Ergste Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Ergste. Here they are! All 30 of them:

Want medelijden is de ergste vijand van de liefde.
Jan Wolkers (Turks Fruit)
Hij deed zijn mond open om te antwoorden dat je speciaal voelen de ergste kooi is die je om je heen kunt bouwen, maar hij zei niets.
Paolo Giordano (The Solitude of Prime Numbers)
In het leven van de meeste vrouwen is alles, zelfs het ergste verdriet, uiteindelijk een kwestie van passen.
Marcel Proust (Le Côté de Guermantes I)
Haar ergste nachtmerrie was werkelijkheid geworden.
Marissa Meyer (Supernova (Renegades, #3))
Feiten zijn volgens mij vaak de ergste vijanden van de waarheid.
Amos Oz (The Story Begins: Essays on Literature)
Als er een weg is naar het Betere, vraagt dat om een onbelemmerde blik op het Ergste.
Thomas Hardy
Wanneer kinderen groter worden verdedigen ze hun geheimen uit alle macht. Anders zouden ze door hun moeders worden verslonden. Het ergste wat ik ken zijn jongelui die alles met hun moeder delen. Die worden nooit vrij.
Marianne Fredriksson (Two Women)
Zowat het ergste dat een historisch gegroeide stad kan overkomen is dat zijn historische rijkdom geconsumeerd wordt als een apart te verteren stuk sneop, een 'historische' lekkernij in een toeristisch getto, een reclamefolder op ware grootte, een gemummificeerde achtergrond aan geen stad.
Jo Lefebure
Stelen is het ergste dat je kan doen. Als je iemand vermoordt, steel je een leven. Je steelt het recht van zijn vrouw op een echtgenoot en berooft zijn kinderen van een vader. Als je een leugen vertelt, steel je iemands recht op de waarheid. Als je iemand bedriegt, steel je zijn recht op een gelijkwaardige behandeling.
Khaled Hosseini (The Kite Runner)
Die Westerse samelewing het so verwyderd geraak van die geestelike sfeer dat hulle die dood beskou as die ergste ding wat die mens kan tref, maar laat ek jou nou sê, Rosa, daar’s veel erger dinge as die dood: eensaamheid, uitsigloosheid, verguising, verwerping, verwaarlosing, ’n lewe sonder liefde …” Hy het gesug. “Die dood is ’n wegkomkans van hierdie sinloosheid, en ’n poort tot ’n nuwe, betekenisvolle bestaan.
Gerda Taljaard (Die Laksman se dogter (Afrikaans Edition))
Een beetje medelijden en een beetje ruimhartigheid, zei ik, ik zei geen liefde: in universele liefde geloof ik niet zo. Liefde van iedereen voor iedereen, dat kunnen we misschien beter overlaten aan Jezus. Liefde is immers iets heel anders. Het lijkt helemaal niet op ruimhartigheid en evenmin op mededogen. Integendeel. Liefde is een eigenaardig mengsel van twee tegengestelde dingen, een mengsel van het ergste egoïsme en de meest volmaakte toewijding. Een paradox! Bovendien, liefde, de hele wereld praat voortdurend maar over liefde, liefde, maar liefde kies je niet, je raakt ermee besmet, als een ziekte. Liefde overvalt je, als een ramp. Dus wat kies je dan wel? Waartussen moet een mens bijna elk moment kiezen? Óf ruimhartigheid, óf kwaadaardigheid.
Amos Oz (A Tale of Love and Darkness)
Wat ik 'vermoeidheid' noem is ouderdom, en daarvoor bestaat geen rust behalve de dood. Wat is het ergst van al dit 'slecht want strijdig met de natuur'? Jong zijn en je genot ontzeggen of oud zijn en het nog steeds zoeken? Er zijn zekere geneugten van het vlees die het ouder wordende lichaam steeds vergeefser najaagt als het er zich in zijn jeugd niet aan bedronken heeft. Te kuise jongelingsjaren leiden tot liederlijke ouderdom. Het is waarschijnlijk gemakkelijker af te zien van wat men heeft gekend dan van datgene waarover men fantaseert. Men heeft hierin geen spijt van wat men heeft gedaan, maar van wat men niet heeft gedaan en zou hebben kunnen doen. En die spijt krijgt dan zelfs de donkere kleur van wroeging. Ik heb het gevoel dat ik ook hierin het meest tot onthouding gebracht word door redenen van esthetische aard. Oude handen verdorren wat zij strelen, dunkt me, maar ze hebben hun eigen schoonheid wanneer ze zich vouwen in gebed. Jonge handen zijn gemaakt voor liefkozingen en de mantel der liefde, het is jammer ze te vroeg samen te vouwen. Ja, die in gebed gevouwen handen verzinnebeelden fraai de mystieke omhelzing van het ongrijpbare, als de verliefde armen in het luchtledige grijpen omdat de realiteit ontglipt en er niemand is.
André Gide (Journals 1889-1949)
„Zie zoo, nu zie ik ze niet meer. Jij weet niet wat handel is, Koekebakker, anders zou je der niet om lachen. Om te beginnen ga je tot je achtiende jaar op school. Heb jij ooit geweten hoeveel schapen er in Australië zijn en hoe diep ’t Suezkanaal is? Nou juist, daar heb je het. Ik heb dat geweten. Weet jij wat polarisatie is? Ik ook niet, maar ik heb ’t geweten. De raarste dingen heb ik moeten leeren. Vertaal in ’t Fransch: [80]„onder benefice van inventaris.” Ga der maar tegen aan staan. Je hebt er geen begrip van, Koekebakker. Dat duurt zoo jaren. Dan doet je ouwe heer je op een kantoor. Dan merk je, dat je al die dingen geleerd hebt om met een kwast papier nat te maken. Overigens is ’t ’t ouwe gedonderjaag, ’s morgens om negen uur present en urenlang stil zitten. Ik vond dat ik op die manier niet opschoot. Ik kwam altijd te laat, ik probeerde wel op tijd te komen, maar ’t wou niet meer, ik had ’t zooveel jaren gedaan. En taai. Ze zeiden dat ik alles verkeerd deed, daar zullen ze wel gelijk aan gehad hebben. Ik wilde wel, maar ik kon niet, ik ben geen kerel om te werken. Ze zeiden, dat ik de anderen van hun werk hield. Ook daarin zullen ze wel gelijk gehad hebben. Als ik klaagde, dat ik ’t niks lollig vond en vroeg of ik daarvoor nu op school al die wonderlijke dingen had geleerd, dan zei de oue boekhouder: „Ja jongetje, het leven is geen roman.” Bakken vertellen, dat kon ik en dat vonden ze leuk ook, maar ze waren er niet tevreden mee. De ouwe boekhouder wist al heel gauw niet wat hij met me doen moest. Als de baas er niet was maakte ik dierengeluiden, zong komieke liedjes, die ze nog nooit hadden gehoord. De zoon van den baas was een ingebeelde kwajongen; af en toe kwam i op kantoor om centen te halen. Hij sprak vreeselijk gemaakt en keek met een allerellendigst, door niets gemotiveerd vertoon van superioriteit naar de bedienden van zijn pa. De lui lachten zich een beroerte als ik dien jongeheer nadeed. Ik heb daar ook nog een schrijfmachine bedorven en een boek weggemaakt. Toen hebben ze me aan een toestel gezet, dat ze de „guillotine” noemden. Daar moest ik monsters mee knippen. Dagen lang heb ik daaraan gestaan: alle monsters werden scheef. De lui hadden ’t wel in de gaten, ze hadden niets [81]anders verwacht. Ze hadden me daar alleen maar aan gezet om erger te voorkomen. Die monsters werden weggegooid; die gingen nooit naar de klanten. Toch had ik in die dagen nog gelegenheid om een brief verkeerd in te sluiten. Natuurlijk was ’t erg; de man die den brief kreeg mocht niet weten, dat de baas zaken deed met den man waaraan i geschreven was. De boekhouder was totaal van streek. Toen begreep ik, dat ik maar liever heen moest gaan. Ik kreeg een poot van den baas. Ik was zelf ook blij dat ik wegging en heb hem hartelijk de hand geschud. Ik heb gezegd, dat ’t me speet, maar dat ik er niets aan doen kon en ik geloof, dat ’k ’t meende. Zie je, Koekebakker, dat is handel. Ik ben daarna nog drie weken volontair geweest op een effectenkantoortje, krantjes nakijken met een boek om te zien of de stukken van de klanten waren uitgeloot. Je ergste vijand zal er voor bewaard blijven. Ze moesten me wegdoen. Ik moest daar ook copieeren. Er was geen denken aan, dat ze uit ’t copieboek konden wijs worden. Ik zag wel in dat ’t zoo niet ging, ik kon er mijn hoofd niet bij houden.
Nescio (De Uitvreter, Titaantjes, Dichtertje, Mene Tekel)
Iedereen is zo bang om eenzaam te zijn, alsof aids en eenzaamheid de ergste dingen zijn die een mens kunnen overkomen besmettelijke ziekten zijn het aids door bloed en lichaamsvloeistoffen die zich met elkaar vermengen maar eenzaamheid is toch erger daar word je mee besmet door lucht, vuur en water. Kijk, een eenzaam mens! Pas op! Bescherm je! Houd afstand! Als je dichtbij komt kun je worden zoals hij. Of zij. Wie wil er nu eenzaam zijn? Eenzaamheid levert nul punten op. Je moet veel en interesante vrienden om je heen verzamelen. De telefoon moet vaak rinkelen. Je moet populair zijn, je moet bij vrolijke mensen horen.
Per Nilsson
Wat het ergste is by zulke vertooningen op het tooneel, het publiek gewent zich zóó aan al die onwaarheden, dat het ze mooi vindt en toejuicht.
Multatuli (Max Havelaar: of de Koffieveilingen der Nederlansche Handel-Maatschappij)
Doodgaan is het ergste wat u kan overkomen. Vaak valt het mee, meestal valt het tegen.
A. Moonen
Uit de doos van Pandora waarin alle rampspoeden rondkrioelden die de mensheid kunnen treffen, lieten de Grieken de hoop het laatst ontsnappen als de ergste van allemaal.
Albert Camus
In heel wat opzichten beleefde ik de wereld op dezelfde manier als toen ik twintig was, het was alsof mijn identiteit veel trager was dan het leven, ze gleed voort als een tankschip, die identiteit was ikzelf, terwijl de kleine, snelle boten en cruiseschepen die er aan alle kanten omheen voeren de gebeurtenissen waren waartoe die identiteit zich verhield. Toen ik twintig was, was het burgerlijke leven het ergst mogelijke, dat op alle mogelijke manieren moest worden overstegen. (...) Het merkwaardige was dat ik me zo voelde, als iemand die eigenlijk zo leeft, ook al stond absoluut alles in mijn leve voor het compleet tegenovergestelde. (...) Maar niets van dat alles liet dus zijn sporen na in mijn identiteit, daar bleef ik een man van ergens in de twintig die schrijver wilde worden, en die alleen toeliet wat op de een of andere manier als alternatief werd waargenomen.
Karl Ove Knausgård
Twee dagen later staat Vanessa alleen op de speelplaats. Alleen is het ergste wat er is, weet ik. (Behalve dan dat ze dieren doodmaken, zomaar, of dat er hongersnood is en zulke grote dingen.) Ook al doe je alsof het niet zo erg is, eigenlijk weet je: dat is het wél.
Griet Op de Beeck (Vele hemels boven de zevende)
Dat was me vanaf het begin opgevallen: mensen die andere mensen troostten hadden het meestal over zichzelf. De ergste van die zogenaamde bekommerden vonden dat ik mijn zonden moest bekennen, zodat de duisternis ophield, en ik het Licht mocht verwelkomen. Daar had ik van kunnen beginnen janken uit colère. Zonden, welke zonden? Waar waren die schulden van me? Wat had ik verkeerd gedaan? Had ik iemand kapotgemaakt? Of iemand onteerd? Had ik mezelf beschaamd door het met de Gehoornde op een akkoord te gooien? Nee! Niks van dit alles. Maar zulke woedende vragen waren onwelkom. Dat hoorde niemand graag. En dan gebeurde het dat ik tijdens zulke gesprekken overwoog om op te houden met de rol van waard te spelen en als een heremiet, verscholen onder een kapmantel, door straten te dwalen zonder bezit, zonder toekomst en vooral zonder mensen in mijn buurt.
Jeroen Olyslaegers (Wildevrouw (Dutch Edition))
Omdat ik niets zo leuk vind als jou te kwellen. Had je dat niet gemerkt?' 'Hélas, ja,' zei ik, terwijl ik een kus op haar haar drukte. 'Dat heb ik maar al te goed gemerkt, al sinds een aantal jaren, en het ergste is dat ik niet door schade en schande wijzer word. Ik lijk het zelfs leuk te vinden. We zijn het volmaakte paar: de sadiste en de masochist.
Mario Vargas Llosa (Travesuras de la niña mala)
Ik ga die functie krijgen. Hoe dan ook. Kijk uit wie je tegen je in het harnas jaagt, Constance. Ik ben geen Caro en geen Lidewij. Ruziemaken met mij is als ruziemaken met je ergste nachtmerrie: ik zal je kwellen totdat je geen oog meer dichtdoet, en zelfs dan ben je nog niet van me af. Wacht maar.
Denise Marinus (Zoals u wenst)
Vriendelijk en dynamisch,' zei hij terwijl hij naar de tafel liep en een stoel voor haar klaarzette. 'Bent u dat,'vroeg ze met een glimlach en ging zitten terwijl ze haar schort strak trok over haar billen. 'Wel geweest,' zei hij spottend. 'Op het uitsloverige af. Als ik daaraan denk heb ik reuze spijt. Wat ben ik lief en goed geweest voor de mensen. Wat een naïef geloof heb je als je jong bent. In iedereen, in de hele mensheid. Maar er verzuurt veel in de loop der jaren. De meeste mensen blijken gewoon zelfzuchtige rotzakken te zijn die het goorste ochtendblad lezen en naar de walgelijkste televisieprogramma's kijken. Ze hebben een pisbiertje binnen handbereik en een karrevracht nepzoutjes en het lijkt allemaal vrij vredig, maar ze zijn net zo gemakkelijk op te stangen als Hitler indertijd heeft gedaan met het duitse volk. Illusies hoef je je niet te maken. Er is niet de minste hoop. Het ergste is dat je bij de grote klap met al dat tuig samensmelt. Dat er geen olifantenkerkhof is waar je je waardig neer kan vlijen.
Jan Wolkers (De perzik van onsterfelijkheid)
Het is als met malaria tropica…. de tropische zoutwaterliefde is de ergste en maakt de meeste slachtoffers. Malaria is daarbij goedig, en veroordeelt soms alleen maar ter dood. Zoutwaterliefde vaak tot levenslange opsluiting binnen enge muren.
Henri van Wermeskerken (Tropische zoutwaterliefde: humoristische roman)
Van geslacht veranderen was na doodgaan het ergste wat je je ouders kon aandoen.
Thomas van der Meer (Welkom bij de club)
De menselijke psyche herbergt, net als Thalatta - de eeuwige zee - alle mogelijkheden in zich: een dodelijke luwte en de razende storm, de ergste lafheid en het wildste heroïsme. De massa is altijd wat zij in overeenstemming met de tijd en de situatie moet zijn, en zij staat altijd gereed de sprong te wagen en iets heel anders te worden dan zij schijnt.
Rosa Luxemburg
De ergste vorm van eenzaamheid is het isolement waarin je belandt als niemand je begrijpt
Dan Brown (Inferno (Robert Langdon, #4))
Gwenn hield van Joc maar hij 'deed' niets meer. Waarom was dat, vraag ik haar. Vond ze het erg? Nee. Waarom vond ze dat niet erg. En nu komt er iets nieuws. Ze waren op elkaar uitgekeken, hij op haar en zij op hem. Even ben ik gerustgesteld. Maar dan wil ik weten hoe dat dan kwam. Haar antwoord: Als de verliefdheid weg is dan ben je van elkaar gaan houden. Joc en zij kenden elkaar al twintig jaar. Vijftien jaar zonder seks. Een vrolijke meid had hem meegenomen. Eind goed al goed, nu had ze mij. 'Vrijen wij binnenkort ook niet meer?' 'Dat lijkt me sterk.' Dat lijkt me helemaal niet sterk. Zo is het met haar man gegaan. Nu begrijp ik waarom sommige echtparen ruzie met elkaar maken. Ze vechten niet tegen elkaar maar tegen een toestand. Ik zie de ergste dingen voor me. Stel dat ik wel wil en dat Gwenn één keer zucht. Een halve zucht van verveling is al voldoende om me onzeker te maken. Vechten tegen een toestand.
D. Hooijer (Sleur is een roofdier)
Sinds er agora's bestaan heeft niemand zoveel gelogen als de politicus. Wanneer bij de Grieken een politicus loog, werd hem een beschamende straf opgelegd: het ostracisme. Tegenwoordig krijgt hij, in het ergste geval, een Kamerzetel, geven ze hem een burgemeesterpost of wijzen ze hem een ministerie toe. Dat is de ongeschreven wet van onze meritocratie: lieg en u zult beloond worden. (Since the agora's came into existence, nobody has lied as much as the politician. When a politician lied to the ancient Greeks, a shameful punishment was imposed on him: ostracism. Nowadays he receives, in the worst case, a seat in parliament, they make him a mayor or assign him a ministry. That is the unwritten law of our meritocracy: lie and you will be rewarded.)
Ricardo Menéndez Salmón (El corrector)
Het ergste nadeel van een hoge positie is de onvrijheid van meningsuiting. Hoe hoger je maatschappelijke positie hoe meer je je in zwijgen moet hullen. Vooral omdat de betekenis en het belang van een hoge positie voor mij verbonden zijn met het publieke domein, weegt dit zwaar. Het publieke domein is het forum voor meningsvorming, voor de weging van argumenten, voor de verwoording van visies. Hoe breder, hoe diepgravender, hoe origineler hoe beter. Misschien is deze gedachte over de openbare ruimte en een hoge positie altijd een droom geweest maar nu lijkt zij verder weg dan ooit. Toen koningin Beatrix, om nog even bij de les te blijven, op een onbewaakt ogenblik of misschien zeer bewust gekozen moment over de pers zei dat 'de leugen regeert' was Nederland te klein. Niet wat de koningin had gezegd stond ter discussie maar het feit dat zij met haar kritische opmerking haar boekje te buiten was gegaan. Het is interessant te bedenken dat het in vroegere tijden juist het voorrecht van hoger geplaatsten was om ongehinderd te kunnen zeggen wat in hun hoofd opkwam. Het volk zweeg. In onze tijd is dat in zijn tegendeel verkeerd. De politicus die zegt wat hij denkt, steekt zijn hoofd in de publieke strop. Zijn kiezer daarentegen is vrij te roepen wat hij wil - zijn schreeuw, rauw en ongearticuleerd klinkt overal op en wordt gehoord, al dan niet in honderd dagen.
Lex ter Braak