“
Ik ben mij ervan bewust dat er lieden zijn die geneigd zouden kunnen zijn te beweren dat onze relatie nooit heeft bestaan. Hoewel ik begrijp wat zij bedoelen, moet ik hen met klem tegenspreken. In heel de woelige maalstroom van schijn, fictie en bedrog, waarin niets was wat het leek, was er één ding echt en oprecht, en dat waren mijn gevoelens voor haar. De liefde die ik voor haar heb opgebracht en gekoesterd, was sterk, reëel en welhaast tastbaar zo fysiek in haar effecten op mijn gemoed en gestel dat het banale feit dat ze niet bestond daar niets aan kon veranderen.
”
”