Mijn Vader Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Mijn Vader. Here they are! All 62 of them:

β€œ
voel me: moe. Maar moe is geen gevoel, zegt mijn vader. Hij heeft geen gelijk. Moe is een allesoverheersend rotgevoel.
”
”
Erna Sassen (Dit is geen dagboek)
β€œ
Mijn vader is weg, voor altijd verdwenen, en niks is veranderd, het wordt gewoon ochtend, er komt weer een avond. Er is niks veranderd, en alles is anders.
”
”
Griet Op de Beeck
β€œ
Lang nadat ik was opgehouden mijn vaders paden na te lopen, had ik van hem geleerd dat er in sommige levens bergen bestaan waar je niet naar terug kunt keren. Dat je in levens als het mijne en het zijne niet terug kunt naar de berg die het middelpunt is van alle andere, en het begin van je eigen geschiedenis. En dat mensen zoals wij, die op de eerste en hoogste berg een vriend hebben verloren, niets anders rest dan dwalen over de acht bergen.
”
”
Paolo Cognetti (Le otto montagne)
β€œ
Ik heb het nooit tegen iemand gezegd, dat ik mijn moeder niet gemist heb, dat ik niet kon huilen, die nacht, omdat ik naast een stil soort verdriet ook opluchting voelde, dat ik 's ochtends keek naar de zon die hoog stond en dacht: het is een nieuwe dag, dat ik mijn vader meer miste, omdat de afwezigheid van wie verdwijnt terwijl hij voor je staat heftiger schijnt, dat ik mij afvraag wat dat dan betekent.
”
”
Griet Op de Beeck
β€œ
As katalikas, kai neturiu geresnio pasirinkimo
”
”
Stella Braam (Ik heb Alzheimer: het verhaal van mijn vader)
β€œ
...ik bedoel dat ik me daar op dat terras eigenlijk zo gelukkig voelde dat ik wel alles had kunnen zeggen, juist tegen mijn vader...
”
”
Herman Koch (Red ons, Maria Montanelli)
β€œ
Mijn vaders stelling : als jij hen nodig hebt, kom dan vijf minuten te vroeg. Als zij jΓ³u nodig hebben, kom dan vijf minuten te laat.
”
”
Stephen King (Everything's Eventual)
β€œ
Mijn vader zei: 'Als je verdrietig bent kan kunst helpen. Omdat je in een schilderij soms meer nog dan in een gezicht, meer nog dan in een paar lieve ogen, kunt zien, nee vΓ³Γ©len, dat iemand je begrepen heeft.
”
”
Maartje Wortel (Goudvissen en beton)
β€œ
De periode waarin mijn ouders het bezit van een mobiele telefoon met elkaar deelden, was te kort geweest voor mijn vader om het gebruik ervan in veel detail aan mijn moeder uit te leggen. Dat kwam mooi uit, want mijn moeder is niet geΓ―nteresseerd in hoe dingen werken. Ze wil alleen maar dΓ‘t het werkt. Dat is het mooie aan oud worden: je leert de overbodigheid van kennis waarderen. Na mijn vaders dood hield mijn moeder de gsm. Nu kan ze opnemen, bellen, haar prepaidkaart laden en zelfs sms'en. Het instellen van de voicemail daarentegen is een concept dat haar idee van de maakbare wereld ver overstijgt. Dus toen ik mijn moeder belde was het mijn vader die opnam. Het deed goed zijn stem weer te horen. Alleen jammer dat hij ook nu weer zei dat hij eventjes niet bereikbaar was.
”
”
Ivo Victoria (Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het mij spijt))
β€œ
Op een dag - ik was een jaar of negen - werd het mij allemaal duidelijk. 'Ik had nooit kinderen moeten nemen,' zei mijn vader terwijl hij naar het tafelblad staarde alsof het pas op dat moment tot hem doordrong, en we medelijden met hem moesten hebben. 'Harun, niet waar de kinderen bij zijn,' zei mijn moeder. 'Ze mogen het weten,' zei hij. 'Ze moeten weten dat ik anders ben.' Hij zweeg even en keek toen ineens trots op: 'Ik ben geen klassieke vader, ik ben een communist!' Ik keek hem onbewogen aan. En ik herinner me goed dat ik me niet gekwetst voelde. Voor het eerst voelde ik me niet gekwetst, want ik dacht: je hebt gelijk. Je hebt helemaal gelijk, baba. Dit zegt een vader niet tegen zijn kinderen. En alles daarom al had je geen kinderen moeten nemen. Alleen daarom al had je geen vader mogen worden. Alleen daarom al had je mijn vader niet mogen zijn.
”
”
Murat Isik (Wees onzichtbaar)
β€œ
Is Oeroeg minder dan wij' stootte ik uit. 'Is hij anders?' 'Ben je belazerd,' zei Gerard kalm, zonder de pijp uit zijn mond te nemen. 'Wie zegt dat?' Ik bracht, niet zonder moeite, mijn gewaarwoordingen van die middag onder woorden. 'Een panter is anders dan een aap,' zei Gerard, na een pauze, 'maar is een van de twee minder dan de ander? Dan vind je een idiote vraag, en je hebt gelijk. Blijf dat nou net zo idioot vinden, als het mensen betreft. Anders zijn - dat is gewoon. Iedereen is anders dan een ander. Ik ben ook anders dan jij. Maar minder of meer zijn door de kleur van je gezicht of door wat je vader is- dat is nonsens. Oeroeg is immers je vriend? Als hij zo is dat hij je vriend kan zijn- hoe kan hij dan ooit minder zijn dan jij, of een ander?
”
”
Hella S. Haasse (Oeroeg)
β€œ
Niets bond me meer aan de mensen tussen wie ik was opgegroeid, wier blikken me steeds vreemder en verbaasder aanstaarden en wier wereldbeschouwing te eenzijdig was dan dat ik me geroepen voelde me daar naar te voegen. Toegegeven, ze kenden me goed, en wel als een onnut lid van de maatschappij zoals ik ook mezelf kende. Maar sceptisch en fatalistisch genoeg om - met de woorden van mijn vader- mijn 'paljasbegaafdheid' van de vrolijke kant te nemen en van zins om op mijn manier van het leven te genieten ontbrak het me geenszins aan zelfingenomenheid.
”
”
Thomas Mann (Der Bajazzo)
β€œ
Mijn vader houdt van jazz en heeft een uitgebreide verzameling platen en banden waarvan hij vroeger als hij uit zijn werk kwam kon genieten. Hij kon met een rothumeur binnenkomen, maar als hij Dexter Gordon had opgezet en zichzelf een wodkacocktail had ingeschonken, ebde zijn stress snel weg en werd alles β€˜te gek, jongen, gewoon te gek.’ Op het moment dat de naald op de plaat neerdaalde, maakt hij zijn das los en werd hij iemand anders dan degene die hij daarvoor was geweest, een conservatieve ingenieur met in zijn borstzakje een stel ibm-pennen met het opschrift denk na.
”
”
David Sedaris (Van je familie moet je het hebben)
β€œ
...dan gebeurt eindelijk wat je het hele boek door al voelde aankomen en wat met dat ene zinnetje waar meteen het hoofdstuk mee eindigde, duidelijk werd gemaakt: 'Hij dwong haar met zijn knieen.' En in het vervolg als ik in bed aan Rietje Tulp dacht, dan zei ik hees: 'Hij dwong haar met zijn knieen.' En dan lag ik met mijn knieen te wrikken en wild te stoten in het matras, maar ik wist eigenlijk niet goed hoe dat ging, iemand dwingen met je knieen. Mijn vader vroeg in die waarom ik zoveel zakdoeken in de dakgoot gooide, en mijn moeder wilde er nog iets bijvoegen maar bleef halverwege steken.
”
”
Jan Wolkers (Terug naar Oegstgeest)
β€œ
Eind van de middag, ik was net uit school thuisgekomen (daar had ik zorgvuldig geheimgehouden dat ik jarig was om te voorkomen dat ik zou moeten trakteren, want daarvoor wilde mijn moeder mij geen versnaperingen meegeven), kwam mijn grootvader met zijn cadeau aanzetten. Aan de alsmaar naderbij komende, zeer krachtige tikken van zijn wandelstok op de trottoirtegels kon je horen dat hij zich erop verheugde andermaal een naar hem vernoemde kleinzoon gul te bedelen. Hij droeg een groot pak en overhandigde mij dat in de woonkamer. Plechtig verwijderde ik het papier. Wat mij op mijn achtste jaar ten deel was gevallen, bleek een vorstelijke meccanodoos te zijn. Weliswaar geen nieuwe fiets, maar toch iets ongehoords. Mijn grootvader verwijderde zich weer, want er was op dat moment niemand bij de hand om mee te dammen. Mij leek toen het grote ogenblik gekomen om de meccanodoos verder uit te pakken en ermee aan de slag te gaan. Toen ik aanstalten maakte om hem te openen, riep mijn moeder: 'Wat doe je nou?' 'Ik ga hem openmaken, ik wil ermee spelen.' 'Ben je helemaal betoeterd geworden? Zo'n duur cadeau. Blijf af.' 'Maar... maar... ik heb hem toch van opa gekregen. Ik wil ermee spelen.' 'Geen sprake van, afblijven. Zo'n duur cadeau, en daar wou je zomaar met je tengels aanzitten? Niks hoor, ik zet hem weg.' Ze pakte de meccanodoos op en plaatste hem achter lakens en slopen in het dressoir. Toen mijn vader thuiskwam, werd de doos weer tevoorschijn gehaald en wederom vol verbazing aanschouwd. Zeker, het was geen nieuwe fiets, maar toch... Wat een cadeau. 'Opa 't Hart is maar goed op je,' zei mijn vader. 'Maar ik mag er niet mee spelen,' zei ik verongelijkt. 'Nee, natuurlijk niet,' zei mijn vader, 'daar heeft je moeder groot gelijk in, zo'n duur cadeau, het zou gekkenwerk zijn als je daar met je poten aan zou zitten. D'r kan zomaar een schroefje of moertje of ander onderdeeltje kwijtraken, niks hoor, je moeder bergt hem weer netjes op.' 'Zo is het,' zei mijn moeder, en weg ging de meccanodoos.
”
”
Maarten 't Hart (Magdalena)
β€œ
Een maand na de dood van mijn vader hield mijn moeder grote schoonmaak. Zijn geur moest worden weggeschrobd, zijn geest verjaagd. Ze zeulde de matras van zijn ziekbed naar buiten en gaf hem er stevig van langs met de mattenklopper. Scheerkwast, nagelborstel, tandenborstel, klerenborstel - de brand erin, zuiveren en de rest in een diepe kuil begraven - geen haar of schilfer mocht er van hem achterblijven. Na een dag luchten, waarbij de ramen in hun haakjes huilden, stak ze een kaars aan en liepen we drie keer met een bibbervlam om het huis, daarmee sneden we de negatieve krachten die ons omsingelden voorgoed af. Voortaan zou zijn woede de deur van ons huis niet meer kunnen vinden en zijn geschreeuw ons niet meer uit de slaap houden. Zo bande ze mijn driftige vader uit - met dweil, luiwagen, mattenklopper en lucifers. En door de tafel zo tegen de muur te schuiven dat alleen zij nog aan het hoofd kon zitten.
”
”
Adriaan van Dis (Ik kom terug)
β€œ
In mijn eerste kasboek schreef ik: 'Ik wil heerser worden. Waarschijnlijk ben ik dat al, maar de rest van de wereld weet het nog niet.' De eerste mensen over wie ik wilde heersen waren mijn familieleden: vader, moeder, en twee broers. (...) Terugbladerend in het kasboek lees ik dat ik gedurende twee weken heb geprobeerd mijn vader te dresseren. Tijdens het avondeten, het enige moment waarop onze familie samen was, zei ik tegen mijn vader als hij zijn voor naar zijn mond bracht, 'Eet!' En als hij zijn glas naar zijn mond bracht, 'Drink!' De eerste drie dagen keek hij mij verstoord aan, maar de vierde en vijfde dag ging hij nadrukkelijk tegen mijn bevelen in. Als ik zei 'Eet!' legde hij zijn vork neer, en als ik zei 'Drink!' zette hij zijn glas met een klap op tafel. In het africhten van mijn vader had ik mijn eerste succes geboekt, ik had hem geconditioneerd, en ik tekende die dag een zonnetje in mijn kasboek.
”
”
Marek van der Jagt
β€œ
Het huwelijk Toen hij bespeurde hoe de nevel van den tijd in d'oogen van zijn vrouw de vonken uit kwam dooven, haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt. Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij den baard en mat haar met den blik, maar kon niet meer begeeren, hij zag de grootsche zonde in duivelsplicht verkeeren en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard. Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond het merg uit haar gebeente, dat haar tΓ²ch bleef dragen. Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen, en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond. Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand. Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wasschen en rennen door het vuur en door het water plassen tot bij een ander lief in eenig ander land. Maar doodslaan deed hij niet, want tusschen droom en daad staan wetten in den weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat. Zoo gingen jaren heen. De kindren werden groot en zagen dat de man dien zij hun vader heetten, bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten, een godvergeten en vervaarlijke' aanblik bood.
”
”
Willem Elsschot
β€œ
Tot besluit Ik ken de droefenis van copyrettes, van holle mannen met vergeelde kranten, bebrilde moeders met verhuisberichten, de geur van briefpapieren, bankafschriften, belastingformulieren, huurcontracten, die inkt van niks die zegt dat we bestaan. En ik zag Vinexwijken, pril en doods, waar mensen roemloos mensen willen lijken, de straat haast vlekkeloos een straat nabootst. Wie kopiΓ«ren ze? Wie kopieer ik zelf? Vader, moeder, wereld, DNA, daar sta je met je stralend eigen naam, je hoofd vol snugger afgekeken hoop op rust, promotie, kroost en bankbiljetten. En ik, die keffend in mijn canto's woon, had ik maar iets nieuws, iets nieuws te zeggen. Licht. Hemel. Liefde. Ziekte. Dood. Ik ken de droefenis van copyrettes.
”
”
Menno Wigman (Dit is mijn dag: gedichten)
β€œ
Margreet Zomer, 1915: Het vreselijkste stond mij weer voor ogen, als wij onze beide kleinen eens moesten verliezen. Ik kon ze niet afstaan. De eerste zondag dat ik naar de kerk ging (..) behandelde de dominee de derde bede van het Onze Vader, Uw wille geschiede. Ik gevoelde dat ik dat niet kon zeggen. Mijn gebed was gedurig: Heer, laat ze ons behouden, maar indien Uw wil anders is, leer mij dan eerst dat gebed te bidden.
”
”
Agnes Amelink (De gereformeerden)
β€œ
Op de vijfendertigste verjaardag van mijn vader, 26 oktober 1925, ben ik geboren. 's Ochtends om kwart over zes. Mijn vader heef tnog steeds het psalmboek dat hij op die dag als verjaardagsgeschenk kreeg. Het zwarte linnen is een beetje afgesleten aan de hoeken zodat daar het karton zichtbaar is. Maar verder ziet het er nog keurig uit. Mijn vader zei wel eens als hij zijn handen er strelend over liet gaan, dat het een mooi cadeau was, maar dat Γ­k het liefste cadeau was dat hij op die dag kreeg. Later, toen ik het geloof de rug toedraaide, herreip hij dat min of meer. Toen zei hij, de bijbel citerend, dat het beter was dat ik niet geboren ware, of dat een molensteen om mijn hals gehangen en ik in het diepste der zee verdronken ware.
”
”
Jan Wolkers
β€œ
Als ik er nu aan terugdenk, was dat het meest verbluffende van de laatste dagen die ik met mijn vader doorbracht: ik had altijd gedacht dat hij geen hart had. Ik kon het pas zien nu het onherstelbaar gebroken was.
”
”
Paolo Giordano (Il corpo umano)
β€œ
Mijn vader Jos Hermans is electriciΓ«n van beroep. Ik bid nooit tot Poltergeist.
”
”
Petra Hermans
β€œ
De dag waarop ik geboren ben, had mijn vader gezien, zo schreef hij, dat ik omhuld werd door een bijzondere laag van was.
”
”
Petra Hermans
β€œ
Nog voor ik goed en wel vader was, merkte ik zo dat je van kinderen een sidderende schijtlaars wordt, wiens leven voornamelijk bestaat uit het afweren van rampen en gevaren.
”
”
Tommy Wieringa (Dit is mijn moeder)
β€œ
De tijd, dat mijn vader, me op het hobbelpaard, in de draaimolen, mallemolen zette, is toch echt wel voorbij!
”
”
Petra Hermans
β€œ
Mijn vader gebruikt zijn bijl niet meer op het hakblok. Hij klieft de vlijmscherpe bijl dwars boven door jouw kop, kapot. Bats.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Ze moet dat, van mijn vader hebben. Zei, mijn moeder. Die had dat ook zo, om in het openbaar op te treden.
”
”
Petra Hermans
β€œ
Een bunker uit WO II, een schuilkelder, zou ik aanraden voor de wijkagent, wanneer mijn vader twintig jaar jonger, was geweest.
”
”
Petra Hermans
β€œ
Zonder mijn moeder was ik misschien wel een heel raar kind geworden. Ze bewaakte de rust en regelmaat in het huis. Mijn vader liet geen dag voorbijgaan of hij verzon iets nieuws. De zomerkermis in Beek, zelf pottenbakken in de Preekherengang, de geit van bomma in haar bedstede opsluiten, passanten opwachten achter de Helpoort en 'Boe' roepen. Voor kerst gaf hij me een beeld van een monnik, dat appelsap plaste als je op de kop duwde.
”
”
Marente de Moor (De Nederlandse maagd)
β€œ
Ik schrijf gedichten als dunne bomen. Wie kan zo mager praten met de taal als ik? Misschien is mijn vader gierig geweest met het zaad. Ik heb hem nooit gekend, die man. Ik heb nooit een echt woord gehoord of het deed pijn. Om pijn te schrijven heb je weinig woorden nodig.
”
”
Jan Arends (Vrijgezel op kamers)
β€œ
Als je me durft aan te raken laat mijn vader je afranselen!' 'Ha! Als je vader hier was, zou hij je voor me vasthouden!... Alsjeblieft, meisjes, zouden jullie je eindelijk een beetje willen gedragen? Als een echte prinses, en als een volwassen koerier van de koning, ja?' smeekte Halt. 'Zo niet, dan denk ik er hard over om Will naar huis te sturen.' 'Wat? Mij?' riep Will met overslaande stem, zo geschokt was hij. 'Wat heb ik er in vredesnaam mee te maken?' 'Nou, het is allemaal jouw schuld,' riep Halt op het oog onredelijk terug. Maar toen die laatste woorden tot de harten van de meisjes doordrongen, moesten ze bekennen dat Halt ergens wel gelijk had.
”
”
John Flanagan (The Emperor of Nihon-Ja (Ranger's Apprentice, #10))
β€œ
Mensen zeggen wel eens: vanaf nu kan het alleen maar beter worden. Ik ben nog maar twaalf en ik weet ondertussen al dat dat niet waar is. Er blijkt altijd nog een bodem onder wat je dacht dat de bodem was. Ik heb aan mijn vader gevraagd of daar een grens aan zou zijn, of niet. Hij lachte. 'Mijn kleine dramaqueen,' zei hij. Papa doet alsof alles een grap is. Dat is ook een strategie, natuurlijk. Ik denk dat mama dat ook niet leuk vindt aan hem. Soms stel ik mij voor dat ongelukkig zijn iets of iemand is. Want iets of iemand kan opeens verdwijnen, zo snel als hij of zij gekomen is.
”
”
Griet Op de Beeck
β€œ
En wat me zo trof, en zowel schrik als troost met zich meebracht, was het besef dat de God die ik aanbid exact weet wat het is om te sterven. Hij weet wat de dood betekent voor mensen. Het is een ervaring waarvoor God zich niet te goed achtte om die te delen met mijn vader en met ieder van ons. Ik heb geen idee hoe het zal zijn om te sterven- maar Jezus wel. Hij kent het gevoel van zuurstoftekort in zijn cellen, van hartstilstand en verstikking. Er is geen duisternis waarin hij niet is afgedaald. Hij kent de structuur en de smaak van alles wat ik het meest vrees.
”
”
Tish Harrison Warren (Bidden in de nacht: Voor wie werken, waken en wenen)
β€œ
Ik denk aan het huis waar ik geboren ben, waar ik zo weinig meer van weet over hoe we er leefden, maar mijn benen kennen nog de grote ruimte tussen de treden van de trap, mijn vingers kennen de geulen in het hout van de vensterbank, mijn voeten weten nog hoe de houten vloerplanken voelden, met de knoesten, en mijn tenen kennen nog de kwasten van het tapijt. Losse beelden, ik plak ze in mijn hoofd aan elkaar tot ik het huis heb gereconstrueerd, ontstaan uit mijn herinneringen en verhalen die mijn moeder en soms mijn vader erover vertelden.
”
”
Renee van Marissing (Onze kinderen)
β€œ
Mijn laatste vrouw kwam mijn leven binnengewandeld als in een bloemrijk vers van een stokoude Lodeizen. Ze beloofde me vijf jaar te wiegen. Ze stelde me voor aan haar zoon. Zeven jaar oud. En omdat het Austeriaanse Legoland Perpectief ook wat wil in dit universum, bleek het joch dezelfde ziekte als ik te bezitten. De televisiegenieke versie ook nog. Gooien, smijten en slaan. En er was nog een verrassing: zo onopgevoed had ik een kind nog nooit gezien. Onbegrijpelijk onopgevoed. In mij stond een vader op. Zo'n enorm groot beest van een vader, dat ik Opvoeden wilde tot ik erin bleef. Na drie weken was de vrouw jaloers op de aandacht die ik het kind schonk. Na vijf weken gebruikte ze hem als chantagemiddel.
”
”
Nanne Tepper
β€œ
Maar als jullie genootschap mij kan helpen mijn titel en mijn troon te houden, weet ik wΓ©l dat ikzelf alles op alles zal zetten om mijn neef Fabrizio ervan te weerhouden de plannen van zijn vader uit te voeren. - Lucia
”
”
Mary Hoffman (City of Swords (Stravaganza, #6))
β€œ
Ik kijk naar Louis, ik kruip dichter bij hem terwijl hij aan mijn vader de opzet van zijn roman uiteenzet. Dan kijk ik naar papa, die aandachtig staat te luisteren, die gaan mekaar misschien nog wel fijn vinden, denk ik, daar glimlach ik bij. Soms gaat dat vanzelf, om alle juiste redenen.
”
”
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
β€œ
Ik weet nog goed dat mijn vader op een dag een arm om me heen sloeg, het was warm, we aten ijs in de achtertuin, hij nam een hap van zijn ijs en zei dat hij het zo vreemd vond dat hij het decor was voor mijn jeugd. Hij zei dat hij en ik ieder moment, zelfs het eten van een ijsje, op een andere manier zouden herinneren. Hij herhaalde: in jouw verhalen zal ik het decor zijn.
”
”
Maartje Wortel (Er moet iets gebeuren)
β€œ
Yannick Dangre. Mensen, zo heet toch niemand? Het moet wel bijna een pseudoniem zijn. Als je echt 'Yannick Dangre' heet moet je wel gek zijn onder die naam poΓ«zie te gaan schrijven, kun je net zo goed meteen 'rijkeluiszoontje' op je voorhoofd tatoeΓ«ren. Nee, als de jongen echt zo heet, mijn god, dan heb ik met hem te doen. Je ziet zijn moeder voor je, Helen Dangre, die tegen vader Jacques Dangre zegt, zeg, zullen we onze zoon Yves noemen? Nee, gotsiemikkie, wat gewoontjes, maak er maar Yannick van. Jakkie! Maar als hij echt Yannick Dangre heet, dan had hij wis en waarachtig poΓ«zie geschreven onder de naam Frits van den Ende, of als het ludiek moest wezen Frits Mompelkut, en zo weet ik dus stellig te beweren dat het alleen een pseudoniem kan zijn, maar die gedachte is onverdraaglijk, ik kan er niet van slapen. Je gaat poΓ«zie schrijven en je noemt jezelf 'Yannick Dangre'. En dan heb je tot overmaat van ramp zo'n 18e eeuwse krullendos, en schrijf je met een ganzenveren pen met grote sierlijke prulletters de derde nachtbundel van het jaar, geadverteerd als 'De wereld lijkt langzaam in een donkere nacht te verdwijnen en dat vraagt om reactie.' Nou, bij deze dan, Yannick. Met je nacht en navel. Kom uit de kast, zeg ik. Zou dit dezelfde onverlaat zijn die ook Chretien Breukers verzon?
”
”
Martijn Benders
β€œ
Ik rende naar de badkamer en kotste alles er boven de wasbak weer uit. Dat luchtte op. Ik spoelde mijn mond en strompelde terug naar het bed. Even later hoorde ik mijn vader roepen: 'Shit, Max, shΓ­t! Kon je het niet even opruimen?' 'Pa,' zei ik, 'ik ben ziek.' 'Het stinkt! Ik laat het wel liggen!' 'Jij laat niks liggen!' riep mijn moeder van beneden.
”
”
Edward van de Vendel (Het kankerkampioenschap voor junioren)
β€œ
Mijn vader huilde nooit. Als hij bedroefd was, liep hij naar de tempel van de onbekende heilige. Daar knielde hij naast het graf, tikte zachtjes met een steentje tegen de grafsteen, praatte met de heilige en als hij zich weer beter voelde, wandelde hij terug naar huis.
”
”
Kader Abdolah (De kraai)
β€œ
In de verte schreeuwde iemand 'stilte'. Daarna werd er een naam geroepen. De mensen keken rond. Weer een naam. Iemand fluisterde 'ach die'. Weer een naam. Er liepen een paar mensen voor ons langs. Zij liepen van het plein af. Fluisterend vroeg ik of wij ook weg mochten. Mijn vader zei dat ik goed moest luisteren. Als ik onze naam zou horen, dan zouden wij ook weggaan. Ik probeerde de namen te verstaan, maar het was te moeilijk. Er werden ook nummers geschreeuwd en dat maakte het nog moeilijker. Het duurde erg lang. 'Ze zijn bij de M,' zei mijn moeder, 'nu goed opletten.' Mijn vader en moeder hielden elkaars hand vast. Ik kon er niets van verstaan. Ineens draaide mijn vader zich om. Hij kuste mijn moeder en zij kuste hem. Zij drukten zich tegen elkaar aan. 'Heb je het gehoord?' vroeg mijn moeder aan mij. 'Zij hebben onze naam afgeroepen.' Ik zei dat ik wel zoiets gehoord had, maar toch niet goed. Mijn vader zei ook, dat ze onze naam hadden geroepen. Zij kusten mij. 'Nu gaan we weg. Nu gaan we naar Palestina.' Ik zei dat het volgens mij een andere naam was geweest. Toen we het plein afliepen, gaven de mensen ons een hand of legden een hand op mijn vaders schouder. Ze zeiden 'geluk' en streelden over mijn hoofd. Mijn vader en moeder zeiden 'ach'. Ik vroeg aan mijn vader waarom hij de mensen niet aankeek als hij tegen ze sprak. Ik moest van hem altijd iemand aankijken die met mij sprak. Mijn moeder zei dat zij mij dat later wel zou uitleggen; nu moesten wij gauw weg. Er liepen meer mensennaar hun barak. Sommigen huilden.
”
”
Jona Oberski (Kinderjaren: Een Novelle (Dutch Edition))
β€œ
Gedachten zijn de vreemdste dingen die er zijn, dat weet ik zeker. Ze kunnen stilstaan, ze kunnen op hol slaan, ze kunnen geweldig springen en ze kunnen kronkelen. En je kunt zomaar opeens in ze verzinken. Alsof ze modder zijn. En dat zijn ze ook, soms. En soms zijn ze keihard. Of zijn ze van lucht.
”
”
Toon Tellegen (Mijn vader)
β€œ
Rechtszaak tegen het Algemeen Dagblad, de Volkskrant, de Telegraaf, RTL 4, Het Brabants Dagblad, de gemeente Tilburg, Het Koninklijk Huis, de volksvertegenwoordiging te Den Haag, in verband met het gezicht van mijn zus, nichtje, moeder en vader.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
De toekomst wordt bepaald door mensen wiens verhalen wij geloven.
”
”
Raoul de Jong (Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden)
β€œ
Op een avond legde mijn vader zijn lepel en vork neer en zei: 'Was ik maar een groot schrijver, altijd bezig met het Hogere, dan heeft armoede zin, dan ben je kunstenaar.' 'Maar ik vind je een kunstenaar,' zei mijn moeder troostend en alsof dat genoeg was.
”
”
F. Springer (Bougainville)
β€œ
Ik wil papa zien,' ze ik. 'Maar dat kan niet. Op geen enkele manier. Hij is voor altijd weg. Net als opa. En mama is misschien ziek, en kan nu dus niet komen, maar als ik hier weg ben kan ik haar opzoeken en nog zo vaak als ik wil ook. ' De Witt legde zijn hand op de mijne en zei dat hij me begreep; dat hij snapte dat ik mijn vader wilde zien en dat ik boos was en verdrietig omdat dat niet kon. 'Maar dat jij je vader niet kan zien,' zei hij, 'betekent niet dat hij jou niet kan zien. Want als je goed kijkt, dan zie je dat je vader naar je kijkt. En als je ziet dat hij kijkt, dan bestaat hij nog. Als jij hem ziet, als jij ziet dat hij kijkt, dan bestaat hij.
”
”
Philip Huff (Dagen van gras)
β€œ
Als iets de eerste keer niet gaat, moet je het gewoon een tweede keer proberen. Want twee keer is reeds recht. Dat heb ik mijn vader eens horen zeggen.
”
”
Philip Huff (Dagen van gras)
β€œ
En ze leunde makkelijk tegen de muur, om aandachtig te kijken naar mijn ochtendpik terwijl ik de lakens van me wierp. Ikzelf had nooit geweten hoe dat precies moest, naar iets te kijken voor het laatst. Niet naar de skyline van een stad die ik verliet, niet naar een woning eens de huur afliep, niet naar mijn vader toen die stierf. Jouw moeder leek daar weinig problemen mee te hebben. Ze keek met de honger van het leven tot op de laatste snik.
”
”
Dimitri Verhulst (De zomer hou je ook niet tegen)
β€œ
Ik heet Elizabeth. Niet Beth of Liesje of Liesbeth, of Liza of Betje, gewoon Elizabeth. Ik heb een hekel aan zulke verbasteringen. Moeders en vaders zadelen je daarmee op zonder je iets te vragen, en dan zit je er mooi mee. Het zijn geen echte namen. Elizabeth is mijn echte naam.
”
”
Terry Brooks (Wizard at Large (Magic Kingdom of Landover, #3))
β€œ
Mijn vader zaait op tijd voor worteltjes, te oogsten. Naar het schijnt is er nu al winterpeen.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Ik vandaag al gezondigd tegen zo ongeveer alle regels, zowel die van het Levenshuis als die van mijn vader.' 'Dan zul je van eentje méér echt niet doodgaan.
”
”
Pierdomenico Baccalario (The Long-Lost Map (Ulysses Moore #2))
β€œ
Naar schijnbaar onvermogen respecteert de man, mijn vader niet.
”
”
Petra Hermans
β€œ
Een schrijver schrijft niet voor een publiek. Een schrijver of schrijfster schrijft niet eens voor zichzelf. Aan het einde van mijn leven zal mijn vader met zijn schup er staan, voor op de koude grond. Ik had de schatkaart al die tijd in mijn handen.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Oene Horletoet verduwde zijn ontstemming. 'Kennis van de natuurkrachten is niet iedereen gegeven,' sprak hij zachtmoedig. 'U spot met dingen die u niet begrijpt. Maar ik zou graag willen weten wat de maan met de vloed te maken heeft. En hoe kunt u een storm voorspellen, die ik nog niet gemaakt heb?
”
”
Marten Toonder (Zoals mijn goede vader zei)
β€œ
In de moestuin van mijn vader heb ik in mijn jeugd als puberteit, de oogst binnengehaald. Het bestond uit frambozen, waaruit witte wormen gehaald moesten worden, maar ook vanuit peulen, die de waarde van voeding, kenbaar maken.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Het spijt me, maar die man is mijn vader niet. Een vader betekent iets voor zijn dochter. Ik weet niet wat hij voor mij betekent. Ik wil hem niet haten. Maar het is ook zo verdomd moeilijk om van hem te houden. Ik ben een heel alleen kind. Ik zie mezelf niet als iemand met een ouder.
”
”
Naomi Rebekka Boekwijt (Bloedblaren)
β€œ
Het zogenaamde, ongevraagd, verbeteren van deze mortuarium regering met tofu kabinet heeft er toe geleid, dat mijn vader als moeder redelijk benadeeld zijn geraakt. Maakt niet uit.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Zijn vader zette een witte plastic zak van de snackbar op tafel en daarna moesten we bidden. Ik vouwde mijn handen en deed mijn ogen dicht, maar ik bad niet. Met patat had God niets te maken.
”
”
Thomas van der Meer (Welkom bij de club)
β€œ
Wat superspannend!' zei Jess, die van vreugde in haar handen klapte. 'Ik moest altijd thuisblijven en vaders avonturenverhalen aanhoren. Nu krijg Γ­k de kans de wereld rond te zeilen, net zoals mijn broer.' Ze keek naar Jack. 'Gaan we via de Atlantische of de Indische Oceaan? Gaan we dolfijnen zien? Walvissen? PinguΓ―ns? Komen we langs de Specerijeneilanden? Het Gouden Paviljoen in Kyoto, misschien? Yori vertelde me dat de tempels daar met zuiver goud zijn beschilderd!
”
”
Chris Bradford (The Return of the Warrior (Young Samurai #9))
β€œ
Uit hoeveel verdriet is ons leven opgebouwd? Uit hoeveel verdriet dat te vermijden is? Soms denk ik wel eens dat we wanneer we doodgaan niet, zoals je altijd hoort, ons hele leven weer voorbij zien komen, maar slechts een klein deel: de uitgebleven blijken van liefde, de niet-gegeven knuffels, het medeleven dat we een ander hebben onthouden, de te lang volgehouden, nutteloze boosheid, de alleen door zichzelf gevoede boosheid. In de laatste momenten van haar leven had mijn moeder, dat weet ik zeker, mijn vader wel een complete kennel willen schenken. Maar toen was het te laat. Te laat. Pas als we ouder worden realiseren we ons de ernst van sommige dingen die we hebben gezegd, en alles waarin we tekortgeschoten zijn - uit oppervlakkigheid, egoΓ―sme, haast - begint dan op ons hart te drukken. Maar onze tijd is al vervlogen en we kunnen niet meer terug.
”
”
Susanna Tamaro (Per sempre)