Haar Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Haar. Here they are! All 100 of them:

Ik ben de enige die al de vrouwen die ze geweest is in haar kan zien. Soms raak ik haar dan aan, raak ik ze allemaal tegelijk even zachtjes aan.
J. Bernlef (Hersenschimmen)
Wer niemals ganze Nachmittage lang mit glühenden Ohren und verstrubbeltem Haar über einem Buch saß und las und las und die Welt um sich her vergaß, nicht mehr merkte, daß er hungrig wurde oder fror - Wer niemals heimlich beim Schein einer Taschenlampe unter der Bettdecke gelesen hat, weil Vater oder Mutter oder sonst irgendeine besorgte Person einem das Licht ausknipste mit der gutgemeinten Begründung, man müsse jetzt schlafen, da man doch morgen so früh aus den Federn sollte - Wer niemals offen oder im geheimen bitterliche Tränen vergossen hat, weil eine wunderbare Geschichte zu Ende ging und man Abschied nehmen mußte von den Gestalten, mit denen man gemeinsam so viele Abenteuer erlebt hatte, die man liebte und bewunderte, um die man gebangt und für die man gehofft hatte, und ohne deren Gesellschaft einem das Leben leer und sinnlos schien - Wer nichts von alledem aus eigener Erfahrung kennt, nun, der wird wahrscheinlich nicht begreifen können, was Bastian jetzt tat.
Michael Ende (The Neverending Story)
Insaano ky, insaano ky saath baahemi tamaam jazbon ko jab Allah ny Roz-e-Awwal takhleeq kia to muhabbat hi woh waahid jazba tha jis ki taqdeer men jeet, jeet aur sirf jeet likhi gai...muhabbat ki qismat men haar nahi aur ye us Rubb ka faisla hai.
Farhat Ishtiaq
Hij wilde verdwalen met haar, bang zijn met haar, hij wilde elk werkwoord zijn zolang zij maar het onderwerp van de zin was.
Ish Ait Hamou (Hard hart)
Wie weet heb ik de blunder begaan me tot een oersaaie figuur te ontwikkelen, in haar ogen dan. Ter verdediging kan ik het volgende aanvoeren: de meeste mensen zijn oersaai als je ze maar de tijd geeft om dat te bewijzen.
Johan Harstad (Max, Mischa & Tetoffensiven)
Schwarze Milch der Frühe wir trinken dich nachts wir trinken dich mittags und morgens wir trinken dich abends wir trinken und trinken ein Mann wohnt im Haus dein goldenes Haar Margarete dein aschenes Haar Sulamith er spielt mit den Schlangen Er ruft spielt süßer den Tod der Tod ist ein Meister aus Deutschland er ruft streicht dunkler die Geigen dann steigt ihr als Rauch in die Luft dann habt ihr ein Grab in den Wolken da liegt man nicht eng
Paul Celan
Cita-cita itu ialah memperindah martabat manusia, memuliakannya, mendekatkan pada Kesempurnaan.
Raden Adjeng Kartini (Brieven Aan Mevrouw R.M. Abendanon-Mandri En Haar Echtgenoot Met Andere Documenten (Dutch Edition))
Ik wou dat ik iemand was, dat denk ik ondertussen, en dat ik alles kon, of toch datgene wat ze van mij wilden. Ik wou het zelfvertrouwen van dat ene kind met die grote oren. En het grapje waar die mevrouw met dat haar, daar achter dat ene raam, zo om moet lachen. Ik wou stoute schoenen om aan te trekken. Ik wou glanzend geluk en onwerkelijk grote liefde. Ik wou troost voor mij en voor iedereen die dat nodig heeft. Ik wou dat ik steengoed was in wat ik deed. Ik wou dat ik hem kon geven wat hij dan verlangt. Ik wou een vader die ik meer kon helpen. Ik wou de mist boven de bergen, dingen om nooit meer te vergeten, en onweerstaanbaar zijn, dat ook nog.
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
Dis seker hoekom mens 'n beste vriendin moet hê, dink ek terwyl ek saam haar stap. Om jou hand vas te hou as jy uitmekaarval
Marita van der Vyver (Die ongelooflike avonture van Hanna Hoekom)
[...] zoals zij in de bus op weg naar Wierenbeke achter de chauffeur had gezeten met al het verdriet van Belgie in haar ogen.
Hugo Claus (Het verdriet van België)
Een verlangen was het om alles waar zij naar keek in je op te zuigen, om niets te vergeten, geen moment van deze wereld die haar wereld was geworden: koel, helder, ondoorgrondelijk.
J. Bernlef (Hersenschimmen)
Wir sind imstande, Überschallflugzeuge und Raketen ins All zu schicken, einen Verbrecher anhand eines Haars oder eines winzigen Hautpartikels zu identifizieren, eine Tomate zu züchten, die im Kühlschrank drei Monate lang völlig faltenfrei bleibt, und Milliarden von Informationen auf einem Mikrochip zu speichern. Wir sind imstande, die Leute auf der Straße sterben zu lassen.
Delphine de Vigan (No and Me)
Als ik niet naar het feest kan vanwege haar lesbische lust, GAAT JUFFROUW STAMP DOOD, ZE GAAT DOOD.
Louise Rennison (Angus, Thongs and Full-Frontal Snogging (Confessions of Georgia Nicolson, #1))
Laat mij van iemand zijn, maar ook niet zo volstrekt Dat ik verdwijn, in haar, in hem, of weg moet gaan Omdat geen mens mijn menselijk gewicht kan tillen.
Leonard Nolens (Liefdes verklaringen)
Haar, Ronald, vind je háár nou leuk?
Ronald Giphart
Je moet je nu naar haar toe buigen en met je tong haar mond verkrachten.
Ronald Giphart
Ik mis haar, maar ik wens haar toe dat ze iemand heeft gevonden die oprechter is dan ik.
Jaume Cabré (Jo confesso)
Ze zou twee weken wegblijven. Ik miste haar. Ze was er nog.
Johan Harstad (Max, Mischa & Tetoffensiven)
Onthouden is moeilijk, vindt het meisje. Er zit altijd zoveel in haar hoofd: liedjes, verhalen, dingen die ze moet leren, dingen die ze wil vergeten maar die toch steeds terugkomen.
Annet Schaap (Lampje)
Kalau anak laki-laki itu mementingkan diri sendiri, maka itu bukan salah mereka, itu terletak pada pendidikannya, mereka dibuat demikian. Mereka mendapat semuanya, boleh semuanya dan apa yang tidak mereka ambil, itu baik untuk anak-anak perempuan.
Raden Adjeng Kartini (Brieven Aan Mevrouw R.M. Abendanon-Mandri En Haar Echtgenoot Met Andere Documenten (Dutch Edition))
Het zijn je ribben," zei ze en ze liet me een plaat zien met zwarte vlekken en zilverkleurige penen die gebroken waren. "Zie je wel?" zei ze. Ik keek haar in de ogen en dacht: het is mijn hart.
Peter Verhelst (Tonguecat)
Wie kam ein Mensch überhaupt dazu, so auszusehen wie er? Die große Nase war viel zu unbescheiden für sein geringes Amt im Leben; außerdem ließ er sich den ganzen Winter über die Haare nicht schneiden, was seinem Kopf von Woche zu Woche mehr Künstlerisches verlieh.
Knut Hamsun (Vagabundentage und andere Erzählungen)
En dan gaat Eva dood. Ze is gesprongen. Zij kon ook goed kiezen. Geen half werk. Geen truttig gedoe met pillen en gevonden worden, en dan opnieuw. Zij wilde dood omdat het leven haar niet bracht wat ze droomde. Omdat ze heel diep kon voelen. Omdat ze niet meer kon. Ik geloof nog altijd: zij wilde niet per se dood, zij wilde niet dit leven, niet dit hoofd, niet dit gehavend hart. Dat is echt iets anders. Er viel nog zoveel te proberen. Ik ben daar eerder verdrietig om dan kwaad, tegenwoordig.
Griet Op de Beeck (Vele hemels boven de zevende)
Perkembangan intelektual masih belum merupakan surat ijazah untuk kesusilaan.
Raden Adjeng Kartini (Brieven Aan Mevrouw R.M. Abendanon-Mandri En Haar Echtgenoot Met Andere Documenten (Dutch Edition))
Dat ze iemand blij kon maken met zoiets als een glas limonade bracht haar een gevoel van heel simpel geluk. Het soort geluk dat nergens van afhing, dat er gewoon altijd wel was en je af en toe terloops even aanraakte.
Yorick Goldewijk (Films die nergens draaien)
Lees je Céline?' vroeg een vrouwenstem. Haar stem klonk tamelijk sexy. Ik had me al een tijd eenzaam gevoeld. Tientallen jaren eigenlijk.[...] 'Nou, aan de slag. Ik wil Frankrijks grootste schrijver. Ik wacht al heel lang.
Charles Bukowski (Pulp)
Tante is niet weg. De atomen die haar lichaam bij elkaar hield, zijn vrij nu. Ze hoeven niet langer samen te werken om die ene persoon in stand te houden, het is als het rafelen van een trui, steek na steek verlaat de vorm waarin hij was gevangen. En al die miljarden atomen gaan op in iets anders: het huis van een slak, een mangobloesem en haar bijen. Ze zal zich in rivieren storten en naar zee vloeien, een glad schelpje zijn op de golven, zowel als de veren van een opstijgende visarend én de wind die erdoorheen blaast.
Annelies Verbeke (Dertig dagen (Dutch Edition))
Onze aarde hangt niet voor niets scheef. Het is een ironische onderstreping van al het zijn op haar bodem.
Anna Jae
Net ontdekt dat Libby mijn laatste maandverbandjes gebruikt heeft als hangmatten voor haar poppen.
Louise Rennison (Angus, Thongs and Full-Frontal Snogging (Confessions of Georgia Nicolson, #1))
Zo moet het met oude echtparen gaan, dacht ik; voor haar blijft in de oude man de jonge bewaard en voor hem de schoonheid en gratie van de jonge vrouw in de oude. (184)
Bernhard Schlink (The Reader)
Ze hield van uitroeptekens en ze sprak ze hoorbaar uit. Ze stonden aan het einde van haar zinnen als een poortwachter met een vlammend zwaard: tot hier en niet verder.
Erwin Mortier (Godenslaap)
Hier moet ze dus wonen. In haar eentje. Zeven jaar. Ze schudt haar hoofd een beetje. Ze kan de gedachte wel denken, maar ze begrijpt hem niet.
Annet Schaap (Lampje)
Sy praat stadig, asof sy die woorde in haar mond oopbreek.
Irma Venter (Skoenlapper (S-boek reeks, #1))
Haar donker oë suig hom in en spoeg hom uit.
Isa Konrad (Die soenoffer)
Het viel haar best zwaar, maar het verleden mocht haar heden gewoonweg niet stelen, tòch?
Leen Lefebre (Soraia, kind van de zee (ZOMER) (VIER SEIZOENEN Boek 3))
Ik ben van plan de rest van mijn leven met haar door te brengen, maar dat durf ik nog niet te zeggen
Lieke Marsman (Het tegenovergestelde van een mens)
Ik sta te kijken naar dat stenen bewijs van haar verdwijnen, en ik voel niks. Of misschien alles, dat valt moeilijk zomaar te zeggen, soms.
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
Waarom houden we pijn zo graag verborgen voor degene die haar ons heeft aangedaan?
Hanna Bervoets (Fuzzie)
Meneer Portnoy,' zei ze terwijl ze haar knapzak optilde, 'u bent alleen maar een jood die een hekel heeft aan zichzelf.' 'Ah, maar Naomi, dat zijn misschien juist de beste.
Philip Roth (Portnoy’s Complaint)
Ik wil dat ze kon zien hoe geslagen hij is. De uitdrukking op zijn gezicht, zijn leven staat op instorten. Want dan zou ze misschien beseffen, al het was het maar een fractie van een seconde, dat hoewel de wereld haar niet interesseert, de wereld wel geïnteresseerd is in haar.
David Levithan
Zo gaat het altijd voort en altijd rond, het ene maakt plaats voor het ander, en staat ge nu met uw tien geboden in het haar of op uwe vinger te zuigen, de 'waarom' komt ge toch niet te weten.
Felix Timmermans (Pallieter)
Als ich sehe, wie Harus Haar verspielt im Wind tanzt und völlig zerzaust wird, und das, obwohl das Grau da draußen doch bleischwer in der Luft lastet, erkenne ich auf einmal, wie weit, weit weg die Vergangenheit ist. Weiter als der Tod, ja weiter sogar als die unüberbrückbare Distanz, die zwischen zwei Menschen besteht.
Banana Yoshimoto (Asleep)
Smaak heeft de pad die naar de weegbree kruipt wanneer hij door een spin gebeten is. Smaak leidt het varken naar de truffel, de misselijke hond naar het gras, de bizon over duizenden mijlen naar de zoutsteen. Smaak heeft de zwaluw die de blindheid van haar jongen wil genezen en vanzelf de weg vindt naar het sap van de stinkende gouwe.
Frans Kellendonk (Mystiek lichaam: Een geschiedenis)
Ze herinnert het zich nog goed, ze fietste naar huis en ze dacht: ik ben eenzaam. Ze belde Roland en hij zei: 'Dat is heel naar voor je, maar op lange termijn is het niet slecht. Eenzaamheid is de voorwaarde voor ware productiviteit. Je moet ervan leren te genieten, net als van gember.
Arnon Grunberg (Huid en haar)
Nie zuvor hatte ich so tiefschwarzes Haar gesehen. Dicht und glänzend reichte es ihm bis zum Kragen - eine sexy Länge, die dem erfolgreichen Geschäftsmann das Aussehen eines "Bad Boy" verlieh, wie Schlagsahne auf einem Schokobecher.
Sylvia Day (Bared to You (Crossfire, #1))
16.00 uur: Net ontdekt dat Libby mijn laatste maandverbandjes gebruikt heeft als hangmatten voor haar poppen. 16.30 uur: Ze heeft ook al mijn foundation op haar panda gesmeerd, zijn hoofd is nu helemaal beige. 17.00 uur: Ik heb geen foundation meer en ook geen geld. Ik ben bang dat ze eraan gaat. 17.15 uur: Nee. Rust. Ohmmmmmm. Innerlijke rust.
Louise Rennison (Angus, Thongs and Full-Frontal Snogging (Confessions of Georgia Nicolson, #1))
Ja, we zijn bevrijd van pastoren en hun dwingende moraal, maar nee, we zijn niet vrij, integendeel. Er is een nieuwe moraal met haar eigen hogepriesters, die bovendien meer dwang uitoefenen dan de vorige, omdat ze zich als wetenschappelijk en dus als niet voor discussie vatbaar voordoen. Het enige gebod van die moraal is systematic effectiveness, meteen de mantra van de eerste hogepriester, de manager. De tweede pastoor is de nieuwe psychotherapeut, wiens mantra 'aanpassing' luidt.
Paul Verhaeghe (De neoliberale waanzin. Flexibel, efficiënt en ... gestoord)
Ik wilde haar weer horen lachen. Sterker nog: ik wilde de lach uit haar tevoorschijn toveren, ik wilde de reden zijn waarom die melodie gespeeld werd, want het was de klank van geluk, van tevredenheid, van alles wat goed en mooi was in de wereld.
Deon Meyer (Onsigbaar (Afrikaans Edition))
Goldene Haar!'' he exclaims and takes one of my long braids into his hand. I am not certain I heard right. Did he say ''golden hair'' about my braids? Are you Jewish? The question startles me. ''Yes, I am Jewish.'' How old are you? I am thirteen.'' ''You are tall for your age. Is this your mother?'' He touches Mommy lightly on the shoulder. ''You go with your mother.
Livia Bitton-Jackson (I Have Lived A Thousand Years: Growing Up In The Holocaust)
Hij is mooi he?' Ze stond nu naast hem aan de andere zijde. 'Ja, hij is heel mooi.' Ze glimlachte naar me terwijl ze over zijn haar streek. Ik glimlachte terug. 'Mijn jongen', zei ze en ze bleef over zijn haar strijken. Ik wist net als zij dat ze bij leven al jaren niet meer over zijn haar had mogen strijken en ik dacht dat het vreselijk moest zijn om een moeder te zijn.
Esther Gerritsen
Ze wilde graag nog wat langer boos op hem zijn. Vooral omdat het touwtje van haar tampon slecht zat en ze het zo oneerlijk vond dat Andreas nooit het verdrietige gevoel van een verkeerd tamponkoordje zou begrijpen. Hij zou haar überhaupt nooit begrijpen.
Lara Taveirne (Hotel zonder sterren)
Het waren de nachten, lodig en lang, die haar een illusie in de weg stonden. Steeds kramakkelachtiger hield dat huis zichzelf nog recht, en ze wist dat het nog spannend zou worden wie er het eerst aan renovatie toe zou zijn, zij of het huis. In bed luisterde ze naar alles wat zich aan de wind gewonnen gaf, een dakpan, een bloempot die met zich liet sollen in de tuin. Maar ook zonder wind; het huis kraakte, als deed het dat uit eigen beweging zoals mensen soms hun vingers kraken, om de gewrichten even los te maken.
Dimitri Verhulst
Ze zeggen dat rouw even diep is als liefde was. Sommige dagen kom ik tot het inzicht dat ik geluk heb gehad omdat ik Maria zo lang naast me heb gehad en op andere dagen stel ik vast dat als ik haar niet zo lang naast me had gehad het niet zo moeilijk zou zijn om haar te missen. Elke dag moet ik beslissen of ik dankbaar ben of eenzaam. Maar ik wil haar verdomme gewoon terug zien. Dat is wat ik wil.
Ish Ait Hamou (Het moois dat we delen)
Om te beginnen moet één ding duidelijk zijn: met ons tweeën kan het niets worden. Nooit.' 'Maar...' zei Pinchas. 'Jamais.' Mimi voelde zich net een figuur uit een roman. (...) Hij leek gewoon niet te begrijpen wat ze wilde zeggen. Gelukkig schoot haar een zin uit een boek te binnen, die haar heel goed was bevallen en precies bij deze situatie paste. 'Onze harten zingen niet dezelfde melodie.' zei ze.
Charles Lewinsky
Zijn hele leven was hij bang haar te kwetsen. En alleen daarom onderwierp hij zich vrijwillig aan de discipline van een afstompende monogamie. Twintig jaar later blijkt opeens dat zijn bezorgdheid totaal overbodig is en dat hij tientallen vrouwen heeft gemist vanwege een misverstand!
Milan Kundera (The Unbearable Lightness of Being)
En ineens weet ze zeker dat ze het kleinste ding is dat ooit is gemaakt, nog kleiner zelfs dan de stukjes gruis in haar rug, of de mieren die om haar voeten kruipen, want de wereld is zo groot, zo vol met bomen en sterren en sterven dat ze misschien wel precies, denkt ze, een liggend streepje is.
Brooke Davis (Lost & Found)
Ik wist niets te zeggen, de zinnen stapelden zich op achter mijn tanden en ik kraamde alleen maar onzin uit. Of ik zweeg, zweeg in alle talen en luisterde of ik in de stilte aan haar kant geluiden of stemmen op de achtergrond kon opvangen die konden verklaren waarom ze ineens zo kort aangebonden was.
Johan Harstad (Max, Mischa & Tetoffensiven)
Ik zie de Bibliothecaresse dagelijks, maar de leegte in mij blijft. Ik lees de oude dromen in de Bibliotheek. Zij zit naast me. We eten samen. Ik breng haar naar huis. We praten over van alles. Mijn droefheid schijnt alleen maar erger te worden, zich te verdiepen, hoe onredelijk dat ook is. Het gevoel van verlies wordt steeds sterker, elke keer als we elkaar ontmoeten. Het is een put die nooit gedempt zal worden. Het is een donker, ondraaglijk somber gevoel.
Haruki Murakami (Hard-Boiled Wonderland and the End of the World)
Überall stellen sie Bankautomaten auf, die uns überflüssig machen, und dann dürfen wir uns auch noch selbst um die Dinger kümmern. Das ist, als würde man einen außerirdischen Parasiten füttern, um ihn ein bisschen aufzupäppeln, ihm die Zähne putzen und die Haare kämmen, damit er einen dann am Ende auffrisst.
Gilles Legardinier (Demain j'arrête!)
Sehnige Muskeln an den Armen, genauso wie am Oberkörper. Ein dünner Streif dunkler Haare wuchs vom Bauchnabel hinunter in südlichere Gefilde, bis sie unter dem tiefsitzenden Bund der Badehose verschwanden. Mir wurde warm um die Mitte und noch an ganz anderen Stellen, während ich seine Pracht bewunderte. (Vic)
Martina Riemer (Glasgow RAIN: Küsse im Regen)
Een jongetje zei tegen zijn moeder dat hij 'helemaal' van haar hield. Ze corrigeerde hem: 'Het is niet "helemaal", maar "heel veel".' Maar hij zei: 'Nee, "helemaal". Van mijn schommelpaard en speelgoedauto hou ik "heel veel", maar van jou hou ik "helemaal". Toen begreep ze dat hij hield van alles wat zij was.
Leo Bormans (The World Book of Love - Het geheim van de liefde)
Zij was nog een meisje, een kind, maar in haar ogen en op haar gezicht kon je de waakzaamheid en de onrust van deze eeuw al aflezen. Alle thema's, alle tranen en beledigingen, alle beweegredenen, alle opgehoopte haat en trots van deze eeuw stonden op haar gezicht en postuur geschreven, in het mengsel ook van haar meisjesachtige bedeesdheid en haar vermetele gratie. Je kon uit haar naam en uit haar lippen de aanklacht tegen deze eeuw indienen en uitroepen. U zult moeten toegeven, dat dat geen kleinigheid was. Het had iets van een voorbeschikking, van een voorteken ook. Het was iets, waar zij van nature over beschikt moet hebben, iets waar zij recht op gehad moet hebben.
Boris Pasternak (Doctor Zhivago)
ze was zijn meisje." Het lijkt een kort zinnetje maar deze heeft wel betekenis, doorheen het verhaal wordt Snow verliefd op Lucy. Dit is eigenlijk niet toegelaten omdat Lucy behoort tot de arme districten en Snow behoort tot de rijkere klasse, ondanks de vele meningen van anderen toont Snow wel aan dat hij van Lucy houdt door haar zijn meisje te noemen.
Suzanne Collins (The Ballad of Songbirds and Snakes (The Hunger Games, #0))
De maan heeft onze wereld langer dan wie ook gadegeslagen en van heel dichtbij. Alles wat er ooit op deze aarde is gebeurd, alle handelingen die er zijn verricht heeft de maan waarschijnlijk gezien. Maar hij houdt er zijn mond over dicht. Koud en correct als altijd draagt hij dat zware verleden met zich mee. Op de maan is geen lucht en ook geen wind. Een vacuüm leent zich er uitstekend toe herinneringen onbeschadigd te bewaren. Niemand is in staat om het hart van de maan te verzachten. Aomame pakte haar glas en dronk de maan toe.
Haruki Murakami (1Q84 Book 1 (1Q84, #1))
Du musst dir die Haare schneiden lassen", murmelte Sascha. Er küsste sie nocheinmal und lächelte. "Ich fürchte mich vor Scheren." "Ausflüchte." Sie strich über Lucas Haar. "Du stellst dich genauso verrückt wie die Mädchen an, wenn es um dein Haar geht." "Erwischt." Eine warme, liebevolle Hand auf ihrem Bauch. "Was macht der Rockstar?" "Getöse, wie immer.
Nalini Singh (Bonds of Justice (Psy-Changeling, #8))
Wieder hob sie den Blick und richtete die Lampe auf ihr Gesicht. Sie schaute zum Fenster hinüber. Ihre Züge waren jetzt fast noch deutlicher. Sie konnte die Details um ihre Nase studieren, den Mund. Die Haare. Sie sah nicht gut aus. Resigniert schaltete sie die Lampe aus und ließ sie sinken. Und da sah sie es. Ihr Spiegelbild verschwand nicht. Es blieb im Fenster hängen, noch deutlicher als zuvor. Eine Sekunge lang ließ sie sich davon einfach faszinieren. Sie schnitt eine Grimasse. Aber das Spiegelbild veränderte sich nicht.
Johan Harstad (172 Hours on the Moon)
Ze wil weten of ik van haar hou, dat is eigenlijk het enige wat de ene mens van de ander wil, het gaat niet om de liefde op zich, maar om het idee dat de liefde er is.
Jonathan Safran Foer (Extremely Loud & Incredibly Close)
Ze verlangde hartgrondig naar de onbevangenheid van haar leeftijdsgenoten, hun dwaze gevoel van onsterfelijkheid.
Paolo Giordano (The Solitude of Prime Numbers)
Lise vroeg zich af waarom mensen dat deden, terugdenken aan vroeger, en of het ergens tegen hielp. Zij deed het bijna nooit. Misschien omdat vroeger voor haar nog niet zo lang geleden was. Of omdat ze zich zo weinig herinnerde, zelfs de momenten vastgelegd op foto leken haar eigenlijk een ander te zijn overkomen. Of omdat ze toen een kutkind was, dat kon ook.
Griet Op de Beeck (Let op mijn woorden)
Stel dat je in de politiek zit en je hebt van huis uit een idioot kapsel. [...] Cultiveer dat. Probeer zoveel mogelijk op de foto te staan. Draag onopvallende kleding, mijd het gezelschap van mooie vrouwen, focus op dat haar. Mensen zullen naar je gaan luisteren, ze zullen in je gaan geloven. Het zal hun verstand hypnotiseren, het zal lastige vragen doen oplossen in het niets.
Ivo Victoria (Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het mij spijt))
Ik weet niet of er woorden bestaan die de geur van je huid kunnen vangen, het beweeglijke licht in je ogen, de warmte die in me opspringt zodra je me aanraakt, het rulle gevoel van je haar aan mijn vingertoppen, de bloemblaadjestere huid van je oogleden tegen mijn lippen. Als daar woorden voor waren, kon ik alles snel vastleggen op papier voor als je er niet bent (en dat is dikwijls).
Hanny Michaelis (Verzamelde gedichten)
Bij leven had de neushoorn nooit iets anders dan hooi, planten, gras, groenten en fruit gegeten; geen andere dieren en geen mensen. Ook al had ze vanmiddag al een paar maal tegen domme, kleine kinderen gezegd dat hij van kinderen onder de zeven jaar leefde, dat vreedzame dieet nam haar voor de geweldenaar in. Er zo woest en vervaarlijk uitzien en dan alleen maar bloemen en appels eten. (Vingers van Marsepein)
Rascha Peper
De bruiloft was in Monterey, een sombere, dreigende plechtigheid in een klein, Protestants kerkje. De kerk had al zo dikwijls twee rijpe lichamen zien afsterven door middel van het huwelijk, dat zij in het ritueel een mystieke, dubbele dood scheen te vieren. Jozef en Elizabeth voelden beiden de gemelijkheid van het vonnis. 'Gij zult verduren" zei de kerk; en haar muziek was een profetie zonder een sprankje zon.
John Steinbeck (To a God Unknown)
Iemand toelaten in je leven betekent hem of haar permissie geven je te kwetsen, wat onherroepelijk zal gebeuren. Hij zal jou kwetsen, jij zal hem kwetsen. Hij zal jou teleurstellen, jij zal hem teleurstellen.
Heleen van Royen (De Mannentester)
Ik wil branden in het vuur van mijn gevoelens. Ik wil alles, want alleen als ik alles heb weet ik dat ik iets ben. Ik wil meegevoerd worden om de zinloosheid van mijn bestaan te vergeten en ik wil de ander vervoering, onderdompeling en overgave geven en laten ondergaan om duidelijk te maken dat er niets is buiten mij, dat ik de kern van haar bestaan ben, dat het nergens beter is en dat ik alles verdien wat zij kan geven.
Marcel Möring (Eden)
Soms, als ze in het bleke schemerdonker over straat slenterde met de bitterzoete geur van stof en bloemen - lenteavonden met verlichte ramen en de langgerekte kreten voor het avondeten, wanneer de huiszwaluwen zich buitelend boven de stad verzamelden en samen naar hun nesten vlogen en de lucht leeg en wijd achterlieten - in die lange lenteschemer welde er een soort weemoed in haar op en verstarde haar hart, stokte bijna.
Carson McCullers
Gekromd sta je tegen de branding in. Van het balkon af kan ik zien hoe geschreeuw zich terug in je gezicht slingert, gutsend in je nek als wild haar. Als je je hoofd achterovergooit alsof je een fles aan je mond zet, krijgt je adamsappel iets van een ruggengraat. Ik streel enkele meters van je af. Het is een milde avond. Vannacht borduurt een roos zich op je hemd. Het duurt uren om haar van je borst los te maken. Je kijkt alsof je me kunt zien, nu je ligt te slapen, wimpers als garen, neus tussen wijsvinger en duim - een bloedneus stelpend die er niet is - ik trek je hoofd achterover. Je omgekeerde mond in de spiegel imiteert iets grappigs. We kussen terwijl het over ons heen uit ons weg blijft sijpelen, zo graag zoekt het zich een weg.
Peter Verhelst (Nieuwe sterrenbeelden)
»Dann erinnerst du dich also an alles?« »Besonders gerne an den Kuss im Wandschrank.« Ich stöhnte leise und fuhr mir genervt durchs Haar. »Das war doch nur ein einziger Kuss. Ich habe dich bloß geküsst, weil ich dich zum Schweigen bringen wollte, damit Sawyers Mom uns nicht entdeckt und wir keinen Ärger kriegen. Du küsst doch sicher ständig Mädchen und danach geht ihr getrennte Wege. Außerdem kann ich deinen besten Freund nicht leiden.« Levi legte nachdenklich den Kopf zur Seite. »Weißt du, Tate, ich kann Sawyer manchmal auch nicht leiden. Sieh ihn dir doch nur an! Wie er sein Haar trägt, das ist doch echt abartig. Wir haben voll was gemeinsam.« Automatisch blickte ich zu Sawyer hinüber, um seine Frisur abzuchecken. Wie immer waren seine Haare durcheinander und wuschelig und nicht mal wirklich das, was ich unbedingt eine richtige Frisur nennen würde. »Sieht er nicht immer so aus?« »Sag das doch nicht so laut! Ich versuche es immer wieder zu verdrängen, damit wir beide mit diesem Umstand leben können. Du verletzt sonst seine Gefühle.« »Sawyer hat Gefühle?«, fragte ich sarkastisch. »Können wir nicht lieber über meine Gefühle reden?«, erwiderte Levi und rückte mit seinem Stuhl näher. »Sehe ich aus wie eine Therapeutin?« »Nein«, antwortete er. »Dafür bist du zu süß.«
Tanja Voosen (Mondfunken)
De periode waarin mijn ouders het bezit van een mobiele telefoon met elkaar deelden, was te kort geweest voor mijn vader om het gebruik ervan in veel detail aan mijn moeder uit te leggen. Dat kwam mooi uit, want mijn moeder is niet geïnteresseerd in hoe dingen werken. Ze wil alleen maar dát het werkt. Dat is het mooie aan oud worden: je leert de overbodigheid van kennis waarderen. Na mijn vaders dood hield mijn moeder de gsm. Nu kan ze opnemen, bellen, haar prepaidkaart laden en zelfs sms'en. Het instellen van de voicemail daarentegen is een concept dat haar idee van de maakbare wereld ver overstijgt. Dus toen ik mijn moeder belde was het mijn vader die opnam. Het deed goed zijn stem weer te horen. Alleen jammer dat hij ook nu weer zei dat hij eventjes niet bereikbaar was.
Ivo Victoria (Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het mij spijt))
je kunt alles doorstaan zei Phoebe, zelfs als het vertrouwen geschonden is, als het maar eerlijk wordt bekend. je wordt dan levenspartners op een andere manier, maar je kunt nog wel partners blijven. maar liegen- liegen is een goedkope manier van macht uitoefenen over de ander. wie liegt, kijkt toe terwijl de ander handelt op basis van onvolledige informatie- met andere woorden zichzelf vernedert. ... het is toch eeuwig hetzelfde verhaal. de man verliest de hartstocht voor de huwelikspartner, zonder dat kan hij niet leven. de vrouw is pragmatisch. de vrouw is realistisch. zeker de hartstocht is geluwd, maar zij is tevreden met de lichamelijke genegenheid, gewoon samen met hem in bed liggen, hij in haar armen, zij in de zijne. maar voor hem is dat niet genoeg. hij is een man die niet zonder leven kan
Philip Roth (Everyman)
Gisteravond was het me allemaal te veel. Ik word al weken gekweld door een overheersend 'spagettigevoel', een gemoedstoestand die stamt uit de tijd dat ik een jaar of dertien was en ik op televisie een vrouw nogal somber naar een bolvormige schaal spaghetti zat te kijken. Zuchtend staarde ze langdurig naar het blanke deeg en de rode tomatensaus. Toen bewoog ze voorzichtig naar de schaal, stak ze haar handen in de spaghetti, bracht ze de pasta naar haar gezicht en smeerde ze zichzelf langzaam helemaal onder. Ik vond dit toen al pure nonsens natuurlijk, maar toch had ik het gevoel dat ik de daad van de vrouw begreep. Vanaf die dag heb ik op gezette tijden mijn eigen spaghettigevoel, dat ik somber zit te zijn achter een bord voedsel, me pathetisch afvragend: ' Waarom smeer ik me niet met dit voedsel in?
Ronald Giphart
Ze dacht aan Peter Vasiljev en aan de geesten van niet-geleefde dromen, die gedoemd zijn een mens te blijven achtervolgen. Ze zag zichzelf nog een laatste keer in het Théâtre du Châtelet over het toneel zwieren, gewild, geliefd, bejubeld, en sloot het glimlachend in haar hart, dat verloren andere leven, vol vrijheid, ongebreidelde hartstochten en provocaties, in de kring van uitverkorenen en voortreffelijken - ten slotte dwong ze zichzelf toch op te staan, omdat Kitty en Kostja alweer ruziemaakten en Christine hen niet tot de rede wist te brengen.
Nino Haratischwili (Das achte Leben (Für Brilka))
Alles bestaat maar en gaat maar door, op iedere zomer volgt een nieuwe zomer, op iedere nacht een dag en weer een nacht, bloemen zijn nauwelijks uitgebloeid en uit de zaden groeien alweer nieuwe, ieder mens krijgt een kind en dat krijgt weer een kind en dat op zijn beurt ook weer een kind, het maakt niet uit wat jou overkomt, want er is in jouw plaats altijd een ander, even goedgelovig en vermeend bijzonder en vervangbaar als jij, en die hele aardse tredmolen draait zo maar door, tot in de eeuwigheid der eeuwigheden. Het laat hem niet meer los, dat gevoel van verdovende herhaling tot in het oneindige. Hij valt in slaap, het is er ’s ochtends nog steeds en de dagen en de nachten daarna. Er is niets om voor wakker te worden, om voor op te staan. Het is alsof hij uitgeput tegen een muur wil leunen, en telkens als hij een stap in zijn richting doet, wijkt de muur terug. Eindelijk begrijpt hij waarom Eliza May bij haar volle verstand voor de naam Emery en de vloek koos. Het was geen keuze voor de dood, het was een keuze juist voor het leven, hartstochtelijk en kort. Alles verliest zijn waarde als het er altijd is, alsof je langzaamaan blind wordt.
Anjet Daanje (Het lied van ooievaar en dromedaris)
Je kon, bedacht ik, alleen op de liefde van een vrouw rekenen als je in staat was iets van magie in haar achter te laten. Vlak voordat je de deur uitging, in de ochtend of, beter nog, op een onverwacht moment, goochelde je charme en inspiratie door elkaar en liet je zo in haar iets van verwondering, verbazing achter. Dan vertrok je en liet de magie zijn krachtige werk doen. Lukte je dat niet, dan kwam je vanzelf op de koffie. Dat overkwam mij. De magie bleef achterwege en wij werden fantomen voor elkaar. Als schaduwen streken we langs elkaar heen. Dan kon je maar het beste gaan rennen.
Abdelkader Benali (Marathonloper)
De rede is van ons bewustzijn maar de buitenkant. Daaronder zit het gevoel. Vanbinnen, waar niemand ons kan zien, durven wij er feilloos op te vertrouwen. Daar weten wij alles zonder woorden. Als wij nooit naar buiten hoefden te treden zouden we geen moment aan onze intuïtie twijfelen. Maar we gaan uit en willen de anderen ook ons innerlijk keurig presenteren. Dus kammen we onze gedachten uit en trekken ze recht. Herinner jij je dan niet dat je als kind instinctief aanvoelde hoe mensen in elkaar zaten, bij wie je het goede kon vinden en wie voor jou gevaarlijk was, wat je moest doen om gevoed te worden, te overleven en liefde te vinden? Ik geloof dat veel van de kennis waarnaar wij op zoek zijn, een antwoord op alle belangrijke vragen, al vanaf onze geboorte in ons aanwezig is en dat wij alleen maar zijn vergeten hoe we die moeten aanboren. Sterker, van het meeste zijn we vergeten dat het bestaat (…). Al die intuïtieve kennis, die op zijn sterkst is bij onze geboorte, wanneer wij haar het hardst nodig hebben omdat ons nog geen andere middelen ter beschikking staan om te overleven, en die minder wordt naarmate wij leren te denken in plaats van te voelen, dat instinctieve weten is niet vergaan. Het ligt alleen bedolven onder de lawine aan argumenten en redeneringen die wij tegenwoordig nodig hebben om onze wereld voor onszelf begrijpelijk te maken. Af en toe, een enkele keer in een droom, in een moment van verstrooiing vinden we er misschien ineens iets van terug. Inspiratie zal een kunstenaar het noemen, voor iemand die gelooft is het een openbaring. Maar voor ons, die rationeel proberen te denken? Misschien zouden wij het een inval noemen, een moment van verlichting waarin je ineens de oplossing ziet van een vraagstuk dat je nog niet eens had geformuleerd.
Arthur Japin (In Lucia's Eyes)
De rust waarvan ik in een bibliotheek zo geniet bestaat niet alleen uit stilte. Al dat papier dempt ieder geluid, maar ook het ruisen van mijn gedachten. Hun ongedurigheid vindt troost in de overmacht aan kennis langs de wanden. Die is zoveel groter dan ooit in mijn hoofd zal passen. Dat kalmeert me en herinnert mij eraan dat ik niet per se alles hoef te weten en begrijpen. Zoveel is al opgeschreven en ik heb het allemaal binnen handbereik. Daar hoef ik mij dus niet meer mee bezig te houden. Zelfs al zal ik nooit meer dan een fractie van al die feiten tot mij kunnen nemen, ze zijn er, het staat er, de wereld is gerubriceerd, en als ik er eens nodig iets uit moet begrijpen kan ik het opslaan. Als de werkelijkheid zo onder controle en verifieerbaar is, kan ik haar makkelijker loslaten. Misschien is dit wel het nut van al die schrijvers, dat zij vastleggen wat buiten mij is zodat ik mij, zolang ik me met hen omring, kan wijden aan wat in mij leeft.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Dann kam Achill das Vieh. Des Mörders Eintritt in den Tempel, der, als er im Eingang stand, verdunkelt wurde. Was wollte dieser Mensch. Was suchte er bewaffnet hier im Tempel. Grässlichster Augenblick: Ich wusst es schon. Dann lachte er. Jedes Haar auf meinem Kopf stand mir zu Berge, und in die Augen meines Bruders trat der reine Schrecken. Ich warf mich über ihn und wurde weggeschoben wie ein Ding aus Nichts [...] Lachend, alles lachend. Ihm an den Hals griff. An die Kehle ging [...] Des Bruders Augen aus den Höhlen quellend. Und in Achills Gesicht die Lust. Die nackte grässliche männliche Lust [...] Nun hob der Feind, das Monstrum, im Anblick der Apollon-Statue sein Schwert und trennte meines Bruders Kopf vom Rumpf.
Christa Wolf (Cassandra)
Ik denk dat mama zich een gast heeft gevoeld in het leven. Ze deed altijd alsof het haar niets aanging, het leven, alsof het niet van haar was. Alsof ze er toevallig in terecht was gekomen, zoals je een huis binnen kan lopen wanneer je je in het adres hebt vergist, en dan per ongeluk in dat huis blijft hangen. Buiten stroomt het van de regen en je hebt geen paraplu bij je.
Marek van der Jagt (The Story of My Baldness)
In elk land tonen de treinen de essentiële kenmerken van de cultuur: Thaise treinen hebben de badkruik met de geglazuurde draak op de zijkant, de Ceylonese een wagen die gereserveerd is voor boeddhistische monniken, de Indiase een vegetarische keuken en zes klassen. De Iraanse hun bidmatjes, de Maleisische een noedelstalletje, de Vietnamese kogelvrij glas op de locomotief en in elk rijtuig van de Russische Spoorwegen staat een samovar. De spoorwegbazaar met haar reizigers en vindinkjes vertegenwoordigde de maatschappij zó volmaakt dat je je bij het instappen blootstelde aan het nationale karakter. Soms leek het op een rustige collegezaal, maar soms kreeg ik ook wel eens het gevoel dat ik gevangenzat en werd overvallen door dat monsterachtige 'typische'.
Paul Theroux (The Great Railway Bazaar: By Train Through Asia)
De echtgenote gaat voor hem staan en draait een rondje. Op hoge hakken kunnen haar benen de vergelijking met lang geleden doorstaan. Hun eerste kennismaking, de eerste dagen, de eerste weken. De tijd dat je een onbeschreven blad bent voor de ander, de vrijheid die dat met zich meebrengt, het geluk. Ergens in haar benen zit de vrijheid die Hofmeester is kwijtgeraakt, en weer heeft teruggevonden op Schiphol. Maar toen smaakte die vrijheid hem niet meer, beter gezegd, daar proefde hij de ware smaak van de vrijheid: gal. Ergens in haar benen zit de herinnering aan geluk. Mooi waren ze altijd al geweest, die benen, lang, slank en toch gespierd. Als ze indruk wilde maken deed ze een korte rok aan. Hij herinnert zich de blikken van de andere mannen, hij herinnert zich de eerste keer dat hij besefte dat hij kinderen had gekregen met een vrouw die eigenlijk te jong voor hem was, die niet bij zijn leeftijd noch zijn status paste. Haar stillevens stelde niet veel voor, maar als stilleven was ze zelf onovertroffen. De hel waren niet de anderen. Hij was het zelf. De hel zat diep in hem. Verankerd, verborgen en onzichtbaar, maar wel levend en warm. Gloeiend heet.
Arnon Grunberg (Tirza)
Ze wilde hun vertellen dat achter het communisme, achter het fascisme, achter alle bezettingen en invallen een wezenlijker en algemener kwaad schuilde; het beeld van dat kwaad is voor haar een optocht van marcherende mensen geworden die de handen heffen en eenstemmig dezelfde lettergrepen schreeuwen. Maar ze wist dat ze hun niet kon uitleggen. Verlegen bracht ze het gesprek op een ander onderwerp.
Milan Kundera (The Unbearable Lightness of Being)
Mijn worsteling is nooit geweest om een inhoud te vinden: ik had veeleer een teveel op het hart dan te weinig. Neen, het is altijd de vorm geweest, waarmede ik worstelde, als dat de juiste uitdrukking is. Inhoud heb ik altijd volop gehad, maar het was te veel tegelijk dat zich aandiende, en bijna alles daarvan joeg mij angst aan. Was ik gek? Zoude iemand anders het kunnen begrijpen? De geur van een Jongen zijn kleren; de tover van diens lichtval op diens haar; uniformen; het ruisen der zee; het ondoordringbare Woud, waar de Meedogenloze Jongen woont, alleen met zijn iets oudere broertje dat een vrome houthakker is en iets vermoedt van mijn mateloos verlangen. Troost is er nergens. De wind in de boomtoppen zingt: 'Voorbij...Voorbij...voor eeuwig...? 'En ik kan het woud nooit meer uit want de stukjes brood die ik achter mij gestrooid heb zijn alle door de vogeltjes opgegeten.
Gerard Reve (Zondagmorgen zonder zorgen)
Zò ongeveer moet een vulkaan zich voelen als zijn hele binnenste in brand staat doordat de vurige lava ineens zin heeft gekregen om zich een weg naar buiten te banen. Een hele stoet uitschot met gloeiende fakkels en sikkels, ziedend slijk en kokend pek, werkt zich omhoog naar de keel. Deze keel is hiervoor nog veel te klein en begint dadelijk om hulp te schreeuwen. Niet de besmeurde lakens en dekens, niet het bezwete lichaam, niet de kletsnatte nachtpon, niet de zure lucht die nog dagen in de kamer zal hangen, niet de brandende slokdarm, niet de opengereten keel, niet de kleverige handen, niet het plakkende haar, niet de ondergespatte wekker, niet de vreemdsoortige, bonte plak op het Perzische tapijt vervullen haar met ontzetting. Het zijn Pappa en de moeder die met onverholen verbijstering en afkeer staan te staren naar de scherven die recht uit het stinkende braaksel omhoogsteken. Pappa die zegt: 'Dit heb ik mijn hele leven nog niet gezien', en de moeder die zegt: 'Wie gaat dit opruimen?
Charlotte Mutsaers (De markiezin)
Het hoofd van een meisje van een jaar of vier wordt door een moederlijke orkaanoorvijg achterovergeslagen en roteert eventjes hulpeloos als een duikelaartje dat zijn evenwicht heeft verloren en daarom de grootst mogelijke moeite heeft weer overeind te komen. Eindelijk staat het kinderhoofdje weer loodrecht boven de wervelkolom, en het laat vreselijke geluiden horen, waarop het door de ongeduldige vrouw weer uit het lood wordt geslagen. Het kinderhoofdje is nu al gekleurd met onzichtbare inkt, de moeder is nog veel erger dingen van plan. Zij, de vrouw, moet zware tassen sjouwen en zou dat kind het liefst zien verdwijnen door een rioolrooster. Om het kind te kunnen mishandelen moet zij namelijk elke keer even de zware tassen op de grond zetten, en dat betekent extra werk. Die kleine moeite lijkt het haar echter wel waard. Het kind leert de taal van het geweld, maar het leert niet vlot en onthoudt ook op school niets. Een paar woordjes, de allernodigste, beheerst het reeds, al kan men ze bij dat gedrein slechts gedeeltelijk verstaan.
Elfriede Jelinek (The Piano Teacher)
Amsterdam, vanmorgen vroeg. Het duurde lang voor een stoplicht op groen sprong. In mijn achteruitkijkspiegel zag ik Samarinde zitten achter het stuur van haar stokoude BMW. Ze zwaaide naar me. Onze karavaan was op weg naar Schiphol en hier stonden we aan het einde van de nacht in een verlaten landschap te wachten tot we verder mochten trekken. Zonder dat daar aanleiding voor was trapte ik mijn rempedaal in, terwijl ik in mijn spiegel bleef kijken. In de rode gloed werd Samarinde nog mooier. Ik liet het pedaal los en de gloed verdween. Weer trapte ik de rem in. Een warme glans op Samarindes witte tanden. Haar glimlach vaag als het schilderij Extase van Mathijs Maris. Er is een Japanse uitdrukking die mukushoh heet, lachen met de ogen (heeft Samarinde me verteld). Samarinde mukushohde naar mij. Naast Samarinde zat Meija, die zich even vooroverboog om iets uit het dashboard te pakken. Ook zij kwam in mijn fantasmagorische gloed te zitten. Meija lachte naar me, niet met haar modellenlach, maar puur en oprecht. Ik dacht: in remlicht is ieder meisje mooi. En daarna dacht ik, van mijn hand een vuist makend: wat een geweldige openingszin voor een roman die ik waarschijnlijk nooit zal schrijven.
Ronald Giphart
Het huwelijk Toen hij bespeurde hoe de nevel van den tijd in d'oogen van zijn vrouw de vonken uit kwam dooven, haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt. Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij den baard en mat haar met den blik, maar kon niet meer begeeren, hij zag de grootsche zonde in duivelsplicht verkeeren en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard. Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond het merg uit haar gebeente, dat haar tòch bleef dragen. Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen, en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond. Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand. Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wasschen en rennen door het vuur en door het water plassen tot bij een ander lief in eenig ander land. Maar doodslaan deed hij niet, want tusschen droom en daad staan wetten in den weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat. Zoo gingen jaren heen. De kindren werden groot en zagen dat de man dien zij hun vader heetten, bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten, een godvergeten en vervaarlijke' aanblik bood.
Willem Elsschot
An Anna Blume Oh Du, Geliebte meiner 27 Sinne, ich liebe Dir! Du, Deiner; Dich Dir, ich Dir, Du mir, - - - - wir? Das gehört beiläufig nicht hierher! Wer bist Du , ungezähltes Frauenzimmer, Du bist, bist Du? Die Leute sagen, Du wärest. Laß sie sagen, sie wissen nicht, wie der Kirchturm steht. Du trägst den Hut auf Deinen Füßen und wanderst auf die Hände, auf den Händen wanderst Du. Halloh, Deine roten Kleider, in weiße Falten zersägt, Rot liebe ich, Anna Blume, rot liebe ich Dir. Du, Deiner, Dich Dir, ich Dir, Du mir, - - - - - wir? Das gehört beiläufig in die kalte Glut! Anna Blume, rote Anna Blume, wie sagen die Leute? Preisfrage: 1.) Anna Blume hat ein Vogel, 2.) Anna Blume ist rot. 3.) Welche Farbe hat der Vogel. Blau ist die Farbe Deines gelben Haares, Rot ist die Farbe Deines grünen Vogels. Du schlichtes Mädchen im Alltagskleid, Du liebes grünes Tier, ich liebe Dir! Du Deiner Dich Dir, ich Dir, Du mir, - - - - wir! Das gehört beiläufig in die - - - Glutenkiste. Anna Blume, Anna, A - - - - N - - - -N- - - - -A! Ich träufle Deinen Namen. Dein Name tropft wie weiches Rindertalg. Weißt Du es Anna, weißt Du es schon, Man kann Dich auch von hinten lesen. Und Du, Du Herrlichste von allen, Du bist von hinten und von vorne: A - - - - - - N - - - - - N - - - - - -A. Rindertalg träufelt STREICHELN über meinen Rücken. Anna Blume, Du tropfes Tier, Ich - - - - - - - liebe - - - - - - - Dir!
Kurt Schwitters
Op de voorgrond, dicht bij de rechterhand van het schilderij, is een dame ten val gekomen. Ze draagt en kanariegele jurk; de cavalier die zich bezorgd over haar heen buigt een rode, in het vale licht zeer opvallende broek. Als ik nu naar die rivier kijk, zei Austerlitz, en aan dat schilderij met zijn kleine figuurtjes denk, heb ik het gevoel dat het door Lucas van Valckenborch weergegeven ogenblik nooit voorbij is gegaan, dat de kanariegele dame pas zojuist is gevallen of bewusteloos geraakt, dat haar zwartfluwelen muts net pas naast haar hoofd is gerold, dat het kleine ongeluk waaraan de meeste beschouwers ongetwijfeld voorbijzien, telkens opnieuw gebeurt, dat het nooit meer ophoudt en door niets en niemand meer goed te maken valt.
W.G. Sebald (Austerlitz)
einige gitarren, ein klavier, mikrophone von der decke, kleine schaumstoffpyramiden an den wänden. ein studio in new york an der upper east side. es ist ein warmer septemberabend draußen über der stadt. bob dylan verbrachte ihn bis etwa 5 p.m. auf der veranda seines freundes bill clinton, wo die beiden marihuana rauchten und kreatives schlafen praktizierten. bob braucht diese rituale mit freunden, bevor er ins studio geht, seit so vielen jahren, nach so vielen platten. jetzt, pünktlich um 7:34 p.m., sitzt er alleine hier im studio und schaut auf das geöffnete klavier. ähnlich wie helmut schmidt in deutschland darf auch bob dylan an jedem ort hemmungslos rauchen, selbst wenn an der wand ein großes, rot leuchtendes warnschild mit der aufschrift „do never smoke“ angebracht ist. die rauchwolken der siebenten camel filter ziehen wie magisch in den innenraum des flügels, sie stauen sich dort, scheinen sich einzunisten. vor den augen dylans aber wird das klavier zum sarg. er sieht im rauch eine spiegelung seiner eigenen gewohnt gelockten haare, er selbst daran mit dem kopf anmontiert, im besten anzug plus krawatte, eingebettet in verplüschte seitenwände. er wollte doch erste demos für die neue platte aufnehmen, nicht sich selbst im sarg visualisieren. verstimmt dämpft er die zigarette auf seinem linken unterarm aus und legt den stummel zärtlich zu den anderen auf den boden. er ist müde… das gras wirkt wohl immer noch. wie in trance steht er nun auf, verfügt sich zum flügel und platziert sich vor den tasten. im bleiernen halbschlaf geht es jetzt los. (0201)
David Ramirer (2015 - fuck me tender)
Sein braungebrannter Oberkörper war noch ein wenig feucht und Wasser tropfte von seinen langen dunklen Haaren auf seine Haut. Ich biss mir auf die Unterlippe, was die einzige Bewegung war, zu der ich fähig war. Mir war klar, dass ich ihn peinlicherweise jetzt genau wie die Schlampen im Club wollüstig anschmachtete, aber ich konnte nichts dagegen tun. Eigentlich sollte ich wirklich gehen, aber ich konnte nicht. Außerdem, hatte er mich nicht schon einmal genau so im Badezimmer beobachtet? Also war es nur fair. Er war so verdammt gut anzusehen und mein Körper reagierte wie der jeder Frau bei diesem Anblick. Mir wurde heiß, nicht nur im Gesicht, sondern überall, vor allem weiter unten. Dabei hatte ich ihn schon in seinen Badeshorts gesehen, aber dennoch, das hier war etwas komplett anderes. Was noch schlimmer wurde, als er das Tuch von der Hüfte löste und begann, damit seine Haare zu rubbeln. Unter der Haut bewegten sich die Muskeln seines Rückens, die hinunter zur schmalen Hüfte verliefen. Mein Blick ging noch tiefer und ich hatte keine Spucke mehr im Mund, als ich seinen Po betrachtete. Unwillkürlich krallte ich die Finger in meine Shorts, was zur Folge hatte, dass mir das Handy aus der Hand rutschte und auf den Boden fiel. Der Teppich war dick und dämpfte das Geräusch, aber man konnte es dennoch deutlich hören. Instinktiv wollte ich die Augen zusammenpressen, so wie kleine Kinder, die sich nur mit dem Gesicht hinter einem Vorhang versteckten, und glauben, wenn sie den anderen nicht sehen konnten, dann würden sie auch nicht gesehen werden. Was natürlich nicht der Fall war. Daher schluckte ich und sah wieder hoch und – wie erwartet – in Johnnys Gesicht, als er über die Schulter blickte. Und was ich in seinen tiefblauen Augen lodern sah, erregte mich stärker und machte mir gleichzeitig mehr Angst, als alles zuvor. Meine Augen blieben an seinen haften, auch als ich aus den Augenwinkeln bemerkte, wie er das Handtuch wieder um die Hüfte legte. Langsam drehte er sich um und beinahe raubtierhaft zielstrebig kam er auf mich zu, wie ein geschmeidiger Panther, den nichts stoppen konnte. Kurz vor mir blieb er stehen, als würde er warten, ob ich davonlief oder nicht. Auf keinen Fall, jetzt nicht mehr. Zu keinem Zeitpunkt hatte er den Blickkontakt zu mir unterbrochen, er musste meine Gedanken darin gelesen haben. Seine Hände umfassten mein Gesicht, strichen mir halbfeuchte Haare aus der Stirn und dann beugte er sich zu mir hinab. Ich hielt den Atem an, wartete auf seine Lippen, die sich aber nicht auf meine legten, sondern einen Zentimeter vorher verharrten. Als würde er noch immer auf meine Entscheidung warten. Mir wurde klar, dass ich diese schon lange getroffen hatte, nur viel zu feige und engstirnig gewesen war, sie mir auch einzugestehen. Ich griff in seine nassen Haare und zog ihn das verbleibende Stück zu mir hinunter. Ein Blitzschlag fuhr von meinen Lippen ausgehend durch meinen Körper, zwischen meine Beine – dann war es um mich und meine Selbstbeherrschung geschehen. Und wie es aussah, auch um seine. Denn statt weiterhin so sanft mein Gesicht zu halten, rutschten seine Hände meinen Rücken entlang bis er an meiner Hüfte angelangt war und sie fest drückte. Wie von selbst bog sich ihm mein Körper entgegen und ich strich mit der Zunge über seine Lippen, dann öffnete ich den Mund für seine und unser Kuss wurde fordernder. Seine Hände glitten noch weiter hinunter, umfassten meinen Po und während wir uns keuchend küssten, hob er mich mit einem Ruck hoch. Meine Beine schlang ich um seine Hüfte und unter dem Tuch konnte ich ihn spüren, was mir ein Stöhnen entlockte, das mir noch nie über die Lippen gekommen war. Daraufhin gab Johnny einen erstickten Laut von sich, küsste mein Kinn, meinen Hals und knabberte am Ohr, an dem er heiser flüsterte: »Sag mir, dass ich aufhören soll.« »Hör nicht auf«, bat ich leise und drückte mich nur noch fester an ihn.
Martina Riemer (Road to Hallelujah (Herzenswege #1))