β
Het vervelende met gedachten is dat je ze niet kan ont-denken.
β
β
Griet Op de Beeck (Vele hemels boven de zevende)
β
Er bestaan twee soorten verdiet, onthoud u dat. Een dat het kan verdragen om gekieteld te worden. Een dat zo groot is dat je ervan af moet blijven, zelfs met ogenschijnlijk onschuldige vragen.
β
β
Margot Vanderstraeten (Mazzel tov)
β
Wie weet heb ik de blunder begaan me tot een oersaaie figuur te ontwikkelen, in haar ogen dan. Ter verdediging kan ik het volgende aanvoeren: de meeste mensen zijn oersaai als je ze maar de tijd geeft om dat te bewijzen.
β
β
Johan Harstad (Max, Mischa & Tetoffensiven)
β
Verdriet kan zo vertrouwd worden dat het je houvast geeft, maar ik geef het je te doen om overeind te blijven wanneer je enige droom in één klap uitkomt.
β
β
Arthur Japin (De overgave)
β
Hoop is de lucht die je door de feiten heen klopt om ze iets lichter en draaglijker te maken, zodat je kunt blijven ademen, maar het is precies dat wat straks allemaal kan inzakken.
β
β
Lize Spit (Ik ben er niet)
β
Alleen spijt komt te laat. Ik bedoel dat letterlijk zo: enkel en alleen spijt komt Γ©cht te laat. Bussen, treinen, je allereerste echte orgasme, mensen, de spaghetti bolognese die je anderhalf uur geleden besteld hebt: het zijn geen van alle dingen waar je een leven lang van wakker ligt. Van spijt wel. Van alle dingen des levens is spijt het enige dat werkelijk tΓ© laat kan komen. Verder is te laat komen nooit zo dramatisch als het lijkt.
β
β
Zita Theunynck
β
Hoe kan het een wet zijn dat je, als je iemand kwijtraakt, ook meteen jezelf kwijtraakt? -Ik wil niet mee, ik wil niet mee! Nu weet ik: geen verzet. Het is zoals wanneer je wordt gepakt door een wild dier of door de stroming: hou je van de domme. Wees geen held.
β
β
Maartje Wortel (Goudvissen en beton)
β
Een mens kan altijd een tijd lang kijken zonder te zien. Kijken kan Robert ook, maar het theebusje en de kaasschaaf herkennen niet. Hij kijkt zonder te zien, bedoel ik. Neem zelf de proef maar eens. Je drinkt altijd koffie van een bepaald merk en omdat dat in de drugstore opeens niet meer voorradig is, neem je een ander merk, een andere bus. Als je de volgende dag koffie wilt maken zoek je overal naar de koffiebus. Het herinneringsbeeld van de oude busis zo sterk dat hij de bus van het nieuwe merk, de aanwezige bus, vlak voor je neus op de keukenplank, onzichtbaar maakt. Om iets te zien moet je eerst iets kunnen herkennen. Zonder herinnering kun je alleen maar kijken. Dan glijdt de wereld spoorloos door je heen.
β
β
J. Bernlef (Hersenschimmen)
β
Hierdoor duurde het even voor ik doorzag wat de Hollanders zelf allang wisten, dat tolerantie iets anders is dan acceptatie, ja eerder het tegenovergestelde, en dat zulke verdraagzaamheid tegelijk een slim middel tot onderdrukking is. Iemand die je als gelijke aanneemt, omarm je onvoorwaardelijk, voor eens en altijd. Maar door iemand te laten weten dat je hem verdraagt, suggereer je in dezelfde adem dat hij eigenlijk een last is, als een zeurende pijn of een onaangename stank waarover je bereid bent tijdelijk heen te stappen. Onder tolerantie schuilt een dreiging: de stemming kan ieder moment omslaan. Eenmaal in kaart gebracht wordt ieder individu geacht keurig op zijn plek te blijven met een goed leesbaar etiket, als vergiften in een apothekerskast.
β
β
Arthur Japin (In Lucia's Eyes)
β
β¦ En ookβ, ging hij verder: βik had er behoefte aan om nog eens alleen te zijn met mezelf. Buiten dit tehuis ligt een wereld waarin je niets anders moet doen dan praten. Praten, praten, praten en nog eens praten. En luisteren of op zβn minst toch doen alsof, naar mensen die praten, praten, praten. En die kriskras door elkaar heen praten, praten, praten. Je hebt familiale en andere verplichtingen, wat vaak weer neerkomt op praten en luisteren, en ik had er gewoon geen zin meer in, in die hele sociale pantomime. Ik wou eindelijk stilte voor mezelf en alleen zijn met mijn gedachten. Hier kan ik dat min of meer. Het is de enige plaats waar wordt geaccepteerd dat ik volledig in mezelf ben gekeerd. Het was mijn laatste kans.
β
β
Dimitri Verhulst (De laatkomer)
β
Ik weet een station
in een onbekende stad
kan soms vertrouwder zijn
dan het trappenhuis
van je eigen woning
β
β
Remco Campert (De gedichten)
β
Hoe kan iemand ooit bewijzen dat hij je vertrouwen waard is, als je het hem niet eerst van harte schenkt.
β
β
Arthur Japin
β
Als je niet meteen kan uitleggen waarom iets je zo heeft geraakt, is dat altijd van betekenis, (...).
β
β
Griet Op de Beeck (Het beste wat we hebben)
β
Tolerantie is iets heel anders dan acceptatie, ja eerder het tegenovergestelde, een slim middel tot onderdrukking. Iemand die je als gelijke aanneemt, omarm je onvoorwaardelijk, voor eens en voor altijd. Maar door iemand te laten weten dat je hem verdraagt, suggereer je in dezelfde adem dat hij eigenlijk een last is, als een zeurende pijn of een onaangename stank, waar je desnoods voor een keer wel even overheen wilt stappen. Onder tolerantie schuilt dreiging: de stemming kan ieder moment omslaan zodra je gedrag tekortschiet bij de verwachting of die overschrijdt.
β
β
Arthur Japin
β
Het doel van de straf mag zeker niet zijn de wraak, het doel van de straf moet zijn, om je medemens, want ook een misdadiger is een medemens, om die door wat je hem aandoet, dus de straf die je hem geeft, als het kan beter te maken.
β
β
Max Moszkowicz
β
Ik heb een hekel aan fantastische vertellingen. Sprookjes, dromen, saai-jans-fiction, de hele boel kan me gestolen worden.'
'Waarom, meisje?'
'Het gewone dagelijkse leven is al fantastisch genoeg.'
'Kind, kind,' de juffrouw hief de handen geschrokken ten plafond, 'waar haal je die onzin vandaan! Straks ga je nog zeggen dat de werkelijkheid fantastischer is dan een roman.
β
β
Remco Campert (Het leven is vurrukkulluk)
β
Nooit weet ik wat ik aan je heb. Als je iets zegt, weet ik nooit of je dat nu meent of niet. Als je lacht, weet ik nooit of je echt lacht, of maar doet alsof. Je pest zo graag, maar je kan er niet tegen al je zelf gepest wordt. Je kan mensen zo (onredelijk) afkraken, terwijl je later doet alsof je ze mag. Soms lijkt het alsof je heel veel van me houdt, dan weer denk ik dat je ee hekel aan me hebt. Ikk vind dit intrigerend, maar tegelijkertijd verwarrend. Toch hou ik van je. Heel veel. Misschien wel daarom.
Reza
β
β
Ronald Giphart (Ik ook van jou)
β
Nog altijd komt het me voor als een weeffout in de schepping dat je op een dag niet meer naar de sluis fietst, geen bommetjes meer maakt in een flodderig zwembroekje, niet meer met elkaar worstelt en glad en rap als zeeleeuwen onder water zwemt om meisjes onder te trekken - dat je daar uitgroeit, te groot voor wordt, heb ik altijd beschouwd als een teken dat de ziel bestaat, en dat ze kan bederven.
β
β
Tommy Wieringa (Caesarion)
β
Is Oeroeg minder dan wij' stootte ik uit. 'Is hij anders?'
'Ben je belazerd,' zei Gerard kalm, zonder de pijp uit zijn mond te nemen. 'Wie zegt dat?' Ik bracht, niet zonder moeite, mijn gewaarwoordingen van die middag onder woorden.
'Een panter is anders dan een aap,' zei Gerard, na een pauze, 'maar is een van de twee minder dan de ander? Dan vind je een idiote vraag, en je hebt gelijk. Blijf dat nou net zo idioot vinden, als het mensen betreft. Anders zijn - dat is gewoon. Iedereen is anders dan een ander. Ik ben ook anders dan jij. Maar minder of meer zijn door de kleur van je gezicht of door wat je vader is- dat is nonsens. Oeroeg is immers je vriend? Als hij zo is dat hij je vriend kan zijn- hoe kan hij dan ooit minder zijn dan jij, of een ander?
β
β
Hella S. Haasse (Oeroeg)
β
Stelen is het ergste dat je kan doen. Als je iemand vermoordt, steel je een leven. Je steelt het recht van zijn vrouw op een echtgenoot en berooft zijn kinderen van een vader. Als je een leugen vertelt, steel je iemands recht op de waarheid. Als je iemand bedriegt, steel je zijn recht op een gelijkwaardige behandeling.
β
β
Khaled Hosseini (The Kite Runner)
β
Een lach die je niet kan nabootsen, zonder hem beleefd te hebben
β
β
Zita Theunynck (Het wordt spectaculair. Beloofd.)
β
Hoe kan een glas nou halfvol zijn als je het aan het leegdrinken bent? (...) Het is op weg naar leeg. Je schenkt een glas vol en je drinkt het leeg.
β
β
Ted van Lieshout (Schuldig kind)
β
Het wezenlijke is voor het oog onzichtbaar, alleen met je hart kan je goed zien.
β
β
Antoine de Saint-ExupΓ©ry (Le Petit Prince)
β
Als je weet dat je nog maximaal vijf jaar te leven hebt, ben je dan aan het sterven? Kan je vijf jaar lang afscheid van iemand nemen?
β
β
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
β
Een toevallig ontmoeting kan soms erg belangrijk voor je zijn,' zeg ik. 'Zoiets, denk ik. Eenvoudig gezegd.
β
β
Haruki Murakami (Kafka on the Shore)
β
Laat het idee dat je gekwetst kan worden los. Elke verbroken relatie is een stap dichter bij de ware
β
β
Marthe Verelst (Uit de spotlights)
β
Je kijkt terug, je kijkt naar het verleden, dit is al gebeurd, zeggen de sterren, dit kan alvast niet meer misgaan, tot zover ging het goed.
β
β
Rob van Essen (De goede zoon)
β
Maar als je bang bent om iets in vraag te stellen, hoe kan dat dan het goeie zijn?
β
β
Griet Op de Beeck
β
Als het niets meer kan schelen wat anderen denken, verliezen we ons vermogen tot verbinding. Maar als we onszelf laten bepalen door wat anderen denken, verliezen we de moed om ons kwetsbaar op te stellen. De oplossing is om heel duidelijk voor ogen te krijgen wiens mening voor jou echt telt. Het moeten de mensen zijn die niet van je houden Γ³ndanks je onvolmaaktheden en kwetsbaarheden, maar Γ³m je onvolmaaktheden en kwetsbaarheden. Als je op je gezicht ligt in de arena, zijn dat de mensen die je overeind zullen helpen en zullen bevestigen dat de val echt klote was, en je er vervolgens aan herinneren dat je dapper bent geweest en dat zij er ook de volgende keer zullen zijn om het zand van je af te kloppen. Neem ook mensen op die dapper genoeg zijn om te zeggen: βDaar ben ik het niet mee eens,β of: βIk denk dat je ernaast zit,β en die je vragen zullen stellen als ze je dingen zien doen die indruisen tegen je waarden en normen.
β
β
BrenΓ© Brown (Rising Strong: The Reckoning. The Rumble. The Revolution.)
β
Als je een goed boek leest, ontsnap je niet aan het leven, je stort je er juist dieper in. Er kan sprake zijn van een oppervlakkige ontsnapping β in verschillende landen, mores, spraakpatronen β maar wat je in wezen doet is je begrip versterken van de subtiliteiten, paradoxen, vreugde, pijn en waarheden van het leven. Leven en lezen zijn geen onderscheiden maar symbiotische waarden.
β
β
Julian Barnes (Through the Window: Seventeen Essays (and One Short Story))
β
Bovendien, hoe kun je tegen de doodstraf zijn en zelfmoord goedkeuren? Als het oordeel van een rechter of een jury verkeerd kan uitvallen, dan is ook jouw oordeel twijfelachtig, misschien onjuist.
β
β
Arnon Grunberg (De asielzoeker)
β
Je hebt hetzelfde met boeken en vrouwen,β zeg ik en het is waar, ik word weleens moe van mezelf, van dit soort halsstarrig moeten spreken over alles waarover het moeilijk spreken is en dat ik het niet kan en wil laten, ook al is het zeven uur in de ochtend en zitten we tegenover elkaar in een Amerikaans stadje en heb ik net de initialen van zijn naam met maple syrup op een pancake neergedrupt.
β
β
Connie Palmen (I.M.: Ischa Meijer. In Margine. In Memoriam)
β
De rede is van ons bewustzijn maar de buitenkant. Daaronder zit het gevoel. Vanbinnen, waar niemand ons kan zien, durven wij er feilloos op te vertrouwen. Daar weten wij alles zonder woorden. Als wij nooit naar buiten hoefden te treden zouden we geen moment aan onze intuΓ―tie twijfelen. Maar we gaan uit en willen de anderen ook ons innerlijk keurig presenteren. Dus kammen we onze gedachten uit en trekken ze recht. Herinner jij je dan niet dat je als kind instinctief aanvoelde hoe mensen in elkaar zaten, bij wie je het goede kon vinden en wie voor jou gevaarlijk was, wat je moest doen om gevoed te worden, te overleven en liefde te vinden? Ik geloof dat veel van de kennis waarnaar wij op zoek zijn, een antwoord op alle belangrijke vragen, al vanaf onze geboorte in ons aanwezig is en dat wij alleen maar zijn vergeten hoe we die moeten aanboren. Sterker, van het meeste zijn we vergeten dat het bestaat (β¦). Al die intuΓ―tieve kennis, die op zijn sterkst is bij onze geboorte, wanneer wij haar het hardst nodig hebben omdat ons nog geen andere middelen ter beschikking staan om te overleven, en die minder wordt naarmate wij leren te denken in plaats van te voelen, dat instinctieve weten is niet vergaan. Het ligt alleen bedolven onder de lawine aan argumenten en redeneringen die wij tegenwoordig nodig hebben om onze wereld voor onszelf begrijpelijk te maken. Af en toe, een enkele keer in een droom, in een moment van verstrooiing vinden we er misschien ineens iets van terug. Inspiratie zal een kunstenaar het noemen, voor iemand die gelooft is het een openbaring. Maar voor ons, die rationeel proberen te denken? Misschien zouden wij het een inval noemen, een moment van verlichting waarin je ineens de oplossing ziet van een vraagstuk dat je nog niet eens had geformuleerd.
β
β
Arthur Japin (In Lucia's Eyes)
β
Op een uniek moment in de geschiedenis en op een unieke plek op aarde lees jij deze zin. Misschien dat je deze woorden later nog eens zult zien en de kans is aanwezig dat dit op dezelfde plek zal gebeuren als waar je je nu bevindt (in je bed, je leeskamer, je vaste treincoupΓ©, je lekkere stoel), maar het is een natuurkundige onmogelijkheid dat je mijn voorgaande zin op hetzelfde moment zult herlezen. Wat er thans gebeurt tussen ons, tussen deze zin en jouw aandacht, dit, hier, nu, is uniek, eenmalig en onherhaalbaar. Dit is iets tussen ons, vriend, en het was voorbij eer we er erg in hadden.
β
β
Ronald Giphart (IJsland)
β
De combinatie geel en zwart, godbetert, smaaklozer kan je 't niet bedenken. [...] Bidden wij dus voor alle ouders van een zoontje dat supporteert voor NAC Breda of SK Lierse en zulks kenbaar wil maken via het behangpapier op zijn kamer, zijn kaften, zijn jassen en zijn sjaals. Kleurterreur die z'n sporen moet nalaten op het brein en waar de schoolresultaten van het ventje uiteindelijk bijzonder onder gaan lijden.
β
β
Dimitri Verhulst (Essay over het toegewijde bestaan als supporter van voetbalclub Standard de Liège)
β
Nog een geluk dat
Zoals met de gek uit het grapje die zich voortdurend met een hamer op het hoofd sloeg, en naar de reden gevraagd, zei: "Omdat het zo prettig is, als ik ermee ophou"- zo is het een beetje met mij. Ik ben ermee opgehouden je te verliezen. Ik ben je kwijt.
Misschien is dat geluk: een geluk bij een ongeluk. Misschien is geluk: Nog een geluk dat. Dat ik aan jou kan terugdenken, bv., in plaats van aan een ander.
β
β
Herman de Coninck
β
Waarom moet je over alles een mening hebben? Er is niets mis met stil zijn; rust wordt in deze tijd onderschat, denk ik. Even luisteren en nadenken voordat je wat zegt kan heel waardevol zijn. Al is het maar voor jezelf.
β
β
Liesbeth Smit (Ik moet nog even kijken of ik kan)
β
Ik... slaap... nooit... Maar,' ging Nova verder, 'als je graag wilt weten over welke Γ‘ndere, niet-supertalenten ik beschik, dan kan ik je vertellen dat ik zeer bedreven ben in het tweegevecht en met een hele verzameling wapens overweg kan. Ik doe zeven minuten over anderhalve kilometer, kan met een aanloop een afstand van vijfenhalve meter overbruggen en ik weet ongelooflijk veel van onder meer scheikunde, elektronica en duurzame energiebronnen.
β
β
Marissa Meyer (Renegades (Renegades, #1))
β
Gekromd sta je tegen de branding in. Van het balkon af kan ik zien
hoe geschreeuw zich terug in je gezicht slingert, gutsend in je nek
als wild haar.
Als je je hoofd achterovergooit alsof je een fles aan je mond zet,
krijgt je adamsappel iets
van een ruggengraat.
Ik streel enkele meters van je af.
Het is een milde avond.
Vannacht borduurt een roos zich op je hemd.
Het duurt uren om haar van je borst los te maken.
Je kijkt alsof je me kunt zien,
nu je ligt te slapen, wimpers als garen, neus
tussen wijsvinger en duim - een bloedneus stelpend
die er niet is - ik trek je hoofd achterover.
Je omgekeerde mond in de spiegel imiteert iets grappigs.
We kussen
terwijl het over ons heen uit ons weg blijft sijpelen,
zo graag zoekt het zich een weg.
β
β
Peter Verhelst (Nieuwe sterrenbeelden)
β
Het is een daad van autonomie om te beslissen of een gebeurtenis wel of niet een rol mag spelen in je leven. Is dat waar? Is dat een opvatting of was het een vlucht? Kan ze daarop terugkomen? Kun je jaren na het stellen van een vraag alsnog antwoord geven?
β
β
Marijke Schermer (Noodweer)
β
De periode waarin mijn ouders het bezit van een mobiele telefoon met elkaar deelden, was te kort geweest voor mijn vader om het gebruik ervan in veel detail aan mijn moeder uit te leggen. Dat kwam mooi uit, want mijn moeder is niet geΓ―nteresseerd in hoe dingen werken. Ze wil alleen maar dΓ‘t het werkt. Dat is het mooie aan oud worden: je leert de overbodigheid van kennis waarderen. Na mijn vaders dood hield mijn moeder de gsm. Nu kan ze opnemen, bellen, haar prepaidkaart laden en zelfs sms'en. Het instellen van de voicemail daarentegen is een concept dat haar idee van de maakbare wereld ver overstijgt.
Dus toen ik mijn moeder belde was het mijn vader die opnam. Het deed goed zijn stem weer te horen. Alleen jammer dat hij ook nu weer zei dat hij eventjes niet bereikbaar was.
β
β
Ivo Victoria (Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het mij spijt))
β
je kunt alles doorstaan zei Phoebe, zelfs als het vertrouwen geschonden is, als het maar eerlijk wordt bekend. je wordt dan levenspartners op een andere manier, maar je kunt nog wel partners blijven. maar liegen- liegen is een goedkope manier van macht uitoefenen over de ander. wie liegt, kijkt toe terwijl de ander handelt op basis van onvolledige informatie- met andere woorden zichzelf vernedert. ... het is toch eeuwig hetzelfde verhaal. de man verliest de hartstocht voor de huwelikspartner, zonder dat kan hij niet leven. de vrouw is pragmatisch. de vrouw is realistisch. zeker de hartstocht is geluwd, maar zij is tevreden met de lichamelijke genegenheid, gewoon samen met hem in bed liggen, hij in haar armen, zij in de zijne. maar voor hem is dat niet genoeg. hij is een man die niet zonder leven kan
β
β
Philip Roth (Everyman)
β
Als je iets wil, en wel zo graag dat je er alles voor over hebt, maar dan ook echt alles: kan het dan eigenlijk mislukken? Was elke poging die je ondernam niet al een overwinning? Ik zal het hier halen vandaag. Ik kan niet anders. Misschien was het leven niet meer dan proberen.
β
β
Els Beerten (Lopen voor je leven)
β
Kintsugi,' zei opa. 'Zo heet de techniek waarmee je een perfecte imperfectie maakt. Als je gebroken bent betekent dat niet automatisch dat je lelijk bent. Na een breuk ontstaat er ruimte. Dat is de plek voor het goud. Als je het een kans geeft maakt het je mooier dan je ooit bent geweest.
β
β
Lucia van den Brink (Niemand zoals hij)
β
Eva voeg zich dat af: waarom mensen niet gewoon krijgen wat ze verdienen, misschien omdat ze ook moeten verdienen wat ze krijge, denk ik nu. Want dat is moeilijk: naar jezelf kijken, en naar het leven dat je altijd hebt geleid, je afvragen of het beter kan, durven toegeven van wel. En dan genoeg op jezelf vertrouwen om te kiezen voor verandering. Omdat de liefde zo groot is. Omdat ze maar niet overgaat. Omdat je weet, diep vanbinnen, dat daar het echte geluk ligt. En dat je echt ten diepste verbonden voelen met iemand alles beter maakt, afstraalt op iedereen die je graag ziet.
β
β
Griet Op de Beeck
β
Au!' zeg ik. 'Weet je eigenlijk wel wat een beul je bent?'
Nu lacht ze van oor tot oor. Als het mogelijk was, zouden haar mondhoeken helemaal opkrullen. Ze leunt naar voren. 'O, dat weet ik heus wel. En ik weet ook dat jij het lekker vindt.'
Sam gniffelt.
Mij kan het niet schelen. Ik vind het inderdaad lekker.
β
β
Holly Black (White Cat (Curse Workers, #1))
β
Je kan gewoon zitten tobben en je eigen gek maken en tenslotte je eigen ophangen en je kan ook je tobben een beetje in een vorm zetten, schrijven, er geld voor krijgen, je eigen in leven houden, niet afhankelijk zijn van andere mensen en onopgemerkt, in onopvallende kledij rondlopen en door iedereen met rust gelaten worden, dat is prachtig. Met al je zenuwen en al je gevoeligheid. Want er zijn er tienduizenden en honderdduizenden die zoals ik rondmarcheren en die leggen zich toevallig niet op het schrijven toe en kunnen niet schrijven. En dat is een stuk lastiger. Want ze moeten door anderen in leven gehouden worden of ze moeten zich schikken op een kantoor.
β
β
Gerard Reve
β
Je zou je Herinneringen moeten schrijven, zei de uitgever. Dat kan ik niet, zei ik. Ik heb geen herinneringen. Wie van mijn zes uitgevers het was, kan ik me niet herinneren. Vermoedelijk waren ze het alle zes, op uiteenlopende momenten. Uitgevers zijn gebruiksartikelen. Ze hebben allemaal hetzelfde soort wensen. Iedereen heeft herinneringen, zei de uitgever, hij of zij glimlachte naar me, denkend dat ik uit interessanterigheid beweerde dat ik geen herinneringen bezat.
Ik verbeeld me niet dat ik me iets herinner, zei ik. Bijna een halve eeuw heb ik me met mijn verbeelding onderhouden. Die was bepaald veelomvattend. Het zou pijnlijk zijn die nu herinneringen te gaan noemen.
β
β
Torgny Lindgren
β
Waarom huilen? Beter nooit huilen. Er is maar één keus: het loodje leggen of volhouden. Als je eenmaal hebt besloten vol te houden, huil dan niet. Nooit opgeven, nooit en nooit en nooit. Het is trouwens de vraag of je dit kan beslissen. Waarschijnlijk is het leven een brok lijm, waarin je bijt en waaruit je je tanden nooit meer los kan trekken.
β
β
Willem Frederik Hermans (In de mist van het schimmenrijk: Fragmenten uit het oorlogsdagboek van de student Karel R.)
β
De armoede van de mens is een slaaf; om te eten aanvaardt ze werk waarin ze geen vreugde heeft; alle werk dat niet vreugdevol is, is verwerpelijk, dacht ik, en ik betaalde de rust van velen. Ik zei: 'Werk maar niet; je vindt het vervelend.' Ik droomde voor ieder van hen van de vrijheid waarzonder niets nieuws kan ontbloeien, geen enkel kwaad, geen enkele kunst.
β
β
AndrΓ© Gide (The Immoralist)
β
Ik denk dat mama zich een gast heeft gevoeld in het leven. Ze deed altijd alsof het haar niets aanging, het leven, alsof het niet van haar was. Alsof ze er toevallig in terecht was gekomen, zoals je een huis binnen kan lopen wanneer je je in het adres hebt vergist, en dan per ongeluk in dat huis blijft hangen. Buiten stroomt het van de regen en je hebt geen paraplu bij je.
β
β
Marek van der Jagt (The Story of My Baldness)
β
Ze zouden geen van allen kunnen begrijpen dat het tegelijkertijd totaal hopeloos en heel zinvol kan zijn. Het zit hem in de woorden, die moeten tot iemand worden gericht. Anders staan ze alleen maar in het woordenboek te wachten tot het ophoudt met regenen. Je mag ze best in bezit nemen, maar alleen als je ze in één adem weer doorgeeft. Je kunt ze niet gewoon vasthouden, dan worden ze nietszeggend.
β
β
Jens Christian GrΓΈndahl (Vaak ben ik gelukkig)
β
Mijn hele leven heb ik gezocht naar verwantschap, mezelf dikwijls genoeg wijsgemaakt dat er van zulk een verwantschap sprake was, terwijl die er nooit, met geen enkel ander mens, of andere groep van mensen, geweest is, en er ook nooit zal zijn. Met kollegaas kan ik geen zinnig woord wisselen, en met het soort mensen dat men gevoelsgenoten pleegt te noemen is het nog erger - hoogmoet of Selbsthaà spelen hierbij een geringe rol, geloof ik - want in hun gezelschap voel ik mij zelfs eenzamer dan wanneer ik alleen ben, niet omdat ze zijn zoals ze zijn, maar juist omdat ze maar gedeeltelijk zijn zoals ze zijn en bijna allen, zonder uitzondering, de Moed missen zich in te zetten voor datgene, dat zij beweren lief te hebben, alsook de moed om te vechten en er op los te rammen als het er op aankomst, inplaats van die anonimiteit te prefereren waarbij men doet of men tot een onderwereld behoort die zo spoedig mogelijk zou moeten worden uitgeroeid; wat een ellende, dat zonder geslachtsnaam zich voorstellen als 'Rudi' of 'Eddie', dat eeuwige geteem over de snit van een broer en 'waar heb je dat gekocht' en nooit, nooit, godverdomme, één verstandig woord, of desnoods een onverstandig woord, over kunst, politiek, ethiek, religie.
β
β
Gerard Reve (Op weg naar het einde)
β
Het probleem met Nederland is dat Mark Rutte telkens heeft beweert dat hij geen visie heeft, en dat heeft hij ook niet, behalve dan de boel een beetje runnen. En je ziet waar je dan uitkomt, als je geen visie hebt, dan kan je ook geen leiding geven natuurlijk, want dan laat je gewoon door allerlei lobby groepen je beleid bepalen zo lang jij maar aan de macht kunt blijven en een coalitie meerderheid kunt vinden.
β
β
Wierd Duk
β
Ik weet dat de psychologie ons modellen kan geven. Daardoor kun je leren verbanden te begrijpen en patronen te zien. En dat helpt, zeker. Maar het meeste zullen we toch nooit kunnen begrijpen. Het leven is zo paradoxaal. Wat er met ons gebeurt en hoe we daarmee omgaan, het verdriet en de dood, de blijdschap en de liefde. Geen kennis in de wereld kan jouw eenzaamheid genezen of jou bevrijden van je grootste angst
β
β
Marianne Fredriksson (Elisabeth's Daughter)
β
Maar ik hoor best hoe je nu stilletjes tegenwerpt dat het huwelijk een zegen is zolang alles goed uitpakt, maar hoe zit het als je een kreng van een vrouw krijgt? Of een slet? Of als je kinderen god noch gebod erkennen? Er zullen gevallen bij je opkomen van mensen die kapotgingen aan hun huwelijk. Sleep er zoveel bij als je wilt, maar het gaat toch altijd om zwakheden van mensen, niet van het huwelijk. Heus, alleen slechte echtgenoten krijgen een slechte vrouw. Bovendien heb je de keuze van een goede zelf in de hand. En als ze dan slecht wordt? Een goede vrouw kan door een slechte echtgenoot slecht gemaakt worden, maar een slechte wordt door een goede echtgenoot altijd beter gemaakt. Het is niet terecht dat de vrouw de schuld krijgt: ik verzeker je, iedereen met een vrouw die niet deugt heeft dat altijd aan zichzelf te wijten.
β
β
Erasmus (Lof en blaam: bevat: Lof van het huwelijk . Lof van de geneeskunst . Lof der Zotheid . Julius buiten de hemelpoort)
β
Maar een trein vergeef je veel. Want de trein is een wonder waarover met grotere gebaren kan worden verteld dan over enig ander voertuig. De naam Stephenson galmde door alle klaslokalen, en misschien galmt hij zelfs in het klasje waar ik achteraan in de klas zat en van mijn stotterende buurman luizen kreeg nog altijd na.
Wij hebben heldenverhalen gehoord over de eerste trein en niet over de eerste auto, wij weten dat BelgiΓ« het dichtste spoorwegennet ter wereld heeft, dat de eerste Europese passagierslijn tussen Brussel en Mechelen liep en dat de koeien zodanig flipten op het voorbij denderen van die eerste trein dwars door hun ooit zo rustige wei dat de hele bevolking wel drie weken lang zure melk moest drinken waarop een vel lag van zo'n zeven duimen dik.
Overdrijf ik? Een beetje, maar toch niet veel. Meester Buyle hief zijn armen ten hemel, zijn hoofd zwol op tot de foto van koning BoudewijnΒ in de schaduw van zijn kaken stond wanneer hij oreerde over een tijd waarin BelgiΓ« nog iets betekende op wereldvlak, over vooruitgang, over stationsgebouwen die werden opgetrokken als gotische kathedralen, en dat al die welvaart te maken had met de komst van de trein en de schitterende organisatie van onze spoorwegen. Ik ben er zeker van dat meester Buyle niet de enige leraar was die zich ooit op deze wijze voor het bord heeft aangesteld.
β
β
Dimitri Verhulst (Dinsdagland: Schetsen van BelgiΓ«)
β
Het beroep dat jullie kiezen is een onmogelijk beroep. Wat een pretentie. De Eeuwige uitleggen! Het licht toelichten! Hoe haal je het in je knars. De Bijbel spreekt voor zich of helemaal niet. Maar als je dan toch schriftgeleerde wilt worden, vraag je nooit af bij een preek: wat zullen de mensen ervan zeggen? Vraag je af: wat zou Jezus er van zeggen? Al loop je dan wel stevig de kans dat de hoorders je naar de overtuiging van Kierkegaard zullen stenigen.
β
β
Jaap Zijlstra (De Glazen Schelp)
β
Hoe leg je uit wat weerloosheid is en tot wat een mens in staat kan zijn als uw toehoorder nooit heeft gevoeld wat het is om zelf een mogelijke smeerlap te zijn, dat het een zegen is en een vloek dat nooit te hebben gevoeld en dat woede in de fauteuil niks meer is dan schijnheiligheid die blind is voor zichzelf? Mensen zeggen al wel eens dat ge eerst in andermans schoenen moet staan voor ge echte kennis opdoet. Maar ook dat is schijnheilig, want met andermans schoenen wordt altijd weer bedoeld: die van het slachtoffer. Geen woord wordt er gerept over de schoenen van hen die zich misschien geprikkeld voelden om mee te doen. Voor ge de bloeddorst van een ander aanklaagt, van iemand die ge zelfs niet kent, zoudt ge verplicht moeten worden te ervaren wat heimelijke bloeddorst betekent die wordt aangemoedigd door hen die de touwtjes in handen hebben, wier spel gij meespeelt, of ge nu wilt of niet, de bloeddorst, met andere woorden, die ieder in zich heeft.
β
β
Jeroen Olyslaegers (Wil)
β
Voor verslavingen moet je geen excuses zoeken, maar motieven. Excuses zoek je om geen spijt en schuld te hoeven voelen, maar een speurtocht naar jouw eigen motieven leidt je juist naar het hart van je schuld en daar, op die rare plek waar het duister is van onbegrip, pijn en ontkenning, daar ligt het enige terrein waar je de mogelijkheid geboden wordt om je schuld te veranderen in kennis. Met kennis valt te leven, met schuld niet.
De meeste mensen geloven dat dat halfzachte spreekwoord, wat niet weet, wat niet deert, dat dat ook voor jezelf opgaat, maar zo werkt het niet. Wat je over iemand anders niet weet, dat weet je niet en zolang je het niet weet kan het je ook geen pijn doen, dat is zo klaar als een klontje, maar je weet in zekere zin alles van jezelf. Dat is ook logisch, want jij bent de enige die zijn eigen leven helemaal in zijn eentje meemaakt en daar weet van zou kunnen hebben. Bij jou ligt iedere minuut van een leven opgeslagen, hoe dan ook. Bij wie anders? Dat maakt mensen op zijn minst nog interessant, dat ze een vat van wetenschap vormen van tenminste een leven, hun eigen.
Waar het nu eigenlijk allemaal om draait is de manier waarop je weet hebt van jezelf, dat is het belangrijkste. Sommige mensen weten niks van zichzelf. Ze hebben de enige echte wetenschap en geschiedenis niet tot hun beschikking en kunnen ze niet lezen, omdat ze die op de foute plek bewaren.
Schuld is zoβn wetenschap over jezelf die op de verkeerde plaats in je archief is opgeslagen. Ze is dan geen kennis van de schuld, maar ze heeft de vorm aangenomen van iets anders dan woorden, waardoor je er niks mee kunt en er alleen maar dik van wordt, of chagrijnig of lusteloos.
Kennis hoort thuis in de geest, waar anders? Ik zou niet weten waar de woorden anders konden verblijven dan in de geest. Ze lijken op geest en op ziel en op dat andere ontastbare, waarvan je weet dat je het hebt, maar dat je niet kunt zien en waarover je bijna niet kunt praten.
Zo zie ik het.
En daarom krijgt ook alle kennis die je eigenlijk over jezelf zou moeten hebben en die niet in die onzichtbare vorm van woorden in jouw ziel mag wonen, een andere gedaante, een zichtbare en een lastige, bijvoorbeeld een kilo overtollig vlees aan je lichaam of iets anders waaronder je lijdt en wat je met je meesleept en waarvan je niet weet waarom je het hebt, maar wat iedereen aan jou kan zien, omdat het ervoor zorgt dat je altijd dezelfde domme fouten maakt.
β
β
Connie Palmen (De vriendschap)
β
We zijn inferieure schepselen, net goed genoeg om te jongen. We hebben eierstokken, moeten ons er iedere maand bij neerleggen dat we bloeden, we zijn afhankelijk van de maan. Onze hersenen zijn minder ontwikkeld dan die van onze metgezellen en onze lichaamskracht is geringer. In alle omstandigheden zijn we emotioneler. Als een vrouw ziet dat een rivale mooiere schoentjes draagt dan zij zelf, zal ze niet ophouden de ander omlaag te halen en te kwetsen. Kun je je twee mannen voorstellen die elkaar verfoeien vanwege hun molières? Mannen wedijveren met elkaar op het niveau van geld, ambitie en intelligentie. Zij hebben het vermogen tot afstand nemen en onthechting, terwijl vrouwen iedere beheersing verliezen zodra ze een poederdoos of een ring zien. Nooit zal een vrouw een Michelangelo, een Bach of een Palladio zijn. Grote filosofen met een rok aan bestaan niet. Hoe wil je dat ze systemen ontwerpen zoals Kant, Hegel of Marx? Een dergelijk abstraherend vermogen kan niet ontstaan in de geest van een pop.
β
β
Claire Goll
β
Zou je me vragen wat ik het beste lied uit de Lage Landen vind, dan zou ik niet twijfelen, dat was "Laat me, Vivre" van Ramses Shaffy en Liesbeth List, onmiddellijk gevolgd door Tim van Wim de Craene. En als ik Liesbeth zo bezig zie, in een opname bij Paul de Leeuw, dan kan het toch niet anders dat zij, ooit de vrouw van de schrijver Cees Nooteboom, Ramses heeft bemind in de meest onmogelijke van alle liefdes. Ze heeft hem altijd bewonderd en uit die bewondering ontstond een platonische liefde die ze tot zijn dood (slokdarmkanker) levend heeft gehouden.
β
β
Jean Pierre Van Rossem
β
Als je mij vraagt zijn er drie belangrijke stadia in de geschiedenis van de mens. In het eerste kende hij zijn eigen spiegelbeeld niet, evenmin als een dier dat kent. Laat een kat in een spiegel kijken en hij denkt dat het een raam is waarachter een andere kat staat. Blaast ertegen, loopt er omheen. Op den duur is hij niet meer geΓ―nteresseerd; sommige katten tonen zelfs nooit enige belangstelling voor hun spiegelbeeld. Zo zijn de eerste mensen ook geweest. Honderd procent subjectief. Een βikβ dat zich vragen kon stellen over een 'zelfβ bestond niet. Tweede stadium: Narcissus ontdekt het spiegelbeeld. Niet Prometheus die het vuur ontdekte is de grootste geleerde van de Oudheid, maar Narcissus. Voor het eerst ziet 'ikβ zich 'zelfβ. Psychologie was in dit stadium een overbodige wetenschap, want de mens was voor zichzelf wat hij was, namelijk zijn spiegelbeeld. Hij kon ervan houden of niet, maar hij werd niet door zichzelf verraden. Ik en zelf waren symmetrisch, elkaars spiegelbeeld, meer niet. Wij liegen en het spiegelbeeld liegt met ons mee. Pas in het derde stadium hebben wij de genadeslag van de waarheid gekregen. Het derde stadium begint met de uitvinding van de fotografie. Hoe dikwijls gebeurt het dat er een pasfoto van ons gemaakt wordt waarvan wij evenveel houden als van ons spiegelbeeld? Hoogst zelden! Voordien, als iemand zijn portret liet schilderen en het beviel hem niet, kon hij de schuld aan de schilder geven. Maar de camera, weten wij, kan niet liegen. En zo kom je in de loop van de jaren, via talloze fotoβs, erachter dat je meestal niet jezelf bent, niet symmetrisch met jezelf, maar dat je het grootste deel van je leven in een aantal vreemde incarnaties bestaat voor welke je alle verantwoordelijkheid van de hand zou wijzen als je kon. De angst dat andere mensen hem zien zoals hij is op die fotoβs die hij niet kan endosseren, dat ze hem misschien nooit zien zoals het spiegelbeeld waarvan hij houdt, heeft de menselijke individu versplinterd tot een groep die uit een generaal plus een bende muitende soldaten bestaat. Een Ik dat iets wil zijn - en een aantal schijngestalten die het Ik onophoudelijk afvallen. Dat is het derde stadium: het voordien vrij zeldzame twijfelen aan zichzelf, laait op tot radeloosheid. De psychologie komt tot bloei.
β
β
Willem Frederik Hermans (Nooit meer slapen)
β
Heb ik er behoefte aan dat de ander in het water springt als ik erin val? of dat hij mij tegen moordenaar verdedigt? Ik kan zwemmen en moorden worden er niet meer gepleegd. Het hart dorst niet naar opofferingen maar naar vertrouwelijkheid. Ik vraag de ander te beminnen zoals ik bemin, te wenen zoals ik ween en om dezelfde dingen, en te voelen wat ik voel, meer niet. Niets is zo nutteloos als die heldhaftige vriendschappen die, om zich te bewijzen bepaalde omstandigheden nodig hebben. Het moeilijke is iemand te vinden die niet bij iedere gelegenheid op je zenuwen werkt.
β
β
Gustave Flaubert
β
Hij herkent dat toontje van haar. 'Je bekijkt het maar.' Wanneer hij het nu op een ruzie laat aankomen, zal hij zeker het onderspit delven. Zoals altijd is zij de redelijkheid zelve. Bij een reconstructie zullen er geen verzachtende omstandigheden zijn. Wat heeft zij nou helemaal gezegd? Wanneer je haar zinnen een voor een uittypt, ze achter elkaar terugleest, zal er niets dan redelijkheid in doorklinken.
Maar in de uitgetypte zinnen hoor je dat toontje van haar niet. Hoe ze het zegt. 'Je kan doodvallen.' Dat zegt ze niet, maar dat hoor je wel. Ze zegt het op een toon alsof hij er helemaal niet is. Bij een echte ruzie zijn er twee partijen. Ze schelden elkaar de huid vol. Ze zeggen verschrikkelijke dingen die nooit meer terug te draaien zijn - denken ze terwijl ze staan te schreeuwen. Maar het valt allemaal reuze mee. 'Waar ging dat nou weer over?' zeggen ze wanneer ze elkaar na afloop van de ruzie met tranen in de ogen in de armen nemen.
Maar er is ook een andere manier. Je gaat de ruzie helemaal niet aan. Er is alleen onverschilligheid, je laat aan alles merken dat het je niets kan schelen wat de ander doet of zegt - dat het je niet raakt.
β
β
Herman Koch (Makkelijk leven)
β
Nederlandse politici hebben serieus geblunderd en de woede van de Turkse president Ergogan op de hals gehaald door geen Turkse ministers toe te laten om te komen spreken voor Turkse Nederlanders. Die diplomatieke botsing had vermeden kunnen worden indien Rutte & Co een betere inschatting van Erdogan hadden gemaakt. Erdogan is uitermate bedreven in opruiende politiek. Indien Nederlandse politici iets meer bedreven waren geweest in psychologisch inzicht dan in stemmengraaierij hadden ze kunnen weten dat de weigering hen als een boomerang in het gezicht zou vliegen. Het is inderdaad ondemocratisch om iemand, ook al is die autocraat die in eigen land democratie en pevsvrijheid monddood maakt, de vrijheid van spreken te beletten. Je kan niet toestaan dat zijn tegenstanders wèl spreekrecht hebben en hij niet. Natuurlijk steven je dan af op gewelddadig protest. Hoeveel slimmer waren de Fransen om een Turkse minister wél spreekrecht te geven: geen haan die er om kraaide. En als De Roover van NVA zich uit de naad wringt om vurig het spreekverbod te bepleiten, dan bewijst hij dat hij enkel een Vlaams Belang Light is zoals Rutte een light-versie van Wilders is.
β
β
Jean Pierre Van Rossem
β
Maar neem al diegenen die hun medemens uitbuiten, gemene huisbazen, politici β die duizenden mensen uitbuiten en weten wat ze doen, en het hun hele leven doen, en uitgekiend ook. Dat zijn de echte misdadigers, dat zijn degenen die zich moesten schamen tegenover hun vrouwen en kinderen, hun god. Zo ben jij niet, Ramon. Helemaal niet.β
Ramon liep rusteloos heen en weer, rokend. βDaar is een heel eenvoudig antwoord op, Teo. Zulke mensen hebben geen geweten. Anders zouden ze geen oog dicht doen. En dan waren ze algauw dood. De wereld zou veel beter af zijn, dan kan ik je verzekeren!β
Spel voor de levenden
β
β
Patricia Highsmith
β
En niemand ging op het juiste moment dood. Moessorgski, Poesjkin, Lermontov - die waren allemaal te vroeg gestorven. Tsjajkovski, Rosini, Gogol - die hadden allemaal eerder moeten sterven. Beethoven misschien ook wel. Het was natuurlijk niet alleen een probleem voor beroemde schrijvers en componisten, maar ook voor gewone mensen: het probleem om je beste jaren te overleven, voorbij het punt waarop het leven geen vreugde meer kan brengen en alleen nog vreselijke gebeurtenissen. [β¦] In plaats van hem te vermoorden hadden ze hem in leven gelaten, en door hem in leven te laten hadden ze hem vermoord. -p.219
β
β
Julian Barnes
β
Eind van de middag, ik was net uit school thuisgekomen (daar had ik zorgvuldig geheimgehouden dat ik jarig was om te voorkomen dat ik zou moeten trakteren, want daarvoor wilde mijn moeder mij geen versnaperingen meegeven), kwam mijn grootvader met zijn cadeau aanzetten. Aan de alsmaar naderbij komende, zeer krachtige tikken van zijn wandelstok op de trottoirtegels kon je horen dat hij zich erop verheugde andermaal een naar hem vernoemde kleinzoon gul te bedelen.
Hij droeg een groot pak en overhandigde mij dat in de woonkamer. Plechtig verwijderde ik het papier. Wat mij op mijn achtste jaar ten deel was gevallen, bleek een vorstelijke meccanodoos te zijn. Weliswaar geen nieuwe fiets, maar toch iets ongehoords. Mijn grootvader verwijderde zich weer, want er was op dat moment niemand bij de hand om mee te dammen.
Mij leek toen het grote ogenblik gekomen om de meccanodoos verder uit te pakken en ermee aan de slag te gaan. Toen ik aanstalten maakte om hem te openen, riep mijn moeder:
'Wat doe je nou?'
'Ik ga hem openmaken, ik wil ermee spelen.'
'Ben je helemaal betoeterd geworden? Zo'n duur cadeau. Blijf af.'
'Maar... maar... ik heb hem toch van opa gekregen. Ik wil ermee spelen.'
'Geen sprake van, afblijven. Zo'n duur cadeau, en daar wou je zomaar met je tengels aanzitten? Niks hoor, ik zet hem weg.'
Ze pakte de meccanodoos op en plaatste hem achter lakens en slopen in het dressoir.
Toen mijn vader thuiskwam, werd de doos weer tevoorschijn gehaald en wederom vol verbazing aanschouwd. Zeker, het was geen nieuwe fiets, maar toch... Wat een cadeau.
'Opa 't Hart is maar goed op je,' zei mijn vader.
'Maar ik mag er niet mee spelen,' zei ik verongelijkt.
'Nee, natuurlijk niet,' zei mijn vader, 'daar heeft je moeder groot gelijk in, zo'n duur cadeau, het zou gekkenwerk zijn als je daar met je poten aan zou zitten. D'r kan zomaar een schroefje of moertje of ander onderdeeltje kwijtraken, niks hoor, je moeder bergt hem weer netjes op.'
'Zo is het,' zei mijn moeder, en weg ging de meccanodoos.
β
β
Maarten 't Hart (Magdalena)
β
BEN: Helpen op een andere manier. Zorgen dat ik 'n middel krijg om...
SOFIE: om in te nemen. Zeg ben je nou helemaal... aaaach, je bent in een depressieve bui, het gaat wel weer over.
BEN: Nee, dat is het juist, het gaat niet over. En ik verdom het om die hele... om die hele eindfase door te maken.
SOFIE: Wie heeft het nou over eindfase? Daar is helemaal geen sprake van. Als je nou ontzettende pijn ha, maar dat heb je niet. Als je zΓ³ zwak was dat je niet meer kon bewegen, maar je loopt. Je eet, je drinkt, je lacht, je bent goed bij je hoofd.
BEN: Dat is het. Ik wil stoppen op een moment dat ik er nog bèn, als man, als mens, als brein. Een moment waarop ik nog zelf kan beslissen.
β
β
Annie M.G. Schmidt
β
Foto's zien is iets anders dan foto's kijken,' zeg ik. 'Iedereen kan foto's kijken maar een foto zien betekent dat je hem kunt lezen. Aan de ene kant heb je mensen en hun culturele voortbrengselen, aan de andere kant heb je de natuur. Bomen, meren, wolkenluchten spreken op foto's een algemene voor iedereen verstaanbare taal. Buiten de tijd om als het ware. Mensen, bouwwerken, wegen en koffiebussen daarentegen kunnen alleen gelezen worden in een bepaalde context, in de tijd, worden gelezen. U kunt dat fotoalbum op tafel voor het grootste deel niet lezen omdat u de noodzakelijke achtergrondinformatie mist. U was er niet bij. U kunt zich er met andere woorden niets bij voorstellen omdat u zich niet herinneren kunt wat eens echt te zien was. Het is uw verleden niet.
β
β
J. Bernlef (Hersenschimmen)
β
En als wij weer over de eenzaamheid praten, dan wordt steeds duidelijker dat dat in wezen niet iets is wat je kunt uitzoeken of nalaten. Wij zijn eenzaam. Men kan zichzelf zand in de ogen strooien en doen alsof het niet zo is. Dat is alles. Maar hoeveel beter is het niet om in te zien dat wij het wel zijn, en daar gewoon vanuit te gaan. Het zal ons dan wel duizelen; want alle punten waarop ons oog gewoon was te rusten, worden ons afgenomen, niets is meer nabij en al wat ver is is oneindig ver. Wie vanuit zijn kamer, nagenoeg onvoorbereid en onverhoeds, op de top van een hoge berg zou worden neergezet, zou iets soortgelijks moeten voelen: een weergaloze onzekerheid, het overgeleverd zijn aan iets onbekends zou hem bijna te gronde richten.
Borgeby GΓ₯rd FlΓ€die, Zweden, 12 augustus 2017
β
β
Rainer Maria Rilke (Letters to a Young Poet)
β
Atticus,' zei ik op een avond, 'wat is nou precies een nikkervriend?'
'Scout,' zei Atticus, 'nikkervriend is alleen maar een van die termen die absoluut niets beduiden - zoiets als snotneus. Ik kan het moeilijk uitleggen. Onwetende en minderwaardige mensen bezigen dat woord als ze denken dat je aan negers de voorkeur geeft boven henzelf. En er zijn ook mensen als wij toe gekomen om dat woord te gebruiken, als ze iemand op een gemene, ordinaire manier willen uitschelden.'
'Maar jij bént toch niet een echte nikkervriend, hè?'
'Dat ben ik zeker. Ik doe mijn best om van iedereen te houden ... Dat is soms een hele toer ... maar baby, het is nooit echt beledigend als iemand je uitscheldt voor iets. dat hij minderwaardig vindt. Dan blijkt alleen maar hoe zielig die ander is, en daarom is het helemaal niet kwetsend.
β
β
Harper Lee (On Lee's To Kill a Mockingbird (Cliffs Notes))
β
Hij kwam niet verder, want Stalin explodeerde opnieuw.
'We hebben die verdomde atoombom van jou niet nodig om te vechten en te winnen! Wat we nodig hebben zijn socialistische zielen en harten! Wie voelt dat hij nooit overwonnen kan worden, kan ook nooit overwonnen worden!'
'Voor zover iemand geen atoombom op hem laat vallen', zei Allan.
'Ik zal het kapitalisme vernietigen! Hoor je dat? Ik zal iedere afzonderlijke kapitalist vernietigen! En ik begin met jou, hond, als je ons niet helpt met die bom!'
Allan wilde echter niet langer aan tafel zitten en beledigingen aanhoren. Hij was naar Moskou gekomen om te helpen, niet om uitgescholden te worden. Stalin mocht het zelf uitzoeken.
'Ik heb iets bedacht', zei Allan.
'En dat is?' vroeg Stalin boos.
'Zou je die snor van je niet eens afscheren?'
Daarmee was het diner voorbij, want de tolk viel flauw.
β
β
Jonas Jonasson (The Hundred-Year-Old Man Who Climbed Out of the Window and Disappeared (The Hundred-Year-Old Man, #1))
β
Iemand reikte mij het beeld aan van de onderzeeΓ«r. Nu ben ik nog nooit in een duikboot geweest, maar het paste voor mij perfect bij wat ik ervoer. Je ligt op de bodem. Het buitenpantser beschermt je tegen het water dat tegen je aandrukt. Alles lijkt te vertragen: het geluid, de tijd, de realiteit. Je hebt weliswaar een periscoop om wat boven het wateroppervlak rond te kijken, maar dat lijkt toch eerder een andere verre wereld. De plek waar alles zich afspeelt, is de cabine waar je in zit: je binnenkant. (...) Het enige wat je in contact kan brengen met het feit dat je leeft, is dat iemand je streelt. Dat er aandacht is voor je gemis en verdriet. Als je je handen niet mag gebruiken om je medeleven te tonen, kies dan woorden die strelen. Gewoon strelen, je moet de pijn niet oplossen. Dat kan je toch niet. Zoek woorden die een warm dekentje kunnen leggen.
β
β
Johan Terryn (Het Uur Blauw)
β
Ik dacht aan de hoeveelheid mensen, aan de aantallen, niet eens in termen van overbevolking, of vervuiling, en of er straks voor iedereen nog wel genoeg te eten zou zijn, maar de hoeveelheid op zich. Of drie miljoen of zes miljard een bepaald doel diende. Wanneer dit punt eenmaal was bereikt, begonnen zich de eerste gevoelens van onbehagen aan te dienen. Er zijn niet noodzakelijk te veel mensen, dacht ik, maar er zijn er wel veel. Ik dacht aan de leerlingen in mijn klaslokaal. Allemaal moesten ze iets: ze moesten het leven in, ze moesten het leven door. Terwijl één uur al heel lang kan zijn. Er moest werk worden gevonden en er moesten echtparen worden gevormd. Er zouden kinderen komen, en ook die kinderen zouden op school geschiedenisles krijgen, zij het niet meer van mij. Vanaf een bepaalde hoogte zag je alleen nog de aanwezigheid van mensen, niet langer de mensen zelf. Hier kreeg ik het benauwd.
β
β
Herman Koch (Het diner)
β
Kom naar beneden!β
Ik kwam naar beneden, en toen ik weer op de grond stond, gaf mijn moeder me twee klappen in mijn gezicht.
Wat zijn dat voor spelletjes?β
Ik wilde de Wildernis zien.β
Er is daar niets. Dat weet je.β
Als er niets is, kan het ook geen kwaad.β
Niets is het gevaarlijkste dat er is.β
Waarom?β
Als er niets is, kun je iets bedenken. Je zult de leegte niet kunΒ¬nen verdragen. Het zal evengoed leeg zijn, maar je zult jezelf wijsmaken dat dat niet zo is.β
Wat ik mezelf wijsmaak is waar.β
Wat jij jezelf wijsmaakt is een verhaal.β
Dit is een verhaal: jij, ik, het schroothuis, de schat.β
Dit is het echte leven.β
Hoe weet je dat?β
Niemand zou er ooit voor betalen om ernaar te kijken.β
Ze draaide zich om om het haveloze huis weer binnen te gaan. Toen draaide ze zich weer om naar mij.
En ik zou er alles voor over hebben om het niet te hoeven leΒ¬ven.β
Je moet het niet leven. Je moet het veranderen.' 'Je begrijpt het niet, hΓ¨?β
Wat begrijp ik niet?β
Dit is het echte leven.
β
β
Jeanette Winterson (Powerbook)
β
Het conflict tussen bedrijven en actievoerders is dat van narcolepsie versus herinnering. De bedrijven hebben geld, macht en invloed. Ons enige wapen is publieke verontwaardiging. Verontwaardiging heeft de Yuccan Dam verhinderd, Nixon afgezet en, ten dele, een einde gemakt aan de wandaden in Vietnam. Maar verontwaardiging is moeilijk tot stand te brengen en te hanteren Allereerst moet je een nauwkeurig onderzoek hebben; in de tweede plaats wijdverbreid bewustzijn; pas als dat een kritische massa heeft bereikt komt publieke verontwaardiging als een explosie tot stand. Elke fase kan gesaboteerd worden. De Alberto Grimaldi's kunnen nauwkeurig onderzoek bestrijden door de waarheid te begraven in commissies, saaiheid en onjuiste informatie, of door de onderzoekers te intimideren. Ze kunnen bewustzijn doven door misleidende educatie, door tv-stations te bezitten, een "vergoeding" te betalen aan invloedrijke schrijvers of gewoon door media op te kopen. In de media - en niet alleen in de Washington Post - voert een democratie zijn burgeroorlogen.
β
β
David Mitchell (Cloud Atlas)
β
Bede
Het is een voldoening te weten
dat je goed hebt gehandeld,
steeds je plicht hebt gedaan,
je gegeven woord hebt gehouden
en nooit meineed hebt gepleegd
om een ander te bedriegen.
Er wacht jou dan ook een lang
leven vol vreugde, Catullus,
na deze onbeantwoorde liefde.
Alle goeds dat mensen elkaar
kunnen zeggen of doen,
heb jij gezegd of gedaan.
Door haar verraad heb je
al je vertrouwen verloren.
Waarom je nog afmartelen?
Verman je, trek je terug
en maak jezelf niet ongelukkig
tegen de wil van de goden.
Het is lastig om een oude
liefde op te geven, het is
lastig, maar noodzakelijk.
Dat is je enige redding,
je enige kans op zege.
Doe het of je nu kan of niet.
Goden die vol mededogen
al zovelen hebt bijgestaan
in het aanschijn van de dood,
red een ongelukkig mens
die voorbeeldig heeft geleefd,
van deze pest en plaag,
van deze onlust die hem
door merg en been drong en
alle levensvreugde benam.
Ik vraag niet dat zij me
zou liefhebben of trouw zou
zijn (dat is onmogelijk)
ik wil alleen van haar genezen.
Goden, gun mij die genade,
ik heb mijn plicht gedaan.
(Paul Claes)
β
β
Catullus
β
Toen onze genen niet meer alle informatie konden opslaan die nodig was om te overleven, vonden we langzamerhand de hersenen uit. Maar toen kwam de tijd, misschien 10.000 jaar geleden, dat we meer moesten weten dan de hersenen gevoeglijk konden bevatten. Dus leerden we enorme hoeveelheden informatie buiten ons lichaam op te slaan. Wij zijn voor zover we weten de enige soort op onze planeet die een gemeenschappelijk geheugen heeft uitgevonden dat noch in onze genen noch in onze hersenen zetelt. De opslagplaats van dat geheugen wordt bibliotheek genoemd.
Een boek wordt gemaakt van een boom. Het is een verzameling vlakke, buigzame delen (nog steeds 'bladen' genoemd), bedrukt met donker gekleurde kriebels. EΓ©n oogopslag en je hoort de stem van iemand anders - misschien een persoon die al duizenden jaren dood is. Millennia na dato spreekt de schrijver, duidelijk en zwijgend, binnen in ons hoofd. De schrijfkunst is misschien wel de grootste van alle menselijke vindingen; ze bindt mensen te zamen, bewoners van ver verwijderde tijdperken die elkaar nooit hebben gekend. Boeken verbreken de kluisters van de tijd, een bewijs dat de mens een tovenaar kan zijn.
β
β
Carl Sagan (Cosmos)
β
Ik zal je helpen God, dat je het niet in mij begeeft, maar ik kan van te voren nergens voor in staan. Maar dit Γ©ne wordt me steeds duidelijker: dat jij ons niet kunt helpen, maar dat wij jou moeten helpen en door dat laatste helpen wij onszelf. En dit is het enige, wat we in deze tijd kunnen redden en ook het enige, waar het op aankomt: een stukje van jou in onszelf, God. En misschien kun nen we ook er aan meewerken jou op te graven in de geteisterde harten van anderen. Ja, mijn God, aan de omstandigheden schijn jij niet al te veel te kunnen doen, ze horen nu eenmaal ook bij dit leven. Ik roep je er ook niet voor ter verantwoording.
I shall try to help You, God, to stop my strength ebbing away, though I cannot vouch for it in advance. But one thing is becoming increasingly clear to me: that You cannot help us, that we must help You to help ourselves. And that is all we can manage these days and also all that really matters: that we safeguard that little piece of You, God, in ourselves. And perhaps in others as well. Alas, there doesnβt seem to be much You Yourself can do about our circumstances, about our lives. Neither do I hold You responsible.
β
β
Etty Hillesum (Het werk)
β
Je kust me
Je sust me
Omhelst me
Gerust me
Je vangt me
Verlangt me
Oneindig, ontbangt me
Je roept me
Je hoort me
Je redt en verstoort me
Gelooft me,
Berooft me
Verstikt en verdooft me
Je ademt en leeft me
Siddert en beeft me
Vertrouwt me
Beschouwt me als mens
En weerhoudt me
Van bozige dromen
Die op komen dagen
De eenzame vragen van eindig geluk
Met je krullen als nacht
Hoe je praat, hoe je lacht
Hoe je stem zo dichtbij als een engel verzacht
In mijn dromen doorstromen
Oneindige leegtes
Je remt me
Je temt me
Je roert en beweegt me
Ik mis je
Ik mis je
Ik grijp je
Ik gris je
Ik wil je
Bespeel je
Ik roer en beveel je
Om bij me te blijven
In donkere nachten
Om niet meer te smachten naar jou
Laat me los
Ik moet nu alleen
En houdt me vast als het nodig is
In gedachten
Ik zoek je in alles om me heen
Maar al denk ik soms dat het zo beter is
Kan ik het niet helpen dat ik je soms mis
Ik smoor je
Bevroor je
Verlos, en verloor je
Weg naar een andere plek maar ik hoor je
Omarm je
Verwarm je
Ik zie je en voel je
Ik aai je
Ik streel je
Ik knuffel en kroel je
Je rijpt me
Begrijpt me
Verwart en misleidt me
Het schrikt me soms af
Hoeveel ik op je lijk nu
Mijn glimlach
Mijn tranen
Mijn liefde
Mijn beleven
Het spijt me van alles
Kom help en bevrijd me
En laat me los
Ik kan het alleen
Maar houd me vast als het nodig is
In gedachten
En ik vind je in alles om me heen
Maar al denk ik soms dat het zo beter is
Kan ik het niet helpen dat ik je mis
Ik kus je
Ik sus je
Ik doof en ik blus je
Je blijft heel dichtbij me
Maar in mijn hoofd rust je
β
β
Maaike Ouboter
β
Het is zonneklaar dat er met BDW en zijn N-VA doodgewoon niet te regeren valt. Eerst liet hij ons 541 dagen verliezen rond Brussel-Halle-Vilvoorde, nudeinst hij er niet voor terug de Vlaamse Raad één jaar lang lam te leggen door Kris Peeters op te zadelen met allicht één jaar lopende zaken, stilletjes hopend vervroegde verkiezingen uit te lokken. Nu laat hij weer zijn visceraal conservatisme blijken: ASO is altijd goed geweest, dus waarom het afschaffen? Altijd teruggrijpen naar het verleden en steeds weer negeren dat we in de postmoderniteit leven waar het huwelijk al lang niet meer de hoeksteen van de gezonde maatschappij is. Wat was er dan zo goed aan dat fameuze ASO? Mijn kinderen weten niet eens welke de literaire codes zijn van Classicisme over Sturm und Drang, Vroegromantiek, Romantiek, Naturalisme, Realisme, Symbolisme, Modernisme, Postmodernisme; hebben nooit geleerd wat de dominerende stromingen in de filosofie zijn, hebben nooit geleerd hoe je een kram in de muur moet kloppen, hoe je een luchter ophangt, hebben wel tot 7 uur per week volkomen nutteloos Latijn gestudeerd, ikzelf 8 uur per week godsdienstlessen gevolgd. Maar uitleggen hoe de sociale dynamica werkt, hoe formele sociale controle de steeds verder achteruitboerende informele controle kan rechttrekken (onmogelijk!), oh neen! Het niveau van ons fameuze ASO is bedroevend laag. Onderwijs is een verlengstuk van de noden van het bedrijfsleven geworden. Geschiedenis? Daar weten mijn kinderen niets van tenzij dat in 1302 een stel Vlaamsche boeren de Franse adel in het zand lieten bijten. Maar dat de Galopin doctrine de Société Générale er niet van weerhield uranium te leveren aan de Nazi's: niets van geleerd. Wij kweken op scholen onderdanige nuttige idioten. En dat wil BDW verderzetten, want je moet al goed idioot zijn om op zulk'n oerconservatieve kwal te stemmen.
β
β
Jean Pierre Van Rossem
β
Als Berthe vraagt of ze ergens trots op is aarzelt ze even en zegt dan dat ze jaren geleden, in dat strafkamertje, waar ze dus inderdaad vaak zat, wat ze eigenlijk prettig vond omdat dan niemand zich met haar bemoeide, dat ze, toen ze nog echt een kind was, probeerde op haar handen te staan met haar voeten tegen de muur, bijna zo lang als het Misearatur duurde en dat dat lukte en dat het haar voor het eerst een ongekend gevoel van vrijheid gaf en dat ze toen, dat ze zich toen afvroeg wat er nog meer kon zijn dat haar vrijheid gaf, maar dat ze dit aan niemand heeft verteld omdat op je handen staan toch niet echt nodig wordt gevonden en ook niet gepast, dus het is iets wat niemand weet.
Een wolk haalt het groene veldje licht en de rode toef op het bureau weg.
Berthe vraagt of ze het nog steeds kan, op haar handen staan, en ze zegt dat ze het al wel drie jaar niet meer heeft gedaan en dat ze nu ook een stuk langer is geworden en Berthe vraagt of ze het voor haar alleen toch nog een keer wil doen, en hoewel het zo lang geleden is en nog nooit iemand heeft gekeken en het vast niet meer goed gaat als iemand naar haar kijkt terwijl ze het doet, omdat alles altijd het beste gaat als niemand kijkt, zegt ze toe, omdat het voor Berthe is en voor niemand anders, ze wil graag iets doen voor Berthe alleen, iets waar Berthe haar om vraagt, daarom probeet ze het, met haar lijf dat zoveel langer is geworden en haar borsten die last hebben van de zwaartekracht, het gaat vijf keer mis en vijf keer zegt ze: Ziet-u-wel-ik-kan-het-niet-meer-en-vroeger-kon-ik-het en de zesde keer staat ze daar op haar handen met haar voeten tegen een blinde wand aan en zegt ze in één teug: Misereatur-mei-omnipotens-Deus-et-dimittat-mihi-omnia-peccata-mea-liberet-me-ab-omni-malo-salvet-et-confirmet-in-omni-opere-bono-et-perducat-me-ad-vitam-aeternam-amen, waarna ze haar voeten weer naar de vloer laat vallen.
β
β
Joke van Leeuwen (Feest van het begin)
β
Je moet je bij het kiezen van een partner niet op één eigenschap vastpinnen. Als je een engel zoekt en alleen op zijn vleugels let, kan het zijn dat je een soepkip scoort.
β
β
Monika Peetz (Dinsdagvrouwen)
β
Een mens kan nou eenmaal niet zomaar uit- en overstappen. Als er onderweg al plekken zijn waar je misschien nog een afsprong had durven wagen, ben je er al voorbij voordat je het doorhebt. Bovendien, waarheen kan een mens anders kijken dan vooruit.
β
β
Arthur Japin (De overgave)
β
Het is prettig om in een stad te lopen die de jouwe niet is. Bij voorkeur met muziek in je oren. Je loopt als het ware rond in je eigen videoclip. Je ziet mensen lopen en lachen, schelden en roepen. Je bent toeschouwer en deelnemer in één. Je maakt er deel van uit en je kijkt ernaar. Je zweeft erdoorheen als een camera op ooghoogte. Je scant. Je ziet niets wat je verrast, maar alles verbaast je. Je bent los van alles wat je kent en iedereen die jou kent. Je zou iemand kunnen spreken, en wat vertellen. Maakt niet uit wat. Alles zou waar zijn en nieuw en vol mogelijkheden. Alles kan opnieuw beginnen in een stad die je niet kent. Dat is het gevoel waarop ik verliefd ben. Dat gevoel vond ik in deze stad.
β
β
Ivo Victoria (Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het mij spijt))
β
Wanneer je als mens sterk geworteld bent, zoals mijn ouders dat waren, kan migratie werken als een zaag en een levenslang trauma veroorzaken. Ik ben meer als de waterplanten in het moerasland, het lowland dat ik in mijn boek beschrijf. Mijn wortels hebben geleerd in het water te dwarrelen, beweeglijk te zijn. Migratie betekent voor mij geen ontworteling meer.
β
β
Jhumpa Lahiri
β
Er zijn een paar veel belangrijkere dingetjes die je niet weet en het eerste is dat je nooit wordt wat je wil worden, onthou dat goed - het is vervelend om 't te beseffen, maar vroeg of laat moet je ermee leren leven, dus je kan 't maar beter meteen weten.
β
β
Paolo Giordano
β
Govinda zei: "Maar is dat, wat jij 'ding' noemt dan iets wat werkelijk bestaat, iets wat wezenlijk is? Is dat niet alleen begoocheling van de Maya, alleen maar verbeeldsel en schijn? Jouw steen, jouw boom, jouw stroom - zijn dat nu dingen die waarachtig bestaan?' 'Ook daarom,' zei Siddhartha, 'bekommer ik mij niet zo erg, Of die dingen nu schijn zijn of niet, als zij schijn zijn, dan ben ik dat ook, en op die manier zijn ze toch altijd gelijk aan mij. Dat is het juist waardoor ze mij zo lief en zo eerbiedwaardig worden: zij zijn zoals ik. Dat is de reden waarom ik van ze houden kan En dit is nu weer zo'n leer, waarom je wel zult lachen: de liefde, Govinda, schijnt mij het belangrijkst van alles te zijn. De wereld te doorgronden, haar verklaren, haar verachten, dat laat ik graag aan grote denkers over. Voor mij is het alleen van belang dat ik van die wereld kan houden, haar niet hoef te verachten, haar en mijzelf niet hoef te haten, haar en mijzelf, en alles wat bestaat, met liefde, bewondering, en eerbied beschouwen kan.
β
β
Hermann Hesse
β
Oud manager Heineken: 'Ik kan je vanuit de grond van mijn hart zeggen dat we bij Heineken zaken willen verbeteren en positief willen bijdragen aan de samenlevingen waar we opereren. We proberen ons aan alle regels te houden, hoe moeilijk dat ook is. Het steekt me dat dat onderuit wordt gehaald met opmerkingen dat alles voor ons marketing en commercie is. Het is heel lastig om een eiland van perfectie te zijn in een zee van ellende, maar twijfel niet aan de oprechtheid.'
Heineken als eiland van perfectie. En Afrika? Het continent waar Heineken sinds meer dan een eeuw vele miljarden heeft verdiend? 'Een zee van ellende.'
Maar twijfel niet aan de goede bedoelingen.
β
β
Olivier van Beemen (Bier voor Afrika)
β
Ik wil een keer een film maken die over het leven vΓ³Γ³r de dood gaat, waarin alles te zien is wat er allemaal bestaat voor je doodgaat, maar ik bedoel daar vooral mee dat je niet ongemerkt doodgaat en daarna nog jarenlang blijft doorleven zonder dat de dingen je iets te zeggen hebben. Zoiets kun je juist heel goed in een film laten zien, omdat het dan net is of je er zelf bij bent. Ik wil iets met die beelden proberen te doen die ik soms zie wanneer ik tegen Cristinaβs warme lichaam aan lig. Volgens mij begrijpen de mensen precies waar je het over hebt, als je het goed doet, om ze te laten zien wat werkelijk belangrijk is in de wereld, dat dat vaak veel minder kan zijn dan dat je een heel verhaal moet gaan zitten vertellen. Er zijn altijd dingen die groter zijn dan jezelf, dat merk je vooral wanneer je ergens βs nachts bent met allemaal donkere heuvels om je heen, of wanneer je van die gigantische golven tegen de rotsen ziet beuken. Dan weet je dat het allemaal ergens anders vandaan komt en niet uit jezelf, dat je alleen maar goed moet kunnen luisteren om te weten wanneer het zover is.
Wie de grote bewegingen ziet weet ook dat hij niet alleen is, wie daar geen oog voor heeft kan het verder wel vergeten.
β
β
Herman Koch
β
Renn is helemaal alleen en dat... dat wezen kan wel overal zijn.'
'Dat kan me niet schelen.'
'Jawel, dat kan je wel schelen. Als Renn iets zou overkomen, zou je het jezelf nooit vergeven.
β
β
Michelle Paver (Outcast (Chronicles of Ancient Darkness, #4))
β
Een persoon kan ongeveer 3000 boeken lezen in zijn leven. Geef jij iets vijf sterren, dan zeg je eigenlijk: dat moet een van die 3000 boeken zijn. Een liefhebber zou het liefst 3000 meesterwerken lezen. Dus al die drie en vier sterrenboeken: ik lees ze niet, en als het vijf sterren heeft zonder dat het in de 3000 thuishoort dan zijn we getuige van een literaire misdaad.
β
β
Martijn Benders
β
Parijs kan aanvoelen als een troosteloos tankstation en een troosteloos tankstation als Parijs, afhankelijk van met wie je er bent.
β
β
Arjen van Veelen (Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken (Dutch Edition))
β
Een kanttekening van het strand.
Hallo.
Ik ben het strand.
Ontstaan door golven en stromingen.
Ik ben gemaakt van geΓ«rodeerd gesteente.
Ik lig vlak aan zee.
Ik ben er al miljoenen jaren.
Ik was er al toen het leven zelf ontstond.
En ik moet je iets vertellen.
Je lichaam kan me niets schelen.
Ik ben een strand.
Het kan me echt geen reet schelen.
Je vetpercentage boeit me absoluut niet.
Dat je buispieren zichtbaar zijn, maakt geen indruk op me.
Het laat me koud.
Je bent een van de tweehonderdduizend generaties mensen.
Ik heb ze allemaal langs zien komen.
De generaties na jou zal ik ook zien.
Dat zullen er minder zijn. Sorry.
Ik hoor wat de zee me influistert.
(De zee haat jullie. De vergiftigers. Zo noemt hij jullie. Ik weet het, een beetje melodramatisch. Maar dat is wat jullie voor de zee zijn. Drama.)
En ik moet je nog iets zeggen.
Ook de andere mensen op het strand zijn niet geboeid door jouw lijf.
Echt niet.
Ze kijken naar de zee, of zijn druk bezig met hun eigen uiterlijk.
En als ze wel iets van je vinden, wat kan jou dat schelen?
Waarom maak je je zorgen over de meningen van een vreemde?
Doe wat ik doe. Laat het van je afglijden.
Je mag jezelf zijn.
Gewoon zijn.
Gewoon stranden.
β
β
Matt Haig (Notes on a Nervous Planet)
β
Van zichzelf mag hij er niet zijn, dat hij er toch is komt omdat hij het zijn ouders niet aan kan doen er niet te zijn. Geen liefde kan aan de sensatie er van jezelf niet te mogen zijn een eind maken, daarom moet je er ook niemand mee lastig vallen.
β
β
Arnon Grunberg (Moedervlekken)
β
Het is onvoorstelbaar hoe nacht het 's nachts kan zijn.
β
β
Ronald Giphart (Ik omhels je met duizend armen)
β
Onze grootste tekortkoming in de manier waarop we omgaan met zieken en ouderen is dat we niet zien dat er dingen zijn die belangrijker zijn dan veiligheid en langer leven; dat de kans je eigen verhaal te maken essentieel is om het leven zinvol te houden,
β
β
Tim Bauerschmidt (Driving Miss Norma (Dutch Edition))
β
Als klein meisje hield ik erg van wat ik 'boekjes maken' noemde. Ik nam een opschrijfboekje en plakte er plaatjes in, maakte tekeningen, experimenteerde met Prittstift en puntenslijpsel (dat wordt gewoon heel mooi samen, echt) en schreef op wat ik allemaal meemaakte.
'We zijn vandaag naar Paleis 't Loo geweest', bijvoorbeeld, 'Het was er heel mooi want de koningin heeft daar vroeger gewoond.' Of: 'Ik heb een nieuw badpak gekregen. Het is heel tof met roze en paars en mama zegt dat het een echt wedstrijdbadpak is.' De belevenissen van een achtjarige. Veel later, als dertienjarige, chagrijnige, prehormonale puber, schreef ik cynisch commentaar in de kantlijn van mijn kleinemeisjesdagboek: 'Ja hoor', en: 'Leuk voor je.'
Weer later, toen ik zeventien was en op zoek naar lege blaadjes voor mijn weltschmerz-poezie, werd ik boos op de dertienjarige die zo cru was tegen dat kleine enthousiaste meisje. Zo gemeen vond ik het. Als een reaguurder avant la lettre, een agressieve internettrol die zo nodig moet zeiken op iemand die gewoon gezellig iets wil vertellen. Weliswaar niet op internet - dat was nog lang niet uitgevonden - maar op mijn eigen, persoonlijke web van negentientoen naar tweeduizendzoveel.
Als dertienjarige verachtte ik het achtjarige kind dat ik was geweest, en als zeventienjarige verachtte ik de dertienjarige. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Een leven lang, om precies te zijn. Want die gedichten waarvoor ik ruimte zocht in mijn dagboekjes, die dikdoenerij die ik maakte toen ik zeventien was, daar kon ik me als drieentwintigjarige alweer danig aan ergeren, en zo blijf je aan de gang.
Maar, zoals The Lau het zo mooi zong in 'Rode Aarde':
Edelman of bedelman
Het zal je kind maar zijn
De sterrenhemel leert
Verschil is klein
Vergeet niet wie je bent
Is wie je altijd bent geweest
β
β
Claudia de Breij (Neem een geit)