“
Een van de menigvuldige dingen die mij van kindsbeen af in hoge mate geïntrigeerd hebben, is de aanwezigheid van gaatjes in bepaalde soorten Hollandse, Franse en Zwitserse kaas. Voor zover gaatjes aanwezig kunnen zijn. Er zal wel een zuiveltechnische verklaring voor het verschijnsel bestaan, want het lijkt mij onaannemelijk dat zonder oorzaak of ingreep de ene kaas met en de andere kaas zonder gaatjes op tafel komt. Met dat vermoeden is mijn verwondering echter niet gebaat want, afgezien van mijn allergie voor technische spitsvondigheden in het algemeen, ben ik een volslagen leek in de productiegeheimen van het zuivelbedrijf.
Wat mij visueel boeit, is de grillige ruimtelijke ordening van die gaatjes. Een plastische constructie die, zo meen ik althans, niet aan bepaalde wetten gebonden is en die overzichtelijk toch decoratief verantwoord blijft. In hun asymmetrische willekeur lijken die gaatjes geometrisch en proportioneel steeds de juiste gaatjes in de juiste kaas te zijn.
”
”