β
Men verzekert ons dat de wereld gaandeweg tot eenheid zal geraken, dat naarmate de afstanden makkelijker te overbruggen zijn de mensen sneller zullen verbroederen, ook al omdat de ideeΓ«n zich als het ware door de lucht voortplanten. Weest op uw hoede, gelooft niet in een dergelijke eenwording der mensheid. Door de vrijheid te interpreteren als een vermeerdering en snelle leniging van behoeften doet de mens zijn aard geweld aan, want daardoor kweekt hij talrijke onzinnige en dwaze verlangens in zichzelf aan, alsmede kwalijke en absurde verzinsels. Men leeft dan slechts om elkaar de ogen uit te kunnen steken, voor wellust en opschepperij. Diners, reizen, equipages, rangen en standen en slaven als bedienden beschouwt men dan als een noodzaak waarvoor men zelfs bereid is zijn leven, eer en mensenmin op te offeren en zelfs voor zelfmoord schrikt men niet terug als dergelijke behoeften niet bevredigd kunnen worden. (...) Ik vraag u: is een dergelijke mens vrij? (...) Daarom ook verbleekt hoe langer hoe meer de idee van het dienen der mensheid, broederschap en de eenheid der mensen en wordt deze idee zelfs met spot en hoon bejegend, want hoe zou de aan zijn zelfgeschapen behoeften verslaafde mens ooit van zijn eenmaal aangeleerde gewoonten af kunnen raken? Hij leeft in afzondering, de mensheid in zijn geheel gaat hem immers niet aan. En zo ver heeft hij het gebracht dat naarmate hij meer schatten ophoopt zijn vreugde daaraan vermindert.
β
β