Ouders Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Ouders. Here they are! All 85 of them:

β€œ
Verdriet is niet deelbaar, datdenk ik, omdat woorden niet genoeg zijn, omdat armen die omarmen het gevoel niet wegnemen, omdat begrijpen, echt begrijpen, simpelweg niet bestaat, zelfs niet tussen uzssen die de blikken kennen van hun ouders, en het geluid van harten die aan flarden worden geschoten, en het stikken in de dichte lucht van salons en woonkamers en keukens waar ze met veel woorden zitten te zwijgen tegen mekaar.
”
”
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
β€œ
Op het Waterland college zitten niet veel hoogbegaafde leerlingen, maar wel veel ouders van hoogbegaafde leerlingen.
”
”
Martje van der Brug (Havo is geen optie)
β€œ
Het was zo moeilijk te geloven, ook al wist je het al eeuwen, dat ouders niet alleen niet waren wie ze moesten zijn, maar dat ook nooit zouden worden, zelfs niet heel even, niet één moment in één gesprek.
”
”
Griet Op de Beeck (Het beste wat we hebben)
β€œ
Terwijl Vics ouders het niet konden laten hem te zien zoals hij vroeger was, en veel vrienden en ook vreemden iemand zagen die hij niet meer wilde zijn, zag Dawn alleen hem. Misschien was het beeld wazig, maar Dawn zag alles heel helder. Zij zag duidelijk en ondubbelzinnig een persoon.
”
”
David Levithan (Every Day (Every Day, #1))
β€œ
Het was een goed woord 'vooruitgang'. Een veilig woord, waar je achter kon wegkruipen als je nerveus was. Het soort woord dat je mee naar huis kon nemen om aan je ouders voor te stellen
”
”
Jason Mott
β€œ
Hij beschouwde hoe ouder hij werd de eenzaamheid steeds meer als nagenoeg het grootste gemak dat een mens kon ervaren. Niet omdat die op zich verheffend en stichtend was, maar omdat hij de confrontatie met mensen altijd nΓ³g vreselijker vond. Hij was, kortom, in zekere mate vrijwillig eenzaam, omdat hem in een staat van alleen-zijn niets kon gebeuren.
”
”
Boudewijn BΓΌch
β€œ
[...] het belangrijkste wat ouders hun kinderen kunnen geven: vertrouwen.
”
”
Rutger Bregman (De meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van de mens)
β€œ
Geloof me, ouders zijn lastposten. (Maar ook geweldig, natuurlijk.)
”
”
Hanya Yanagihara (A Little Life)
β€œ
het moeilijke aan ouder worden is niet dat je steeds verdrietiger wordt maar dat je steeds meer worden krijgt om je verdriet te beschrijven
”
”
Lieke Marsman (Man met hoed)
β€œ
Iedereen beseft op een dag,' zei hij, 'dat zijn ouders ook maar gewoon mensen zijn. Soms goede mensen, maar soms ook niet.
”
”
Krystal Sutherland (A Semi-Definitive List of Worst Nightmares)
β€œ
Ge denkt immers dat ge vanalles begrijpt en hoe ouder ge wordt, hoe meer ge dat denkt. Maar keer op keer vergist ge u, zowel nu als toen. Ge vergist u voortdurend in de mens, in zowel uzelf als elk ander.
”
”
Jeroen Olyslaegers (Wildevrouw)
β€œ
Heel interessant," zei de dokter. "Ik zie dit vaker in mijn praktijk. Infantiele reflexen en vaderbindingen. Ja, ja, zo wreekt zich de hersenspoeling die ouders op hun kinderen toepassen. Maar gaat u verder.
”
”
Marten Toonder (Had ik maar beter geluisterd)
β€œ
De combinatie geel en zwart, godbetert, smaaklozer kan je 't niet bedenken. [...] Bidden wij dus voor alle ouders van een zoontje dat supporteert voor NAC Breda of SK Lierse en zulks kenbaar wil maken via het behangpapier op zijn kamer, zijn kaften, zijn jassen en zijn sjaals. Kleurterreur die z'n sporen moet nalaten op het brein en waar de schoolresultaten van het ventje uiteindelijk bijzonder onder gaan lijden.
”
”
Dimitri Verhulst (Essay over het toegewijde bestaan als supporter van voetbalclub Standard de Liège)
β€œ
Er is ooit eens heel keurig uitgerekend dat je van een leven lang regelmatig te joggen twee jaar ouder wordt; maar uit een andere berekening blijkt dan weer dat je daarvoor alles bij elkaar twee jaar moet joggen.
”
”
Midas Dekkers
β€œ
Toen ik twaaf was, wilden mijn ouders twee keer ergens over praten. Het ene gesprek ging uiteraard over de bloemetjes en bijtjes. Het andere gesprek ging over wat ik moest doen als ik werd aangehouden door de politie.
”
”
Angie Thomas (The Hate U Give (The Hate U Give, #1))
β€œ
Men zou kunnen vermoeden dat men naarmate men ouder wordt, op een gegeven moment zoveel herinneringen heeft verzameld dat ze, conform elementaire economische wetten, door het overweldigende aanbod aan waarde inboeten. Maar het tegendeel is het geval.
”
”
Ilja Leonard Pfeijffer (Grand Hotel Europa)
β€œ
De periode waarin mijn ouders het bezit van een mobiele telefoon met elkaar deelden, was te kort geweest voor mijn vader om het gebruik ervan in veel detail aan mijn moeder uit te leggen. Dat kwam mooi uit, want mijn moeder is niet geΓ―nteresseerd in hoe dingen werken. Ze wil alleen maar dΓ‘t het werkt. Dat is het mooie aan oud worden: je leert de overbodigheid van kennis waarderen. Na mijn vaders dood hield mijn moeder de gsm. Nu kan ze opnemen, bellen, haar prepaidkaart laden en zelfs sms'en. Het instellen van de voicemail daarentegen is een concept dat haar idee van de maakbare wereld ver overstijgt. Dus toen ik mijn moeder belde was het mijn vader die opnam. Het deed goed zijn stem weer te horen. Alleen jammer dat hij ook nu weer zei dat hij eventjes niet bereikbaar was.
”
”
Ivo Victoria (Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het mij spijt))
β€œ
Van zijn wieg tot zijn afwezige graf was de blijdschap die hij had verspreid steeds toegenomen. Eerst, bij zijn geboorte, waren alleen zijn ouders blij; later maakte hij het hele Duitse volk blij, vervolgens ook het Oostenrijkse; en toen hij stierf was de hele mensheid blij…
”
”
Harry Mulisch (Siegfried: A Black Idyll)
β€œ
Ja, het is mogelijk dat we niet volwassen worden, dat we, zelfs als we ouder worden, de kleine kinderen blijven die we altijd waren. We herinneren onszelf zoals we toen waren, en we voelen ons hetzelfde. We hebben onszelf gemaakt tot wat we nu zijn, en we blijven wie we waren, ondanks de jaren. Voor onszelf veranderen we niet. De tijd maakt ons oud, maar wij veranderen niet.
”
”
Paul Auster
β€œ
Hoe gaat het? vroeg de jongeman, hoe is het thuis? Heel slecht, zei Frits op een opgewerkte toon, heel slecht, Viktor. Laten we de dingen bij hun naam noemen. Laat ons, als het slecht is, zeggen: slecht. Juist, zei Viktor, slecht dus. En met je ouders? Een heel schrandere vraag, antwoorde Frits, dat is zoiets als te vragen, als het onweert: hoe is het weer op het ogenblik? Ach nee, dat is weer een flauwe vergelijking. In elk geval rot.
”
”
Gerard Reve (De avonden)
β€œ
Mijn worsteling is nooit geweest om een inhoud te vinden: ik had veeleer een teveel op het hart dan te weinig. Neen, het is altijd de vorm geweest, waarmede ik worstelde, als dat de juiste uitdrukking is. Inhoud heb ik altijd volop gehad, maar het was te veel tegelijk dat zich aandiende, en bijna alles daarvan joeg mij angst aan. Was ik gek? Zoude iemand anders het kunnen begrijpen? De geur van een Jongen zijn kleren; de tover van diens lichtval op diens haar; uniformen; het ruisen der zee; het ondoordringbare Woud, waar de Meedogenloze Jongen woont, alleen met zijn iets oudere broertje dat een vrome houthakker is en iets vermoedt van mijn mateloos verlangen. Troost is er nergens. De wind in de boomtoppen zingt: 'Voorbij...Voorbij...voor eeuwig...? 'En ik kan het woud nooit meer uit want de stukjes brood die ik achter mij gestrooid heb zijn alle door de vogeltjes opgegeten.
”
”
Gerard Reve (Zondagmorgen zonder zorgen)
β€œ
In Darwins post-platonische werelds is de variatie de fundamentele werkelijkheid en veranderen berekende gemiddelden in abstracties. We blijven echter de voorkeur geven aan het oudere en tegengestelde standpunt: we zien variatie nog steeds als een massa onlogische toevalligheden, die hoofdzakelijk van waarde is omdat zo'n spreiding te gebruiken is voor de berekening van een gemiddelde, hetgeen we dan beschouwen als iets wat een essentie nog het best benadert.
”
”
Stephen Jay Gould (De gok van de evolutie)
β€œ
Nou ja, je komt ter wereld en wordt door je omgeving, je ouders, het lot, je opleiding en je toevallige ervaringen gevormd. Dan komt er een moment waarop je zegt, alsof dat vanzelf spreekt: β€œIk ben zo en zo”.’ Ze kwam op mijn tafel zitten. β€˜Om je ware ik te vinden moet je vraagtekens zetten bij alles wat je bij je geboorte hebt aangetroffen. En een groot deel daarvan ook kwijtraken, want vaak leer je pas door verdriet wat echt bij je hoort… Juist door die breuken leer je jezelf kennen.
”
”
Benedict Wells (Het einde van de eenzaamheid)
β€œ
Niet zo lang geleden dacht hij (en Vlieghe en Dondeyne geloofden het ook) dat moeders pijn in hun buik kregen, de weeΓ«n, en dan snel naar de wc waggelden, hurkten, kakten, dat de drol meteen door buurvrouwen uit het water werd gehaald vΓ³Γ³r hij kon smelten, en op het zeil van de keukentafel werd gelegd, waar hij door teder tegen elkaar koutende ouders tot een kind werd geboetseerd, waarop, door intens gebed opgeroepen, vanuit het raam of de schoorsteen een wind begon te waaien die neerstreek over de bruine klei, de adem van God die leven blies in de stront die kleuren kreeg en als van rubber begon te plooien en zich uit te rekken, en dan brulde naar zijn Mama om de eerste papfles.
”
”
Hugo Claus (Het verdriet van BelgiΓ«)
β€œ
En jij,' zei Winter, 'bent mijn verloren gewaande nichtje en mijn dierbare vriendin. Ik kon het tot op dit moment niet geloven, maar het is dus echt waar.' Winter pakte Cinders handen vast. 'Kun je je mij nog herinneren?' Langzaam schudde Cinder haar hoofd. 'Dat geeft niet,' zei Winter, en haar gezicht zei dat het echt in orde was. 'Mijn herinneringen zijn ook vaag, en ik ben een jaar ouder dan jij. Maar toch hoop ik dat we weer goede vriendinnen kunnen worden... Vergeef me. Je bent niet langer alleen maar mijn vriendin en nichtje, en dit is niet de juiste manier om je te begroeten.' Ze maakte een buiging als een ballerina en drukte een kus op Cinders metalen knokkel. 'Mijn Koningin, het is me een eer om u te dienen.
”
”
Marissa Meyer (Winter (The Lunar Chronicles, #4))
β€œ
Hij aarzelde even en vervolgde toen: 'Maar belangrijker is dit. U moet de invloed die het verleden op het heden en op de toekomst heeft niet onderschatten. Wij bewandelen vanaf onze geboorte geen rechte weg, maar trekken, hoe ouder we worden, steeds meer cirkelvormige paden. Elke stap voorwaarts wordt als het ware gevolgd door twee stappen opzij en drie stappen terug. De ziel kent een ander tijdmechanisme dan de klok op de schouw. Hoe meer zij aan jaren wint, hoe sneller zij achteruit begint te lopen. Met de jaren verwerven we daarmee de mogelijkheid om dichter naar onze oorsprong terug te keren. Dat kan soms een kalme berusting schenken, maar het kan ook oude wonden openrijten. Meestal komen deze herinneringen aan pijnlijke gebeurtenissen tijdens periodes van emotionele verwarring naar boven. Om die een plaats te geven, moeten we het verleden als bron serieus nemen. Ouder worden betekent feitelijk niets anders dan vrede sluiten met de jeugd.
”
”
Joke J. Hermsen (De liefde dus)
β€œ
Wat ik 'vermoeidheid' noem is ouderdom, en daarvoor bestaat geen rust behalve de dood. Wat is het ergst van al dit 'slecht want strijdig met de natuur'? Jong zijn en je genot ontzeggen of oud zijn en het nog steeds zoeken? Er zijn zekere geneugten van het vlees die het ouder wordende lichaam steeds vergeefser najaagt als het er zich in zijn jeugd niet aan bedronken heeft. Te kuise jongelingsjaren leiden tot liederlijke ouderdom. Het is waarschijnlijk gemakkelijker af te zien van wat men heeft gekend dan van datgene waarover men fantaseert. Men heeft hierin geen spijt van wat men heeft gedaan, maar van wat men niet heeft gedaan en zou hebben kunnen doen. En die spijt krijgt dan zelfs de donkere kleur van wroeging. Ik heb het gevoel dat ik ook hierin het meest tot onthouding gebracht word door redenen van esthetische aard. Oude handen verdorren wat zij strelen, dunkt me, maar ze hebben hun eigen schoonheid wanneer ze zich vouwen in gebed. Jonge handen zijn gemaakt voor liefkozingen en de mantel der liefde, het is jammer ze te vroeg samen te vouwen. Ja, die in gebed gevouwen handen verzinnebeelden fraai de mystieke omhelzing van het ongrijpbare, als de verliefde armen in het luchtledige grijpen omdat de realiteit ontglipt en er niemand is.
”
”
AndrΓ© Gide (Journals 1889-1949)
β€œ
Maar je ziet het als je oefent. Je contouren die dunner worden, je silhouet dat vervaagt. Je bent nog niet helemaal verdwenen. Dat duurt een hele poos. Jaren. Maar je verdwijnt. Je verdwijnt voor jezelf, wordt een ander, elke dag. Je bent niet wie je ooit was. De microscopisch kleine cellen die je gezicht vormen op de foto die je ouders in de kamer hebben hangen, zijn weg, vervangen door nieuwe. Je bent niet meer wie je was. Maar ik ben er nog wel, de atomen wisselen van plek. Zo is het ook met de mensen van wie je houdt. Met bijna stilstaande snelheid verkruimelen ze in je armen en je zou willen dat je je aan iets bestendigs in hen kon vastklampen, hun skelet, hun tanden kon vastpakken, de hersencellen, maar dat kun je niet, want bijna alles is water en het heeft geen zin dat vast te houden. Alle sporen verdwijnen, stukje bij beetje. En later verdwijnen de sporen die ze hebben achtergelaten, het huis waarin ze woonden, de tekeningen die ze voor je maakten, de woorden die ze op briefjes schreven. De herinneringen waarmee je achterblijft zullen uiteindelijk ook loslaten, als oud behang, en mettertijd zal het niet meer mogelijk zijn om antwoord te geven op de vraag of er op deze planeet aan de rand van dit perifere zonnestelsel ooit leven is geweest.
”
”
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
β€œ
Wanneer ik probeer na te gaan wat ik aan de kant van Méséglise te danken heb - de bescheiden ontdekkingen die daar hun toevallige decor of onmisbare inspiratiebron hadden - herinner ik me dat het op een van die wandeltochten was, dat najaar, bij de dichtbegroeide helling die Montjouvain beschut, dat ik voor het eerst werd getroffen door die onevenredigheid tussen onze indrukken en de gebruikelijke uitdrukkingswijze daarvan. Toen ik, na een uur monter tegen regen en wind te hebben opgetornd, aankwam bij de plas van Montjouvain, bij een met dakpannen afgedekt hutje waar de tuinman van M. Vinteuil zijn gereedschap opborg, was de zon weer doorgebroken, en zijn in de stortbui schoongespoelde verguldsel glansde als nieuw in de lucht, op de bomen, op de muur van de hut, op het nog natte pannendak, waar boven aan de nok een kip rondstapte. De blazende wind rukte horizontaal aan de grassen die in het muurbeschot groeiden en aan de donzen veren van de kip, die, het ene zowel als het andere, gerekt tot in hun volle lengte, meegaven op het waaien met de overgave van inerte, lichte dingen. Het pannendak bracht in de plas, die de zon opnieuw liet spiegelen, een roze marmering teweeg waar ik nooit eerder acht op had geslagen. En toen ik op het water en op het muurvlak een bleke glimlach de glimlach van de hemel zag beantwoorden, riep ik in mijn enthousiasme, zwiepend met mijn weer dichtgevouwen paraplu: 'Allemachtig, allemachtig.' Maar tegelijkertijd besefte ik dat het mijn plicht zou zijn geweest het niet bij die ondoorzichtige woorden te laten, maar te proberen iets van mijn verrukking te begrijpen. En het was ook die dag - dankzij een voorbijkomende boer die er al uitzag of hij vrij slechtgehumeurd was, wat erger werd toen hij bijna mijn paraplu in zijn gezicht kreeg, en die mijn 'mooi weer hè, goed om te lopen' stug beantwoordde - dat ik te weten kwam dat dezelfde emoties zich niet tezelfdertijd, volgens een al van tevoren vaststaand patroon, bij alle mensen voordoen. Altijd als ik, later, door het wat langdurige lezen in een spraakzame stemming was gebracht, had de schoolvriend met wie ik maar al te graag een gesprek wilde beginnen er juist plezierig op los gepraat en wenste nu ongestoord te kunnen lezen. Als ik net vol genegenheid aan mijn ouders had gedacht en bezield was van de beste voornemens, die hun het meest plezier zouden doen, hadden zij dezelfde tijd gebruikt om achter een - door mij vergeten - pekelzonde te komen waar ze mij streng om berispten terwijl ik naar hen toe rende om hun een zoen te geven.
”
”
Marcel Proust (Du cΓ΄tΓ© de chez Swann / Γ€ l'ombre des jeunes filles en fleurs / Le CΓ΄tΓ© de Guermantes)
β€œ
Allan stoorde zich niet aan de sterilisatie, hij vond integendeel dat hij goed werd behandeld in de kliniek van professor Lundborg. Hij moest af en toe vragen over van alles en nog wat beantwoorden, onder andere over zijn behoefte om dingen en mensen op te blazen en of hij misschien negerbloed had. Daarop antwoordde Allan dat hij het prettiger vond om dingen dan mensen op te blazen. Het was een goed gevoel om een stuk rots dat in de weg lag doormidden te splijten. Als het in plaats daarvan om een mens ging, vond Allan het voldoende om de persoon in kwestie te vragen opzij te gaan. Vond de professor dat ook? Bernhard Lundborg liet zich niet snel verleiden tot filosofische discussies met zijn patiΓ«nten, en hij herhaalde in plaats daarvan zijn vraag over het negerbloed. Allan antwoordde dat hij dat niet wist, maar dat zijn ouders net zo'n bleke huid hadden gehad als hij zelf, als de professor genoegen nam met zo'n antwoord? Daarna voegde Allan eraan toe dat hij heel graag een echte neger wilde niet als de professor toevallig zo iemand in voorraad had.
”
”
Jonas Jonasson (The Hundred-Year-Old Man Who Climbed Out of the Window and Disappeared (The Hundred-Year-Old Man, #1))
β€œ
Als ik een boek les, dan plaats ik de scènes die zich binnen een huisakmer afspelen altijd in een voor mij bekende huisakmer. Hoe goed de schrijver de ruimte ook beschrijft, wat er in de kast staat en waar de keuken is en hoe de klok tikt, het wordt een variatie op een kamer die ik zelf van binnen ken. De huiskamer die ik in boeken zag, was altijd die van mijn ouders, de huiskamer waar ik in opgroeide. Daar vond Hersenschimmen van Bernlef plaats, daar zag ik een kleine Martin Bril lopen wanneer hij het over zijn jeugd had. De huiskamer die ik zie in de boeken die ik nu lees, is in Utrecht. Misschien is dat alles wat thuis zijn is.
”
”
Peter Zantingh (Een uur en achttien minuten)
β€œ
Ouders nemen niet zomaar de primaire verantwoordelijkheid over wat hun kinderen met internet doen; sommigen schuiven die door naar de school. Maar de school hoort een tweederangsrol te spelen in de opvoeding van kinderen, geen eersterangsrol. Anderzijds is het dan weer zo dat kinderen zeker via het onderwijs moeten worden voorbereid op de taak die hen te wachten staat: ze zullen moeten de wereld maken. Daar is filosofische reflectie voor nodig, en dus zou filosofie een verplicht onderdeel moeten zijn van het lessenrooster in een of enkele jaren van het middelbaar onderwijs.
”
”
Dirk De Wachter
β€œ
Ja, ze lijkt ouder dan ze is.' Je moest eens weten, dacht Claire met een grimmig glimlachje.
”
”
Alison Baird (The Warding of Willowmere)
β€œ
Iedere ochtend, als ik wakker word, denk ik dat die dag mijn leven echt gaat beginnen, ik heb het idee dat ik nauwelijks ouder ben dan zestien en dat die man die zoveel tragische en droevige dingen kent en die gisternacht in mijn bed is ingeslapen een vreemde voor mij is, dat hij ver van mij afstaat en ik begrijp zijn geestelijke vermoeidheid en zijn droefheid niet. En iedere nacht bij het inslapen voel ik me alsof ik een heel lang leven achter de rug heb en alsof alles wat mij daarvan rest afschuw is en de last van lange jaren. En dan wordt het dag en naarmate die ten einde loopt, dringt dit gif van geestelijke vermoeidheid steeds dieper en dieper in mij door.
”
”
Gaito Gazdanov (Het fantoom van Alexander Wolf)
β€œ
Sophia schonk thee bij en zei: 'Weet u waar ik steeds aan moet denken sinds ik hier in uw winkel ben? Hoe het verleden steeds belangrijker wordt naarmate je ouder wordt. Ik ben nu vierenvijftig en heb het met mijn vriendinnen steeds vaker over vroeger. Over school, over de muziek die we luisterden, over jongens die we kenden, over leraren van toen. Ik heb vrouwen om mij heen die ik al mijn hele leven ken. Met hen deel ik zo veel herinneringen: aan studeren, werken, die dag dat je je man ontmoette, de relaties ervoor en soms erna. Hoe het was toen je kinderen klein waren. Zij zijn getuige geweest van mijn hele leven en steeds vaker zitten we samen om die verhalen op te halen. Maar met wie doe je dat wanneer je niemand kent die zelfs maar van een afstandje jouw leven heeft meegemaakt?
”
”
Marloes Kemming
β€œ
We waren vrolijk. Maar misschien is dat niet helemaal waar. We deden vrolijk. We lachten te hard, praatten te luid. Zodat we niet zouden horen wat iedereen dacht. Zodat we niet zouden nadenken over wat is bang maakte. Ik wist het, ook al mocht ik het niet weten. Ik hoorde het in de sterke verhalen van de oudere jongens uit onze straat. In het zwijgen van Oscar wanneer hij stopte met lezen. In de plotselinge stilte van mijn ouders, telkens wanneer ik de kamer binnenkwam. Het was een stilte die de licht zwaar maakte. Een stilte die meer woog dan een rugzak vol stenen. Natuurlijk kwam ik nooit zomaar binnen. Inkleedde te sluipen, te wachten, te luisteren naar de zachte stemmen van mijn ouders. Ook al zeiden ze dingen die mijn hart sneller liet slaan en mijn mond droog maakte.
”
”
Kathleen Vereecken (Alles komt goed, altijd)
β€œ
Ik werd ouder. Mannen flirtten met me. Ik was bang dat dit voorbij zou gaan. Je weet wat ze zeggen: vrouwen bederven, hun baarmoeder rot eruit, hun tieten verschrompelen, hun kut droogt op en het is alleen door de medische wetenschap dat ze nog in leven blijven. Ze zijn overbodig en kunnen weg. 'Ik lust mijn chickies vers', zeggen de mannen in de kroeg terwijl ze elkaar op de schouders rossen. Ik kauw mijn hoeren voor het ontbijt. Ik hoef geen vrouw die vanbinnen stuk is.
”
”
Stella Bergsma (Pussy Album)
β€œ
Al moet ik zeggen dat ik bij de hond van m'n ouders soms weleens denk: een duidelijk gevalletje borderline.* * Volgens mijn ouders vertoont hij echter volkomen normaal gedrag voor zijn ras. Het is een borderlinecollie.
”
”
Tim Fransen (Het leven als tragikomedie)
β€œ
De tweede laag van onze identiteit vormt als het ware een omkering van de richting waarin de geest kijkt: door de overtuigende illusie van waardeloosheid, van niet goed genoeg zijn, van stom, slap of slecht zijn, keert de geest zich van zijn eigen natuur af, en richt zich naar buiten, op de ander, in de eerste plaats natuurlijk op de ouders. Die worden nu de leveranciers van veiligheid, liefde en erkenning, en de kinderlijke geest is maar wat graag bereid om zichzelf te verloochenen en het de ander naar de zin te maken, in ruil voor die vrijwaring van angst en zelfafwijzing. Maar hoe ironisch: door zie zelfverloochening wordt de illusie juist versterkt. De pijnlijke illusie van waardeloosheid en afhankelijkheid krijgt door het wegvluchten ervoor steeds meer schijn van werkelijkheid, wordt als het ware hard gemaakt door de angst ervoor
”
”
Jan Geurtz (Verslaafd aan liefde)
β€œ
Maar intussen is het een hongersnood geweest die de mensen tot kannibalisme heeft gebracht, ouders ertoe heeft gebracht hun eigen kinderen op te eten: zΓ³'n hongersnood.
”
”
Alexander Solzjenitsyn
β€œ
Oudere jongens zagen met de handen in de zakken toe hoe de soldaten hun geweren schoonmaakten, gebiologeerd zoals jongens zijn door al wat scharniert, klikt, schakelt en ejaculeert.
”
”
Erwin Mortier (Godenslaap)
β€œ
Als kind rouwde ik al. Dat mijn ouders dood moesten, vond ik onverdraaglijk. Ik maakte mezelf verdrietig met fantasieΓ«n daarover. Maar deze gefantaseerde afwezigheid van de meest geliefde mensen had altijd de bedoeling het leven te bejagen: dat het vergankelijk is maakt het wonder van het leven des te groter.
”
”
Connie Palmen
β€œ
Je bent altijd meerstemming, ook als je in je eentje aan de keukentafel zit. Want er zijn de geΓ―nternaliseerde geliefden. Je bent alleen meer overgeleverd aan je verbeeldingskracht als je alleen bent. (...) Naarmate je ouder wordt, geraakt het rijk van de levenden en de doden almaar dichter bevolkt en wordt je talent om je omringd te weten groter. Ik loop rond in een meerstemmig toneelstuk.
”
”
Connie Palmen
β€œ
Het spijt me, maar die man is mijn vader niet. Een vader betekent iets voor zijn dochter. Ik weet niet wat hij voor mij betekent. Ik wil hem niet haten. Maar het is ook zo verdomd moeilijk om van hem te houden. Ik ben een heel alleen kind. Ik zie mezelf niet als iemand met een ouder.
”
”
Naomi Rebekka Boekwijt (Bloedblaren)
β€œ
Dat is de ellende : je wilt in geen geval nog een keer jonger, stommer zijn, maar je wilt ook niet ouder worden, en ondanks alle ervaring heb je geen vertrouwen in de ouderdom, je wilt jezelf en de wereld om je heen diepvriezen, je bent niet superieur genoeg om gewoon te genieten van wat er is.
”
”
Helmut Krausser (Schmerznovelle (rororo TaschenbΓΌcher))
β€œ
Nu hield ik erg van groot en zacht, dat doe ik nog. Ik ging trouw naar bed met een vossebont dat vreselijk verhaarde en kleine glimmende kraaloogjes had. Het is tot nu toe mijn grootste liefde gebleven, samen met de geelgerande watertor, een half jaar gehouden in een zinken emmer, toen ging hij dood; en wellicht die poedel gekocht bij de dames Heuvel van de speelgoedwinkel, zelf uitgezocht, ja, ik had goede ouders.
”
”
Dirkje Kuik
β€œ
Het leven gaat sneller als je ouder wordt. Daarover schreef Douwe Draaisma een prachtig boek. Althans, dat vermoed ik, want na vijftig bladzijden gretig te hebben doorgelezen ben ik het boek uit het oog verloren. Ik bleek geen tijd te hebben om het in alle rust uit te lezen. Vandaag genoot ik van mijn wekelijkse extra vrije dag, speciaal opgenomen om te herstellen van overwerktheid. Op mijn dakterras las ik in de bundel 'Weakening Philosophy', gewijd aan het werk van de Italiaanse filosoof Gianni Vattimo, mezelf intussen koesterend in een warmer en warmer wordende zon. Na de inleiding en het ijdeltuiterige maar ook spannende essay van Umberto Eco legde ik het boek zwetend terzijde. Zou ik het ooit uitlezen? Mijn boekenkast puilt uit van boeken waarvan ik alleen de eerste twintig bladzijden of de eerste twee hoofdstukken heb gelezen. Nooit de laatste twee hoofdstukken of bladzijde vijftig tot tachtig. Ik meende dat ik dit, zwetend op mijn dakterras, moest opvatten als een teken. Maar waarvan?
”
”
RenΓ© Boomkens
β€œ
Waar was iemand zijn hele leven mee bezig? Schuld te ontkennen, zich de schande van het lijf te wassen... Als geen ander wezen was de mens in staat de feiten van zijn persoonlijke geschiedenis zodanig te ordenen, te hergroeperen, omver te liegen, dat ze hem vrijpleitten van alle schuld. Maar in wezen vocht iedereen tegen de schande die het leven sowieso aankleefde.
”
”
A.F.Th. van der Heijden (Vallende ouders (De tandeloze tijd #1))
β€œ
In Nuenen heeft Vincent van Gogh gewoond, om precies te zijn van 5 december 1883 tot 24 november 1885. Geen dag langer, geen moment eerder. De schilder was een jaar of dertig en woonde bij zijn ouders, in de pastorie midden in het oude dorp: Berg 26. Hij werkte hard en had het zwaar, zoals altijd. Het beroemdste doek dat hij in Nuenen schilderde, was 'De aardappeleters'. Intussen flirtte hij met het buurmeisje. De pastorie staat er nog steeds, in Nuenen. En er woont ook nog steeds een dominee - in dit geval dominee Wijlhuizen, die op zijn houten naambordje naast de bel in het Nederlands en het Engels heeft staan dat aanbellen geen zin heeft en dat in het huis geen rondleidingen worden gegeven. Toch maar even aanbellen. Wat is het geval? In de tuin van de pastorie staat een perenboom, die Van Gogh zou hebben geschilderd. En de dominee heeft een kapvergunning voor de boom aangevraagd, want de boom is hartstikke dood. Dit heeft onmiddellijk tot een storm van verontwaardiging in Nuenen geleid - een boom omkappen die Van Gogh geschilderd heeft, schande! Dat is cultureel en historisch erfgoed, daar blijf je met je tengels van af! Goed. De dominee doet vrijwel onmiddellijk open. Het is een frisse, blakende man met ironische bruine ogen. Hij ziet er niet uit als een dominee, maar dat komt misschien omdat ik al zo lang niet in de kerk ben geweest. Hij doet meer aan een dierenarts denken. Vrolijk gaat hij me voor naar de achtertuin van de pastorie. In de keuken zit zijn vrouw de krant te lezen. De dominee begrijpt alle commotie niet zo goed. Van Gogh heeft de boom geschilderd - het schilderij is dan toch het erfgoed, of niet? Kijk, daar staat de boom.
”
”
Martin Bril (Heimwee naar Nederland)
β€œ
Er is mij eens iets grappigs overkomen in een herberg in Tirol. Professor Cotta en ik hadden er juist onze intrek genomen en zaten te dineren toen een kamermeid hem in zijn oor kwam fluisteren. Ze vroeg of het wel zin had mij een bed met schoon linnengoed te geven, aangezien het toch helemaal zwart zou worden wanneer ik ging liggen. De professor wuifde het wicht weg. We hebben er samen hard om gelachen, maar 's nachts overviel me een enorme mensen-moeheid. Alsof ik mijn leven lang door een moeras gewaad heb zonder een meter vooruit te komen. Dat zijn voor mij de angstige momenten, wanneer ik het vechten liever op zou geven. Met het ouder worden nemen die in frequentie en hardnekkigheid eerder toe dan af.
”
”
Arthur Japin (De zwarte met het witte hart)
β€œ
Mijn ouders waren er, de mens niet naar, om in te zien, wie ik werkelijk ben. Daartoe, zou ik zien.
”
”
Petra Hermans
β€œ
Er was iets aan haar wat ten diepste -bijna wezenlijk- in harmonie was met zichzelf, zoals iemand is, denk ik, wanneer allebei zijn ouders van hem hebben gehouden.
”
”
Elizabeth Strout (Ay, William)
β€œ
En ook werden zij verlamd door de vreemde schoonheid van het tafereel: die wondermooie jongen met aan zijn voeten die wanschapen, twintig jaar oudere zwakzinnige, terwijl in de moestuin de pauw naar hen keek met een waaier van vijftig ogen.
”
”
Harry Mulisch (The Discovery of Heaven)
β€œ
zo is het leven. voor hetzelfde geld had ik helemaal ergens anders gezeten, met geheel andere mensen. maar ik stel me niet meer de vraag: 'waar ben ik?' ik ben nu eenmaal waar ik ben, en dat al vele jaren lang. ik vecht niet tegen het lot, want zo'n gevecht eindigt toch altijd in een gelijkspel. als ik maar dag na dag ouder word, ben ik al tevreden.
”
”
Herman Brusselmans (Kwantum)
β€œ
Soms lijkt het of ik nooit ouder ben geworden dan vijftien, vastgeraakt in deze strijd on te overleven, dwars door angstaanvallen heen, dwars door de eenzaamheid die met haar harde vuisten op al mijn zenuwen en zintuigen ramt. Uiteindelijk ben ik altijd alleen. Omdat er toen niemand voor mij was.
”
”
Naomi Rebekka Boekwijt (Bloedblaren)
β€œ
Had ik mezelf op dat moment moeten karakteriseren, ik was waarschijnlijk niet verder gekomen dan: β€˜Een persoon tussen twee weekends...
”
”
A.F.Th. van der Heijden (Vallende ouders (De tandeloze tijd #1))
β€œ
Toen ik op mijn achtste een keer een week bij mijn grootouders logeerde omdat mijn ouders met vakantie waren, vroeg ik mijn grootvader waarom oma toch zo vreemd deed, en waarom ze mijn naam niet meer wist. Ik vroeg het tijdens de reclame van een film die we keken. 'Oma heeft moeite bij haar herinneringen te komen,' zei mijn grootvader. 'Haar geheugen is als een grote zolder, vol dozen met stickers erop en spullen erin, maar oma weet niet meer zo goed in welke doos ze moet kijken om een herinnering op te halen, of wat sommige woorden betekenen die op de dozen staan. Alles zit nog wel in haar hoofd, maar oma weet niet waar ze moet zoeken om erbij te komen. Soms weet ze dus ook niet meer welke naam bij jouw gezicht hoort. En daar wordt ze verdrietig van, of bang. Begrijp je dat?' Ik knikte. 'Heel goed. En daarom moeten we lief zijn voor oma. Want het is al vervelend genoeg dat ze zo in de war is. Gelukkig is ze vaak gewoon gelukkig, op de zolder in haar hoofd.
”
”
Philip Huff (Dagen van gras)
β€œ
Ze zullen allemaal in één klap verwijnen, zoals ook zijn verdwenen de miljoenen beelden achter de voorhoofden van grootouders die een halve eeuw geleden zijn overleden, van ouders die intussen ook dood zijn. Beelden waarop je als kleuter voorkwam naast andere mensen die al waren overleden voordat je geboren was, precies zoals in onze herinneringen onze jonge kinderen aanwezig zijn naast onze ouders en onze schoolvriendinnen. En eens zullen wij in de herinneringen van onze kinderen voorkomen te midden van kleinkinderen en van mensen die nog niet geboren zijn. Het geheugen stopt nooit, net zomin als de seksuele begeerte. In het geheugen vindt de koppeling plaats tussen de doden en de levenden, tussen werkelijke en gefantaseerde wezens, tussen droom en geschiedenis.
”
”
Annie Ernaux (Les AnnΓ©es)
β€œ
... terwijl ik mijn gezicht in de spiegel bekijk. Dat verandert van dag tot dag. Sommige dagen meer dan andere. Niet veel, natuurlijk, maar als je goed kijkt, als je oefent, je concentreert, dan kun je de minuscule veranderingen in de huid zien, de rimpel in mijn voorhoofd die in de loop van de nacht is veranderd, misschien maar een halve millimeter. Maar je ziet het. Als je oefent. Je contouren die dunner worden, je silhouet dat vervaagt. Je bent nog niet helemaal verdwenen. Dat duurt een hele poos. Jaren. Maar je verdwijnt. Je verdwijnt voor jezelf, wordt een ander, elke dag. Je bent niet meer wie je ooit was. De microscopisch kleine cellen die je gezicht vormen op de foto die je ouders in de kamer hebben hangen, zijn weg, vervangen door nieuwe. Je bent niet meer wie je was. Maar ik ben er nog wel, de atomen wisselen van plek, niemand kan de bokkensprong van de quarks controleren. Zo is het ook met de mensen van wie je houdt. Met bijna stilstaande snelheid verkruimelen ze in je armen en je zou willen dat je je aan iets bestendigs in hen kon vastklampen, hun skelet, hun tanden kon vastpakken, de hersencellen, maar dat kun je niet, want bijna alles is water en het heeft geen zin dat vast te houden. Alle sporen verdwijnen, stukje bij beetje. En later verdwijnen de sporen die ze hebben achtergelaten, het huis waarin ze woonden, de tekeningen die ze voor je maakten, de woorden die ze op briefjes schreven. De herinneringen waarmee je achterblijft zullen uiteindelijk ook loslaten, als oud behang, en mettertijd zal het niet meer mogelijk zijn om antwoord te geven op de vraag of er op deze planeet aan de rand van dit perifere zonnestelsel ooit leven is geweest.
”
”
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
β€œ
Het grote verschil tussen mij en mijn ouders is dat ik in Nederland ben geboren. Ik ben in mijn thuisland. De eerste generatie voelde zich ontworteld. ... De tweede generatie ging door de pijn van het wortelen
”
”
Sinan Γ‡ankaya (Mijn ontelbare identiteiten)
β€œ
Hoewel ik haar niet kende leek het toch op een weerzien toen ze me lachend aankeek. Ze was nl. ouder geworden.
”
”
Frank Koenegracht (De verdwijning van Leiden: Gedichten 1971-1981)
β€œ
Van geslacht veranderen was na doodgaan het ergste wat je je ouders kon aandoen.
”
”
Thomas van der Meer (Welkom bij de club)
β€œ
Voor het inslapen had ik vaak het gevoel dat ik in mijn notenhouten bed naast de slaapkamer van mijn ouders lag en naar het eentonige gemurmel luisterde dat door de muur tot me doordrong en me in slaap zong. Telkens weer zei ik tegen mezelf dat ik eindelijk weer eens sterk en volwassen zou moeten worden, maar in werkelijkheid wilde ik terug naar de warmte en de stilte van mijn kinderkamer, of nog verder terug, naar de warmte en de stilte waaruit ik tevoorschijn was gehaald toen ik ter wereld kwam.
”
”
Marlen Haushofer (The Wall)
β€œ
Slechts een paar malen heb ik hem zien opflakkeren: toen men herinneringen ophaalde uit het Rusland van zijn jeugd, vertelde hij haperend hoe zijn ouders in een pogrom waren afgeslacht door de dappere kozakken – die nu zo aandoenlijk kunnen zingen in Carnegie Hall, zei hij – en hoe men nagelaten had hem te doden omdat zijn moeder het wicht dat hij toen was onder haar lichaam had bedolven. Alsof het een academische vraag betrof, zei hij nadenkend: β€˜Om mij te verstikken, of om mij te redden, wie zal het zeggen?’ Haar buik had men met een sabelhouw opengereten, en het zien van haar ingewanden op de aarden vloer van de hut van Prichov had de dienaars van de Tsar ontmoedigd in hun opzet om het jodengebroed van het dorp geheel uit te roeien. β€˜En toch,’ zei Sam Cohn, β€˜had ieder van die kozakken ook een moeder. Het is lastig om te begrijpen wat er in de wereld omgaat.’ De zeldzame malen dat hij zich in het gesprek mengde, uitte hij steeds bedenkingen die aantoonden dat hij aanhoudend op zoek was naar de diepere betekenis van de dingen en van de gebeurtenissen, en dat hij er zich op toelegde niet te haten maar begrijpen. Het was duidelijk dat hij alleen waarde hechtte aan de goedheid van de mens, en ontsteld was en verward wanneer hij boosheid ontdekte die niet door eigenbelang of hebzucht was ingegeven, en die door dergelijk gebrek aan motivering geheel onverklaarbaar werd. [ Marnix Gijsen – Kaddisj voor Sam Cohn ]
”
”
Marnix Gijsen (De diaspora (Dutch Edition))
β€œ
Ja is jouw vrijheid dan geen goed doel? Jouw zelfgekozen toekomst, jouw geluk?
”
”
Francine Oomen (Hoe overleef ik mijn ouders? (en zij mij!) (Hoe overleef ik, #9))
β€œ
Luister nou nog even... Dit is belangrijk, No. Wat ik wilde zeggen is dat, als meer meisjes tegen hun ouders zeggen: papa en mama, ik hou van jullie, en ik respecteer jullie, maar ik wil voortaan mijn eigen keuzes maken, dan vormt er zich langzamerhand een grote groep. want weet je, als al die ouders al hun dochters verstoten, dan mΓ³Γ©ten ze zich wel realiseren dat er iets veranderen moet. Omdat ze anders degenen kwijtraken van wie ze het meest houden: hun kinderen...
”
”
Francine Oomen (Hoe overleef ik mijn ouders? (en zij mij!) (Hoe overleef ik, #9))
β€œ
Als kind kreeg ik niet eens een matchbokske van m’n ouders, dat was te duur. Toen ik later op geen frank moest kijken, dacht ik: β€˜Potverdomme, ik heb nooit deftig speelgoed gehad. Het wordt tijd dat ik me eens een Ferrari aanschaf.
”
”
Jean Pierre Van Rossem
β€œ
We kennen wezen en weduwen, maar voor een ouder die een kind moet begraven, daar hebben we nooit een woord voor kunnen bedenken.
”
”
Riadh Bahri (Depressief? Loser!)
β€œ
Niemand heeft het recht om een prinses van Landover te vertellen met wie ze moet trouwen. Zelfs mijn ouders niet. En zeker jij niet. Ik zal trouwen wanneer ik zover ben en niet eerder, en ik kies mijn man zelf. Ik weiger met de Vors te trouwen. Sterker nog, als Thom iets overkomt, zal ik ervoor zorgen dat je hoofd op je eigen poort wordt gespietst tot er niets anders over is dan de botten.
”
”
Terry Brooks (A Princess of Landover (Magic Kingdom of Landover, #6))
β€œ
Groote God, wat was het ellendig... dat aftakelen, dat oud worden, dat zich voortslepen van de dagen, de jaren; wat was het ellendig, dat alles wat je kreeg van het leven, je betalen moest met je jonge dagen eerst, en later met je oudere jaren - als was het leven een bank, waarop je wissels trok, - als was je bestaan een kapitaal, waarvan je leefde, en nooit spaarde een cent - zoodat, als je dood zoΓ» zijn, je ook alles en alles verspild had...
”
”
Louis Couperus (De boeken der kleine zielen)
β€œ
Vrouwen bewonderen Γ©n verdenken iedere vrijgezelf die ouder is dan dertig.
”
”
Mignon McLaughlin
β€œ
Uit hoeveel verdriet is ons leven opgebouwd? Uit hoeveel verdriet dat te vermijden is? Soms denk ik wel eens dat we wanneer we doodgaan niet, zoals je altijd hoort, ons hele leven weer voorbij zien komen, maar slechts een klein deel: de uitgebleven blijken van liefde, de niet-gegeven knuffels, het medeleven dat we een ander hebben onthouden, de te lang volgehouden, nutteloze boosheid, de alleen door zichzelf gevoede boosheid. In de laatste momenten van haar leven had mijn moeder, dat weet ik zeker, mijn vader wel een complete kennel willen schenken. Maar toen was het te laat. Te laat. Pas als we ouder worden realiseren we ons de ernst van sommige dingen die we hebben gezegd, en alles waarin we tekortgeschoten zijn - uit oppervlakkigheid, egoΓ―sme, haast - begint dan op ons hart te drukken. Maar onze tijd is al vervlogen en we kunnen niet meer terug.
”
”
Susanna Tamaro (Per sempre)
β€œ
Wanneer je als mens sterk geworteld bent, zoals mijn ouders dat waren, kan migratie werken als een zaag en een levenslang trauma veroorzaken. Ik ben meer als de waterplanten in het moerasland, het lowland dat ik in mijn boek beschrijf. Mijn wortels hebben geleerd in het water te dwarrelen, beweeglijk te zijn. Migratie betekent voor mij geen ontworteling meer.
”
”
Jhumpa Lahiri
β€œ
Haar ouders noemden zichzelf 'christelijk-conservatief', een deftig woord voor 'heel erg bekrompen'.
”
”
DaniΓ«l Rovers
β€œ
Vroeger keek ik bewonderend naar volwassenen, die precies leken te weten hoe ze hun leven moesten leiden en wat er onder welke omstandigheden van hen werd gevraagd. Ik dacht: ik moet geduld hebben, mijn jeugdjaren zijn alleen een warming-up, op een dag zal ik bij die volwassenen horen en weet ik ook wat ik moet doen. Inmiddels begrijp ik dat de warming-up niet wezenlijk verschilt van de echte wedstrijd. Ik merk geen moment dat ik ouder word, om me heen zijn er alleen steeds meer jongeren. Ik zie mijn leeftijdgenoten niet langzaam toewerken naar een perfecte baan of een zorgeloos huwelijk. Ze belanden per toeval bij een kantoor of bedrijf, waar ze zonder nadenken hun meest vitale uren verkopen voor een gemiddeld tarief; ze gaan naar bed met vreemdelingen die een biertje voor hen halen bij een huisfeest, ze krijgen relaties met mensen die het geduldigst naar hun verhalen luisteren, en degene uit hun vriendenkring die rond zijn of haar dertigste nog beschikbaar is, heeft de grootste kans de ouder van hun kind te worden. (Uit: De derde persoon, p. 17)
”
”
Daan Heerma van Voss
β€œ
terwijl de mannen mooi rijpen en ouder beginnen te worden en zich te goed doen aan de alcohol - die moet hen sterk en kankerloos houden -, duurt de doodstrijd van hun vrouwen vaak jaren en jaren, vaak ook nog zo lang dat ze de doodsstrijd van hun dochters kunnen meemaken. de vrouwen beginnen hun dochters te haten en willen hen zo gauw mogelijk ook laten sterven als zij zelf eens zijn gestorven, daarom: man gezocht.
”
”
Elfriede Jelinek (Les amantes)
β€œ
Ik heb genoeg lentes overgeslagen. 't Moet uit zijn. Vaak is het me niet eens opgevallen dat het lente werd. Het deed me niks. Nogal wiedes als je er geen acht op slaat, doet niets je iets. Ik merkte de bloesem evenmin op als de sneeuw. Ik hing maar zo'n beetje tussen hemel en aarde. En alles ging snel. Je had geen tijd om stil te staan, of je durfde het niet misschien, omdat je bang was dat je werd ingehaald. Maar nu sta ik stil bij de lente in mijn tuin en ik weet zeker dat het niet het stilstaan is van een ouder wordende man. Wat jammer dat we zo niet kunnen zijn, denk ik, zo opgetogen als deze bloei; zo eerlijk als het gras; zo mild als de voorjaarsregen. En in dit decor van liefde en zachtmoedigheid wil ik alleen maar lieve mensen tegenkomen. O, u mag me rustig beschuldigen van sentimentaliteit, maar wat de aarde op dit moment oproept in mijn hart, laat ik niet zomaar kapotmaken door de wrevel en de onvrede van mensen; door wat ze zeggen in kranten, roepen door de radio, laten zien op de buis. Bij deze bloei in dit licht heb ik geen zin in discussies en vergaderingen en teksten; in beloften of voorspellingen; of in mensen die elkaar pijn willen doen, kwetsen en kwellen, die elkaar voorbij willen streven. Voor mij hoeft het nou es even niet, de succesvolle goalgetters. Daar sta je dan tussen het geweld van dit groene leven, jij met je hinderlijke verstand, midden in het ongeremde dat maar raak leeft zonder enige reserve. Het vlamt op uit de aarde zonder terughoudendheid. Dat doet maar. Het staat op uit de dood. Breekt opnieuw uit de knop. Bloeit als een gek en valt neer zonder droefheid, zonder tranen. Daar sta je dan met je armbandhorloge.
”
”
Toon Hermans (Fluiten naar de overkant)
β€œ
De haard was niet meer in gebruik sinds de woning van centrale verwarming was voorzien. De verhuurder had twee planken in de haard gemonteerd en daar boeken op gezet. Vond hij waarschijnlijk leuk en knus. Martin had dat later ook bij vrienden en bekenden in oudere Brusselse woningen gezien: boeken in de niet meer gebruikte open haard. In Martins haard stonden verschillende Brusselse stadsgidsen, oude verfomfaaide uitgaven, waarschijnlijk door vorige huurders achtergelaten, een paar delen van een conversatielexicon uit het jaar 1914, drie atlanten, een uit 1910, een uit 1943, de derde uit 1955, en een tiental delen uit de reeks 'Klassieken der wereldliteratuur' van de Vlaamse boekenclub. 'In elk deel vier klassieke werken, hedendaags ingekort', verschenen in de jaren zestig. Toen Martin de woning betrokken had en op een avond de boeken had doorgekeken, was hij geshockeerd geweest, nee, dat is een te groot woord, onaangenaam getroffen: zou dat de vooruitgang zijn - boeken niet meer verbranden, maar enkele 'hedendaags ingekort' in een koude haard zetten?
”
”
Robert Menasse
β€œ
de opeenvolging der generaties: een reeks die zich in het duister van de tijd verliest, ouders, kinderen, kleinkinderen, tot in het oneindige bezig elkaar de last door te geven die ieder van de voorgangers heeft ontvangen, vermeerderd met eigen onlust, soms door individuele werkzaamheid in gewicht verminderd. Wij kunnen onze kinderen geen grotere dienst bewijzen dan door onze bagage op vodden en oud roest te sorteren'.
”
”
Hella S. Haasse
β€œ
En als je denkt dat deze twee erg zijn, zou je Halt eens moeten horen. Dat is een wat oudere Jager en die heeft echt geen greintje respect voor mij.' 'Dat valt best mee, heer,' ging Gilan tegen de koning in. 'Hij heeft juist heel veel respect voor u, als u het tenminste maar met hem eens bent.
”
”
John Flanagan (Scorpion Mountain (Brotherband Chronicles, #5))
β€œ
Van zichzelf mag hij er niet zijn, dat hij er toch is komt omdat hij het zijn ouders niet aan kan doen er niet te zijn. Geen liefde kan aan de sensatie er van jezelf niet te mogen zijn een eind maken, daarom moet je er ook niemand mee lastig vallen.
”
”
Arnon Grunberg (Moedervlekken)
β€œ
Als jullie het afgelopen jaar gewoon wat interesse hadden getoond, hadden jullie dit gezien... Weet je hoeveel ze hieraan verdient? We hebben toevallig een keer op haar computer gezien hoeveel ze op haar bankrekening heeft staan. Het is niet normaal... En jullie blijven maar zeuren over studiebeurzen en zo, maar die heeft ze helemaal niet nodig... Ik weet niet wat ik moet laten zien zodat jullie het begrijpen: Eliza is beroemd... Dit had allemaal voorkomen kunnen worden als jullie gewoon eens "Monsterzee" hadden gegoogeld. Jullie willen altijd alles over ons weten, maar dit kan jullie niks schelen. - Sully, tegen zijn ouders
”
”
Francesca Zappia (Zoek me tussen de sterren (Young & Awesome) (Dutch Edition))
β€œ
Kinderen verdragen geen onrecht en gehoorzamen hun ouders. Dat blijft zo als ze groter worden. Enkel gehoorzamen ze dan soms aan een stem op het internet. (From: Kinderpraat)
”
”
A.J. Beirens
β€œ
Kinderen luisteren naar hun ouders En als ze groter zijn naar hun vrouw. Daar waar de vrouw van geen betekenis is, luisteren ze naar een imam. Hopelijk is het een goeie. (Uit: Kinderpraat)
”
”
A.J. Beirens
β€œ
VΓ³Γ³r de Alouden hebben de twaalf Archonen over de wereld geheerst.' 'VΓ³Γ³r de Alouden?' 'De wereld is ouder en woester dan je denkt.' De kraaiengodin glimlachte. 'Veel ouder. Veel woester.
”
”
Michael Scott (The Sorceress (The Secrets of the Immortal Nicholas Flamel, #3))