Ik Denk Aan Je Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Ik Denk Aan Je. Here they are! All 25 of them:

Knorretje zei: "Als je begrijpt wat ik bedoel, Poeh" en Poeh zei: "Zo denk ik er ook over, Knor" en Knorretje zei: "Maar aan de andere kant, moet je wel bedenken" en Poeh zei: "Zo is het Knor, daar had ik even niet aan gedacht.
A.A. Milne
Weet je wat het is - de natuur is heel precies, het doet precies zoveel pijn als het waard is, dus beleef je in zekere zin, denk ik, genoegen aan de pijn. Als het er niet toe deed, zou het er niet toe doen.
Julian Barnes (The Sense of an Ending)
Er staan boterhammen voor je in het buffet,' zei zijn moeder. 'Dank je wel,' zei hij. Ze schakelde de radio in. 'Geen landbouw, geen veeteelt, geen slechte muziek, geen geoudehoer,' zei Frits. geen walsen van Strauss, geen illustratieve muziek. Laat alleen het allerbeste doorkomen. Toon, desnoods een gebrekkige, maar vooruitstrevende smaak.' 'Ik krijg er hoofdpijn bij,' dacht hij. 'Je bent niet aleen in huis,' zei ze. 'Je moet ook eens aan iemand anders denken. Het wordt tijd, dat je eens met anderen rekening houdt.' De radio was warm geworden en begon geluid te geven. 'Ik ben zo alleen en denk steeds aan jou,' zong een tenor. Zijn vader draaide de knop naar links, maar juist nog niet uit. Men kon horen, dat er gezongen werd, maar verder niets onderscheiden. 'Zo wordt het toestel gesmoord,' dacht Frits, kwam naderbij en zocht de schaal af. Tenslotte draaide hij de knop af.
Gerard Reve (De avonden)
Als het niets meer kan schelen wat anderen denken, verliezen we ons vermogen tot verbinding. Maar als we onszelf laten bepalen door wat anderen denken, verliezen we de moed om ons kwetsbaar op te stellen. De oplossing is om heel duidelijk voor ogen te krijgen wiens mening voor jou echt telt. Het moeten de mensen zijn die niet van je houden óndanks je onvolmaaktheden en kwetsbaarheden, maar óm je onvolmaaktheden en kwetsbaarheden. Als je op je gezicht ligt in de arena, zijn dat de mensen die je overeind zullen helpen en zullen bevestigen dat de val echt klote was, en je er vervolgens aan herinneren dat je dapper bent geweest en dat zij er ook de volgende keer zullen zijn om het zand van je af te kloppen. Neem ook mensen op die dapper genoeg zijn om te zeggen: ‘Daar ben ik het niet mee eens,’ of: ‘Ik denk dat je ernaast zit,’ en die je vragen zullen stellen als ze je dingen zien doen die indruisen tegen je waarden en normen.
Brené Brown (Rising Strong: The Reckoning. The Rumble. The Revolution)
Het zou allemaal veel makkelijker zijn als ik een doel had, wat denk jij? Een vraagje: heb jij wél een doel in je leven?' Albrecht dacht na. Had hij in deze verwarrende tijd al zijn eigen plaats gevonden, had hij, jong en gezond als hij was, een helder doel voor ogen? Nee, hij liep maar wat rond en dacht hoogstens aan de volgende dag, hoe hij geld kon verdienen en kon leven en niemand tot last was, meer niet, iets groots zag hij niet gebeuren. Hij stond hoogstens af en toe stil in zijn gejaagde leventje om even op adem te komen, dan maakte hij zich los uit zijn dagelijkse routine en was hij een paar dagen tot niets meer in staat en lag hij als een dode op bed, ongestoord. Dat duurde maar kort en dan was hij weer de oude.
Hans Keilson (Life Goes On)
Nooit weet ik wat ik aan je heb. Als je iets zegt, weet ik nooit of je dat nu meent of niet. Als je lacht, weet ik nooit of je echt lacht, of maar doet alsof. Je pest zo graag, maar je kan er niet tegen al je zelf gepest wordt. Je kan mensen zo (onredelijk) afkraken, terwijl je later doet alsof je ze mag. Soms lijkt het alsof je heel veel van me houdt, dan weer denk ik dat je ee hekel aan me hebt. Ikk vind dit intrigerend, maar tegelijkertijd verwarrend. Toch hou ik van je. Heel veel. Misschien wel daarom. Reza
Ronald Giphart (Ik ook van jou)
Hoe vaak denk je nog aan haar?’ ‘Zelden of nooit. Is dat erg?’ ‘Vind jij het erg?’ (De jij-bak, ook een psychiatertruc.) ‘Twee dochters verliezen is oneerlijk.’ ‘Het moest zo zijn, karma.’ ‘En dat is het?’ ‘Ja, lijkt me genoeg.’ ‘Hou je eigenlijk van je kinderen?’ ‘Welke?’ Het raam stond open, we luisterden naar de wind in de bomen. Een grijs licht vulde de kamer. ‘Vraag dan,’ zei ze zacht. Ik durfde niet.
Adriaan van Dis (Ik kom terug)
...en aan 'das Schöne' dat de wereld is, de wereld, de natuur en wijde schoonheid van alles, al het mooie bij elkaar. Dan denk ik niet aan al de ellende, maar aan het mooie dat nog steeds overblijft. Hierin ligt voor een groot deel het verschil tussen moeder en mij. Haar raad voor zwaarmoedigheid is: 'Denk aan al de ellende in de wereld en wees blij dat jij die niet beleeft.' Mijn raad is: 'Ga naar buiten, naar de velden, de natuur en de zon. Ga naar buiten en probeer het geluk in jezelf te hervinden; denk aan al het mooie wat er in jezelf en om je heen groeit en wees gelukkig.
Anne Frank (De dagboeken van Anne Frank)
Ik keek allang niet meer uit naar de begeesterende leerkracht. Ik dacht: leer me nu maar gewoon hoe ik de woordeen moet articuleren zodat de achterste rij er ook wat van verstaat. En toen de nieuwe leraar drama binnen kwam lopen, met een hoed op en cowboylaarzen aan, dacht ik: weet je wat, een onenightstand, dat is nu ook eens zoiets wat ik altijd al heb willen kunnen. Let op, hij was niet mooi. Mannen hoeven niet mooi te zijn. Ze moeten op die bepaalde manier lopen. Zo van: ik loop maar wat, ik denk daar echt niet bij na, bij mij gaat dat gewoon vanzelf. Van mannen die zo lopen, ga ik struikelen. En ik was lang niet de enige die voor hem viel. We zaten allemaal tussen de spleten van het theatergordijn naar hem te gluren. Hoe hij zich met zijn laarzen op tafel steendood zat te ergeren aan ons onbestaande acteertalent. Door het draaien van zijn ogen voelden we ons elke dag kleiner worden. We zagen de posters met onze namen erop al kromtrekken en loslaten. We schrokken wakker uit nachtmerries over parochiale centra. 's Avonds huilden we bij een gaskachel die het nooit deed. Wij waren de nieuwe groten der aarde, waarom zag hij dat niet? De lul met zijn stomme laarzen. En de trieste muziek werd een streepje harder gezet. Net zolang tot het meisje dat wel een serieuze studie deed met een bezemsteel tegen het plafond ging bonken.
Lara Taveirne
Het is niet gemakkelijk om een levensroeping naast je neer te leggen. Mijn muziek, dat was ik. Ik zag mezelf in de toekomst als pianist, als componist, als dirigent! Mijn gedachten zijn altijd melodieen geweest en alles wat ik doe beleef ik in een ritmische cadans. Ik ben muziek. Mijn muziek. En dan komt er een man mijn leven binnen die me doodleuk vraagt dat alles op te geven. Vraagt? Nee, eist! Eigenlijk heeft niets me ooit zo geschokt en in de war gebracht als Gustavs voorwaardenbrief. Twintig ongelooflijke pagina's. Ik wist niet wat ik las. 'Over jouw muziek wil ik het niet hebben. Denk je dat je van iets onmisbaars afstand doet als je die opgeeft om van mij te zijn? Wat is dat voor "werk" waar je het over hebt? Componeren soms? De rol van componist komt mij toe. Ik ben degene die werkt, laat daar geen misverstand over bestaan. Jouw rol is het opgeven van alle oppervlakkige tijdspassering - zoals je zogenaamde werk - om je volledig en onvoorwaardelijk ondergeschikt te maken aan mijn behoeften. Je mag naar niets anders verlangen dan naar mijn liefde.
Anna Enquist (Twaalf keer tucht)
Ik sta te wachten tot een vrachtwagen inparkeert. Achter me een belg in een SUV, die schijnbaar grote haast heeft want hij begint te toeteren. Zinloos, want ik kan nergens heen. Zodra de vrachtwagen net van de weg is schiet hij langs me heen dezelfde parkeerplaats op, bijna een ongeval veroorzakende. Ik rij achter hem aan en wat denk je? Mijnheer blijft op de parkeerplaats in zijn auto zitten en gaat zitten appen. #demodernemens
Martijn Benders
Bij de tanden van Gorlog!' riep Erak uit, verbijsterd door de hoeveelheden. 'Hoeveel zijn dat er wel niet?' 'Ik schat zo'n tien-, misschien twaalfduizend,' antwoordde Halt kortaf. De Skandiër floot zachtjes. 'Denk je? Hoe weet je dat?'... Halt keek hem ironisch aan. 'Dat leer je in de cavalerie,' antwoordde hij. 'Je telt de benen en dan deel je dat door vier!
John Flanagan (The Battle for Skandia (Ranger's Apprentice, #4))
Soms denk ik zelf dat mensen het onderwerp mijden als de pest, omdat als je zou toegeven dat je het weet en ziet, je er iets mee moet doen. Omdat je anders bijdraagt aan een vreselijk systeem. En dus is het makkelijker om gewoon weg te kijken, weg te lopen
Anousha Nzume (Hallo witte mensen)
Als je me durft aan te raken laat mijn vader je afranselen!' 'Ha! Als je vader hier was, zou hij je voor me vasthouden!... Alsjeblieft, meisjes, zouden jullie je eindelijk een beetje willen gedragen? Als een echte prinses, en als een volwassen koerier van de koning, ja?' smeekte Halt. 'Zo niet, dan denk ik er hard over om Will naar huis te sturen.' 'Wat? Mij?' riep Will met overslaande stem, zo geschokt was hij. 'Wat heb ik er in vredesnaam mee te maken?' 'Nou, het is allemaal jouw schuld,' riep Halt op het oog onredelijk terug. Maar toen die laatste woorden tot de harten van de meisjes doordrongen, moesten ze bekennen dat Halt ergens wel gelijk had.
John Flanagan (The Emperor of Nihon-Ja (Ranger's Apprentice, #10))
Dirk: Het paard knippert niet eens. Het weet alles al, alles wat er te weten valt. Terwijl steeds meer dingen mij vreemd voorkomen de laatste tijd. Zoals ik hier aan God sta te denken. Ik wrijf over zijn neus en opeens denk ik: kun je door gewoon niet meer mee te doen wel een einde maken aan een gevecht? Dat hij daarboven nog steeds klappen uitdeelt. Dat hij wacht tot ik weer op mijn benen ga staan en het gevecht weer aanga. Het vreemde in mijzelf. Ik pak mijn kwast en schrijf mijn naam naast die van hem.
Machteld Siegmann (De kaalvreter)
Mensen zeggen wel eens: vanaf nu kan het alleen maar beter worden. Ik ben nog maar twaalf en ik weet ondertussen al dat dat niet waar is. Er blijkt altijd nog een bodem onder wat je dacht dat de bodem was. Ik heb aan mijn vader gevraagd of daar een grens aan zou zijn, of niet. Hij lachte. 'Mijn kleine dramaqueen,' zei hij. Papa doet alsof alles een grap is. Dat is ook een strategie, natuurlijk. Ik denk dat mama dat ook niet leuk vindt aan hem. Soms stel ik mij voor dat ongelukkig zijn iets of iemand is. Want iets of iemand kan opeens verdwijnen, zo snel als hij of zij gekomen is.
Griet Op de Beeck
Ik voel een steek in mijn hart als ik aan haar denk en ik wil niet dat het voelt als medelijden, dus ik heb besloten het te zien als liefde. Als liefde uitmondt in medelijden, kun je daar niets aan doen.
Baek Se-hee (I Want to Die But I Want to Eat Tteokpokki)
Ze weten het. Die daemondingen. Ze weten hoe ik dieren haat... Dat luipaard. Ik heb er jaren nachtmerries van gehad. Vroeger hield ik van dieren. Zij hielden ervan... pap en mam. Ze wijdden hun leven aan de bescherming van dieren tegen stropers. Na hun dood deed elk dier me aan hen denken.' - Nick 'Ik denk dat ik dat net zo voel. Maar je weet dat het niet de schuld was van dat luipaard.' - Claire
Alison Baird (The Wyrd of Willowmere)
De humorist gaat van de ernst van het leven uit. De grote humoristen - ik denk aan Chaplin, Steinberg of Tati - zien het leven als één groot dramatisch en ontroerend gegeven. Zij plaatsen de mens met zijn kleine alledaagse escapades en buitelingen tegen die achtergrond. Wat je dan op de voorgrond ziet, krijgt iets heel karikaturaals. De zwart-witfilms van Chaplin zouden aan kleur verliezen, als men er kleur aan zou toevoegen.
MyQuote
Lichaam, mijn lichaam Lichaam, mijn lichaam, hoeveel handen van hoeveel vreemden kreeg je op je af? Ooit was de dood een klamme kappershand. Toen kwam de vrieskou van een stethoscoop. Weer later brak je in een tandartsstoel of zat een valse leerkracht aan je hoofd. En dan die metro's met dat drukke vlees, dat restvolk dat als vissen langs je gleed in winkels, liften, stegen en coupés, lichaam, mijn lichaam, denk toch aan de geur van eerste kamers en verliefde lakens, de lente die het in ons werd. Want wij zijn bang. En angst duurt soms een lichaam lang. Straks lig ik daar en wordt mijn haar gekamd.
Menno Wigman (Dit is mijn dag: gedichten)
Inmiddels is Luk bezig aan Ilse een verhaal te vertellen, over een kapper. Dat die dood is. 'En nog zo jong,' hoor ik Luk zeggen. 'Hoe oud was hij?' vraagt Ilse. 'Dat weet ik niet. Veertig. Tweeënveertig.' 'Zo jong nog?' 'Ja. Ik weet het niet. Drieënveertig misschien. Ik weet het echt niet precies hoe oud.' (...) 'Hij zei altijd zelf dat hij nooit oud zou worden,' zegt Luk. 'Het was alsof hij een voorgevoel had. Al jaren had hij dat.' Ik neem aan dat hij het nog altijd over de kapper heeft. 'Ja,' zegt Ilse, 'hij had iets... tragisch.' 'Dat klopt. Het is... Hij had... Hij zei vorige week nog tegen mij...' Luk begint te snikken. 'Wát zei hij tegen jou?' vraag ik. Ilse kijkt me strak aan: 'Laat hem even.' Ze legt haar arm om de schouder van Luk, die maar niet wil ophouden met snikken. (...) Ik kijk door het raam dat in de vierde muur zit en waardoor je de straat kan zien. Een politiewagen rijdt kalm voorbij, zonder sirene of niks. De traagste achtervolging ter wereld, denk ik in mezelf. Luk is opgehouden met snikken en gaat door over de dode kapper. 'Het is zo erg,' zegt hij, 'te sterven op zijn leeftijd.' 'Vooral voor hem,' mompel ik. 'Wat?' zegt Ilse, die haar arm van Luks schouder heeft weggenomen. 'Wat?' zeg ik. 'Ik vroeg wat je zei.' 'Wanneer?' 'Daarnet. Je zei iets.' 'Waar heb je het over? Ik zei helemaal niks. Ik heb praktisch nog geen woord gezegd sinds ik hier binnen ben.' 'Ach,' zegt Luk, 'niemand blijft eeuwig leven, waar of niet...?' 'Waar,' zeg ik.
Herman Brusselmans (Vrouwen met een IQ (Dutch Edition))
Je zou de huurprijzen kunnen limiteren. We zijn het enige land in Europa waar de immobiliënprijzen stijgen. De huurprijs zou maar zo hoog mogen zijn als wat dat huis op een spaarboekje opbrengt. Mensen die in een appartement van 100.000 euro leven, betalen dan maar 170 euro huur per maand. Zo schiet er meer geld over om te consumeren en begint de bal te rollen. Voor je het weet zal de economische groei terug toenemen. Het is zo klaar als pompwater, maar toch voert de regering liever enorme belastingen in. Ze bedelven de mensen onder een massa onzekerheden: de mensen weten niet meer tot hoe lang ze moeten werken, welk pensioen ze zullen trekken, wat ze voor een huis zullen moeten betalen. Allemaal om die 16 miljard bijeen te krijgen. En voor wat is dat geld nodig, denk je? Ah, om aan de banken te geven, mijnheer! Dezelfde banken die aan de basis liggen van onze crisis door hun ziekelijke hebzucht. Het klinkt paradoxaal, maar hoe scherper de crisis, hoe meer de banken profiteren. Ik heb de cijfers opgezocht. Tijdens de petroleumcrisis in de jaren ’80 verhoogden de banken hun winsten hebben met tien procent! Vandaag zegt de man in de straat: ‘Een nieuwe salon kopen? Neen hoor, ’t zijn slechte tijden. Ik wacht wel tot het beter gaat.’ Terwijl eigenlijk de omgekeerde beweging moet ingezet worden. In plaats van te jammeren, geef uw geld uit! Koop die frigo en die auto nu! Mocht iedereen leven zoals Van Rossem zou er geen crisis zijn, want ik geef meer uit dan ik heb.
Jean Pierre Van Rossem
Albert is een toffe gast. Ik zag hem dikwijls in mijn favoriete pianobar in Knokke. Ik denk dat ik hem zelfs ooit in het pokeren versloeg, al ben ik daar niet helemaal zeker van omdat ik toen heel veel dronk. Maar stel je eens voor dat die stijve Filip morgen koning wordt. Daar mag je toch niet aan denken? Mochten die Saksen-Coburgs alleen lintjes doorknippen, ik zou me er niet aan storen. Nu hebben ze gewoon teveel macht. Heb je Di Rupo zien uithuilen op de schouder van Albert? De koning maakte zich eens kwaad en een uur later stonden ze snel terug bij Elio op de stoep, volksverraders Beke en De Croo op kop! Hoe kan je nu de grootste partij van Vlaanderen de rug toekeren? De pretentie van Alexander De Croo grenst aan het ongelofelijke. Dan heb je de verkiezingen verloren en ga je nog eisen stellen. ‘De groenen mogen niet mee doen!’ zei hij, terwijl z’n partij net afgeslacht werd. Je moet het maar durven!
Jean Pierre Van Rossem
Ik denk nu, terugblikkend, dat men elkaar in klotesituaties sterk wil zien. Niets is pijnlijker en niets maakt machtelozer dan andermans pijn. Misschien was dat ook de reden dat ik mijn tranen alleen durfde te beschrijven aan mijn vrienden via het veilige, afstandelijke WhatsApp. Rouwen anno 2019: typen dat je je ellendig voelt in plaats van het laten zien. Hartjes terugkrijgen in plaats van een echte arm om je schouder. Afstandelijk, en juist daarom vond ik het heerlijk. Ik kon mijn vriendinnen vertellen dat het niet goed ging, ik kon steun krijgen, maar ik hoefde ze niet in de ogen te kijken. Ik hoefde me niet kwetsbaar op te stellen en zij hoefden niet naar een houding te zoeken.
Lisanne van Sadelhoff (Je bent jong en je rouwt wat)
Je weet toch dat je niet voor al deze dingen kunt wegvluchten? Waar je ook naartoe gaat, je neemt ze altijd met je mee. (...) Ik denk dat jullie een nieuwe start nodig hebben. Maar je moet wel beseffen dat al het goede en het nare met je mee zullen gaan. Je zult altijd blijven denken aan dit kleine meisje dat je bent verloren. Maar ook aan alle goede dingen die je hier hebt ontvangen. Je zult alles met je meenemen, je zult niets kwijtraken.
Elizabeth Byler Younts (Het gefluister van het water (Dutch Edition))