“
De opstand gaat niet verder dan het doden van mensen; de revolutie moet mensen èn beginselen vernietigen. Om deze reden kan men ook zeggen dat de geschiedenis nog geen revolutie gekend heeft; er kan er nl. maar één zijn en dat is de definitieve, allebeslissende revolutie. Werd tot dusver een revolutie afgesloten door het optreden van een nieuwe regering, dan lagen in deze nieuwe regering alweer de kiemen van een nieuwe revolutie. De anarchisten, Varlet in het bijzonder, hebben duidelijk gezien dat revolutie en regering twee zaken zijn, die elkaar in letterlijke zin niet verdragen, omdat ze in verschillend vlak liggen. 'Er ligt een tegenstrijdigheid in de bewering', aldus Proudhon,'dat een regering ooit revolutionair zou kunnen zijn. Dat kan ze nooit zijn om de eenvoudige reden, dat ze een regering is.' De ondervinding heeft alleen maar geleerd dat een regering alleen maar revolutionair kan zijn tegenover een andere regering; om die reden zijn revolutionaire regeringen dan ook meestal gedwongen, oorlogsregeringen te zijn. De regering die uit de beweging van 1789 is voortgekomen, voerde oorlog ten behoeve van Europa; die van 1917 strijdt voor de wereldheerschappij. De totale revolutie eist ten slotte, we zullen nog zien waarom, het totale wereldrijk.
”
”