Mijn Liefde Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Mijn Liefde. Here they are! All 61 of them:

Vanaf dat moment ben ik verdwaald. Mijn afkeer van het leven en mijn verlangen om er niet te zijn. Vanaf dat moment weet ik dat ik verder, voortaan, altijd het liefst alleen zou wensen te zijn, zonder mij aan iemand of iets te hoeven binden, want ik wil niet zien hoe mijn liefde en de schoonheid die ik koester worden verwoest of beschadigd.
Jeroen Brouwers (Bezonken rood (Dutch Edition))
Mijn liefde leefde, niet omdat ik WERD bemind, maaar omdat ik zelf liefhad!
Arthur Japin (In Lucia's Eyes)
De liefde van mijn leven leeft in het verleden. Dat is ondanks de alliteratie een vreselijke zin om te moeten schrijven.
Ilja Leonard Pfeijffer (Grand Hotel Europa)
Aan drie wanden hingen reproducties van abstracte schilderijen waaruit niet viel af te leiden of de maker ervan een mens dan wel een ontploft blik ravioli geweest was.
Dimitri Verhulst (De laatste liefde van mijn moeder)
Uiteindelijk is maar heel weinig écht belangrijk. Liefde. Dood. Sex. Eten. Vriendschap. Infrastructuur. Mededogen. Bruistabletten. Minderen. Verrekijkers. Multimedia.
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Martine was gestopt met een polshorloge te dragen sedert ze de zweetgeur onder het lederen bandje en de bijhorende jeuk was gaan verafschuwen. Maar nu miste ze dit attribuut om er ostentatief naar te kunnen kijken.
Dimitri Verhulst (De laatste liefde van mijn moeder)
Laat mij van iemand zijn, maar ook niet zo volstrekt Dat ik verdwijn, in haar, in hem, of weg moet gaan Omdat geen mens mijn menselijk gewicht kan tillen.
Leonard Nolens (Liefdes verklaringen)
Het tegenovergestelde van liefde is helemaal geen haat, het tegenovergestelde van liefde is eenzaamheid.
Arjen Lubach (Mensen die ik ken die mijn moeder hebben gekend)
Ik had beslist, ooit, dat gij mijn boei waart, als ik die losliet, dan zou ik verzuipen. Nu denk ik dat ik liefde wil.
Griet Op de Beeck
Een jongetje zei tegen zijn moeder dat hij 'helemaal' van haar hield. Ze corrigeerde hem: 'Het is niet "helemaal", maar "heel veel".' Maar hij zei: 'Nee, "helemaal". Van mijn schommelpaard en speelgoedauto hou ik "heel veel", maar van jou hou ik "helemaal". Toen begreep ze dat hij hield van alles wat zij was.
Leo Bormans (The World Book of Love - Het geheim van de liefde)
De tijd heeft littekenweefsel over mijn hart gevormd. Het is een andere pijn, een ander verdriet. Een mens verhuist in de tijd, weg van de kern van zijn droefenis, naar de periferie van de pijn, naar de leegte van het gemis. Missen is de voorstad van verdriet. Daar woon ik.
Alicja Gescinska (Een soort van liefde)
Maar plotseling begon mijn hart sneller te slaan, mijn hand beefde en drukte de zijne; ik werd warm en met mijn ogen zocht ik in het halfduister zijn blik en plotseling voelde ik, dat ik niet bang voor hem was, maar dat deze angst liefde was, een nieuwe liefde, groter en inniger dan vroeger.
Leo Tolstoy (huwelijksgeluk)
Ik herinner me niet wie het eerst de handen van de ander wegnam. Ik herinner me alleen dat het gebeurde en dat alles vloeibaar leek te worden en dooraderd. Dat ik in het begin dacht: dat kan niet, tot ze die woorden met een haal van haar tong van mijn lippen wegnam en dat ik nadien niets meer dacht.
Peter Verhelst (Memoires van een luipaard)
Is woede mijn diepste verzet tegen het mens-zijn? Mens-zijn mat me af. En ik ben woedend om het voelen van zoveel liefde. Soms leef ik van de woede tegen het leven. Want de woede wekt me tot leven: ik heb me nooit zo waakzaam gevoeld. Ik weet best dat dit overgaat en dat het noodzakelijke ontberen terugkeert.
Clarice Lispector (A Descoberta do Mundo)
Ik wist toen nog niet dat de dood voorwerp kan worden van een blinde drang, van een honger zoals de liefde. Ik had niet die nachten voorzien waarin ik mijn riem om mijn dolk zou wikkelen om mezelf te dwingen tweemaal na te denken alvorens mij ervan te bedienen. Alleen Arrianos is doorgedrongen tot het geheim van dat roemloze gevecht tegen de leegte, de dorheid, de vermoeienis, de walging van het bestaan die uitloopt op het verlangen te sterven.
Marguerite Yourcenar (Memoirs of Hadrian)
In den beginne: de kracht Hier en nu: de kracht Aan het einde van het einde: de kracht Hier, daar, overal: de kracht Van alfa tot omega: de kracht In de hemel, op aarde: de kracht In het grootste, in het kleinste: de kracht In het vuur, in het water, in de aarde, in de lucht: de kracht In mij, in jou, in iedereen: de kracht Boven mij, onder mij, rondom mij: de kracht In mijn gedachten, in mijn woorden, in mijn daden: de kracht De kracht is alles Al het leven, alle intelligentie, alle liefde De kracht is de enige realiteit en zo is het!
Tim Ray (De gelofte)
Tot besluit Ik ken de droefenis van copyrettes, van holle mannen met vergeelde kranten, bebrilde moeders met verhuisberichten, de geur van briefpapieren, bankafschriften, belastingformulieren, huurcontracten, die inkt van niks die zegt dat we bestaan. En ik zag Vinexwijken, pril en doods, waar mensen roemloos mensen willen lijken, de straat haast vlekkeloos een straat nabootst. Wie kopiëren ze? Wie kopieer ik zelf? Vader, moeder, wereld, DNA, daar sta je met je stralend eigen naam, je hoofd vol snugger afgekeken hoop op rust, promotie, kroost en bankbiljetten. En ik, die keffend in mijn canto's woon, had ik maar iets nieuws, iets nieuws te zeggen. Licht. Hemel. Liefde. Ziekte. Dood. Ik ken de droefenis van copyrettes.
Menno Wigman (Dit is mijn dag: gedichten)
Pijn had zij niet, dat is waar, een troostende gedachte kan ik het maar nauwelijks noemen. Uitgerekend zij moest eerst haar spraak verliezen. Uitgerekend zij moest nu haar leven verliezen bij gebrek aan eten. Was het twee jaar te laat? (‘Laat dat toch gaan. Laat dat oud menske gaan.’) Ik weet het nog steeds niet. Ik had de mooie momenten niet graag gemist. Maar nog liever had ik, met terugwerkende kracht, de gruwelijke uren en dagen uitgewist. In de eerste plaats voor haar. Nooit heb ik haar, naar mijn gevoel, meer verknochtheid en respect bewezen dan toen we haar eindelijk toelieten te gaan. Een mens staat maar bij één persoon echt in het krijt. Ik heb die lei toen schoongewreven. Misschien kan liefde maar één ding echt. Uit liefde doden.
Tom Lanoye (Sprakeloos)
Je kust me Je sust me Omhelst me Gerust me Je vangt me Verlangt me Oneindig, ontbangt me Je roept me Je hoort me Je redt en verstoort me Gelooft me, Berooft me Verstikt en verdooft me Je ademt en leeft me Siddert en beeft me Vertrouwt me Beschouwt me als mens En weerhoudt me Van bozige dromen Die op komen dagen De eenzame vragen van eindig geluk Met je krullen als nacht Hoe je praat, hoe je lacht Hoe je stem zo dichtbij als een engel verzacht In mijn dromen doorstromen Oneindige leegtes Je remt me Je temt me Je roert en beweegt me Ik mis je Ik mis je Ik grijp je Ik gris je Ik wil je Bespeel je Ik roer en beveel je Om bij me te blijven In donkere nachten Om niet meer te smachten naar jou Laat me los Ik moet nu alleen En houdt me vast als het nodig is In gedachten Ik zoek je in alles om me heen Maar al denk ik soms dat het zo beter is Kan ik het niet helpen dat ik je soms mis Ik smoor je Bevroor je Verlos, en verloor je Weg naar een andere plek maar ik hoor je Omarm je Verwarm je Ik zie je en voel je Ik aai je Ik streel je Ik knuffel en kroel je Je rijpt me Begrijpt me Verwart en misleidt me Het schrikt me soms af Hoeveel ik op je lijk nu Mijn glimlach Mijn tranen Mijn liefde Mijn beleven Het spijt me van alles Kom help en bevrijd me En laat me los Ik kan het alleen Maar houd me vast als het nodig is In gedachten En ik vind je in alles om me heen Maar al denk ik soms dat het zo beter is Kan ik het niet helpen dat ik je mis Ik kus je Ik sus je Ik doof en ik blus je Je blijft heel dichtbij me Maar in mijn hoofd rust je
Maaike Ouboter
Bede Het is een voldoening te weten dat je goed hebt gehandeld, steeds je plicht hebt gedaan, je gegeven woord hebt gehouden en nooit meineed hebt gepleegd om een ander te bedriegen. Er wacht jou dan ook een lang leven vol vreugde, Catullus, na deze onbeantwoorde liefde. Alle goeds dat mensen elkaar kunnen zeggen of doen, heb jij gezegd of gedaan. Door haar verraad heb je al je vertrouwen verloren. Waarom je nog afmartelen? Verman je, trek je terug en maak jezelf niet ongelukkig tegen de wil van de goden. Het is lastig om een oude liefde op te geven, het is lastig, maar noodzakelijk. Dat is je enige redding, je enige kans op zege. Doe het of je nu kan of niet. Goden die vol mededogen al zovelen hebt bijgestaan in het aanschijn van de dood, red een ongelukkig mens die voorbeeldig heeft geleefd, van deze pest en plaag, van deze onlust die hem door merg en been drong en alle levensvreugde benam. Ik vraag niet dat zij me zou liefhebben of trouw zou zijn (dat is onmogelijk) ik wil alleen van haar genezen. Goden, gun mij die genade, ik heb mijn plicht gedaan. (Paul Claes)
Catullus
In het begin trok ik de draden uit mijn kleren om te kunnen borduren, met de dag werden mijn werken mooier en met de dag mijn kleren kleiner. Daarom naai ik vooral in blauw. Blauw is niet de kleur van mijn expressie. Blauw is de kleur van de bloezen en het beddengoed dat de patienten.bewoners.gekken.gevangenen van Colonia Juliano Moreira krijgen en het was de enige draad die ik had voordat de dame mijn ordening van de wereld 'kunst' begon te noemen, waarna mensen me begonnen op te zoeken en schroot en andere nuttige voorwerpen meenamen. Soms borduurde ik zo veel, kwamen de ideeen zo snel, dat ik nog maar een hemdsmouw overhield. Die droeg ik binnenstebuiten, om dan rond te dwalen met de andere naakte patienten, die hun kleren van zich af rukten omdat ze die aanzagen voor dwangbuizen.hommels.vuur. Het duurde uren voordat het personeel me ontdekte, het duurde jaren voordat ze beseften dat ik alleen naakt rondliep omdat dit nodig was voor mijn werk, dat als ik genoeg fatsoenlijk materiaal had, ik met liefde mijn beddengoed heel hield. Dat waren de heerlijkste dagen, verscholen achter de armoedige planten in de tuin, op mijn rug met steentjes als een aureool rond mijn hoofd, in de onaangeharkte tuin met de warmte van de Rio-zon op mijn penis en buik.
Daniel Mason (De man die kleur maakte)
Zum Gedenken an meine Großmutter, die sich die Schade ersparen wollte und starb, während ich an den letzten Seiten des Manuskriptes arbeitete.
Dimitri Verhulst (De helaasheid der dingen / De laatste liefde van mijn moeder / Kaddisj voor een kut)
Ik blijf trouw aan mijn missie. Ik zal onder geen enkele voorwaarde afwijken van mijn onvoorwaardelijke toewijding en liefde. Petra Hermans Nederland, 16 augustus 2016
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Si tout amour prendroye racine J’en planteroye dans mon Jardin ("Indien elke liefde wortel schieten zou, dan zou ik ze planten in mijn tuin")
Hugo Claus (De Metsiers)
Wij hebben elkaar woorden toegevoegd die met weerhaken geankerd blijven in het hart. Nooit meer, zolang ik leef, zal ik mijn vrouw kussen zonder te denken aan die weerhaken en ontroerd te wensen dat mijn zoen iets van de wonde moge genezen.
Gerard Walschap (Ons geluk)
In al deze ontsporende mechanismen zien we een overkoepelend of ‘metapatroon’, namelijk de drang tot zelfcontrole. Immers, mijn hele identiteit creëert de illusie dat als ik mezelf niet onder controle houd, mijn kern van slechtheid (het negatieve geloof !) naar buiten komt en schade gaat aanrichten. Deze illusie creëert haar eigen argumenten, kijk maar: eerst is er het negatieve geloof, bijvoorbeeld ‘ik ben zwak’. Daarop volgt de basisregel dat ik mezelf onder controle moet houden in zaken die ik lekker vind, bijvoorbeeld alcohol drinken. Het gedragspatroon zal vervolgens energie steken in het afremmen of onderdrukken van de zin in alcoholische drank. Dat wordt gevoeld als een beknelling. De frustratie daarover bouwt zich op en keert zich op een bepaald moment tegen de zelfcontrole. Er ontstaat een bui waarin we tegen onszelf iets zeggen in de trant van ‘Ach, wat kan het me ook eigenlijk verdommen, ik doe lekker even helemaal waar ik zin in heb.’ Er volgt een uitspatting plus de volgende dag een kater. Op dat moment is er een argument gecreëerd voor een nieuwe ronde van zelfcontrole, een zogenaamd zie-je-wel-argument: ‘Zie je wel dat je helemaal de mist in gaat als je jezelf niet onder controle houdt.’ Het negatieve geloof in de eigen zwakheid is bevestigd door het mislukken van de poging die zwakheid te bedekken met zelfcontrole.
Jan Geurtz (Verslaafd aan liefde)
Heeft de liefde wel behoefte aan mee-lijden? Het gaat er mij om dat ik haar bestaan voelde als mijn bestaan. U vraagt wat dat betekent? Dat is alsof u de hele last van iemands bestaan op u zou willen nemen. Alsof u die iemand sowieso zou willen ontslaan van de noodzaak van het bestaan. Alsof u voor die ander ook zou willen sterven, zodat hij zijn eigen sterven niet zou hoeven beleven. En dat is iets anders dan meelijden, zoals dat meestal wordt begrepen. Voor zo'n zelfde, desnoods ingebeelde mogelijkheid voelde ik dat ik opnieuw wilde leven. U zegt dat dat niet kan. Het kan dat dat niet kan. Maar wat zou dan de maat van de liefde moeten zijn? Als u en ik onder dat niets betekenende woord hetzelfde zouden verstaan? Volgens wat zouden we haar moeten voelen? Volgens de begeerte van het lichaam? Het lichaam kent zijn einde en dat einde komt veel, veel eerder dan de dood.
Wiesław Myśliwski (Traktat o łuskaniu fasoli)
Verhalen vormen de enige echte magie. Een verhaal kan de onmogelijke afstand tussen individuen overbruggen, ons uit ons eigen leven tillen en in dat van iemand anders zetten, al is het maar voor even. Onze honger naar verhalen maakt ons tot mens. We verlangen in het bijzonder naar verhalen die ons blij maken. Verhalen slaan ergens op, terwijl dat voor de echte wereld niet geldt. Want verhalen zijn de opgeschoonde versie van het echte leven, een gedestilleerde versie van het menselijke gedrag die komischer, tragischer en perfecter is dan het echte leven. In een goed gemaakte holo zitten geen doodlopende verhaallijnen of willekeurige opnames. Als de camera op een detail inzoomt, moet je opletten, want dat detail heeft een cruciale betekenis, die nog duidelijk zal worden. Zo is het echte leven niet. In het echte leven leiden de aanwijzingen niet per definitie tot iets. Wegen lopen dood. Geliefden maken geen heroïsche romantische gebaren. Mensen zeggen lelijke dingen en vertrekken zonder afscheid te nemen en lijden op onzinnige manieren. Verhaallijnen worden zonder ontknoping losgelaten. Soms hebben we een verhaal nodig - één dat goed in elkaar steekt, opbeurend is - om de wereld te helpen weer ergens op te slaan. Er zijn geen gelukkige eindes in het echte leven, omdat er in het leven geen eindes zijn, alleen momenten van verandering. Er is altijd een nieuw avontuur, een nieuwe uitdaging, een nieuwe mogelijkheid om geluk te vinden of weg te jagen. Ik wil holografie studeren omdat het mijn droom is om verhalen te creëren. Ik hoop dat mijn holo's mensen op een dag inspireren om de wereld beter achter te laten dan ze hem aantroffen. Om in ware liefde te geloven. Om dapper genoeg te zijn om voor geluk te vechten.
Katharine McGee (The Towering Sky (The Thousandth Floor, #3))
Maar haat is geen mening! Het is een emotie, zoals woede, liefde en verdriet. Als mijn computer crasht en ik geef hem gefrustreerd een oplawaai, dan uit ik een emotie, maar je kunt het moeilijk als een mening omschrijven.
Johan Vandevelde (Apollo (Wolfsangel, #1))
Ze is mijn moeder... Als ze liefde zoekt, dan kan ze die van mij krijgen. - Matthias
Eva Raaff (Het groene vuur (Taragon Trilogie, #1))
Nu hield ik erg van groot en zacht, dat doe ik nog. Ik ging trouw naar bed met een vossebont dat vreselijk verhaarde en kleine glimmende kraaloogjes had. Het is tot nu toe mijn grootste liefde gebleven, samen met de geelgerande watertor, een half jaar gehouden in een zinken emmer, toen ging hij dood; en wellicht die poedel gekocht bij de dames Heuvel van de speelgoedwinkel, zelf uitgezocht, ja, ik had goede ouders.
Dirkje Kuik
Zestien maanden lang,' zei de vreemdeling, 'heb ik geen vrouw in de ogen gekeken. Je hebt mooie ogen, Teresa, ze doen me denken aan de hemel boven Venetië. Soms zag ik een stukje hemel door het raam van de gevangenis, als ik even op en neer mocht lopen door de gang. Wat ik zag was een koel grijsachtig blauw, alsof de zee erin weerspiegeld werd. Je ogen hebben de kleur van de eeuwige dingen, maar dat zul je wel niet begrijpen en dat hoeft ook niet. Al die misverstanden, hoe lang bestaan die al niet tussen een man en een vrouw? Hoe vaak heb ik me achteraf niet geschaamd, als ik weer eens veel te veel gepraat had met een vrouw? Kus me maar.' Zijn stem klonk ongedwongen en vriendelijk. Toen het meisje zich niet verroerde en hem met haar grijsblauwe ogen bleef aanstaren, keek hij haar verwonderd aan en vroeg haar nog een keer vriendelijk: 'Kus me maar, of begrijp je het niet?' Later herinnerde Teresa zich dat zijn stem ook zo geklonken zou hebben, als hij haar om een glas water had gevraagd. Het had net zo eenvoudig en terloops geklonken, maar omdat ze nog nooit een man had gekust, bleef ze hem een beetje verdwaasd aankijken. Met een al even nonchalant gebaar sloeg hij zijn arm om haar middel en vroeg belangstellend: 'Wat voel je?' 'Niets,' antwoordde het meisje. 'Begrijp je me niet?' vroeg hij licht geprikkeld. 'Begrijp je niet wat ik vraag? Ik vroeg je niet wat je eigenlijk van mannen vindt of hoe je over de liefde denkt. Luister nou eens, kleintje, ik vraag je wat je voelt als ik je aanraak, als ik met twee vingers over je arm streel, als ik mijn hand op je hart leg. Kijk zo... Wat voel je nu, op dit moment?' Het meisje stond op, lichtte met een gracieuze beweging haar rok bij de zijkanten iets op van de vloer, zoals ze dat in de gelagkamer wel eens had zien doen, maakte een diepe buiging en zei toen beleefd: 'Met uw goedkeuring, meneer, ik voel niets.
Sándor Márai
Voor ik dook In de branding van je hart Voor ik verdronk In de golven van je haar Voor ik de bodem raakte De deining van je dijen Voor ik aanspoelde Mee met je getijden Als een soort morse varen we uit Geen barst geen lek in onze schuit Laten we kapzeisen Voor ik je schip kaapte Me aan de sprong waagde Voor onze zeilen je adem aanvaardden Voor we de horizon zagen We varen tot de evenaar En zal ik jou ooit evenaren? Voor ik je uitwaaide Voor de storm Doofde je de laatste kaars Voor ik verdronk Verspeelde ik mijn laatste kans Als een soort morse over zee Maken we spelfouten alle twee Of is liefde geen spel?
Willem Ardui
Is liefde dan competitief?
Ja natuurlijk.
Je wilt toch altijd iemands liefste zijn: dat verschilt niet zoveel van: je wil toch altijd ergens de beste in zijn. Gelukkig wil niet iedereen in hetzelfde domein de beste zijn, anders gaf dat een hoop verliezers, gelijk aan de wereldbevolking min één. Je kunt de verstandigste man van Europa willen zijn. Maar je kunt je ook, zoals mijn dochter, tevreden stellen met de beste hamsterverzorgster van de straat te zijn. Op die manier is het aan nogal wat mensen gegeven toch èrgens de beste in te zijn. En als je niet de beste bent, dan toch de aardigste, diegene van wie het meest gehouden wordt, ach nee, niet door iedereen, alleen door dat sproetenmeisje van om de hoek, nee, niet de mooiste van de straat, maar van alle lelijke de leukste. Maar hoe minimaal je het ook formuleert: het blijven superlatieven. Geef mij één superlatief om mee te leven. Laat mij van één iemand de liefste zijn.
Herman de Coninck (De flaptekstlezer)
Het zal u niet betamen, de pennenvruchten die niet de energie, de toewijding en devotie kennen vanuit mijn leven en liefde. Geenszins.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
In de namiddag is Eva langsgekomen. Ik weet nog maar half er gebeurd is. Ik geloof dat zij zich niet goed voelde. Ik herinner mij tranen en gestotter. Een rood aangelopen gezicht. Ik herinner mij dat ik niet gevraagd heb waarom ze huilde. Dat ik een heel betoog heb afgestoken. Over de leegte van het leven, en de onmogelijkheid van echte liefde, en het gore perspectief van de gewisse dood. Over hoe geen mens te vertrouwen valt. Of zo. Ik geloof zelfs dat ik op het einde ben beginnen te janken. Uit angst, geloof ik toch. Om te sterven. Of uit zelfmedelijden. Ik gok een beetje naar de inhoud, maar zoiets moet het geweest zijn. Ik ken de verhalen van anderen over mijn speeches als ik ver genoeg heen ben. Dan gulpt er alles uit wat op nuchterder kwartieren dapper binnen wordt gehouden. Achter dichtgespijkerde ramen en op slot gedraaide deuren. Een mens moet wat.
Griet Op de Beeck
Een brave zoon belooft een goed man. Ik geloof zeer zeker, dat gij uw onbetwistbaar gezag als man nooit zult gebruiken, dan ten beste ener vrouw, die al haar geluk, al haar veiligheid aan u toevertrouwt: die u uit achting, zowel als uit voorkeuze, tot echtgenoot verkiest, zonder dat uw rijkdom bij haar in 't allerminst in aanmerking komt. Wat dan, vraagt gij mij met een bekommerende liefde, die mij doet zien, hoezeer gij verlangt de mijne te zijn?
Betje Wolff en Aagje Deken
Mijn schat, zegt Teit vaak tegen Asgerd midden op de dag, zelfs in aanwezigheid van anderen. Dat is ongelooflijk. Bij sommigen slijt de liefde nooit, ze wordt nooit op de proef gesteld, ongeacht wat voor stormen er in het leven woeden, en de kleingeestige gewoontes die zich zo makkelijk in het leven van alledag kunnen nestelen, lijken het niet te deren. Wie zulk soort mensen leert kennen, ziet plotseling de zin van alles in.
Jón Kalman Stefánsson (حزن الملائكة)
Op een toon die niet ironischer kon zijn, zei ze: 'Vraag je me in ernst met je te trouwen?' 'Tja, ik geloof van wel.' Ik probeerde te blijven schertsen. 'Als jij wilt. Om de problemen met je papieren op te lossen en om te voorkomen dat je op een dag als illegale vreemdeling Frankrijk wordt uitgezet.' 'Ik trouw alleen uit liefde,' zei ze met een priemende blik, stampend met haar rechtervoet. 'Ik zou nooit trouwen met een pummel die me op zo'n lompe manier een huwelijksaanzoek deed.' 'Als je wilt, zal ik voor je knielen en je met mijn hand op mijn hart smeken of je tot aan het einde der tijden mijn aanbeden vrouwtje wilt zijn,' zei ik, van mijn stuk gebracht, niet wetend of ze nog steeds een spelletje speelde of in ernst had gesproken.
Mario Vargas Llosa (Travesuras de la niña mala)
Het rook nog naar mijn moeder, alsof ze hier vannacht gewoon was geweest. Die geur kwam uit een kuiltje onderaan haar nek, een plek waar ik al een tijd niet meer had mogen komen. Ik hoorde daar niet meer, daar met mijn oor tegen haar borst, want volgens mijn moeder was ik allang geen klein kind meer.
Lucia van den Brink (De geur van een moeder)
Al had ik er niets aan gedaan, ik voelde me onlosmakelijk deel van het wonder van dit perfecte wezentje - dit wezentje dat linea recta een plekje in mijn hart opende waarvan ik niet wist dat ik het had, en dat ik zomaar mocht vasthouden en zoenen in de wetenschap dat ik haar haar leven lang zou kennen tot het mijne voorbij was.
Lisette Schuitemaker (Gelukkig zonder kinderen: Mensen wereldwijd over hun keus en hun leven)
Steeds zie ik ons samen opdoemen in mijn geest en weer verdwijnen. Als jongens, als jongemannen en op latere leeftijd. We kijken allebei star voor ons uit. Het lijkt wel of we met elkaar vergroeid zijn, zo dicht lopen we tegen elkaar. Ik weet niet of we op weg zijn ergens naar toe of dat het zomaar een dwalen is. Er is geen angst want ik weet dat we elkaar niet kwijt kunnen raken.
Jan Wolkers (De Onverbiddelijke Tijd)
Ik voel een steek in mijn hart als ik aan haar denk en ik wil niet dat het voelt als medelijden, dus ik heb besloten het te zien als liefde. Als liefde uitmondt in medelijden, kun je daar niets aan doen.
Baek Se-hee (I Want to Die But I Want to Eat Tteokpokki)
Toen ik klein was las ik heel graag. Ik ben uit mezelf begonnen met de Geronimo Stilton boekenreeks. Elkes keer dat ik een nieuw boek kreeg uit de reeks las ik het binnen de 2 dagen uit. Ik weet nog dat ik een keer met school naar een boekenbeurs was gegaan waar ik een van de Fantasia Geronimo Stilton boeken had gekocht, die meer dan 400 pagina's beschikte. Vandaar uit ontstond meer grote liefde voor boeken. Ze gingen over een menselijk muis die op avontuur ging in een verzonnen wereld. Later in zowat het 3de leerjaar ontdekte ik de Cherub boekenreeks, waar ik echt verslaafd aan werd ik las de eerste 4 boeken in 10 dagen. Helaas vond ik het 5de boek in geen enkele bib, dus besloot ik op te geven op de reeks. De boeken gaan over een weeskind die een speciale opleiding volgt om spion te worden. In de verdere boeken gaat hij op avontuur in super geheime missies. In het 6de leerjaar las ik veel Roal Dahl boeken, waarvan mijn lievelingsboek Daantje de wereldkampioen is. Dat was ook mijn vaders lievelingsboek toen hij even oud als mij was. Verder heb ik in mijn jeugd een grote obsessie gehad met strips zoals FC de kampioenen en Suske en Wiske. Later ontdekte ik films en sindsdien heb ik niet
Me (I)
Liefde of geen liefde, bloed van mijn bloed of niet - altijd is de ander van meet af aan dood, terwijl 'ik' de vloek van het leven draag. (...) Het menselijk bedrijf is één grote onderwereld, waarvan de bewoners jou, het enige ikwezen, in hun dode armen proberen te sluiten. Ze bewegen, maar als schimmen. (...) Wie de liefde zoekt, zoekt op voorhand Euridyce.
A.F.Th. van der Heijden (Asbestemming)
Toch is geweld in mijn ervaring niet de uiting van wie werkelijk zijn, maar van de schending daarvan. Daarom is het zo belangrijk om onszelf te leren kennen. Wanneer onze basisbehoeften - liefde, erkenning, verbondenheid, zelfexpressie, zinvol leven en het gevoel echt te leven - niet worden bevredigd, als we er niet in slagen wat onze behoeften zijn, kunnen we allemaal gewelddadig worden.
Thomas d'Ansembourg (Vrede kun je leren (Dutch Edition))
Ik sluit mijn ogen en fluister je liefde.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Ik zal altijd om mijn moeder blijven rouwen. Zolang ik rouw, heb ik lief.
Lisanne van Sadelhoff (Je bent jong en je rouwt wat)
Ik hou van hem. Ik hou nog steeds van hem, en ik zal dat altijd blijven doen. Hij was een grote golf die een heleboel afdrukken op mijn leven heeft nagelaten, en tot mijn dood zal ik het gewicht van die liefde voelen. Dat heb ik aanvaard
Colleen Hoover (It Ends with Us (It Ends with Us, #1))
Uit hoeveel verdriet is ons leven opgebouwd? Uit hoeveel verdriet dat te vermijden is? Soms denk ik wel eens dat we wanneer we doodgaan niet, zoals je altijd hoort, ons hele leven weer voorbij zien komen, maar slechts een klein deel: de uitgebleven blijken van liefde, de niet-gegeven knuffels, het medeleven dat we een ander hebben onthouden, de te lang volgehouden, nutteloze boosheid, de alleen door zichzelf gevoede boosheid. In de laatste momenten van haar leven had mijn moeder, dat weet ik zeker, mijn vader wel een complete kennel willen schenken. Maar toen was het te laat. Te laat. Pas als we ouder worden realiseren we ons de ernst van sommige dingen die we hebben gezegd, en alles waarin we tekortgeschoten zijn - uit oppervlakkigheid, egoïsme, haast - begint dan op ons hart te drukken. Maar onze tijd is al vervlogen en we kunnen niet meer terug.
Susanna Tamaro (Per sempre)
Ik wil je niet voorhouden dat alles ijdelheid is. Ik houd van woorden en gedachten, van hun spelletjes en hun botsingen. Maar besef alleen dat ze uiteindelijk van geen gewicht zijn. Miljoenen 'anderen' zullen doorgaan mijn eigen woorden, mijn eigen ideeën ter sprake te brengen over de moraal, de liefde, de gerechtigheid, Jung of de oorlog in Vietnam. Mijn afwezigheid zal geen enkele zichtbare leegte veroorzaken en nog geen achtste rust teweegbrengen in dat concert waarbij de uitvoerenden verwisselbaar zijn.
Paul Guimard (Les Choses de la Vie)
Het is niet gemakkelijk om een levensroeping naast je neer te leggen. Mijn muziek, dat was ik. Ik zag mezelf in de toekomst als pianist, als componist, als dirigent! Mijn gedachten zijn altijd melodieen geweest en alles wat ik doe beleef ik in een ritmische cadans. Ik ben muziek. Mijn muziek. En dan komt er een man mijn leven binnen die me doodleuk vraagt dat alles op te geven. Vraagt? Nee, eist! Eigenlijk heeft niets me ooit zo geschokt en in de war gebracht als Gustavs voorwaardenbrief. Twintig ongelooflijke pagina's. Ik wist niet wat ik las. 'Over jouw muziek wil ik het niet hebben. Denk je dat je van iets onmisbaars afstand doet als je die opgeeft om van mij te zijn? Wat is dat voor "werk" waar je het over hebt? Componeren soms? De rol van componist komt mij toe. Ik ben degene die werkt, laat daar geen misverstand over bestaan. Jouw rol is het opgeven van alle oppervlakkige tijdspassering - zoals je zogenaamde werk - om je volledig en onvoorwaardelijk ondergeschikt te maken aan mijn behoeften. Je mag naar niets anders verlangen dan naar mijn liefde.
Anna Enquist (Twaalf keer tucht)
In een opzicht verschilde Simon Carmiggelt niet veel van andere mannen: bij zijn dood liet hij twee weduwen achter. Met de ene was hij getrouwd. De andere ben ik. Sinds zijn dood, een week geleden, ben ik in gedachten constant bij hem, net als in de eerste vier of vijf jaar van onze, hoe zeg je het, verhouding, verbintenis, affaire, laat ik het woord maar noemen: liefde. Mijn laatste grote liefde en de zijne ook. Liever was ik dood geweest. Maar nu ik toch nog leef - een boek van hem heet 'Gewoon maar doorgaan', in het exemplaar dat hij mij gaf, schreef hij 'Allicht!' achter die titel - ga ik dus nog door, maar ik wil om mij te troosten en hem te eren doen waar een weduwe voor is: een monumentje bouwen. Of ik het publiceer en wanneer, dat weet ik niet. Maar het moet er zijn voordat ik zelf niets meer zeggen kan. Want ik moet mij haasten: sterven doe ik misschien nog niet meteen, maar met mijn ziekte kan ik makkelijk blind worden of niet alleen in mijn benen maar ook in mijn handen verlamd. En wie zal het lied dan zingen? Ik moet het doen en ik wil het doen, ik ben trots op zijn liefde en hij was, god zij dank, trots op de mijne. Mijn woning is vol van wat hij achterliet: meer dan duizend ansichtkaarten, tientallen brieven, ongetelde zijden sjaaltjes en dito stropdassen, een zilveren monogram op een antiek leren mapje, een gouden broche, drie mooie horlogetjes, twee gouden Cross-pennen en trouwens nog wat andere maar nooit gebruikte damespennetjes, drie leren tassen en een kalfsleren portefeuille (hij was gek op pennen en op leer), ceintuurs, mapjes van allerlei materiaal, presse-papiers van Venetiaans glas, doosjes, bakjes, poppetjes, speelgoedbeestjes van porselein, of hout, of metaal en ander materiaal, een door hem zelf vervaardigde Huizinga-medaille en een reeks veel te mooie schrijfboeken die blanco bleven wegens te mooi om in te schrijven. Een koffie-apparaat, een cassetterecorder, een radio, kunstboeken (Vuillard, Bonnard, Picasso, Brassai onder anderen), veel gewone boeken en veel boeken van hem waaronder bibliofiele uitgaven, veel grammofoonplaten (Peggy Lee, Cleo Laine, Ives Montand, Satie, Glenn Gould). Al die stomme getuigen - ik zal ze laten praten!
Renate Rubinstein (Mijn beter ik (Dutch Edition))
Eens, in mijn leven ontvang ik een Kerstkaart. Kerst staat eigenlijk voor liefde en vrede. Ik heb het nog nooit, zo bloedheet gehad.
Petra Hermans
Ik heb genoeg lentes overgeslagen. 't Moet uit zijn. Vaak is het me niet eens opgevallen dat het lente werd. Het deed me niks. Nogal wiedes als je er geen acht op slaat, doet niets je iets. Ik merkte de bloesem evenmin op als de sneeuw. Ik hing maar zo'n beetje tussen hemel en aarde. En alles ging snel. Je had geen tijd om stil te staan, of je durfde het niet misschien, omdat je bang was dat je werd ingehaald. Maar nu sta ik stil bij de lente in mijn tuin en ik weet zeker dat het niet het stilstaan is van een ouder wordende man. Wat jammer dat we zo niet kunnen zijn, denk ik, zo opgetogen als deze bloei; zo eerlijk als het gras; zo mild als de voorjaarsregen. En in dit decor van liefde en zachtmoedigheid wil ik alleen maar lieve mensen tegenkomen. O, u mag me rustig beschuldigen van sentimentaliteit, maar wat de aarde op dit moment oproept in mijn hart, laat ik niet zomaar kapotmaken door de wrevel en de onvrede van mensen; door wat ze zeggen in kranten, roepen door de radio, laten zien op de buis. Bij deze bloei in dit licht heb ik geen zin in discussies en vergaderingen en teksten; in beloften of voorspellingen; of in mensen die elkaar pijn willen doen, kwetsen en kwellen, die elkaar voorbij willen streven. Voor mij hoeft het nou es even niet, de succesvolle goalgetters. Daar sta je dan tussen het geweld van dit groene leven, jij met je hinderlijke verstand, midden in het ongeremde dat maar raak leeft zonder enige reserve. Het vlamt op uit de aarde zonder terughoudendheid. Dat doet maar. Het staat op uit de dood. Breekt opnieuw uit de knop. Bloeit als een gek en valt neer zonder droefheid, zonder tranen. Daar sta je dan met je armbandhorloge.
Toon Hermans (Fluiten naar de overkant)
Mijn hart gaat uit naar haar.
Petra Hermans
Soms vlogen een troep kleine-burgerhuisjes van de een of andere gemeente voorbij, met hun nog schaarse lichtramen. Van welke gemeente kon ik niet zeggen. Ze kwamen me alle bekend voor; ze gelijken immers ook allemaal vreselijk op elkaar of toch in elk geval weer op zoveel andere. Hun namen ken ik ook wel maar ik heb nooit naam en uitzicht vast aan elkaar kunnen verbinden, hoewel ik al sinds mijn kinderjaren door dit landschap trein. Dat moet ook een gevolg van vrij dromerige natuurliefhebberij zijn. Ik geloof niet dat het op onverschilligheid wijst, maar veeleer een vorm van liefde is, die de wijde omarming van het geheel, boven de aanbidding van een bijzonderheid verkiest.
Johan Daisne (De trein der traagheid)
Ik ben mij ervan bewust dat er lieden zijn die geneigd zouden kunnen zijn te beweren dat onze relatie nooit heeft bestaan. Hoewel ik begrijp wat zij bedoelen, moet ik hen met klem tegenspreken. In heel de woelige maalstroom van schijn, fictie en bedrog, waarin niets was wat het leek, was er één ding echt en oprecht, en dat waren mijn gevoelens voor haar. De liefde die ik voor haar heb opgebracht en gekoesterd, was sterk, reëel en welhaast tastbaar zo fysiek in haar effecten op mijn gemoed en gestel dat het banale feit dat ze niet bestond daar niets aan kon veranderen.
Ilja Leonard Pfeijffer (Peachez, een romance)
De liefde van mijn leven, dat was Joost. Hij kwam als een frisse bries na een broeierige zomerdag en verdween uiteindelijk weer uit mijn leven als een donderslag bij heldere hemel.
Marie-Louise Klomp (Omdat de natuur anders besliste)
Wat de liefde betreft, die kon worden vergeten: ik was ongetwijfeld een van de laatste mannen van mijn generatie die zo weinig van zichzelf hielden dat ze in staat waren van iemand anders te houden, en dan nog had ik dat maar zelden gekund, twee keer in mijn hele leven om precies te zijn. In onafhankelijkheid en individuele vrijheid kan geen liefde bestaan, dat is domweg een leugen, en een van de grofst denkbare leugens; liefde kan alleen maar bestaan in het verlangen naar totale verdwijning, versmelting, oplossing van het individu, in een soort van oceanisch gevoel, zoals dat vroeger werd genoemd, in elk geval in iets wat ten dode opgeschreven was, althans in een nabije toekomst.
Michel Houellebecq (The Possibility of an Island)
Alles is uitendelijk één: en dat éne, dat is zalig en zaligmakend! Want alles dat is; ja, zelfs datgene wat niet is, komt van- en leidt tot één allesomvattend iets. En dat iets is niet niets maar 'alles'! En volgens mijn inzicht kan dat alleen maar de Liefde zijn.
Sven Staes