Vlinder Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Vlinder. Here they are! All 21 of them:

Vlinders zijn de meest vergankelijke, gracieuze schepsels ter wereld. Ze worden uit het niets geboren, verlangen stilletjes naar iets heel kleins en beperkts, om uiteindelijk weer als in het niets te verdwijnen.
Haruki Murakami (1Q84 Book 1 (1Q84, #1))
En Bram was zijn zoon. Juist omdat hij het niet was - van je eigen zoon zou je verplicht zijn te houden, waardoor je altijd moest twijfelen of je het wel echt deed; van Bram hield hij omdat het Bram was.
Tim Krabbé (Een tafel vol vlinders)
Als we ons met de instelling van de reiziger [met ontvankelijkheid als voornaamste kenmerk] door onze eigen omgeving bewogen, zou deze wellicht niet minder interessant blijken dan de hoge bergpassen en de oerwouden vol vlinders in Humboldts Zuid-Amerika.
Alain de Botton (The Art of Travel)
Vind je het goed als ik jou gebruik om mijn leven aan diggelen te gooien?
Tim Krabbé (Een tafel vol vlinders)
Het voelde alsof zij de enigen op de wereld waren met een ziel.
Tim Krabbé (Een tafel vol vlinders)
Dan was hij niet boos, zoals je huis niet boos is als je met vakantie bent geweest.
Tim Krabbé (Een tafel vol vlinders)
Geluk en ongeluk werden zielenstaten buiten haar om. Zij is: niets! Kan dat sereniteit wezen? Zij is een meisje geworden dat de eenvoudigste functie van het bestaan voltrekt zonder dat daar enig gevoelen bij te pas komt. Zij is een jonge vrouw die zich door de stad beweegt en geen indrukken meer van buiten ontvangt; een jonge vrouw, wier innerlijk niet meer afgestemd is op iets van buitenuit. Een wezen zonder ziel, misschien! Zo zijn er inderdaad velen; hier is echter een ziel geweest. Die ziel geleek een vlinder. Hij fladderde op, er blijft wat gekleurd stof van de vleugels trillen op het plantblad, en dat stof wekt voortdurend herinnering aan de weggefladderde vlinder. De tijd verglijdt.
Lode Zielens (Moeder, waarom leven wij?)
Maar asof die natuur self vir Eron ’n troosgeskenk wou gee, was dit ’n helder herfsdag toe hy die voetheuwels van Galgepiek bereik. Die son het deur die takke gesprankel en die woud in skarlaken en brons gehul. Daar was die sonlig en die herfsblare en sy gedagtes het verder weggedwaal, sodat hy nie mooi besef het wat rondom hom gebeur nie. Die klank van tienduisend ruisende, ritselende blare het sy aandag getrek. Maar dit was nie herfsblare nie, dit was vlinders wat in die Nanaalse woud vertoef op reis na die warmer suidelike streke. Soos blare met gekartelde rante het hulle rondgedwarrel en ineens was alles één: Die vlinders was bewus van die son, die son het homself gedeel met die woud, die woud was bedag op die voetstappe en het haarself oopgekelk vir die hartseer seun en sy hond.
Carina Stander (Die Wonderwese (Bergengel #2))
Al bij de eerste kus had ze er rekening mee gehouden dat de liefde zou kunnen vervliegen: de vlinders blijven niet fladderen in je buik. Vroeg of laat komen ze tot rust en vormen zich tot bloemen in de tuin van je hart; of ze worden mest voor andere vleugels, andere hartkloppingen, andere kriebels in je buik.
Federica Brunini
Når jeg ser små barn, merker jeg ikke noe til denne myke morsfølelsen, kjenner bare sur lukt, ser for meg deres endeløse kravling, hovne gummer, våte smekker, klissete kinn, en rød hake, kaldt sikkel på en hake.
Auður Ava Ólafsdóttir (Vlinders in november (Dutch Edition))
Linguistically, English is an outlier in differentiating between moths and butterflies. In French, there are butterflies (papillons) and night-butterflies (papillons de nuit). German (Tagfalter and Nachtfalter) and Dutch (vlinder and nachtvlinder) adopt similar approaches.
James Lowen (Much Ado About Mothing: A year intoxicated by Britain’s rare and remarkable moths)
Wij zijn rupsen en we zullen vlinders worden, dat is ons hele verhaal, de hele zin van ons aardse bestaan, in één enkel providentieel beeld, dat iedereen kan bevatten, met zijn geest, met zijn hart of met de doolhof van zijn ingewanden. Wij zijn aan een gedaanteverwisseling onderworpen wezens, reeds gemaakt voor de verlossing. We weten dat morgen de zon zal opkomen, en dat betekent dat onze zintuigen voor de toekomst, timide uitbottend, zich reeds hebben geopend, want hoe zouden we dit anders durven geloven? Wanneer het blad van de amandelboom bros wordt, weten we dat de lente niet ver meer is. Wanneer we een wolk in het westen zien, zeggen we bij onszelf: Morgen gaat het regenen. Het zijn de eerste kenmerken van onze visionaire aard. We zullen pas geheel zijn wanneer we de toekomst even helder zullen zien als het verleden en wanneer we zullen begrijpen dat ze één zijn, wanneer wij ons op ieder ogenblik zullen verheffen boven de werkelijkheid, majestueus klapwiekend met de twee vleugels die in gelijke mate dooraders en vol met levendige beelden zijn: het verleden en de toekomst. Dan zullen ze zijn wat we altijd zijn geweest: Boodschappers, Zieners en Getuigen van het wonder dat zich niet in de wereld vertoont, van louter het wonder dat de wereld bestaat... Dan zullen we ons inflatoir heelal tussen onze vingers houden als een gouden belletje, waarvan we het lieflijke geluid soms met een grenzeloze weemoed op ons zullen laten inwerken: ting!
Mircea Cărtărescu (Orbitor (Orbitor #1-3))
We hebben er gevreeën als konijntjes. Als konijntjes, als vlinders, als marmotten. Als duiven, herten, en al het schoonste uit het dierenrijk. Maar nooit als mensen. Dat was beneden onze stand.
Dimitri Verhulst (De zomer hou je ook niet tegen)
Yessss,” I hiss in her ear. “Let me rule you. Let me teach you, my vlinder. Let me set you free so that you can fly.
Karina Halle (Hollow (A Gothic Shade of Romance #1))
Dat niet alle mensen vlinders waren en dat ik zo voorzichtig kon doen als ik wilde maar dat ze zich nooit zorgzaam zouden laten behandelen. Ze zouden me overladen met beten en krabben, en ik zou overspoeld worden met verwondingen die ik niet kon genezen.
Erin Doom
Dacht ik aan woorden, zag ik vlinders. Een gesprek stelde ik mij als een schittering van vleugels voor. Op elke adem ontpopten er meer. Soms zag ik er enkele aarzelen op iemands onderlip, maar uiteindelijk, door onzichtbare gedachten opgetild, vlogen zij toch altijd uit, sprankelend plots in volle vlucht, om zich bij de rest te voegen in een zon weerspiegelende kleurenpraal. Zo droomde ik mij taal, ongrijpbaar.
Arthur Japin (Kolja)
Kat opens her eyes and gasps as the butterflies fly toward her and circle her head. She looks like a goddess or a queen, with them her moving crown. Then they delicately land on her head, her shoulders, her arms, their wings occasionally opening but content to stay in place. “Look at you,” I say in awe. “Queen of the butterflies.” “Vlinders,” she says breathlessly. Yes. My vlinder.
Karina Halle (Hollow (A Gothic Shade of Romance #1))
We hebben veel geleerd van Marianne', zei ze. ''t Meeste nog, denk ik, hoeveel we eigenlijk van elkaar houden'.
Virginia Lee (Vlinder voor Marianne)
Als we nu eens een manier konden vinden om de tijd stil te zetten (...) Daaraan moeten we werken. Voor het geval er een gelukkig moment voorbijzweeft. Om dat moment voor eeuwig te hebben, hoeven we alleen maar met ons netje te zwaaien en het als een vlinder te vangen.
Matt Haig (How to Stop Time)
We deden ons best ons steeds flexibeler op te stellen en we merkten ook dat we vergevingsgezinder werden, jegens onszelf én iedereen die we onderweg tegenkwamen. Erg veel keus hadden we eerlijk gezegd ook niet. Met reisplannen die afhankelijk waren van de aanwezigheid van plaatsen waar we gratis ons afvalwater konden lozen (die ons gps-systeem niet altijd aangaf…) en eventueel oponthoud in stadjes onderweg (als gevolg van een optocht, een marathon, wegwerkzaamheden) waren een open mind en een vrije geest haast een vereiste. En dan was er nog de waslijst aan dingen die we onveranderlijk thuis vergaten, waardoor we gedwongen werden een creatieve oplossing te verzinnen voor bepaalde dingen. Om nog maar te zwijgen van onze ontmoetingen met coyotejongen, elanden, beren, vlinders die zich massaal verplaatsten, of de vrouw die op hoge hakken haar varkentje uitliet op de camping, gehuld in een trui met monogram, die perfect paste bij het truitje dat het varken droeg. Hoe door de wol geverfd je ook bent en hoe goed je ook probeert te plannen, reizen leert je nergens meer van op te kijken en overal gewoon in mee te gaan. Natuurlijk
Tim Bauerschmidt (Driving Miss Norma (Dutch Edition))
Ik ben weggelopen van de anderen en zat daar in de schaduw van een oude boom. Het leek of ik uit mezelf verdween, alsof ik deel uitmaakte van iets veel groters. Ik durf te zeggen dat ik daar de omvang van de wereld voelde. Bonte vogels, vuistgrote vlinders, een groene baai met stille vissen, blauw begroeide heuvels. Mijn gedachten losten op in de grootsheid van de onmetelijke schepping.
Marianne Witvliet (Boven de robijnen)