Ik Wil Dood Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Ik Wil Dood. Here they are! All 17 of them:

Ik lach er mee, maar ik vraag mij af waarom de mensen niet gebleven zijn lijk de andere dieren, waarom wij en wij alleen moesten gekruisigd worden met die hel van het verstand dat alles wil ontleden en begrijpen, en dat ons niets bijbrengt dan vloeken en tranen. Hebt ge dat ooit van een beest geweten? Ze eten en slapen, ze drinken, paren en gaan dood, en ze zijn gelukkig. Wij niet, wij hebben het verstand dat ons doet vragen: waarom? En datzelfde verstand dat ons zegt: er is geen waarom, en als er toch een waarom moest zijn dan is er geen antwoord op.
Louis Paul Boon (De voorstad groeit)
De dokters zijn bezeten van het idee dat ik moet blijven leven. Als ik dood wil, dan zal ik het zelf moeten uitzoeken.
Martje van der Brug
De periode waarin mijn ouders het bezit van een mobiele telefoon met elkaar deelden, was te kort geweest voor mijn vader om het gebruik ervan in veel detail aan mijn moeder uit te leggen. Dat kwam mooi uit, want mijn moeder is niet geïnteresseerd in hoe dingen werken. Ze wil alleen maar dát het werkt. Dat is het mooie aan oud worden: je leert de overbodigheid van kennis waarderen. Na mijn vaders dood hield mijn moeder de gsm. Nu kan ze opnemen, bellen, haar prepaidkaart laden en zelfs sms'en. Het instellen van de voicemail daarentegen is een concept dat haar idee van de maakbare wereld ver overstijgt. Dus toen ik mijn moeder belde was het mijn vader die opnam. Het deed goed zijn stem weer te horen. Alleen jammer dat hij ook nu weer zei dat hij eventjes niet bereikbaar was.
Ivo Victoria (Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het mij spijt))
Wij hebben er enkel toch maar op los geleefd, en geliefd; en nu wil je, dat ik ernstig word, en je hebt me nog niet een gefeliciteerd dat ik van dat hok af ben ! Wil je soms dat ik naar een ander kantoor toe ga? Je weet niet wat het is ! De hele dag een soort geknaag in je binnenste, en dat onterende gevoel van telkens met een ruk heen en weer getrokken te worden van en naar huis, waar je enkel komt om te eten en te slapen. Want omdat de hele dag dood is, wil je ’s avonds leven ; n daarom ga je aan een schijnleven doen ; dansen en de bioscoop, en als maar in een vaartje boeken uitrennen, waarin mensen echt leven. En zelf ben je geen mens, maar een marionet
A. den Doolaard (Wampie)
Bede Het is een voldoening te weten dat je goed hebt gehandeld, steeds je plicht hebt gedaan, je gegeven woord hebt gehouden en nooit meineed hebt gepleegd om een ander te bedriegen. Er wacht jou dan ook een lang leven vol vreugde, Catullus, na deze onbeantwoorde liefde. Alle goeds dat mensen elkaar kunnen zeggen of doen, heb jij gezegd of gedaan. Door haar verraad heb je al je vertrouwen verloren. Waarom je nog afmartelen? Verman je, trek je terug en maak jezelf niet ongelukkig tegen de wil van de goden. Het is lastig om een oude liefde op te geven, het is lastig, maar noodzakelijk. Dat is je enige redding, je enige kans op zege. Doe het of je nu kan of niet. Goden die vol mededogen al zovelen hebt bijgestaan in het aanschijn van de dood, red een ongelukkig mens die voorbeeldig heeft geleefd, van deze pest en plaag, van deze onlust die hem door merg en been drong en alle levensvreugde benam. Ik vraag niet dat zij me zou liefhebben of trouw zou zijn (dat is onmogelijk) ik wil alleen van haar genezen. Goden, gun mij die genade, ik heb mijn plicht gedaan. (Paul Claes)
Catullus
Ik wil een keer een film maken die over het leven vóór de dood gaat, waarin alles te zien is wat er allemaal bestaat voor je doodgaat, maar ik bedoel daar vooral mee dat je niet ongemerkt doodgaat en daarna nog jarenlang blijft doorleven zonder dat de dingen je iets te zeggen hebben. Zoiets kun je juist heel goed in een film laten zien, omdat het dan net is of je er zelf bij bent. Ik wil iets met die beelden proberen te doen die ik soms zie wanneer ik tegen Cristina’s warme lichaam aan lig. Volgens mij begrijpen de mensen precies waar je het over hebt, als je het goed doet, om ze te laten zien wat werkelijk belangrijk is in de wereld, dat dat vaak veel minder kan zijn dan dat je een heel verhaal moet gaan zitten vertellen. Er zijn altijd dingen die groter zijn dan jezelf, dat merk je vooral wanneer je ergens ’s nachts bent met allemaal donkere heuvels om je heen, of wanneer je van die gigantische golven tegen de rotsen ziet beuken. Dan weet je dat het allemaal ergens anders vandaan komt en niet uit jezelf, dat je alleen maar goed moet kunnen luisteren om te weten wanneer het zover is. Wie de grote bewegingen ziet weet ook dat hij niet alleen is, wie daar geen oog voor heeft kan het verder wel vergeten.
Herman Koch
Mensenkennis is niet mijn sterkste kant, maar dromen kan ik als de beste. Ik heb vaste dromen. Een gaat over mijn ouderdom, en het eind daarvan: mijn dood. Ik ben een zonderling geworden maar mijn geest is helder. Het huis is vervallen, ik kan niet alles meer bijhouden. Mensen bezoeken mij zelden, de televisie is gelukkig kapot en het abonnement van de krant is zo lang niet betaald dat de bezorging is gestaakt. Dieren zijn er in overvloed, net als nu, maar er zijn toch kleine veranderingen te bespeuren. Ik wil niet zeggen dat zij de baas zijn, maar er hangt een waas van gelijkwaardigheid over alles. De oude man is niet meer de meester over zijn erf, hij is een natuurlijke bewoner geworden, hij is verlost van de demon van de macht. Helaas, de wereld is niet onverschillig. Nooit. Er zijn maar heel weinig mensen die werkelijk met rust gelaten worden. Misschien moet je een groot organisatietalent hebben, een ver vooruitziende blik, een ijzeren wil en een diepe, uitstralende minachting voor je medemens, misschien lukt het je dan om alleen en met rust gelaten te worden. Ik mis deze eigenschappen en drijf dus als een vlot in mijn ouderdom, ik woon toevallig alleen, ik ben vierennegentig jaar, 's morgens en 's avonds voer ik mijn dieren, 's middags fiets ik broos (en mompelend) naar het dorp waar ik inkopen doe die ik in een papieren zak aan mijn stuur hang. Ik maai geen gras meer, ik rook sigaren, mijn mondhoeken zijn bruine sapkanalen geworden, mijn honden slapen bij me in bed. Ik herlees de boeken van mijn jeugd en probeer me te herinneren waarom ik toen, zestig/zeventig jaar geleden, zo geemotioneerd was. Maar op een dag komt er een meisje op bezoek dat in haar stage voor maatschappelijk werk zit. Zij maakt een scriptie over alleenstaande ouderen. Zij schrikt als ze ziet hoe ik leef en ik zie niet dat die schrik het steentje is dat de lawine in gang zet.
A.L. Snijders (De taal is een hond)
Uit een studie van wetenschappers aan de Queen’s University in Canada blijkt dat er een sterk verband bestaat tussen hard werken en veel alcohol drinken. Mensen die graag belangrijke doelen bereiken, voelen zich ook sterk aangetrokken tot vrije tijd. Iets van: ‘Ik wil én iets belangrijks achterlaten in de wereld, én mij keihard amuseren, want morgen zijn we misschien dood.
Evi Hanssen (Sinds ik niet meer drink (Dutch Edition))
Op 14 juni laat ik een kleine tattoo op mijn linkerpols zetten. Het oneindigheidsteken, als een blijvende herinnering aan die oneindigheid. Ik wil me altijd herinneren wat de afgelopen jaren met mij hebben gedaan: ze hebben vertrouwen, kracht en levenslust opgewekt. Het teken zal mij bovendien herinneren aan het feit dat er na donkere periodes altijd lichtere tijden komen. Daarnaast zie ik oneindigheid als een ode aan het leven: de dood bestaat voor mij niet in de gangbare betekenis van het woord. Eindigheid is een menselijke illusie, wij denken sterfelijk te zijn, maar wij zijn onsterfelijk. Ik en het leven zijn één. Ik kan het leven niet verliezen, omdat ik onderdeel ben van het leven. Ik kan wel mijn lichaam achterlaten, op een zeker moment, maar het leven zal altijd doorgaan. Niet in een kloppend hart, maar in een ziel. We staan niet los van het leven, net zo min als we erin zitten. Het is onderdeel van ons, maar toch laten wij dat onderdeel los als we weggaan hier op aarde. Mijn kloppend hart is van nu, maar ikzelf ben van nu en altijd.
Laura Maaskant (LEEF! (Dutch Edition))
De onzekerheid maakt me gek. Alles is onzeker. Er is geen houvast. En daardoor wordt ook het denken onzeker, mijn gedachten zijn een hel. Alleen de dood is zeker. Alleen de dood kan mijn gedachten stopzetten. Daarom wil ik dood. Op dat soort momenten.' 'Het is een illusie te denken dat de dood een oplossing is.' 'Die illusie is op dit soort momenten aangenamer dan het leven.
Arnon Grunberg (Moedervlekken)
Hubert zat voor de televisie naar een sportprogramma te kijken. Hij geeft niet veel om sport, maar dat programma laat hij zich zelden ontgaan. Hij zit hoe dan ook te veel voor de tv, en omdat hij niet graag alleen zit, verspil ook ik op die manier veel tijd. Hij merkt mij nauwelijks op, praat niet met me, maar wil wel dat ik in de kamer ben. Soms zit ik erbij te lezen, maar dat is slecht voor je ogen omdat het te donker is in de kamer. Aan de andere kant is ook televisie kijken slecht voor je ogen. In feite is alles wat we doen wel ergens slecht voor. Als je alle adviezen zou willen opvolgen, was het uiteindelijk alleen nog maar gezond om dood te zijn. We zaten daar dus tot elf uur en ik herinner me niet dat ik iets heb gezien. Terwijl ik toch gekeken moet hebben, want ik had mijn ogen de hele tijd open en op het scherm gericht. Waar zijn de uren, dagen, maanden en jaren die mij op deze of een dergelijke manier door de vingers zijn geglipt? Het is een griezelig idee dat ik zoveel weet wat ik me niet kan herinneren. Het is alsof je in een vredige wei zit en niet vermoedt dat er ieder ogenblik een wild dier van achter een bosje tevoorschijn kan springen. Ik hou niet van verrassingen.
Marlen Haushofer
Karel is gestorven. Opeens. Ik wist nog maar twee maanden en een half dat hij ziek was, en nu lag hij al ergens in een vrieskist. (...) 'Nog een geluk, op een manier, dat hij nu niet heeft moeten afzien. Aftakelen, wie wil dat meemaken.' Ik hoor het mezelf door de telefoon tegen Mieke zeggen. Zij zwijgt. Zij heeft gelijk. Zwijgen is de beste reactie op domme uitspraken.
Griet Op de Beeck (Vele hemels boven de zevende)
Inmiddels is Luk bezig aan Ilse een verhaal te vertellen, over een kapper. Dat die dood is. 'En nog zo jong,' hoor ik Luk zeggen. 'Hoe oud was hij?' vraagt Ilse. 'Dat weet ik niet. Veertig. Tweeënveertig.' 'Zo jong nog?' 'Ja. Ik weet het niet. Drieënveertig misschien. Ik weet het echt niet precies hoe oud.' (...) 'Hij zei altijd zelf dat hij nooit oud zou worden,' zegt Luk. 'Het was alsof hij een voorgevoel had. Al jaren had hij dat.' Ik neem aan dat hij het nog altijd over de kapper heeft. 'Ja,' zegt Ilse, 'hij had iets... tragisch.' 'Dat klopt. Het is... Hij had... Hij zei vorige week nog tegen mij...' Luk begint te snikken. 'Wát zei hij tegen jou?' vraag ik. Ilse kijkt me strak aan: 'Laat hem even.' Ze legt haar arm om de schouder van Luk, die maar niet wil ophouden met snikken. (...) Ik kijk door het raam dat in de vierde muur zit en waardoor je de straat kan zien. Een politiewagen rijdt kalm voorbij, zonder sirene of niks. De traagste achtervolging ter wereld, denk ik in mezelf. Luk is opgehouden met snikken en gaat door over de dode kapper. 'Het is zo erg,' zegt hij, 'te sterven op zijn leeftijd.' 'Vooral voor hem,' mompel ik. 'Wat?' zegt Ilse, die haar arm van Luks schouder heeft weggenomen. 'Wat?' zeg ik. 'Ik vroeg wat je zei.' 'Wanneer?' 'Daarnet. Je zei iets.' 'Waar heb je het over? Ik zei helemaal niks. Ik heb praktisch nog geen woord gezegd sinds ik hier binnen ben.' 'Ach,' zegt Luk, 'niemand blijft eeuwig leven, waar of niet...?' 'Waar,' zeg ik.
Herman Brusselmans (Vrouwen met een IQ (Dutch Edition))
Verhalen vormen de enige echte magie. Een verhaal kan de onmogelijke afstand tussen individuen overbruggen, ons uit ons eigen leven tillen en in dat van iemand anders zetten, al is het maar voor even. Onze honger naar verhalen maakt ons tot mens. We verlangen in het bijzonder naar verhalen die ons blij maken. Verhalen slaan ergens op, terwijl dat voor de echte wereld niet geldt. Want verhalen zijn de opgeschoonde versie van het echte leven, een gedestilleerde versie van het menselijke gedrag die komischer, tragischer en perfecter is dan het echte leven. In een goed gemaakte holo zitten geen doodlopende verhaallijnen of willekeurige opnames. Als de camera op een detail inzoomt, moet je opletten, want dat detail heeft een cruciale betekenis, die nog duidelijk zal worden. Zo is het echte leven niet. In het echte leven leiden de aanwijzingen niet per definitie tot iets. Wegen lopen dood. Geliefden maken geen heroïsche romantische gebaren. Mensen zeggen lelijke dingen en vertrekken zonder afscheid te nemen en lijden op onzinnige manieren. Verhaallijnen worden zonder ontknoping losgelaten. Soms hebben we een verhaal nodig - één dat goed in elkaar steekt, opbeurend is - om de wereld te helpen weer ergens op te slaan. Er zijn geen gelukkige eindes in het echte leven, omdat er in het leven geen eindes zijn, alleen momenten van verandering. Er is altijd een nieuw avontuur, een nieuwe uitdaging, een nieuwe mogelijkheid om geluk te vinden of weg te jagen. Ik wil holografie studeren omdat het mijn droom is om verhalen te creëren. Ik hoop dat mijn holo's mensen op een dag inspireren om de wereld beter achter te laten dan ze hem aantroffen. Om in ware liefde te geloven. Om dapper genoeg te zijn om voor geluk te vechten.
Katharine McGee (The Towering Sky (The Thousandth Floor, #3))
Ik wil de hele tijd tegen iedereen zeggen dat mama dood is. [...] Is dat niet raar? Niet alleen tegen de mensen die ik ken, ik wil het ook aan vreemden vertellen. [...] Ik vind het zo raar dat niet iedereen weet dat ze er niet meer is. De hele wereld zou het moeten weten.
Lieke Kézér (De verloren berg)
Ik heb genoeg lentes overgeslagen. 't Moet uit zijn. Vaak is het me niet eens opgevallen dat het lente werd. Het deed me niks. Nogal wiedes als je er geen acht op slaat, doet niets je iets. Ik merkte de bloesem evenmin op als de sneeuw. Ik hing maar zo'n beetje tussen hemel en aarde. En alles ging snel. Je had geen tijd om stil te staan, of je durfde het niet misschien, omdat je bang was dat je werd ingehaald. Maar nu sta ik stil bij de lente in mijn tuin en ik weet zeker dat het niet het stilstaan is van een ouder wordende man. Wat jammer dat we zo niet kunnen zijn, denk ik, zo opgetogen als deze bloei; zo eerlijk als het gras; zo mild als de voorjaarsregen. En in dit decor van liefde en zachtmoedigheid wil ik alleen maar lieve mensen tegenkomen. O, u mag me rustig beschuldigen van sentimentaliteit, maar wat de aarde op dit moment oproept in mijn hart, laat ik niet zomaar kapotmaken door de wrevel en de onvrede van mensen; door wat ze zeggen in kranten, roepen door de radio, laten zien op de buis. Bij deze bloei in dit licht heb ik geen zin in discussies en vergaderingen en teksten; in beloften of voorspellingen; of in mensen die elkaar pijn willen doen, kwetsen en kwellen, die elkaar voorbij willen streven. Voor mij hoeft het nou es even niet, de succesvolle goalgetters. Daar sta je dan tussen het geweld van dit groene leven, jij met je hinderlijke verstand, midden in het ongeremde dat maar raak leeft zonder enige reserve. Het vlamt op uit de aarde zonder terughoudendheid. Dat doet maar. Het staat op uit de dood. Breekt opnieuw uit de knop. Bloeit als een gek en valt neer zonder droefheid, zonder tranen. Daar sta je dan met je armbandhorloge.
Toon Hermans (Fluiten naar de overkant)
Brugge, 14 mei 1978 Ik wil mijn lichaam onderwerpen aan folteringen. Mijn lichaam pijn laten lijden. Mijn lichaam laten sterven. Mijn lichaam laten oprijzen. Om zo zo in het proces van dood en wedergeboorte mijn lichaam los te weken van de realiteit en het te schenken aan de kunst.
Jan Fabre