Erging Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Erging. Here they are! All 100 of them:

Therefore. Ergo. Erg. Argh. Ugh.
Rachel Cohn (Naomi and Ely's No Kiss List)
Vooruitgang bestaat niet, en dat is maar goed ook, want zoals het is, is het al erg genoeg.
Gerard Reve
Het is niet erg dat onze woorden soms even op zijn. We hadden ze van bij het begin toch al niet nodig.
Zita Theunynck (Het wordt spectaculair. Beloofd.)
Je kan aan dieren erg veel liefde kwijt. Dieren zullen nooit zeggen: ‘Weet je wat? Ik ga alleen wonen. Ik kom nog wel ‘ns langs om je onderbroeken te wassen.
Herman Brusselmans (Mogelijke memoires)
Omdat nooit meer wel heel erg lang is
Griet Op de Beeck (Vele hemels boven de zevende)
Ik hou zeg maar heel erg van symbolen?' verklaarde het meisje, 'omdat die, zeg maar, heel veel symboliseren?
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
Een hond is een nogal slechte imitatie van een kat, maar kan als hond erg fraai zijn.
Ronald Giphart (Mijn vrouw en andere stukken)
...misschien is dat wel waarom mensen met elkaar praten. Niet om antwoorden te krijgen, maar om vragen te delen. Omdat sommige vragen aan alle antwoorden voorbij gaan. Omdat sommige vragen te erg zijn om in je eentje te dragen.
Myrthe van der Meer
Dragons keep their money in banks like everyone else,” Avah said. “Hoards don’t accrue interest.
John Bierce (Jewel of the Endless Erg (Mage Errant, #2))
Alles is niet zo erg dan ontdekt te worden.
Anne Frank (The Diary of a Young Girl)
Then he mentioned that erging had a way of making the worst day on the water seem pretty good.
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
je vond me huilend en vroeg me “waarom die tranen” ik zei “om mezelf” en jij zei “we huilen alleen om de dingen waar we van houden” nu vind ik huilen niet zo erg meer en huil ik ook om jou
Frauke Heyde
Wie weet, wordt mijn Ziel steeds gezonder, of misschien ook niet - ik heb van die dingen erg weinig verstand - maar in ieder geval trekt hij zich tegenwoordig van heel wat zaken geen bal meer aan.
Gerard Reve
On top of his grudge holding, he had a reputation for impatience. Like so many brilliant people, Calvin just couldn’t understand how no one else got it. He was also an introvert, which isn’t really a flaw but often manifests itself as standoffishness. Worst of all, he was a rower. As any non-rower can tell you, rowers are not fun. This is because rowers only ever want to talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seats, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not. From there, it usually progresses to what went wrong on the last row, what might go wrong on the next row, and whose fault it was and/or will be. At some point the rowers will hold out their hands and compare calluses. If you’re really unlucky, this could be followed by several minutes of head-bowing reverence as one of them recounts the perfect row where it all felt easy.
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
Het is in het beklemtonen van dat iets niet erg is, dat het ons niet bang maakt, dat we er niet triest van zijn geworden, dat we vaak net de heftigheid van de ware emotie verraden, ook al geloven we het schimmige zelfbedrog terwijl we het aan het formuleren zijn.
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
Scheppend kunstenaar, dat valt niet mede. Ik sprak heel vroeger wel eens vader Klatser die aan een betere samenleving bouwt, als hij nog niet in zijn hese geschreeuw gestikt is, tenminste. Hij zei een keer tegen me: 'Weet jij, wat of heel moeilijk is om te schilderen?' 'Nee?' 'Een s-s-s-sneeuwlandschap. En weet je wat of ook heel erg moeilijk is om te schilderen? Een z-z-z-zonsondergang.' (Hij stotterde ook nog) 'En weet je, wat ik nou aan het schilderen ben?' (Sprakeloze stilte) 'Een z-z-z-zonsondergang in een s-s-s-sneeuwlandschap.
Gerard Reve (De taal der liefde)
Op een uniek moment in de geschiedenis en op een unieke plek op aarde lees jij deze zin. Misschien dat je deze woorden later nog eens zult zien en de kans is aanwezig dat dit op dezelfde plek zal gebeuren als waar je je nu bevindt (in je bed, je leeskamer, je vaste treincoupé, je lekkere stoel), maar het is een natuurkundige onmogelijkheid dat je mijn voorgaande zin op hetzelfde moment zult herlezen. Wat er thans gebeurt tussen ons, tussen deze zin en jouw aandacht, dit, hier, nu, is uniek, eenmalig en onherhaalbaar. Dit is iets tussen ons, vriend, en het was voorbij eer we er erg in hadden.
Ronald Giphart (IJsland)
Maar opeens kwam de zon te voorschijn en de nevels trokken op. De vogels in het bos begonnen te zingen en alles wat treurig en naar was verdween als bij toverslag, en het gevaarlijke leek niet zo gevaarlijk meer. Ik werd weer warm. De zonnestralen gaven al warmte. Het was allemaal veel minder erg, ja bijna goed.
Astrid Lindgren (The Brothers Lionheart)
Een toevallig ontmoeting kan soms erg belangrijk voor je zijn,' zeg ik. 'Zoiets, denk ik. Eenvoudig gezegd.
Haruki Murakami (Kafka on the Shore)
Het hart van de mens lijkt erg veel op de zee, het kent zijn stormen, het kent zijn getijden en in zijn diepten liggen ook parels.
Vincent van Gogh
erged
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
But things will be fine. Maybe even better than fine. A dog, an erg, two seat. Excellent
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
Ik denk dat ik vroeger erg veel tekortgekomen ben en toen maar heb besloten dat ik niemand nodig heb. En als ik dan niks krijg, dan word ik weer woedend.
Nicolien Mizee (De kennismaking (Faxen aan Ger #1))
erging
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
Ik zekere zin gingen de zaken zo goed dat ze alleen maar erg slecht zouden kunnen gaan want wat helemaal rijp is kan gaan rotten.
Clarice Lispector (The Hour of the Star)
Het leven wordt wel erg ingewikkeld als je teveel denkt.
Terry Pratchett (Nation)
It is absurd that energy can be measured in calories, in ergs, in electron volts, in foot pounds, in B.T.U.s, in horsepower hours, in kilowatt hours–all measuring exactly the same thing. It is like having money in dollars, pounds, and so on; but unlike the economic situation where the ratio can change, these dopey things are in absolutely guaranteed proportion. If
Richard P. Feynman (The Character of Physical Law (Penguin Press Science))
Gewoon "Wonder"...' Ze draaide zich hoofdschuddend zijn kant op. 'Ik dacht dat je geen begaafde was.' 'Ja, dat komt ook niet erg vaak ter sprake. In staat zijn om iemand tijdelijk de wonderen van de wereld te laten zien...' hij zwaaide weer met zijn arm in de richting van de horizon, 'valt nogal in het niet bij met chromen biceps of vingertoppen die kunnen uitbarsten als vulkanen.
Marissa Meyer (Archenemies (Renegades, #2))
talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seats, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not. From there, it usually progresses to what went wrong on the last row, what might go wrong on the next row, and whose fault it was and/or will be. At some point the rowers will hold out their hands and compare calluses. If you’re really unlucky, this could be followed by several minutes of head-bowing reverence as one of them recounts the perfect row where it all felt easy.
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
Hij herinnerde zich dat hij lang geleden ook eens op een morgen zoals nu hier had rondgehangen, de vissen bewonderd had en medelijden met ze gevoeld, hij was toen erg somber geweest; sindsdien was er veel tijd voorbijgegaan, en een massa water door de rivier gestroomd. Hij had toen erg in de put gezeten, dat wist hij nog wel, maar waarom hij zo in de put gezeten had, dat wist hij niet meer. Zo zag je maar weer: ook droevige dingen gingen voorbij, ook pijn en wanhoop gingen voorbij, ze waren maar tijdelijk, net als plezierige dingen, zij verbleekten, verloren hun diepgang en waarde, en ten slotte kwam er een tijd, dat je er met de beste wil van de wereld niet meer achter komen kon wat het geweest was, dat je ooit zo'n pijn had gedaan. Ook pijn raakte uitgebloeid en verwelkt.
Hermann Hesse (Narcissus and Goldmund)
Vader leek wanhopig. 'Maar, Mattias , je weet dat het onmogelijk is geen sporen na te laten. Er is altijd iemand die je ziet. Altijd iemand die zich je herinnert. Altijd iemand die van je houdt. Bijna altijd. Dat is gewoon zo.' 'Dat is het niet. Het is niet zo dat ik geen sporen wil achterlaten, ze hoeven alleen niet zo zichtbaar te zijn. Ik hoef geen handafdruk in cement. Ik hoef niet geïnterviewd te worden om wat ik doe. Is dat zo erg? Dat je geen behoefte hebt om gezien te worden? Niet iedereen wil vooraan staan. Er zijn ook mensen nodig die nummer twee willen zijn.
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
Dit is een kort boek, omdat de meeste boeken over schrijven bol staan van de onzin. Romanschrijvers, ikzelf niet uitgezonderd, begrijpen niet erg veel van wat ze doen - niet waarom het werkt als het goed is, niet waarom het niet werkt als het slecht is. Ik dacht: hoe korter het boek, hoe minder onzin.
Stephen King (On Writing: A Memoir of the Craft)
Het menselijk bestaan,alle feiten wijzen daarop, is geen vooraf uitgestippelde wandelroute waarbij je per ongeluk paaltjes met merktekens over het hoofd kunt zien. Het enige wat vaststaat is dat iedereen wat pogingen doet, die over het algemeen niet erg overtuigen, en die linksom of rechtsom uitkomen bij hetzelfde eindpunt, dat vanuit de oeroude en onverschillige kosmos bezien nog maar een oogwenk weg is.
Christiaan Weijts (De etaleur, Dansnovelle)
Hoe vaak denk je nog aan haar?’ ‘Zelden of nooit. Is dat erg?’ ‘Vind jij het erg?’ (De jij-bak, ook een psychiatertruc.) ‘Twee dochters verliezen is oneerlijk.’ ‘Het moest zo zijn, karma.’ ‘En dat is het?’ ‘Ja, lijkt me genoeg.’ ‘Hou je eigenlijk van je kinderen?’ ‘Welke?’ Het raam stond open, we luisterden naar de wind in de bomen. Een grijs licht vulde de kamer. ‘Vraag dan,’ zei ze zacht. Ik durfde niet.
Adriaan van Dis (Ik kom terug)
As any non-rower can tell you, rowers are not fun. This is because rowers only ever want to talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seats, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not.
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
Ik wil het wel opschrijven, Isolde, maar ik weet niet of ik zoveel woorden ken. De woorden die vertellen wat er toen in me leefde, zijn nog niet uitgevonden. Ik kan ze voelen, maar niet zeggen. Ik had toen nog geen woorden, Isolde. Ik kreeg alles wat ik nodig had, maar geen woorden. Ik vond het niet erg, want ik wist niet wat ik miste. Nu vind ik het vreselijk. Iemand heeft me een leven met woorden ontstolen. Iemand heeft me leeggemaakt.
Kristien Dieltiens (Kelderkind)
Overleven begint met heel erg kleine dingen. De koffie voor morgenochtend klaarzetten bijvoorbeeld. Omdat je ergens diep vanbinnen weet dat je de volgende dag op zal staan om de wereld te trotseren. Of genoeg korrels kopen om de kat een maand lang spinnend te houden, de omgeplooide krant elke ochtend opnieuw uit de brievenbus rukken en antwoorden op onverwachte berichtjes die mensen sturen. Om iets te gaan drinken deze week. "Goed", typ je terug. Overleven begint met zulke kleine dingen.
Anke Wauters (Dik. Lelijk. Wijf.)
In de geldbeluste jaren tachtig was studeren niet erg radicaal. Semiotiek was het eerste vak dat een beetje naar revolutie rook. Daar werd een grens getrokken: het was subtiel en Europees, het ging over prikkelende onderwerpen, over foltering, sadisme, hermafroditisme - over seks en macht. Madeleine was op school altijd populair geweest. Door die jarenlange populariteit kon ze snel en onfeilbaar cool van uncool onderscheiden, zelfs binnen een subgroep als het vak Engelse taal- en letterkunde, waar het begrip cool niet leek te bestaan.
Jeffrey Eugenides
Calvin was a brilliant man, but if he had one flaw, it was his ability to hold a grudge. On top of his grudge holding, he had a reputation for impatience. Like so many brilliant people, Calvin just couldn’t understand how no one else got it. He was also an introvert, which isn’t really a flaw but often manifests itself as standoffishness. Worst of all, he was a rower. As any non-rower can tell you, rowers are not fun. This is because rowers only ever want to talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seats, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not. From there, it usually progresses to what went wrong on the last row, what might go wrong on the next row, and whose fault it was and/or will be. At some point the rowers will hold out their hands and compare calluses. If you’re really unlucky, this could be followed by several minutes of head-bowing reverence as one of them recounts the perfect row where it all felt easy.
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
As any non-rower can tell you, rowers are not fun. This is because rowers only ever want to talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seats, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not. From there, it usually progresses to what went wrong on the last row, what might go wrong on the next row, and whose fault it was and/or will be. At some point
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
An exploding nuclear bomb has a much higher power density than the sun because it is an unsustainable out-of-control flow of energy. A one-megaton nuclear bomb will release 1017 ergs, which is a lot of power. But the total lifetime of that explosion is only a hyperblink of 10-6 seconds. So if you “amortized” a nuclear blast so that it spent its energy over a full second instead of microseconds, its power density would be reduced to only 1011 ergs per second per gram, which is about the intensity of a laptop computer chip. Energywise, a Pentium chip may be better thought of as a very slow nuclear explosion.
Kevin Kelly (What Technology Wants)
As any non-rower can tell you, rowers are not fun. This is because rowers only ever want to talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seats, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not. From there, it usually progresses to what went wrong on the last row, what might go wrong on the next row, and whose fault it was and/or will be. At some point the rowers will hold out
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
Martin Silenus had been writing notes on a pad but now he stood and paced the length of the room. “Jesus Christ, people. Look at us. We’re not six fucking pilgrims, we’re a mob. Hoyt there with his cruciform carrying the ghost of Paul Duré. Our ‘semisentient’ erg in the box there. Colonel Kassad with his memory of Moneta. M. Brawne there, if we are to believe her tale, carrying not only an unborn child but a dead Romantic poet. Our scholar with the child his daughter used to be. Me with my muse. The Consul with whatever fucking baggage he’s brought to this insane trek. My God, people, we should have received a fucking group rate for this trip.
Dan Simmons (Hyperion (Hyperion Cantos, #1))
Vanmiddag kwam je brief en ik was er zó blij mee. Als je altijd zo was als in deze brief. Het leek weer net als vroeger en ik was ineens weer zo verliefd op je. Ik denk dat ik maar blijf totdat ik weer terug ben. 't Is een erg prettig gevoel. Mijn eenzame bed begint hoe langer hoe eenzamer te lijken en ik verlang ernaar om uit te vinden of je zoenen dezelfde herinneringen op zullen roepen als deze brief. Ik verlang nog net als vroeger naar een geluk dat langer duurt dan een omhelzing. En ik weet niet of het bestaat, net als vijf jaar geleden. Ik heb vanavond het gevoel alsof je niet bestaat. Wat ik je had willen schrijven staat nergens in mijn brief.
Jan Wolkers (Een roos van vlees)
Carlos leek altijd over zijn toeren, alsof hij net een stuk of vijf benzedrinetabletten had geslikt. Je kon zijn aandacht niet langer dan één minuut op hetzelfde gericht houden. Van een mening over een stuk van Tennessee Williams sprong hij over op de decorontwerpen van een of andere Fransman, een opname van Sarah Bernhardt die hij op de Universidad had gehoord, een stuk dat een student had geschreven en waarvoor hij overwoog de regering om subsidie te vragen, zodat het kon worden gespeeld. Meeslepend, dat wel, maar niet erg bevredigend. En kon uit al die opwinding kunst voortkomen? Was kunst niet – bijna altijd – emotie die in alle rust tot bespiegeling wordt verheven? Ook voor een zuiderling? Theodore moest lachen om zijn eigen vurige ernst.
Patricia Highsmith (A Game for the Living)
As any non-rower can tell you, rowers are not fun. This is because rowers only ever want to talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seas, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not. From there, it usually progresses to what went wrong on the last row, what might go wrong on the next row, and whose fault it was and/or will be. At some point the rowers will hold their hands and compare calluses. If you’re really unlucky, this could be followed by several minutes of head-bowing reverence as one of them recounts the perfect row where it all felt so easy.
Bonnie Garmus
As any non-rower can tell you, rowers are not fun. This is because rowers only ever want to talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seats, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not. From there, it usually progresses to what went wrong on the last row, what might go wrong on the next row, and whose fault it was and/or will be. At some point the rowers will hold out their hands and compare calluses. If you’re really unlucky, this could be followed by several minutes of head-bowing reverence as one of them recounts the perfect row where it all felt easy.
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
Worst of all, he was a rower. As any non-rower can tell you, rowers are not fun. This is because rowers only ever want to talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seats, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not. From there, it usually progresses to what went wrong on the last row, what might go wrong on the next row, and whose fault it was and/or will be. At some point the rowers will hold out their hands and compare calluses. If you’re really unlucky, this could be followed by several minutes of head-bowing reverence as one of them recounts the perfect row where it all felt easy.
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
Op de gang staat nog altijd zijn ex te wachten. 'Je bent er nog?' vraagt hij. 'Je ruikt naar rook,' fluistert ze als hij stilstaat om haar een tweede keer te begroeten en meteen ook een tweede keer afscheid van haar te nemen. Hij had bijna haar hand willen pakken om alles nog eens over te doen. 'Je zou ermee stoppen.' 'Waarom fluister je? Ik ben psychiater, wij roken omdat we anders gek zouden worden en omdat we op die manier tenminste nog één ding gemeen hebben met de meeste patiënten: de sigaret.' 'Ik fluister omdat ik je niet wil beschamen. Altijd dezelfde frasen, dezelfde excuses. Hoe kun je mensen weerhouden van zelfdestructie als je er zelf mee bezig bent?' 'Dat is een paradox,' zegt Kadoke. 'Gezondheid, geestelijke gezondheid houdt in dat je die paradoxen leert aanvaarden, dat je ermee leert leven, met het onvolmaakte, ja degene die jou komt weerhouden van zelfdestructie rookt, is dat nou zo erg?
Arnon Grunberg (Moedervlekken)
Connie begon het bestaan van benen te beseffen. Zij werden belangrijker voor haar dan gezichten, die niet langer meer erg werkelijk waren. Hoe weinig mensen hadden levende, gevoelige benen! Zij keek naar de mannen in de stalles. Grote, worsterige dijen in zwart worstdoek, of diunne houten stokjes in zwart begrafenisgoed, of welgevormde jonge benen zonder enige betekenis, geen sensualiteit of tederheid of gevoeligheid, gewoonweg een pantoffelparade van benen van niets. Zelfs niet iets van de sensualiteit, die haar vader had. Zij waren alle ontmoedigd, zodat zij niet meer bestonden, als het ware. Maar de vrouwen waren niet ontmoedigd. De vreselijke kilometerpaaltjes, die de meeste vrouwen tot benen hadden! Gewoon ergerlijk! Werkelijk voldoende, om een moord te rechtvaardigen! Of de arme pijpestelen! of de keurig nette dingen in zijden kousen, zonder iets, dat op leven leek! Vreselijk, de miljoenen onbeduidende benen, die doelloos rondstapten!
D.H. Lawrence (Lady Chatterley's Lover)
Like so many brilliant people, Calvin just couldn’t understand how no one else got it. He was also an introvert, which isn’t really a flaw but often manifests itself as standoffishness. Worst of all, he was a rower. As any non-rower can tell you, rowers are not fun. This is because rowers only ever want to talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seats, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not. From there, it usually progresses to what went wrong on the last row, what might go wrong on the next row, and whose fault it was and/or will be. At some point the rowers will hold out their hands and compare calluses. If you’re really unlucky, this could be followed by several minutes of head-bowing reverence as one of them recounts the perfect row where it all felt easy.
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
Sélème : Engage le jeu que je le gagne ! Caracole : L'âme sûre ruse mal ! Sélème : L'âme sœur, elle, rue, ose mal... Erg immigré ! Erg en nègre ! Vos Sov ! Le traceur à la rue : cartel ! Caracole : En nos repères, n'insère personne ! Sélème : Le sert-on ici, notre sel ? Caracole : Tâte l'état ! C'est sec. Sélème : Léger regel ? Caracole : Saper ses repas... Sélème : Semi-auteur, ô male ! La morue tu aimes. Caracole : Euh... Hue ! Sélème : Eh, ça va la vache ? Caracole : Rat ! Avatar ! Sélème : C'est sec... Ta bête te bat ! Caracole : Et si l'arôme des bottes révèle madame, le verset t'obsède, moraliste ! Sélème : L'arôme moral ? Ému, ce destin rêve, il part natter ce secret tantra plié, vernissé d'écume. Caracole : Et tu te démêles, Sélème de lutte ? Sélème : Ici ? Non. Tu l'as, ressac, avalé ? Crac ! Car cela va casser... Salut ! Caracole : Sniff ! À l'affin S ! Sélème : Élu, aimé, jeté, ô poète ! Je miaule ! Caracole : Ah Élu, ça ! Je trace l'écart, éjacule, ha ! Sélème : Rupture de lien : un arc élève le reste et se relève à l'écran, une île de rut pur. Caracole : Mon nom... Sélème : Hola Caracole, va à vélo caracal, oh ! Caracole : Mon nom... Mon nom... Sélème : Ressasser, "Carac", ressasser ! Oh, cela te perd répéta l'écho !
Alain Damasio (La Horde du Contrevent)
If you want to know the real reasons why certain politicians vote the way they do - follow the money. Arch Brexiteer Jacob Rees-Mogg (a.k.a. JackOff Grease-Smug) stands to make billions via his investment firm - Somerset Capital Management - if the UK crashes unceremoniously out of the European Union without a secure future trade deal. Why ? Because proposed EU regulations will give enforcement agencies greater powers to curb the activities adopted by the sort of off-shore tax havens his company employs. Consequently the British electorate get swindled not once, but twice. Firstly because any sort of Brexit - whether hard, soft, or half-baked - will make every man, woman and child in the UK that much poorer than under the status quo currently enjoyed as a fully paid up member of the EU. Secondly because Rees-Mogg's company, if not brought to heel by appropriate EU wide legislation, will deprive Her Majesty's Treasury of millions in taxes, thus leading to more onerous taxes for the rest of us. It begs the question, who else in the obscure but influential European Research Group (ERG) that he chairs and the Institute for Economic Affairs (IEA) that he subscribes to, have similar vested interests in a no-deal Brexit ? It is high time for infinitely greater parliamentary and public scrutiny into the UK Register of Members' Financial Interests in order to put an end to these nefarious dealings and appalling double standards in public life which only serve to further corrode public trust in an already fragile democracy.
Alex Morritt (Lines & Lenses)
Já repeti o antigo encantamento, E a grande Deusa aos olhos se negou. Já repeti, nas pausas do amplo vento, As orações cuja alma é um ser fecundo. Nada me o abismo deu ou o céu mostrou. Só o vento volta onde estou toda e só, E tudo dorme no confuso mundo. "Outrora meu condão fadava, as sarças E a minha evocação do solo erguia Presenças concentradas das que esparsas Dormem nas formas naturais das coisas. Outrora a minha voz acontecia. Fadas e elfos, se eu chamasse, via. E as folhas da floresta eram lustrosas. "Minha varinha, com que da vontade Falava às existências essenciais, Já não conhece a minha realidade. Já, se o círculo traço, não há nada. Murmura o vento alheio extintos ais, E ao luar que sobe além dos matagais Não sou mais do que os bosques ou a estrada. "Já me falece o dom com que me amavam. Já me não torno a forma e o fim da vida A quantos que, buscando-os, me buscavam. Já, praia, o mar dos braços não me inunda. Nem já me vejo ao sol saudado ergUida, Ou, em êxtase mágico perdida, Ao luar, à boca da caverna funda. "Já as sacras potências infernais, Que, dormentes sem deuses nem destino, À substância das coisas são iguais, Não ouvem minha voz ou os nomes seus. A música partiu-se do meu hino. Já meu furor astral não é divino Nem meu corpo pensado é já um deus. "E as longínquas deidades do atro poço, Que tantas vezes, pálida, evoquei Com a raiva de amar em alvoroço, lnevocadas hoje ante mim estão. Como, sem que as amasse, eu as chamei, Agora, que não amo, as tenho, e sei Que meu vendido ser consumirão. "Tu, porém, Sol, cujo ouro me foi presa, Tu, Lua, cuja prata converti, Se já não podeis dar-me essa beleza Que tantas vezes tive por querer, Ao menos meu ser findo dividi Meu ser essencial se perca em si, Só meu corpo sem mim fique alma e ser! "Converta-me a minha última magia Numa estátua de mim em corpo vivo! Morra quem sou, mas quem me fiz e havia, Anônima presença que se beija, Carne do meu abstrato amor cativo, Seja a morte de mim em que revivo; E tal qual fui, não sendo nada, eu seja!
Fernando Pessoa
„Zie zoo, nu zie ik ze niet meer. Jij weet niet wat handel is, Koekebakker, anders zou je der niet om lachen. Om te beginnen ga je tot je achtiende jaar op school. Heb jij ooit geweten hoeveel schapen er in Australië zijn en hoe diep ’t Suezkanaal is? Nou juist, daar heb je het. Ik heb dat geweten. Weet jij wat polarisatie is? Ik ook niet, maar ik heb ’t geweten. De raarste dingen heb ik moeten leeren. Vertaal in ’t Fransch: [80]„onder benefice van inventaris.” Ga der maar tegen aan staan. Je hebt er geen begrip van, Koekebakker. Dat duurt zoo jaren. Dan doet je ouwe heer je op een kantoor. Dan merk je, dat je al die dingen geleerd hebt om met een kwast papier nat te maken. Overigens is ’t ’t ouwe gedonderjaag, ’s morgens om negen uur present en urenlang stil zitten. Ik vond dat ik op die manier niet opschoot. Ik kwam altijd te laat, ik probeerde wel op tijd te komen, maar ’t wou niet meer, ik had ’t zooveel jaren gedaan. En taai. Ze zeiden dat ik alles verkeerd deed, daar zullen ze wel gelijk aan gehad hebben. Ik wilde wel, maar ik kon niet, ik ben geen kerel om te werken. Ze zeiden, dat ik de anderen van hun werk hield. Ook daarin zullen ze wel gelijk gehad hebben. Als ik klaagde, dat ik ’t niks lollig vond en vroeg of ik daarvoor nu op school al die wonderlijke dingen had geleerd, dan zei de oue boekhouder: „Ja jongetje, het leven is geen roman.” Bakken vertellen, dat kon ik en dat vonden ze leuk ook, maar ze waren er niet tevreden mee. De ouwe boekhouder wist al heel gauw niet wat hij met me doen moest. Als de baas er niet was maakte ik dierengeluiden, zong komieke liedjes, die ze nog nooit hadden gehoord. De zoon van den baas was een ingebeelde kwajongen; af en toe kwam i op kantoor om centen te halen. Hij sprak vreeselijk gemaakt en keek met een allerellendigst, door niets gemotiveerd vertoon van superioriteit naar de bedienden van zijn pa. De lui lachten zich een beroerte als ik dien jongeheer nadeed. Ik heb daar ook nog een schrijfmachine bedorven en een boek weggemaakt. Toen hebben ze me aan een toestel gezet, dat ze de „guillotine” noemden. Daar moest ik monsters mee knippen. Dagen lang heb ik daaraan gestaan: alle monsters werden scheef. De lui hadden ’t wel in de gaten, ze hadden niets [81]anders verwacht. Ze hadden me daar alleen maar aan gezet om erger te voorkomen. Die monsters werden weggegooid; die gingen nooit naar de klanten. Toch had ik in die dagen nog gelegenheid om een brief verkeerd in te sluiten. Natuurlijk was ’t erg; de man die den brief kreeg mocht niet weten, dat de baas zaken deed met den man waaraan i geschreven was. De boekhouder was totaal van streek. Toen begreep ik, dat ik maar liever heen moest gaan. Ik kreeg een poot van den baas. Ik was zelf ook blij dat ik wegging en heb hem hartelijk de hand geschud. Ik heb gezegd, dat ’t me speet, maar dat ik er niets aan doen kon en ik geloof, dat ’k ’t meende. Zie je, Koekebakker, dat is handel. Ik ben daarna nog drie weken volontair geweest op een effectenkantoortje, krantjes nakijken met een boek om te zien of de stukken van de klanten waren uitgeloot. Je ergste vijand zal er voor bewaard blijven. Ze moesten me wegdoen. Ik moest daar ook copieeren. Er was geen denken aan, dat ze uit ’t copieboek konden wijs worden. Ik zag wel in dat ’t zoo niet ging, ik kon er mijn hoofd niet bij houden.
Nescio (De Uitvreter, Titaantjes, Dichtertje, Mene Tekel)
Iedereen gaat dood. De dood is helemaal niet erg. Wel verdrietig, maar niet érg.
Anne-Dauphine Julliand (Deux petits pas sur le sable mouillé)
Comparison of Rat Cone ERG Elicited by a Pulse Flicker and Sine-Wave Modulated Light Stimuli
Anonymous
She also told me about the night one of her astrophysics friends went to a bar trivia contest where the final question was "What does Kelvin measure?" The winning answer was "heat," but her friend explained that Kelvin measures temperature, not heat, since heat is energy and is measured in energy units like joules or ergs. The astronomer refused to back down, until the battle had to be settled with a chug-off. These astro people are hard-core.
Rob Sheffield (Turn Around Bright Eyes: The Rituals of Love & Karaoke)
Eigenlijk is het niet zo erg, maar wel dermate stompzinnig, dat je je er voor geneert," dacht Lewin en troostte zich met de overweging dat het nu eenmaal zo hoorde - iedereen deed het.
Leo Tolstoy (Анна Каренина (Russian Edition))
Taallesje. Er zijn vele soorten kanker. De meeste kwalificaties zijn geschikt om duidelijk te maken hoe erg de ziekte is. Klote, vreselijk, rot, afschuwelijk, lullig, zwaar, ellendig, alles vernietigend, ontwrichtend, eng, verdrietig, ontzettend. Wanneer iemand meelevend zegt: 'Meid, wat lullig voor je', moet ik erg lachen. Voor de ander is dit een onbegrijpelijke reactie. Cultureel bepaalde humor: ik heb eierstokkanker en 'lullig' is niet de meest geschikte kwalificatie voor deze vorm van gynaecologische kanker. Teelbalkanker is zwaar klote. Prostaatkanker is ontzettend lullig. Bij eierstokkanker heb ik persoonlijk een sterke voorkeur ontwikkeld voor één kwalificatie: vet kut.
Suzanna van Hunnen
«Drammaticamente, Cristo ha un primo nemico che si erge contro di lui; un primo nel senso immediato del termine: siamo noi. Questa compagnia si sfalda: ognuno fugge per la strada della sua paura che riveste di opinione intellettuale, che riveste di “è impossibile”, che riveste di istintiva ripugnanza a cui cedere».
Alberto Savorana (Vita di Don Giussani)
if you have the power to see everything from a dream vision all will look extremely beautiful. Als je de kracht Hebt om alles vanuit een droom visie te bekijken alles zal er dan erg mooi uitzien.
Jan Jansen Easy Branches
De term Nederlander heeft wat mij betreft te veel verschillende categorieën. Je hebt Nederlanders die zich moeten houden aan artikel 1 van de Nederlandse grondwet, Nederlanders die met een tractor de deur van een gemeentehuis stuk mogen rijden en Nederlanders die zich niet tegen racisme mogen uitspreken. Er zijn Nederlanders die, als ze heel erg bezorgd zijn, het dorp in brand mogen steken zodat er geen azc komt en er zijn Nederlanders die normaal moeten doen. Er zijn Nederlanders wier opa's en oma's automatisch herdacht worden bij nationale herdenkingen en Nederlanders die hiervoor moeten vechten. Er zijn Nederlanders voor wie er direct een Amber Alert wordt ingezet en Nederlanders bij wie nog even gewacht kan worden. Nederlanders die met rust gelaten worden wanneer ze op basis van hun geloofsovertuiging een politieke partij oprichten en Nederlanders die, wanneer ze dit doen, op het matje worden geroepen wegens identiteitspolitiek. Al die Nederlanders zijn niet dezelfde Nederlander en daarom streef ik ernaar om mezelf zo min mogelijk in verwarring te brengen.
Simone Zeefuik (De goede immigrant: 23 visies op Nederland)
Hij lijkt echt heel erg op oom Ferdinand. - Grover
Rick Riordan (The Lightning Thief (Percy Jackson and the Olympians, #1))
Dan gebruikte hij moeilijke woorden en schreeuwde hij dat we patagonische rotsparkieten waren. Later vertelde hij dan dat het erg intelligente, maar luidruchtige vogels waren. Alsof hij ons bij wijze van vergeving ook een compliment wou geven.
Marieke De Maré (Bult)
En ik weet niet of het een officiële categorie is, maar ik voel me vaak 'culinair eenzaam'. Telkens als ik een nieuw product heb gevonden waar ik dolenthousiast over ben, verdwijnt het binnen de kortste keren weer uit het assortiment, wat me doet vermoeden dat weinigen mijn smaak delen. En ik zeg niet dat het net zo erg is als die andere vormen van eenzaamheid, maar iets meer aandacht hiervoor zou van mijn kan gewaardeerd worden.
Tim Fransen (Het leven als tragikomedie)
Ik heb er nooit spijt van gehad een bepaald boek te hebben gekocht, maar wel kan ik met veel weemoed terugdenken aan die boeken - gelukkig niet zo erg veel - die ik heb moeten laten staan omdat ik er op dat moment geen geld voor had, of zelfs dacht: nu ja, een andere keer maar. Maar die "andere keer" komt vaak nooit weerom.
C. Buddingh'
Leeshonger is even erg als iedere andere honger.
Annie M.G. Schmidt
Je ziet er niet erg flatteus uit, liefje. Je verbergt jezelf achter je haar, je bril, je gemompel. Van al je moeders kroost ben jij degene die nooit een traan heeft gelaten, nooit heeft gejammerd, en toch zweer ik je dat jij degene bent die zichzelf het vaakst in de nesten heeft gewerkt.
Christelle Dabos (Les Fiancés de l'hiver (La Passe-Miroir, #1))
Het Els Borst Netwerk schijnt erg progressief, over te komen.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Neem er de tijd voor. Doe vooral niet erg je best. Geluk overkomt je gewoon. Het enige wat je hoeft te doen, is merken dat het er is.
Nicky Pellegrino (One Summer in Venice)
Laatst, oja, zo'n 399 meldingen geplaatst, ik mag aannemen voor de grap, binnen 16 uur, richting Duitsland. Hartstikke leuk! Oh ja. Ja! Goed zo, doorgaan op dit vlak, gaat goed. Ik heb wat dat betreft niet te klagen. D66 en PvdA waren erg enthousiast. Echt fijn. Leuk, toch?
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Ik pas er verder voor, om met hem op de foto te staan. Als je het niet erg vindt.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Zie, kleine, al te lang missen is gevaarlijk: hoe langer je mist, hoe meer tijd je hebt de ander naar wens aan te passen. En voor je het weet verwar je missen met liefhebben, zie je missen als bewijs van liefde waar het vooral een kwestie van creativiteit is. Volgensmij ben jij erg creatief.
Hanna Bervoets (Fuzzie)
Soms lees ik in een boek 'ik hou van u', daar moet ik dan erg om lachen. Alsof je van een 'u' kunt houden! Je houdt van een 'je', toch?
Yusuf Atılgan
Like a recovering alcoholic, he marked each day without a jack in as an accomplishment. It was an exciting life, cutting through databank security and pilfering whatever he could, battling live Net security agents in some liquid mercury duel with programs he built from the ground up. The full-on speed of a crèche run was so different from just jacking into the front of the crèche. If a regular jack run was a sprint, a crèche run was a drag race, an intense compression of time and speed and data folded into every erg of consciousness. That kind of intensity couldn’t be easily put down, and once Bridge had removed himself from those runs, he’d felt their absence every goddamn day.
Gary A. Ballard (Under the Amoral Brigde)
Maddie mompelde een niet erg damesachtige verwensing. 'Zo, dat verwacht je niet te horen uit de mond van een prinses,' merkte Will op. 'Waar heb je die uitdrukking in 's hemelsnaam geleerd?' 'Van mijn moeder,' antwoordde ze kortaf. Will knikte. 'Aha, natuurlijk. Vandaar.
John Flanagan (The Royal Ranger (Ranger's Apprentice #12 Ranger's Apprentice: The Royal Ranger #1))
Nu hield ik erg van groot en zacht, dat doe ik nog. Ik ging trouw naar bed met een vossebont dat vreselijk verhaarde en kleine glimmende kraaloogjes had. Het is tot nu toe mijn grootste liefde gebleven, samen met de geelgerande watertor, een half jaar gehouden in een zinken emmer, toen ging hij dood; en wellicht die poedel gekocht bij de dames Heuvel van de speelgoedwinkel, zelf uitgezocht, ja, ik had goede ouders.
Dirkje Kuik
Hoe kan het dat niet iedere man in de stad hijgend achter jou aan loopt? vraagt ze. 'Als je dit allemaal weet?' Marietta glimlacht. 'Als jij wist wat ik allemaal weet, zouden dan alle mannen hijgend achter jou aan lopen?' Lucia begint te lachen. 'Mooi niet! Het is al erg genoeg zonder toverdrankjes!' 'Dat bedoel ik,' zegt Marietta... 'Hm,' zegt Lucia een poosje later. 'En het is natuurlijk veel handiger om ze hijgend achter je aan te laten lopen wanneer het jóú uitkomt... Om ze te laten doen wat jij wilt.
Annejoke Smids (Belladonna)
Ik ben helemaal voor alternatieve wijzes van bloemlezen. Zelf geloof ik enkel in de hoogstpersoonlijke bloemlezing, zoals ik die maakte met het Boek der Dode Uilen. Een kleine verzameling van je persoonlijke favoriete gedichten. Zodra de intenties canoniek worden wordt het concept erg problematisch, vind ik. Ik heb die bloemlezing van Pfeijffer en sta er zelf ook in, maar het komt op mij over als iemand die zich een maand in een bibliotheek opsluit en dan gehaast maar hier en daar wat aanvinkt, en dat allemaal met de nodige eeuwigheidspretenties. Die gehaastheid is het grote probleem. Iets als een canonieke bloemlezing zou een levenswerk moeten zijn.
Martijn Benders
Vermeulen schraapt de laatste kapucijners van zijn bord en merkt ineens dat er aan de andere kant van het eethuis, achter een tafel naast de ingang, onafgebroken een jongen naar hem zit te staren. Een bekend gezicht heeft die knaap. Blootshoofd, met zijn handen naast zijn bord kijkt hij maar en kijkt, zonder zijn ogen af te wenden. Erg jong is hij nog, een jaar of zestien, zeventien - een schooljongen, als hij tenminste op school zit. Aan zijn kleding te zien heeft hij het thuis niet breed. Het is het soort jongen dat je in de stad bestellingen rond ziet brengen of als hulpje met een timmerman of schoorsteenveger mee ziet lopen. Al heeft hij geen dom of volks gezicht, eerder kwetsbaar en gevoelig. En prachtige, donkere schroei-ogen. Waar ken ik die jongen toch van? denkt hij. In de Universiteitsbibliotheek zal ik hem niet tegengekomen zijn. Misschien kwam hij ook vaak muziek luisteren achter de hagen rond de Concertgebouwtuin. Ja, dat is het. Die jongen is een 'hek-abonnee', net als ikzelf vóór ik aan 'De Tijd' kwam.
Erik Menkveld (Het grote zwijgen)
In de verte schreeuwde iemand 'stilte'. Daarna werd er een naam geroepen. De mensen keken rond. Weer een naam. Iemand fluisterde 'ach die'. Weer een naam. Er liepen een paar mensen voor ons langs. Zij liepen van het plein af. Fluisterend vroeg ik of wij ook weg mochten. Mijn vader zei dat ik goed moest luisteren. Als ik onze naam zou horen, dan zouden wij ook weggaan. Ik probeerde de namen te verstaan, maar het was te moeilijk. Er werden ook nummers geschreeuwd en dat maakte het nog moeilijker. Het duurde erg lang. 'Ze zijn bij de M,' zei mijn moeder, 'nu goed opletten.' Mijn vader en moeder hielden elkaars hand vast. Ik kon er niets van verstaan. Ineens draaide mijn vader zich om. Hij kuste mijn moeder en zij kuste hem. Zij drukten zich tegen elkaar aan. 'Heb je het gehoord?' vroeg mijn moeder aan mij. 'Zij hebben onze naam afgeroepen.' Ik zei dat ik wel zoiets gehoord had, maar toch niet goed. Mijn vader zei ook, dat ze onze naam hadden geroepen. Zij kusten mij. 'Nu gaan we weg. Nu gaan we naar Palestina.' Ik zei dat het volgens mij een andere naam was geweest. Toen we het plein afliepen, gaven de mensen ons een hand of legden een hand op mijn vaders schouder. Ze zeiden 'geluk' en streelden over mijn hoofd. Mijn vader en moeder zeiden 'ach'. Ik vroeg aan mijn vader waarom hij de mensen niet aankeek als hij tegen ze sprak. Ik moest van hem altijd iemand aankijken die met mij sprak. Mijn moeder zei dat zij mij dat later wel zou uitleggen; nu moesten wij gauw weg. Er liepen meer mensennaar hun barak. Sommigen huilden.
Jona Oberski (Kinderjaren)
Dia... het is zo. Ik begrijp er niet veel van, maar ik geloof je wél. Je komt uit een grote stad hier heel ver vandaan, waar je heel erg ziek bent, en hier ben je opeens gezond en wel. Hoe bestaat dat? - Arianna
Mary Hoffman (City of Masks (Stravaganza, #1))
Ik probeer me wel eens in te beelden dat ik directeur ben van bijvoorbeeld een internationaal poëziefestival. En dat ik dan snoepreisjes ga maken met jonge dichteressen naar Mongolië, en dan samen met zon dichteresje een bundel schrijf en haar aandoenlijke ansichtkaartjes stuur welk ik dan trots op facebook post. En dat dan zo'n #metoo rage uitbreekt en ik een jonge redacteur die wat teveel blowt publiekelijk aan de schandpaal genageld zie worden. O nee wacht, dat probeer ik me juist niet in te beelden. Net zo min als ik me de dikke directeur van het Stedelijk in wens te beelden, al schilderijtjes schilderend met jonge kunstenaresjes. Zo ben ik nu eenmaal, niet erg gesteld op al te lokale fantasietjes. Ook de krijgsheer in Afghanistan zou me niet in zulke mate weten boeien dat ik mijn fantasie erop wil zetten, u mag hierin een zekere wereldvreemdheid zien, maar ik zie het zelf gewoon liever als een verlangen naar het grotere verhaal. Zou echter die directeur kunstlessen beginnen geven, waarbij de amateurs door kunstenaars worden geïnstrueerd en hijzelf de meestercursus verzorgt, nee, nee, zelfs dan ga ik mijn mond houden. Loopt u vooral door, de stroopwafels liggen links, Jan Wolkers rechts. Ik hef als geen ander het Wilhelmus aan. Dat de koning van Spanje erende Duits bloed, hoe makkelijk verwar je het op den duur met de passie der geuzen.
Martijn Benders
Govinda zei: "Maar is dat, wat jij 'ding' noemt dan iets wat werkelijk bestaat, iets wat wezenlijk is? Is dat niet alleen begoocheling van de Maya, alleen maar verbeeldsel en schijn? Jouw steen, jouw boom, jouw stroom - zijn dat nu dingen die waarachtig bestaan?' 'Ook daarom,' zei Siddhartha, 'bekommer ik mij niet zo erg, Of die dingen nu schijn zijn of niet, als zij schijn zijn, dan ben ik dat ook, en op die manier zijn ze toch altijd gelijk aan mij. Dat is het juist waardoor ze mij zo lief en zo eerbiedwaardig worden: zij zijn zoals ik. Dat is de reden waarom ik van ze houden kan En dit is nu weer zo'n leer, waarom je wel zult lachen: de liefde, Govinda, schijnt mij het belangrijkst van alles te zijn. De wereld te doorgronden, haar verklaren, haar verachten, dat laat ik graag aan grote denkers over. Voor mij is het alleen van belang dat ik van die wereld kan houden, haar niet hoef te verachten, haar en mijzelf niet hoef te haten, haar en mijzelf, en alles wat bestaat, met liefde, bewondering, en eerbied beschouwen kan.
Hermann Hesse
Wij hebben geen verdriet om wat erg is, maar om wat wij erg vinden.
Miriam van Reijen (Stoïcijnse levenskunst)
Er bestaan 2 wegen van waaruit meedogenloos wordt gehandeld. U begrijpt allen, dat ik de meest erge zal huldigen.
Petra Hermans
Er zijn er die geen stuiver uitgaven aan mijn bundel, want het werk noch de schrijfster werd bijzonder sterk of erg gewaardeerd. Het gaat naar de hoeren.
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
Ah toe, vroeg Loïs, mijn nichtje Loïs, mij, toen ze klein was, toen ze erg klein was. Ah toe, tante Petra (..).
Petra Hermans
Mensen zijn bijzonder grappige wezens, honden en metaforen als Eveline kunnen ook erg grappig zijn, maar mensen zijn de enigen die door te lachen mensen aan het lachen kunnen brengen, schrijft Babs nog maar een diepzinnige gedachte op. Door te lachen wordt je in toenemende mate een mens.
Saskia de Coster (Eeuwige roem)
Sammy, die tot de laatste wil blijven, staat ijverig te dansen. De muziek doet er niet toe, hij hoort de muziek niet eens. Dansen, dat moet gebeuren en iemand moet het doen, zatte sukkels eerst. Leven, denkt Alex, en ervan houden om wat het is, en dan het begraven. Maar het is niet erg, denkt hij, dit moment gaat voorbij, vergeet het, stop het weg in de onderste lade, huil maar niet.
Saskia de Coster (Eeuwige roem)
Twee dagen later staat Vanessa alleen op de speelplaats. Alleen is het ergste wat er is, weet ik. (Behalve dan dat ze dieren doodmaken, zomaar, of dat er hongersnood is en zulke grote dingen.) Ook al doe je alsof het niet zo erg is, eigenlijk weet je: dat is het wél.
Griet Op de Beeck (Vele hemels boven de zevende)
Naar mijn vrijheid zal ik nog erg lang kunnen fluiten, tussen fantasie en illusie ligt immers nog een hele zee aan betekenissen, maar mijn opsluiting zal geen straf zijn doch een gunst.
Dimitri Verhulst
Mijn kindertijd was bijna voorbij. Het is erg jammer dat we pas als we volwassen worden de bekoring van deze tijd beginnen te begrijpen. Als kind was alles zo anders. We bekeken de wereld met klare en zuivere ogen, alles leek zoveel stralender.
Konstantin Paustovsky (Verre jaren : herinneringen uit het tsaristische Rusland)
If by some miracle I have managed to make sense out of this issue, where physicists themselves seem to have trouble understanding one another, the basic point of Copenhagenism seems to be similar to my own Nietzschean-existentialist view that the nonverbal or preverbal world never contained "meters" or "kilograms" or "ergs of energy" or "photons" or "good" or "evil" or "beauty" or "meaning" until primate nervous systems ("human minds") put them there as systems of classification.
Robert Anton Wilson (The New Inquisition: Irrational Rationalism and the Citadel of Science)
De scenario's die op deze computeranalyses leunen, voelen steeds vaker als audiovisuele risicospreidingen; als artificiele in plaats van auteurscinema. Netflix Originals kan je zo meer en meer herkennen aan hun perfect uitgebalanceerde, algoritmische vorm van inclusiviteit die doet vermoeden dat vooral een zo breed mogelijk klantenbestand moet worden aangesproken. ... Alles sluimert, niets wordt uitgesproken. In die zin is Stranger Things van alles een beetje: een beetje preuts en een beetje provocatief, een beetje kinderlijk en een beetje volwassen, een beetje queer en een beetje conservatief, een beetje grappig en een beetje sexy en een heel klein beetje eng, maar vooral heel erg berekend.
Florian Deroo (De Netflix essays)
Weinig mensen kunnen het nalaten zichzelf hoog te achten met betrekking tot de kennis die zij zich eens hebben verworven, zelfs als zijn deze zijn kwijtgeraakt. En als zij niet erg bescheiden en discreet zijn, zullen de onverteerde flarden die zulke mensen zich gewoonlijk van het Latijn herinneren, hen bijna altijd op een of ander moment belachelijk maken voor degenen die er wel goed van op de hoogte zijn.
Bernard Mandeville (De wereld gaat aan deugd ten onder)
Sommige Vlamingen hebben het hoe dan ook moeilijk met onze aanwezigheid, ze hebben moeite om verandering te aanvaarden, om moslims te aanvaarden. Want daar gaat het over. Wie het heeft over een verandering in het straatbeeld, bedoelt meestal dat er moslims zijn. Wie zegt tegen religieuze tekenen in het openbaar te zijn, zegt geen hoofddoeken te willen zien. Ik heb me vaak afgevraagd waarom de persoonlijke keuzes van een ander je soms zo erg kunnen storen. Is het omdat het stoort dat de ander niet op jou lijkt? Dat de ander je niet bevestigt in je eigen gelijk?
Ish Ait Hamou (Het moois dat we delen)
Inmiddels is Luk bezig aan Ilse een verhaal te vertellen, over een kapper. Dat die dood is. 'En nog zo jong,' hoor ik Luk zeggen. 'Hoe oud was hij?' vraagt Ilse. 'Dat weet ik niet. Veertig. Tweeënveertig.' 'Zo jong nog?' 'Ja. Ik weet het niet. Drieënveertig misschien. Ik weet het echt niet precies hoe oud.' (...) 'Hij zei altijd zelf dat hij nooit oud zou worden,' zegt Luk. 'Het was alsof hij een voorgevoel had. Al jaren had hij dat.' Ik neem aan dat hij het nog altijd over de kapper heeft. 'Ja,' zegt Ilse, 'hij had iets... tragisch.' 'Dat klopt. Het is... Hij had... Hij zei vorige week nog tegen mij...' Luk begint te snikken. 'Wát zei hij tegen jou?' vraag ik. Ilse kijkt me strak aan: 'Laat hem even.' Ze legt haar arm om de schouder van Luk, die maar niet wil ophouden met snikken. (...) Ik kijk door het raam dat in de vierde muur zit en waardoor je de straat kan zien. Een politiewagen rijdt kalm voorbij, zonder sirene of niks. De traagste achtervolging ter wereld, denk ik in mezelf. Luk is opgehouden met snikken en gaat door over de dode kapper. 'Het is zo erg,' zegt hij, 'te sterven op zijn leeftijd.' 'Vooral voor hem,' mompel ik. 'Wat?' zegt Ilse, die haar arm van Luks schouder heeft weggenomen. 'Wat?' zeg ik. 'Ik vroeg wat je zei.' 'Wanneer?' 'Daarnet. Je zei iets.' 'Waar heb je het over? Ik zei helemaal niks. Ik heb praktisch nog geen woord gezegd sinds ik hier binnen ben.' 'Ach,' zegt Luk, 'niemand blijft eeuwig leven, waar of niet...?' 'Waar,' zeg ik.
Herman Brusselmans (Vrouwen met een IQ (Dutch Edition))
Each bush, each weed you see out there in the erg,” she said, “how do you suppose it lives when we leave it? Each is planted most tenderly in its own little pit. The pits are filled with smooth ovals of chromoplastic. Light turns them white. You can see them glistening in the dawn if you look down from a high place. White reflects. But when Old Father Sun departs, the chromoplastic reverts to transparency in the dark. It cools with extreme rapidity. The surface condenses moisture out of the air. That moisture trickles down to keep our plants alive.
Frank Herbert (Dune (Dune, #1))