Je Bent Mijn Alles Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Je Bent Mijn Alles. Here they are! All 11 of them:

Alles waar je je wil en je aandacht op richt, wordt onzichtbaar, onbereikbaar, dat is tenminste mijn ervaring. Je ziet de dingen pas werkelijk uit je ooghoeken, als je eigenlijk ergens anders mee bezig bent. Het is net of de werkelijkheid zich dan gepasseerd voelt, het niet neemt en zich aan je opdringt.
Harry Mulisch (Twee vrouwen)
Wie een berg sloopt bouwt een nieuwe berg want niets gaat verloren, alles helpt vet om kaarsen te maken, baleinen om eelt weg te snijden, melk om lippen te laten glanzen, beenderen om je je haren te zien kammen een pels om je op neer te leggen zodat de sterrenhemel eindelijk kan ontstaan zolang je er niet bent is er hoop ik wou dat je voor me kwam staan tussen mij en de zon om de zon door je heen te zien stralen om de vlekken onder mijn oogleden te zien wegdrijven en daarna niets meer te zien kom me halen liefste withete zon van me.
Peter Verhelst (Nieuwe sterrenbeelden)
Ik weet niet of er woorden bestaan die de geur van je huid kunnen vangen, het beweeglijke licht in je ogen, de warmte die in me opspringt zodra je me aanraakt, het rulle gevoel van je haar aan mijn vingertoppen, de bloemblaadjestere huid van je oogleden tegen mijn lippen. Als daar woorden voor waren, kon ik alles snel vastleggen op papier voor als je er niet bent (en dat is dikwijls).
Hanny Michaelis (Verzamelde gedichten)
Gelukkig wil niet iedereen in hetzelfde domein de beste zijn, anders gaf dat een hoop verliezers, gelijk aan de wereldbevolking min één. Je kunt de verstandigste man van Europa willen zijn. Maar je kunt je ook, zoals mijn dochter, tevreden stellen met de beste hamsterverzorgster van de straat te zijn. Op die manier is het aan nogal wat mensen gegeven toch èrgens de beste in te zijn. En als je niet de beste bent, dan toch de aardigste, diegene van wie het meest gehouden wordt, ach nee, niet door iedereen, alleen door dat sproetenmeisje van om de hoek, nee, niet de mooiste van de straat, maar van alle lelijke de leukste. Maar hoe minimaal je het ook formuleert: het blijven superlatieven. Geef mij één superlatief om mee te leven. Laat mij van één iemand de liefste zijn.
Herman de Coninck (De flaptekstlezer)
(Ik luister naar hem, en als hij de scène van de koppelaar en het meisje dat verleid wordt voordraagt, word ik door twee tegengestelde opwellingen aangegrepen, ik weet niet of ik moet lachen of kwaadworden. Ik heb het er moeilijk mee: tien keer onderdrukt een schaterlach mijn woede, tien keer eindigt mijn diepe verontwaardiging in een schaterlach. Ik ben geheel van streek door zoveel scherpzinnigheid en laaghartigheid, door de afwisseling van zulke juiste en zulke verkeerde denkbeelden, door een zo totale perversiteit der gevoelens, een zo grote verdorvenheid en een zo ongewone openhartigheid. Hij merkt de strijd die in mij woedt en vraagt: Wat is er?) IK. Niets. HIJ. U schijnt in de war te zijn. IK. Dat ben ik ook. HIJ. Maar wat raadt u me dan aan? IK. Over iets anders te praten. Ach, ongeluksvogel, bent u altijd zo geweest of bent u zo diep gezonken? HIJ. Dat geef ik toe. Maar trekt u zich mijn toestand niet zo aan. Het was niet mijn bedoeling u verdriet te doen, toen ik mijn hart voor u uitstortte. Ik heb bij die mensen nog wat gespaard. Zoals u weet kreeg ik alles wat ik nodig had, absoluut alles, en ze gaven me nog wat extra zakgeld voor mijn persoonlijke pleziertjes. (Dan begint hij met zijn vuisten op zijn voorhoofd te slaan, zich op de lippen te bijten en met een verwilderde blik naar het plafond te staren, terwijl hij uitroept: Wat gebeurd is, is gebeurd. Ik heb wat opzij gelegd, de tijd is voorbij gegaan en dat is al veel gewonnen.) IK. U bedoelt zeker verloren? HIJ. Nee, nee, gewonnen. Men wordt elke minuut rijker: een dag minder te leven of een daalder meer, dat is precies eender. Het belangrijkste is toch iedere avond lekker op je gemak, vrij en overvloedig naar de plee te kunnen gaan: 'O stercus pretiosum!' Dat is het grote doel van het leven in alle rangen en standen. Op het laatste moment zijn we allemaal even rijk: Samuel Bernard die door diefstal, zwendel en fraude zevenentwintig miljoen in goud nalaat, en Rameau, die niets nalaat, Rameau die van de armen zal worden begraven.
Denis Diderot
Is liefde dan competitief?
Ja natuurlijk.
Je wilt toch altijd iemands liefste zijn: dat verschilt niet zoveel van: je wil toch altijd ergens de beste in zijn. Gelukkig wil niet iedereen in hetzelfde domein de beste zijn, anders gaf dat een hoop verliezers, gelijk aan de wereldbevolking min één. Je kunt de verstandigste man van Europa willen zijn. Maar je kunt je ook, zoals mijn dochter, tevreden stellen met de beste hamsterverzorgster van de straat te zijn. Op die manier is het aan nogal wat mensen gegeven toch èrgens de beste in te zijn. En als je niet de beste bent, dan toch de aardigste, diegene van wie het meest gehouden wordt, ach nee, niet door iedereen, alleen door dat sproetenmeisje van om de hoek, nee, niet de mooiste van de straat, maar van alle lelijke de leukste. Maar hoe minimaal je het ook formuleert: het blijven superlatieven. Geef mij één superlatief om mee te leven. Laat mij van één iemand de liefste zijn.
Herman de Coninck (De flaptekstlezer)
... terwijl ik mijn gezicht in de spiegel bekijk. Dat verandert van dag tot dag. Sommige dagen meer dan andere. Niet veel, natuurlijk, maar als je goed kijkt, als je oefent, je concentreert, dan kun je de minuscule veranderingen in de huid zien, de rimpel in mijn voorhoofd die in de loop van de nacht is veranderd, misschien maar een halve millimeter. Maar je ziet het. Als je oefent. Je contouren die dunner worden, je silhouet dat vervaagt. Je bent nog niet helemaal verdwenen. Dat duurt een hele poos. Jaren. Maar je verdwijnt. Je verdwijnt voor jezelf, wordt een ander, elke dag. Je bent niet meer wie je ooit was. De microscopisch kleine cellen die je gezicht vormen op de foto die je ouders in de kamer hebben hangen, zijn weg, vervangen door nieuwe. Je bent niet meer wie je was. Maar ik ben er nog wel, de atomen wisselen van plek, niemand kan de bokkensprong van de quarks controleren. Zo is het ook met de mensen van wie je houdt. Met bijna stilstaande snelheid verkruimelen ze in je armen en je zou willen dat je je aan iets bestendigs in hen kon vastklampen, hun skelet, hun tanden kon vastpakken, de hersencellen, maar dat kun je niet, want bijna alles is water en het heeft geen zin dat vast te houden. Alle sporen verdwijnen, stukje bij beetje. En later verdwijnen de sporen die ze hebben achtergelaten, het huis waarin ze woonden, de tekeningen die ze voor je maakten, de woorden die ze op briefjes schreven. De herinneringen waarmee je achterblijft zullen uiteindelijk ook loslaten, als oud behang, en mettertijd zal het niet meer mogelijk zijn om antwoord te geven op de vraag of er op deze planeet aan de rand van dit perifere zonnestelsel ooit leven is geweest.
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
Het is ongelooflijk dat het verlies van iemand die je liefhebt je lichaam zo kan onttakelen. Alles doet zeer. Mijn botten, Mijn spieren, huid, heel mijn lijf reageert op mijn verdriet. Maar er komt een moment dat je te moe bent om nog te huilen, en je jezelf terug vind terwijl je alleen nog maar voor je uit kunt staren.
Simone van der Vlugt (Jacoba, Dochter van Holland)
Mijn broer zegt dat de filosofie een hoge alpenpas is, slechts toegankelijk langs een steil, met stenen bezaaid en met doornen overwoekerd pad: een eenzame weg, steeds verlatener naarmate men hoger stijgt en dat, wie dat pad begaat, geen angst mag kennen, alles achter zich moet laten en zich, aldus getroost, in de ijzige sneeuw een weg moet banen. Zijn eigen weg. "Vaak," zegt mijn broer, "komt men dan onverwachts voor een afgrond te staan en ziet men in de diepte het groene dal. Men voelt dan de aandrang," zegt hij, "in de zuigende diepte te willen springen. Dan echter moet men standvastig zijn en desnoods de voetzolen met het eigen bloed aan de bodem lijmen." 'Zie je wel,' onderbrak Ottilie, 'je bent ongesteld.
Louis Ferron (Niemandsbruid)
Alles is zo makkelijk zolang je in je eentje bent. Dan ben ik er alleen en mij kan het geen bal schelen hoe ik eruitzie of wat er binnen in mijn hoofd omgaat. Ik ben wie ik ben en dat ik oké.
Oskar Kroon (Vänta på vind)
Dit avontuurlijke leven dat mijn hartstocht is, waarin je alles op het spel zet, waarin je als je verliest je weer opnieuw begint, dit rijke leven dat altijd iets nieuws geeft aan degenen die van het risico houden, dit leven waarin je intens gespannen bent tot de diepste vezels van je wezen, dit leven dat in ons klopt zodra we in beweging komen, zodra we uit het raam springen om het avontuur in te gaan het avontuur dat binnen het bereik van allen ligt, zelfs op de overloop van je huis als je er intens naar verlangt. dit leven waarin je je nooit gewonnen zult geven, omdat je op hetzelfde moment dat je een slag verloren hebt een andere voorbereidt in de hoop ditmaal te winnen, deze levenshonger die je nooit moet trachten te stillen, waarmee je op onverschillig welke leeftijd, in onverschillig welke situatie, je altijd jong moet voelen, om te leven, te leven, in volle vrijheid, zonder enige barrière die je kan beperken tot welke categorie of welke gemeenschap dan ook.
Henri Chappière