angstaanjagend ze er met hun doodshoofden en hun zwart-omrande ogen ook uitzien, blijf staan. Val aan. Ga altijd naar voren. Schreeuw tegen ze, laat je woede spreken, maar val vooral aan. Dat verwachten ze nooit. Ze verwachten dat je van angst begint te gillen en op de vlucht slaat. Doe dat niet. Ga vooruit. Altijd vooruit. - Lydia
John Flanagan (The Ghostfaces (Brotherband Chronicles, #6))
Als ik heel eerlijk was, was mijn truc dat ik het niet echt wist: het is de kunst dat je de taal kent, het vocabulaire, de verwijzingen, dat je in elke tegenstelling, in elk zwart en elk wit een paradox vindt en die opvoert als de diepere waarheid van de ambivalentie, als dubbelzinnigheid, als concurrerende paradigma's. Waren alle kunst en boeken en films en muziek niet gewoon een kwestie van verschuivende referentiekaders?
Joost de Vries (De republiek)
Plotseling viel er een stilte in de tuin. Het orkest had zichzelf tot zwijgen gebracht, gesprekken verstomden en de zwemmers staakten hun gespetter en geplons. Voor het eerst sinds hij op het feest was hoorde Menno vogels zingen. Aller ogen richtten zich op een indrukwekkend schepsel dat, begeleid door de sponsor Arend Moezaam en Saïd de villa uit kwam schrijden waarin ze zich tot dan had opgehouden. Dat moest Orpheline zijn, dacht Menno. Ze was een rijzige vrouw met een theatrale uitstraling. Haar glanzend zwarte haar hing tot op haar billen. Ze droeg een paarsblauwe jurk die vlak boven haar blote voeten eindigde. Ze had een krachtige, aristocratisch-gebogen neus en haar grote donkere ogen waren evenals haar fraai gevormde lippen paarsblauw opgemaakt. Aan haar tot de oksel blote lichtbruine armen schitterden zilveren armbanden. De lage uitsnijding van haar jurk liet een stevig borstenpaar vermoeden. Meno hield zijn adem in. Wat een schoonheid! Maar zo groot.
Remco Campert (Ohi, hoho, bang, bang)
Als je hersens had, probeerde je het systeem te slim af te zijn door allerlei omwegen te verzinnen, het op duistere akkoordjes te gooien met je bovengeschikten, door te liegen dat je zwart zag en gebruik te maken van kruiwagens. Dat werd dan een volledige baan. Toch besefte je steeds dat het aldus vervaardigde netwerk een net van leugens was en hoe groot je welslagen of je gevoel voor humor ook was, toch verachtte je jezelf. Zo behaalt het systeem de eindzege: of je het nu laat buigen of barsten, je voelt je toch even schuldig. Volgens het volksgeloof - en het bijpassende spreekwoord - is de duivel zo zwart niet als men hem schildert en de engel vast ook niet zo wit.
Joseph Brodsky
Er is mij eens iets grappigs overkomen in een herberg in Tirol. Professor Cotta en ik hadden er juist onze intrek genomen en zaten te dineren toen een kamermeid hem in zijn oor kwam fluisteren. Ze vroeg of het wel zin had mij een bed met schoon linnengoed te geven, aangezien het toch helemaal zwart zou worden wanneer ik ging liggen. De professor wuifde het wicht weg. We hebben er samen hard om gelachen, maar 's nachts overviel me een enorme mensen-moeheid. Alsof ik mijn leven lang door een moeras gewaad heb zonder een meter vooruit te komen. Dat zijn voor mij de angstige momenten, wanneer ik het vechten liever op zou geven. Met het ouder worden nemen die in frequentie en hardnekkigheid eerder toe dan af.
Arthur Japin (De zwarte met het witte hart)
Er is een ruim tweepersoonsbed dat mijn hele herinnering beslaat. Buiten, in de diepte, is het stil, op het geluid van een enkele passerende auto na. Een auto, zo laat nog, een veeg in de nacht. Ik lig op mijn linkerzij, met mijn hand omklem ik de metalen rand. Ik druk mijn wang tegen het koele metaal. Wie op zijn linkerzij slaapt belast zijn hart, zegt mijn moeder. Vanuit mijn positie aan de rand van het bed kijk ik recht de zwarte hemel in. De nacht is veraf en dichtbij. Het matras deint op en neer als een vlot op de oceaan. Ik ben achttien, ik heb niets tegen de nacht. Maar déze, terwijl ik er nog middenin ben, zou ik nu al uit mijn leven willen schrappen.
Tessa de Loo
Een dagboek schrijven is zoiets als improviseren op de zwarte toetsen van de piano: het kan niet misgaan, maar het is ook zelden echt goed.
Willem Frederik Hermans (Dinky toys (Dutch Edition))
Voor de zachtmoedigen, verdrukten, Tot geregelde arbeid onwilligen, Voor de met moedwil mislukten En de grootsch onverschilligen, De reine roekeloozen, Door het kalm leven verworpen, Die boven steden en dorpen De woestenijen verkozen, Die zonder een zegekrans Streden verloren slagen En ‘t liefst met hun fiere lans De wankelste tronen schragen; Voor allen, omgekomen Door hun dédain voor profijt, Slechts beheerscht door hun droomen De spot der bezitters ten spijt, Neem ik bezit van dit eiland, Plant ik de zwarte vlag, Neem iedere natie tot vijand, Erken slechts ‘t azuur als gezag. Wie nadert met goede bedoeling: Handel, lust of bekeering, Wordt geweerd aan ‘t rif door bezwering Of in ‘t atol door onderspoeling. Oovral op aarde heerscht orde, Men late mijn eiland met rust; ‘t Blijft woest, zal niet anders worden Zoolang ik kampeer op zijn kust.
J. Slauerhoff (Verzamelde Gedichten)
Het wondermooie en perverse aan eenzaamheid is dat ze je naar binnen brengt, naar een plek in jezelf waar het kalm is en goed. Maar alleen als je kunt leven met je fouten, natuurlijk. Je moet je eigen onvolkomenheid moedig onder ogen zien. Als je daartoe bereid bent, ontsluiten zich geheime tuinen waarvan de poort voor veel mensen altijd ge sloten blijft. Dwaal door die tuinen. Vind er de bontgekleurde bloemen en de zwarte modderpoelen. De vliegende vissen en de kronkelende slangen.
Susan Smit (De heks van Limbricht)
Haar ogen glimmen als zwarte zeepbellen.
Falun Ellie Koos (Rouwdouwers)
In mijn hoofd is de nacht zwart, de mist dik, de grond vochtig, ik ben alleen, niemand om de richting te wijzen.
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
Manus van alles dicteert strafbevel vanuit zwarte ondergoed.
Petra Hermans
Racisme is niet het gevolg van kolonialisme, kolonialisme is het gevolg van racisme.
Peter Verlinden (Zwarte trots, witte schaamte? Over kolonialisme en racisme)
Standenbeelden moeten blijven bestaan opdat ze niet vergeten worden. Een beter alternatief is het behoud van de standbeelden, maar met duiding. Maak er een mini-museum van, met een goeie omkadering.
Peter Verlinden (Zwarte trots, witte schaamte? Over kolonialisme en racisme)