Je Doet Het Goed Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Je Doet Het Goed. Here they are! All 13 of them:

Als je een goed boek leest, ontsnap je niet aan het leven, je stort je er juist dieper in. Er kan sprake zijn van een oppervlakkige ontsnapping – in verschillende landen, mores, spraakpatronen – maar wat je in wezen doet is je begrip versterken van de subtiliteiten, paradoxen, vreugde, pijn en waarheden van het leven. Leven en lezen zijn geen onderscheiden maar symbiotische waarden.
Julian Barnes (Through the Window: Seventeen Essays (and One Short Story))
Je zult nu nog niet begrijpen wat ik bedoel, maar op een dag wel: de enige truc voor vriendschap is volgens mij dat je mensen uitzoekt die beter zijn dan jij – niet slimmer of populairder, maar aardiger, guller en vergevingsgezinder – en dat je die waardeert om wat je van ze kunt leren, dat je je best doet naar ze te luisteren als ze je iets over jezelf vertellen, hoe slecht – of goed – het ook is, en dat je ze vertrouwt, wat het allermoeilijkste is. Maar ook het allermooiste.
Hanya Yanagihara (A Little Life)
Je kunt een depressie op verschillende manieren proberen weg te werken. Je kunt naar Bachs orgelwerken luisteren in de Kerk van onze Verlosser. Je kunt een streep superhumeur in poedervorm op een zakspiegel leggen met een scheermes, en dat innemen met een rietje. Je kunt om hulp roepen. Bijvoorbeeld via de telefoon, zodat je zeker weet wie het hoort. Dat is de Europese manier. De hoop dat je al handelend je problemen oplost. Ik kies voor de Groenlandse manier. Die komt erop neer dat je afdaalt in het sombere humeur. Dat je je nederlaag onder de microscoop legt en je eraan te goed doet. Als het echt helemaal mis is - zoals nu -, dan zie ik een zwarte tunnel voor me. Daar ga ik naar toe. Ik leg mijn nette kleren weg, mijn ondergoed, mijn veiligheidshelm en mijn Deense paspoort, en dan ga ik de duisternis in.
Peter Høeg (Smilla's Sense of Snow)
Er zijn eenvoudige, korte oefeningen die het lichaam in kort bestek afmatten en dus tijd besparen, en vooral dat laatste moeten we goed bijhouden. Ga bijvoorbeeld hardlopen, of oefenen met gewichten, of springen. Je kunt hoog- of verspringen, of laat ik zeggen 'ritueel dansen' of, om het banaler te zeggen, stampen als de wasman in zijn tobbe. Kies maar, het is allemaal simpel en gemakkelijk om te doen.Maar wat je ook doet, keer snel weer terug van het lichaam naar de ziel! Want die moet je dag en nacht trainen, die wordt door matige inspanning gevoed. En dat soort training wordt niet belet door kou of hitte, nee, niet eens door ouderdom. Richt je op iets goeds dat op den duur alleen maar beter wordt. En ik zeg niet dat je altijd boven je boeken of schrijftafeltjes moet zitten. Laat je geest ook eens wat anders doen, maar dan zo dat het ontspannend werkt en niet ontkrachtend. Een tochtje in de wagen schudt de ledematen los, zonder de studie te beletten: je kunt iets lezen of dicteren, je kunt praten of luisteren, allemaal dingen die ook tijdens een wandeling mogelijk zijn.
Seneca
Als Berthe vraagt of ze ergens trots op is aarzelt ze even en zegt dan dat ze jaren geleden, in dat strafkamertje, waar ze dus inderdaad vaak zat, wat ze eigenlijk prettig vond omdat dan niemand zich met haar bemoeide, dat ze, toen ze nog echt een kind was, probeerde op haar handen te staan met haar voeten tegen de muur, bijna zo lang als het Misearatur duurde en dat dat lukte en dat het haar voor het eerst een ongekend gevoel van vrijheid gaf en dat ze toen, dat ze zich toen afvroeg wat er nog meer kon zijn dat haar vrijheid gaf, maar dat ze dit aan niemand heeft verteld omdat op je handen staan toch niet echt nodig wordt gevonden en ook niet gepast, dus het is iets wat niemand weet. Een wolk haalt het groene veldje licht en de rode toef op het bureau weg. Berthe vraagt of ze het nog steeds kan, op haar handen staan, en ze zegt dat ze het al wel drie jaar niet meer heeft gedaan en dat ze nu ook een stuk langer is geworden en Berthe vraagt of ze het voor haar alleen toch nog een keer wil doen, en hoewel het zo lang geleden is en nog nooit iemand heeft gekeken en het vast niet meer goed gaat als iemand naar haar kijkt terwijl ze het doet, omdat alles altijd het beste gaat als niemand kijkt, zegt ze toe, omdat het voor Berthe is en voor niemand anders, ze wil graag iets doen voor Berthe alleen, iets waar Berthe haar om vraagt, daarom probeet ze het, met haar lijf dat zoveel langer is geworden en haar borsten die last hebben van de zwaartekracht, het gaat vijf keer mis en vijf keer zegt ze: Ziet-u-wel-ik-kan-het-niet-meer-en-vroeger-kon-ik-het en de zesde keer staat ze daar op haar handen met haar voeten tegen een blinde wand aan en zegt ze in één teug: Misereatur-mei-omnipotens-Deus-et-dimittat-mihi-omnia-peccata-mea-liberet-me-ab-omni-malo-salvet-et-confirmet-in-omni-opere-bono-et-perducat-me-ad-vitam-aeternam-amen, waarna ze haar voeten weer naar de vloer laat vallen.
Joke van Leeuwen (Feest van het begin)
Ik heb een speciale klus voor je, Gé.' … 'Is dit zo'n klus waarbij je een grote beloning krijgt als je het goed doet?' 'Nee,' antwoordde Carla. 'Dit is zo'n klus waarbij je een pijnlijke beloning krijgt als je het verkeerd doet.' Turf zuchtte. Was er dan nooit meer eens iemand aardig?
Eoin Colfer (The Eternity Code (Artemis Fowl, #3))
Ik wil een keer een film maken die over het leven vóór de dood gaat, waarin alles te zien is wat er allemaal bestaat voor je doodgaat, maar ik bedoel daar vooral mee dat je niet ongemerkt doodgaat en daarna nog jarenlang blijft doorleven zonder dat de dingen je iets te zeggen hebben. Zoiets kun je juist heel goed in een film laten zien, omdat het dan net is of je er zelf bij bent. Ik wil iets met die beelden proberen te doen die ik soms zie wanneer ik tegen Cristina’s warme lichaam aan lig. Volgens mij begrijpen de mensen precies waar je het over hebt, als je het goed doet, om ze te laten zien wat werkelijk belangrijk is in de wereld, dat dat vaak veel minder kan zijn dan dat je een heel verhaal moet gaan zitten vertellen. Er zijn altijd dingen die groter zijn dan jezelf, dat merk je vooral wanneer je ergens ’s nachts bent met allemaal donkere heuvels om je heen, of wanneer je van die gigantische golven tegen de rotsen ziet beuken. Dan weet je dat het allemaal ergens anders vandaan komt en niet uit jezelf, dat je alleen maar goed moet kunnen luisteren om te weten wanneer het zover is. Wie de grote bewegingen ziet weet ook dat hij niet alleen is, wie daar geen oog voor heeft kan het verder wel vergeten.
Herman Koch
In Nuenen heeft Vincent van Gogh gewoond, om precies te zijn van 5 december 1883 tot 24 november 1885. Geen dag langer, geen moment eerder. De schilder was een jaar of dertig en woonde bij zijn ouders, in de pastorie midden in het oude dorp: Berg 26. Hij werkte hard en had het zwaar, zoals altijd. Het beroemdste doek dat hij in Nuenen schilderde, was 'De aardappeleters'. Intussen flirtte hij met het buurmeisje. De pastorie staat er nog steeds, in Nuenen. En er woont ook nog steeds een dominee - in dit geval dominee Wijlhuizen, die op zijn houten naambordje naast de bel in het Nederlands en het Engels heeft staan dat aanbellen geen zin heeft en dat in het huis geen rondleidingen worden gegeven. Toch maar even aanbellen. Wat is het geval? In de tuin van de pastorie staat een perenboom, die Van Gogh zou hebben geschilderd. En de dominee heeft een kapvergunning voor de boom aangevraagd, want de boom is hartstikke dood. Dit heeft onmiddellijk tot een storm van verontwaardiging in Nuenen geleid - een boom omkappen die Van Gogh geschilderd heeft, schande! Dat is cultureel en historisch erfgoed, daar blijf je met je tengels van af! Goed. De dominee doet vrijwel onmiddellijk open. Het is een frisse, blakende man met ironische bruine ogen. Hij ziet er niet uit als een dominee, maar dat komt misschien omdat ik al zo lang niet in de kerk ben geweest. Hij doet meer aan een dierenarts denken. Vrolijk gaat hij me voor naar de achtertuin van de pastorie. In de keuken zit zijn vrouw de krant te lezen. De dominee begrijpt alle commotie niet zo goed. Van Gogh heeft de boom geschilderd - het schilderij is dan toch het erfgoed, of niet? Kijk, daar staat de boom.
Martin Bril (Heimwee naar Nederland)
Je bent inderdaad lelijk,’ je bent kaal van de chemo en je wangen staan bol van de prednison'. Ik vind deze citaat uit het boek heel kwetsend overkomen. Zeker naar de mensen toe die te maken hebben met kanker of een persoon hebben verloren aan kanker. Het wilt niet zeggen omdat je kanker hebt dat je lelijker bent in tegendeel het maakt je als persoon juist zo veel mooier en sterker. Maar ik vind het goed van de auteur dat ze deze citaat heeft verwerkt in haar boek. Het doet mensen dieper nadenken over deze zin en namelijk hoe kwetsend dit soms kan overkomen. Want kanker is nu eenmaal een ziekte waar je respect en liefde moet voor tonen voor de mensen die hier aan lijden. " ik zie je tussen de wolken" Ik vind dit een heel mooie en doordachte citaat. Het verwijst ook meteen naar de titel van het boek. Als je verder in het boek leest zie je een evolutie dat Casper er dagelijks slechter aan toe gaat door zijn leukemie. Aan het einde van het boek sterft Casper aan leukemie. Ik vind daarom '" ik zie je tussen de wolken" een heel mooi citaat. Het verwijst ernaar als je een persoon verliest zoals Casper die heel veel voor je betekend nog altijd dicht bij jou is. Doordat je naar de wolken kijkt zie je die persoon die je mist en waarvan je houdt.
Silke Van Bellingen
Ik kan echt dolgelukkig worden van logica, van goed ontwerp, of van spreekwoordelijke puzzelstukjes die op hun plek vallen. Positieve prikkels, noem ik ze. Ze ‘klikken’ in mijn hoofd, waardoor de andere prikkels uitgevlakt worden. Het gevoel dat erbij hoort, doet denken aan Tetris: het moment dat je met de blokjes een lijn creëert, zie je een flits, verdwijnt de rommel en ontstaat er ruimte.
Bianca Toeps (Maar je ziet er helemaal niet autistisch uit)
Je oude leven is dan als een jurk die niet meer past. Je schouders komen niet meer op hun plek, de rits gaapt open en hoe hard je ook je best doet, je hebt een nieuwe jurk nodig. Je ontdoet je letterlijk van dat wat niet past en wordt een versie dichtbij de dag dat je puur naakt en schreeuwend op aarde kwam.
Eva Daeleman (En dan vraag ik me af: doe ik het goed, het leven?)
Als ik één ding heb ontdekt in het leven, dan is het wel dit: Als je heel diep over iets nadenkt, dan kom je altijd bij iets uit dat niet klopt. Probeer maar eens — klopt altijd! … Je komt altijd bij een tegenstrijdigheid uit. Ons hele leven hier op aarde is in feite één grote onverklaarbare tegenstrijdigheid…. Je moet gewoon niet te diep nadenken en dan klopt alles… Als je wel nadenkt, dan kan het niet anders of je zegt ons hele leven hier op aarde – het is één groot mysterie – het is één grote onverklaarbare tegenstrijdigheid. Ja, dat zit nu één keer in ons mensen ingebakken dat wij dat niet zo goed kunnen hebben dat iets tegenstrijdig is. Daar kunnen we niet zo goed tegen. Maar ja, dat vind ik nou weer het mooie van humor. Want wat doet humor? Humor pakt juist twee tegenstrijdige zaken, die flink haaks op elkaar staan, koppelt die juist aan elkaar met een grapje. Je moet lachen, want de tegenstrijdigheid is even opgelost, klaar – de rest van de dag vrij. Dus wat de wetenschap in eeuwen nog niet is gelukt, dat lukt de humor in een paar tellen. Dus de waarheid zit in humor, niet in het serieuze. Dit meen ik niet serieus, dat was maar een grapje,… ja hé, want anders zou het niet waar zijn. Als ik zeg dat waarheid zit in het niet-serieuze, is dat alleen maar waar als ik het niet meen – maar wel waar. Nou, u moet het trouwens niet serieus opvatten hoor, wat ik hier nu allemaal beweer, alstublieft nee, want ik meen het wel degelijk.
Herman Finkers
Heimwee heeft niets met esthetisch gevoel te maken, het is ook niet eens verbonden met een gelukkige herinnering, je hebt heimwee naar een plaats om de eenvoudige reden dat je er hebt gewoond, of je het er nu goed of slecht hebt gehad, het verleden is altijd mooi, en de toekomst trouwens ook, alleen het heden doet pijn, je draagt het met je mee als een lijdensgezwel dat je altijd vergezelt tussen twee oneindigheden van vredig geluk.
Michel Houellebecq (Soumission)