“
Therefore. Ergo. Erg. Argh. Ugh.
”
”
Rachel Cohn (Naomi and Ely's No Kiss List)
“
Vooruitgang bestaat niet, en dat is maar goed ook, want zoals het is, is het al erg genoeg.
”
”
Gerard Reve
“
Het is niet erg dat onze woorden soms even op zijn. We hadden ze van bij het begin toch al niet nodig.
”
”
Zita Theunynck (Het wordt spectaculair. Beloofd.)
“
Je kan aan dieren erg veel liefde kwijt. Dieren zullen nooit zeggen: ‘Weet je wat? Ik ga alleen wonen. Ik kom nog wel ‘ns langs om je onderbroeken te wassen.
”
”
Herman Brusselmans (Mogelijke memoires)
“
Omdat nooit meer wel heel erg lang is
”
”
Griet Op de Beeck (Vele hemels boven de zevende)
“
Ik hou zeg maar heel erg van symbolen?' verklaarde het meisje, 'omdat die, zeg maar, heel veel symboliseren?
”
”
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
“
Een hond is een nogal slechte imitatie van een kat, maar kan als hond erg fraai zijn.
”
”
Ronald Giphart (Mijn vrouw en andere stukken)
“
...misschien is dat wel waarom mensen met elkaar praten. Niet om antwoorden te krijgen, maar om vragen te delen. Omdat sommige vragen aan alle antwoorden voorbij gaan. Omdat sommige vragen te erg zijn om in je eentje te dragen.
”
”
Myrthe van der Meer
“
Maar opeens kwam de zon te voorschijn en de nevels trokken op. De vogels in het bos begonnen te zingen en alles wat treurig en naar was verdween als bij toverslag, en het gevaarlijke leek niet zo gevaarlijk meer. Ik werd weer warm. De zonnestralen gaven al warmte. Het was allemaal veel minder erg, ja bijna goed.
”
”
Astrid Lindgren (The Brothers Lionheart)
“
Dragons keep their money in banks like everyone else,” Avah said. “Hoards don’t accrue interest.
”
”
John Bierce (Jewel of the Endless Erg (Mage Errant, #2))
“
Alles is niet zo erg dan ontdekt te worden.
”
”
Anne Frank (The Diary of a Young Girl)
“
Then he mentioned that erging had a way of making the worst day on the water seem pretty good.
”
”
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
“
je vond me
huilend
en vroeg me
“waarom die tranen”
ik zei “om mezelf”
en jij zei
“we huilen alleen om de dingen waar we van houden”
nu vind ik huilen
niet zo erg meer
en huil ik
ook om jou
”
”
Frauke Heyde
“
Wie weet, wordt mijn Ziel steeds gezonder, of misschien ook niet - ik heb van die dingen erg weinig verstand - maar in ieder geval trekt hij zich tegenwoordig van heel wat zaken geen bal meer aan.
”
”
Gerard Reve
“
On top of his grudge holding, he had a reputation for impatience. Like so many brilliant people, Calvin just couldn’t understand how no one else got it. He was also an introvert, which isn’t really a flaw but often manifests itself as standoffishness. Worst of all, he was a rower. As any non-rower can tell you, rowers are not fun. This is because rowers only ever want to talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seats, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not. From there, it usually progresses to what went wrong on the last row, what might go wrong on the next row, and whose fault it was and/or will be. At some point the rowers will hold out their hands and compare calluses. If you’re really unlucky, this could be followed by several minutes of head-bowing reverence as one of them recounts the perfect row where it all felt easy.
”
”
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
“
Het is in het beklemtonen van dat iets niet erg is, dat het ons niet bang maakt, dat we er niet triest van zijn geworden, dat we vaak net de heftigheid van de ware emotie verraden, ook al geloven we het schimmige zelfbedrog terwijl we het aan het formuleren zijn.
”
”
Griet Op de Beeck (Kom hier dat ik u kus)
“
Scheppend kunstenaar, dat valt niet mede. Ik sprak heel vroeger wel eens vader Klatser die aan een betere samenleving bouwt, als hij nog niet in zijn hese geschreeuw gestikt is, tenminste. Hij zei een keer tegen me: 'Weet jij, wat of heel moeilijk is om te schilderen?' 'Nee?' 'Een s-s-s-sneeuwlandschap. En weet je wat of ook heel erg moeilijk is om te schilderen? Een z-z-z-zonsondergang.' (Hij stotterde ook nog) 'En weet je, wat ik nou aan het schilderen ben?' (Sprakeloze stilte) 'Een z-z-z-zonsondergang in een s-s-s-sneeuwlandschap.
”
”
Gerard Reve (De taal der liefde)
“
Ik denk dat ik vroeger erg veel tekortgekomen ben en toen maar heb besloten dat ik niemand nodig heb. En als ik dan niks krijg, dan word ik weer woedend.
”
”
Nicolien Mizee (De kennismaking (Faxen aan Ger #1))
“
Het leven wordt wel erg ingewikkeld als je teveel denkt.
”
”
Terry Pratchett (Nation)
“
Ik zekere zin gingen de zaken zo goed dat ze alleen maar erg slecht zouden kunnen gaan want wat helemaal rijp is kan gaan rotten.
”
”
Clarice Lispector (The Hour of the Star)
“
Een toevallig ontmoeting kan soms erg belangrijk voor je zijn,' zeg ik. 'Zoiets, denk ik. Eenvoudig gezegd.
”
”
Haruki Murakami (Kafka on the Shore)
“
But things will be fine. Maybe even better than fine. A dog, an erg, two seat. Excellent
”
”
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
“
Het hart van de mens lijkt erg veel op de zee, het kent zijn stormen, het kent zijn getijden en in zijn diepten liggen ook parels.
”
”
Vincent van Gogh
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
“
It is absurd that energy can be measured in calories, in ergs, in electron volts, in foot pounds, in B.T.U.s, in horsepower hours, in kilowatt hours–all measuring exactly the same thing. It is like having money in dollars, pounds, and so on; but unlike the economic situation where the ratio can change, these dopey things are in absolutely guaranteed proportion. If
”
”
Richard P. Feynman (The Character of Physical Law (Penguin Press Science))
“
Gewoon "Wonder"...'
Ze draaide zich hoofdschuddend zijn kant op. 'Ik dacht dat je geen begaafde was.'
'Ja, dat komt ook niet erg vaak ter sprake. In staat zijn om iemand tijdelijk de wonderen van de wereld te laten zien...' hij zwaaide weer met zijn arm in de richting van de horizon, 'valt nogal in het niet bij met chromen biceps of vingertoppen die kunnen uitbarsten als vulkanen.
”
”
Marissa Meyer (Archenemies (Renegades, #2))
“
Op een uniek moment in de geschiedenis en op een unieke plek op aarde lees jij deze zin. Misschien dat je deze woorden later nog eens zult zien en de kans is aanwezig dat dit op dezelfde plek zal gebeuren als waar je je nu bevindt (in je bed, je leeskamer, je vaste treincoupé, je lekkere stoel), maar het is een natuurkundige onmogelijkheid dat je mijn voorgaande zin op hetzelfde moment zult herlezen. Wat er thans gebeurt tussen ons, tussen deze zin en jouw aandacht, dit, hier, nu, is uniek, eenmalig en onherhaalbaar. Dit is iets tussen ons, vriend, en het was voorbij eer we er erg in hadden.
”
”
Ronald Giphart (IJsland)
“
talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seats, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not. From there, it usually progresses to what went wrong on the last row, what might go wrong on the next row, and whose fault it was and/or will be. At some point the rowers will hold out their hands and compare calluses. If you’re really unlucky, this could be followed by several minutes of head-bowing reverence as one of them recounts the perfect row where it all felt easy.
”
”
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
“
Hij herinnerde zich dat hij lang geleden ook eens op een morgen zoals nu hier had rondgehangen, de vissen bewonderd had en medelijden met ze gevoeld, hij was toen erg somber geweest; sindsdien was er veel tijd voorbijgegaan, en een massa water door de rivier gestroomd. Hij had toen erg in de put gezeten, dat wist hij nog wel, maar waarom hij zo in de put gezeten had, dat wist hij niet meer. Zo zag je maar weer: ook droevige dingen gingen voorbij, ook pijn en wanhoop gingen voorbij, ze waren maar tijdelijk, net als plezierige dingen, zij verbleekten, verloren hun diepgang en waarde, en ten slotte kwam er een tijd, dat je er met de beste wil van de wereld niet meer achter komen kon wat het geweest was, dat je ooit zo'n pijn had gedaan. Ook pijn raakte uitgebloeid en verwelkt.
”
”
Hermann Hesse (Narcissus and Goldmund)
“
Vader leek wanhopig.
'Maar, Mattias , je weet dat het onmogelijk is geen sporen na te laten. Er is altijd iemand die je ziet. Altijd iemand die zich je herinnert. Altijd iemand die van je houdt. Bijna altijd. Dat is gewoon zo.'
'Dat is het niet. Het is niet zo dat ik geen sporen wil achterlaten, ze hoeven alleen niet zo zichtbaar te zijn. Ik hoef geen handafdruk in cement. Ik hoef niet geïnterviewd te worden om wat ik doe. Is dat zo erg? Dat je geen behoefte hebt om gezien te worden? Niet iedereen wil vooraan staan. Er zijn ook mensen nodig die nummer twee willen zijn.
”
”
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
“
Dit is een kort boek, omdat de meeste boeken over schrijven bol staan van de onzin. Romanschrijvers, ikzelf niet uitgezonderd, begrijpen niet erg veel van wat ze doen - niet waarom het werkt als het goed is, niet waarom het niet werkt als het slecht is. Ik dacht: hoe korter het boek, hoe minder onzin.
”
”
Stephen King (On Writing: A Memoir of the Craft)
“
As any non-rower can tell you, rowers are not fun. This is because rowers only ever want to talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seas, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not. From there, it usually progresses to what went wrong on the last row, what might go wrong on the next row, and whose fault it was and/or will be. At some point the rowers will hold their hands and compare calluses. If you’re really unlucky, this could be followed by several minutes of head-bowing reverence as one of them recounts the perfect row where it all felt so easy.
”
”
Bonnie Garmus
“
Het menselijk bestaan,alle feiten wijzen daarop, is geen vooraf uitgestippelde wandelroute waarbij je per ongeluk paaltjes met merktekens over het hoofd kunt zien. Het enige wat vaststaat is dat iedereen wat pogingen doet, die over het algemeen niet erg overtuigen, en die linksom of rechtsom uitkomen bij hetzelfde eindpunt, dat vanuit de oeroude en onverschillige kosmos bezien nog maar een oogwenk weg is.
”
”
Christiaan Weijts (De etaleur, Dansnovelle)
“
Hoe vaak denk je nog aan haar?’
‘Zelden of nooit. Is dat erg?’
‘Vind jij het erg?’ (De jij-bak, ook een psychiatertruc.) ‘Twee dochters verliezen is oneerlijk.’
‘Het moest zo zijn, karma.’
‘En dat is het?’
‘Ja, lijkt me genoeg.’
‘Hou je eigenlijk van je kinderen?’
‘Welke?’
Het raam stond open, we luisterden naar de wind in de bomen. Een grijs licht vulde de kamer.
‘Vraag dan,’ zei ze zacht.
Ik durfde niet.
”
”
Adriaan van Dis (Ik kom terug)
“
Ik wil het wel opschrijven, Isolde, maar ik weet niet of ik zoveel woorden ken. De woorden die vertellen wat er toen in me leefde, zijn nog niet uitgevonden. Ik kan ze voelen, maar niet zeggen. Ik had toen nog geen woorden, Isolde. Ik kreeg alles wat ik nodig had, maar geen woorden. Ik vond het niet erg, want ik wist niet wat ik miste. Nu vind ik het vreselijk. Iemand heeft me een leven met woorden ontstolen. Iemand heeft me leeggemaakt.
”
”
Kristien Dieltiens (Kelderkind)
“
Overleven begint met heel erg kleine dingen. De koffie voor morgenochtend klaarzetten bijvoorbeeld. Omdat je ergens diep vanbinnen weet dat je de volgende dag op zal staan om de wereld te trotseren. Of genoeg korrels kopen om de kat een maand lang spinnend te houden, de omgeplooide krant elke ochtend opnieuw uit de brievenbus rukken en antwoorden op onverwachte berichtjes die mensen sturen. Om iets te gaan drinken deze week. "Goed", typ je terug. Overleven begint met zulke kleine dingen.
”
”
Anke Wauters (Dik. Lelijk. Wijf.)
“
In de geldbeluste jaren tachtig was studeren niet erg radicaal. Semiotiek was het eerste vak dat een beetje naar revolutie rook. Daar werd een grens getrokken: het was subtiel en Europees, het ging over prikkelende onderwerpen, over foltering, sadisme, hermafroditisme - over seks en macht. Madeleine was op school altijd populair geweest. Door die jarenlange populariteit kon ze snel en onfeilbaar cool van uncool onderscheiden, zelfs binnen een subgroep als het vak Engelse taal- en letterkunde, waar het begrip cool niet leek te bestaan.
”
”
Jeffrey Eugenides
“
Calvin was a brilliant man, but if he had one flaw, it was his ability to hold a grudge. On top of his grudge holding, he had a reputation for impatience. Like so many brilliant people, Calvin just couldn’t understand how no one else got it. He was also an introvert, which isn’t really a flaw but often manifests itself as standoffishness. Worst of all, he was a rower. As any non-rower can tell you, rowers are not fun. This is because rowers only ever want to talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seats, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not. From there, it usually progresses to what went wrong on the last row, what might go wrong on the next row, and whose fault it was and/or will be. At some point the rowers will hold out their hands and compare calluses. If you’re really unlucky, this could be followed by several minutes of head-bowing reverence as one of them recounts the perfect row where it all felt easy.
”
”
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
“
An exploding nuclear bomb has a much higher power density than the sun because it is an unsustainable out-of-control flow of energy. A one-megaton nuclear bomb will release 1017 ergs, which is a lot of power. But the total lifetime of that explosion is only a hyperblink of 10-6 seconds. So if you “amortized” a nuclear blast so that it spent its energy over a full second instead of microseconds, its power density would be reduced to only 1011 ergs per second per gram, which is about the intensity of a laptop computer chip. Energywise, a Pentium chip may be better thought of as a very slow nuclear explosion.
”
”
Kevin Kelly (What Technology Wants)
“
Martin Silenus had been writing notes on a pad but now he stood and paced the length of the room. “Jesus Christ, people. Look at us. We’re not six fucking pilgrims, we’re a mob. Hoyt there with his cruciform carrying the ghost of Paul Duré. Our ‘semisentient’ erg in the box there. Colonel Kassad with his memory of Moneta. M. Brawne there, if we are to believe her tale, carrying not only an unborn child but a dead Romantic poet. Our scholar with the child his daughter used to be. Me with my muse. The Consul with whatever fucking baggage he’s brought to this insane trek. My God, people, we should have received a fucking group rate for this trip.
”
”
Dan Simmons (Hyperion (Hyperion Cantos, #1))
“
Vanmiddag kwam je brief en ik was er zó blij mee. Als je altijd zo was als in deze brief. Het leek weer net als vroeger en ik was ineens weer zo verliefd op je. Ik denk dat ik maar blijf totdat ik weer terug ben. 't Is een erg prettig gevoel. Mijn eenzame bed begint hoe langer hoe eenzamer te lijken en ik verlang ernaar om uit te vinden of je zoenen dezelfde herinneringen op zullen roepen als deze brief.
Ik verlang nog net als vroeger naar een geluk dat langer duurt dan een omhelzing. En ik weet niet of het bestaat, net als vijf jaar geleden. Ik heb vanavond het gevoel alsof je niet bestaat.
Wat ik je had willen schrijven staat nergens in mijn brief.
”
”
Jan Wolkers (Een roos van vlees)
“
Carlos leek altijd over zijn toeren, alsof hij net een stuk of vijf benzedrinetabletten had geslikt. Je kon zijn aandacht niet langer dan één minuut op hetzelfde gericht houden. Van een mening over een stuk van Tennessee Williams sprong hij over op de decorontwerpen van een of andere Fransman, een opname van Sarah Bernhardt die hij op de Universidad had gehoord, een stuk dat een student had geschreven en waarvoor hij overwoog de regering om subsidie te vragen, zodat het kon worden gespeeld. Meeslepend, dat wel, maar niet erg bevredigend. En kon uit al die opwinding kunst voortkomen? Was kunst niet – bijna altijd – emotie die in alle rust tot bespiegeling wordt verheven? Ook voor een zuiderling? Theodore moest lachen om zijn eigen vurige ernst.
”
”
Patricia Highsmith (A Game for the Living)
“
Worst of all, he was a rower. As any non-rower can tell you, rowers are not fun. This is because rowers only ever want to talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seats, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not. From there, it usually progresses to what went wrong on the last row, what might go wrong on the next row, and whose fault it was and/or will be. At some point the rowers will hold out their hands and compare calluses. If you’re really unlucky, this could be followed by several minutes of head-bowing reverence as one of them recounts the perfect row where it all felt easy.
”
”
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
“
Op de gang staat nog altijd zijn ex te wachten.
'Je bent er nog?' vraagt hij.
'Je ruikt naar rook,' fluistert ze als hij stilstaat om haar een tweede keer te begroeten en meteen ook een tweede keer afscheid van haar te nemen. Hij had bijna haar hand willen pakken om alles nog eens over te doen. 'Je zou ermee stoppen.'
'Waarom fluister je? Ik ben psychiater, wij roken omdat we anders gek zouden worden en omdat we op die manier tenminste nog één ding gemeen hebben met de meeste patiënten: de sigaret.'
'Ik fluister omdat ik je niet wil beschamen. Altijd dezelfde frasen, dezelfde excuses. Hoe kun je mensen weerhouden van zelfdestructie als je er zelf mee bezig bent?'
'Dat is een paradox,' zegt Kadoke. 'Gezondheid, geestelijke gezondheid houdt in dat je die paradoxen leert aanvaarden, dat je ermee leert leven, met het onvolmaakte, ja degene die jou komt weerhouden van zelfdestructie rookt, is dat nou zo erg?
”
”
Arnon Grunberg (Moedervlekken)
“
Connie begon het bestaan van benen te beseffen. Zij werden belangrijker voor haar dan gezichten, die niet langer meer erg werkelijk waren. Hoe weinig mensen hadden levende, gevoelige benen! Zij keek naar de mannen in de stalles. Grote, worsterige dijen in zwart worstdoek, of diunne houten stokjes in zwart begrafenisgoed, of welgevormde jonge benen zonder enige betekenis, geen sensualiteit of tederheid of gevoeligheid, gewoonweg een pantoffelparade van benen van niets. Zelfs niet iets van de sensualiteit, die haar vader had. Zij waren alle ontmoedigd, zodat zij niet meer bestonden, als het ware.
Maar de vrouwen waren niet ontmoedigd. De vreselijke kilometerpaaltjes, die de meeste vrouwen tot benen hadden! Gewoon ergerlijk! Werkelijk voldoende, om een moord te rechtvaardigen! Of de arme pijpestelen! of de keurig nette dingen in zijden kousen, zonder iets, dat op leven leek! Vreselijk, de miljoenen onbeduidende benen, die doelloos rondstapten!
”
”
D.H. Lawrence (Lady Chatterley’s Lover)
“
Like so many brilliant people, Calvin just couldn’t understand how no one else got it. He was also an introvert, which isn’t really a flaw but often manifests itself as standoffishness. Worst of all, he was a rower. As any non-rower can tell you, rowers are not fun. This is because rowers only ever want to talk about rowing. Get two or more rowers in a room and the conversation goes from normal topics like work or weather to long, pointless stories about boats, blisters, oars, grips, ergs, feathers, workouts, catches, releases, recoveries, splits, seats, strokes, slides, starts, settles, sprints, and whether the water was really “flat” or not. From there, it usually progresses to what went wrong on the last row, what might go wrong on the next row, and whose fault it was and/or will be. At some point the rowers will hold out their hands and compare calluses. If you’re really unlucky, this could be followed by several minutes of head-bowing reverence as one of them recounts the perfect row where it all felt easy.
”
”
Bonnie Garmus (Lessons in Chemistry)
“
Sélème : Engage le jeu que je le gagne !
Caracole : L'âme sûre ruse mal !
Sélème : L'âme sœur, elle, rue, ose mal... Erg immigré ! Erg en nègre ! Vos Sov ! Le traceur à la rue : cartel !
Caracole : En nos repères, n'insère personne !
Sélème : Le sert-on ici, notre sel ?
Caracole : Tâte l'état ! C'est sec.
Sélème : Léger regel ?
Caracole : Saper ses repas...
Sélème : Semi-auteur, ô male ! La morue tu aimes.
Caracole : Euh... Hue !
Sélème : Eh, ça va la vache ?
Caracole : Rat ! Avatar !
Sélème : C'est sec... Ta bête te bat !
Caracole : Et si l'arôme des bottes révèle madame, le verset t'obsède, moraliste !
Sélème : L'arôme moral ? Ému, ce destin rêve, il part natter ce secret tantra plié, vernissé d'écume.
Caracole : Et tu te démêles, Sélème de lutte ?
Sélème : Ici ? Non. Tu l'as, ressac, avalé ? Crac ! Car cela va casser... Salut !
Caracole : Sniff ! À l'affin S !
Sélème : Élu, aimé, jeté, ô poète ! Je miaule !
Caracole : Ah Élu, ça ! Je trace l'écart, éjacule, ha !
Sélème : Rupture de lien : un arc élève le reste et se relève à l'écran, une île de rut pur.
Caracole : Mon nom...
Sélème : Hola Caracole, va à vélo caracal, oh !
Caracole : Mon nom... Mon nom...
Sélème : Ressasser, "Carac", ressasser ! Oh, cela te perd répéta l'écho !
”
”
Alain Damasio (La Horde du Contrevent)
“
If you want to know the real reasons why certain politicians vote the way they do - follow the money. Arch Brexiteer Jacob Rees-Mogg (a.k.a. JackOff Grease-Smug) stands to make billions via his investment firm - Somerset Capital Management - if the UK crashes unceremoniously out of the European Union without a secure future trade deal. Why ? Because proposed EU regulations will give enforcement agencies greater powers to curb the activities adopted by the sort of off-shore tax havens his company employs. Consequently the British electorate get swindled not once, but twice. Firstly because any sort of Brexit - whether hard, soft, or half-baked - will make every man, woman and child in the UK that much poorer than under the status quo currently enjoyed as a fully paid up member of the EU. Secondly because Rees-Mogg's company, if not brought to heel by appropriate EU wide legislation, will deprive Her Majesty's Treasury of millions in taxes, thus leading to more onerous taxes for the rest of us. It begs the question, who else in the obscure but influential European Research Group (ERG) that he chairs and the Institute for Economic Affairs (IEA) that he subscribes to, have similar vested interests in a no-deal Brexit ? It is high time for infinitely greater parliamentary and public scrutiny into the UK Register of Members' Financial Interests in order to put an end to these nefarious dealings and appalling double standards in public life which only serve to further corrode public trust in an already fragile democracy.
”
”
Alex Morritt (Lines & Lenses)
“
Já repeti o antigo encantamento,
E a grande Deusa aos olhos se negou.
Já repeti, nas pausas do amplo vento,
As orações cuja alma é um ser fecundo.
Nada me o abismo deu ou o céu mostrou.
Só o vento volta onde estou toda e só,
E tudo dorme no confuso mundo.
"Outrora meu condão fadava, as sarças
E a minha evocação do solo erguia
Presenças concentradas das que esparsas
Dormem nas formas naturais das coisas.
Outrora a minha voz acontecia.
Fadas e elfos, se eu chamasse, via.
E as folhas da floresta eram lustrosas.
"Minha varinha, com que da vontade
Falava às existências essenciais,
Já não conhece a minha realidade.
Já, se o círculo traço, não há nada.
Murmura o vento alheio extintos ais,
E ao luar que sobe além dos matagais
Não sou mais do que os bosques ou a estrada.
"Já me falece o dom com que me amavam.
Já me não torno a forma e o fim da vida
A quantos que, buscando-os, me buscavam.
Já, praia, o mar dos braços não me inunda.
Nem já me vejo ao sol saudado ergUida,
Ou, em êxtase mágico perdida,
Ao luar, à boca da caverna funda.
"Já as sacras potências infernais,
Que, dormentes sem deuses nem destino,
À substância das coisas são iguais,
Não ouvem minha voz ou os nomes seus.
A música partiu-se do meu hino.
Já meu furor astral não é divino
Nem meu corpo pensado é já um deus.
"E as longínquas deidades do atro poço,
Que tantas vezes, pálida, evoquei
Com a raiva de amar em alvoroço,
lnevocadas hoje ante mim estão.
Como, sem que as amasse, eu as chamei,
Agora, que não amo, as tenho, e sei
Que meu vendido ser consumirão.
"Tu, porém, Sol, cujo ouro me foi presa,
Tu, Lua, cuja prata converti,
Se já não podeis dar-me essa beleza
Que tantas vezes tive por querer,
Ao menos meu ser findo dividi
Meu ser essencial se perca em si,
Só meu corpo sem mim fique alma e ser!
"Converta-me a minha última magia
Numa estátua de mim em corpo vivo!
Morra quem sou, mas quem me fiz e havia,
Anônima presença que se beija,
Carne do meu abstrato amor cativo,
Seja a morte de mim em que revivo;
E tal qual fui, não sendo nada, eu seja!
”
”
Fernando Pessoa
“
„Zie zoo, nu zie ik ze niet meer. Jij weet niet wat handel is, Koekebakker, anders zou je der niet om lachen. Om te beginnen ga je tot je achtiende jaar op school. Heb jij ooit geweten hoeveel schapen er in Australië zijn en hoe diep ’t Suezkanaal is? Nou juist, daar heb je het. Ik heb dat geweten. Weet jij wat polarisatie is? Ik ook niet, maar ik heb ’t geweten. De raarste dingen heb ik moeten leeren. Vertaal in ’t Fransch: [80]„onder benefice van inventaris.” Ga der maar tegen aan staan. Je hebt er geen begrip van, Koekebakker. Dat duurt zoo jaren. Dan doet je ouwe heer je op een kantoor. Dan merk je, dat je al die dingen geleerd hebt om met een kwast papier nat te maken. Overigens is ’t ’t ouwe gedonderjaag, ’s morgens om negen uur present en urenlang stil zitten. Ik vond dat ik op die manier niet opschoot. Ik kwam altijd te laat, ik probeerde wel op tijd te komen, maar ’t wou niet meer, ik had ’t zooveel jaren gedaan. En taai. Ze zeiden dat ik alles verkeerd deed, daar zullen ze wel gelijk aan gehad hebben. Ik wilde wel, maar ik kon niet, ik ben geen kerel om te werken. Ze zeiden, dat ik de anderen van hun werk hield. Ook daarin zullen ze wel gelijk gehad hebben. Als ik klaagde, dat ik ’t niks lollig vond en vroeg of ik daarvoor nu op school al die wonderlijke dingen had geleerd, dan zei de oue boekhouder: „Ja jongetje, het leven is geen roman.” Bakken vertellen, dat kon ik en dat vonden ze leuk ook, maar ze waren er niet tevreden mee. De ouwe boekhouder wist al heel gauw niet wat hij met me doen moest. Als de baas er niet was maakte ik dierengeluiden, zong komieke liedjes, die ze nog nooit hadden gehoord. De zoon van den baas was een ingebeelde kwajongen; af en toe kwam i op kantoor om centen te halen. Hij sprak vreeselijk gemaakt en keek met een allerellendigst, door niets gemotiveerd vertoon van superioriteit naar de bedienden van zijn pa. De lui lachten zich een beroerte als ik dien jongeheer nadeed. Ik heb daar ook nog een schrijfmachine bedorven en een boek weggemaakt. Toen hebben ze me aan een toestel gezet, dat ze de „guillotine” noemden. Daar moest ik monsters mee knippen. Dagen lang heb ik daaraan gestaan: alle monsters werden scheef. De lui hadden ’t wel in de gaten, ze hadden niets [81]anders verwacht. Ze hadden me daar alleen maar aan gezet om erger te voorkomen. Die monsters werden weggegooid; die gingen nooit naar de klanten. Toch had ik in die dagen nog gelegenheid om een brief verkeerd in te sluiten. Natuurlijk was ’t erg; de man die den brief kreeg mocht niet weten, dat de baas zaken deed met den man waaraan i geschreven was. De boekhouder was totaal van streek. Toen begreep ik, dat ik maar liever heen moest gaan. Ik kreeg een poot van den baas. Ik was zelf ook blij dat ik wegging en heb hem hartelijk de hand geschud. Ik heb gezegd, dat ’t me speet, maar dat ik er niets aan doen kon en ik geloof, dat ’k ’t meende. Zie je, Koekebakker, dat is handel. Ik ben daarna nog drie weken volontair geweest op een effectenkantoortje, krantjes nakijken met een boek om te zien of de stukken van de klanten waren uitgeloot. Je ergste vijand zal er voor bewaard blijven. Ze moesten me wegdoen. Ik moest daar ook copieeren. Er was geen denken aan, dat ze uit ’t copieboek konden wijs worden. Ik zag wel in dat ’t zoo niet ging, ik kon er mijn hoofd niet bij houden.
”
”
Nescio (De Uitvreter, Titaantjes, Dichtertje, Mene Tekel)
“
Heus, kuisheid is alleen iets voor de laagste klasse. [...] Ik ben nog nooit aan een hof geweest waar ze met de kuisheid erg nauw waren.
”
”
Arthur Japin (In Lucia's Eyes)
“
Iedereen gaat dood. De dood is helemaal niet erg. Wel verdrietig, maar niet érg.
”
”
Anne-Dauphine Julliand (Deux petits pas sur le sable mouillé)
“
Comparison of Rat Cone ERG Elicited by a Pulse Flicker and Sine-Wave Modulated Light Stimuli
”
”
Anonymous
“
Govinda zei: "Maar is dat, wat jij 'ding' noemt dan iets wat werkelijk bestaat, iets wat wezenlijk is? Is dat niet alleen begoocheling van de Maya, alleen maar verbeeldsel en schijn? Jouw steen, jouw boom, jouw stroom - zijn dat nu dingen die waarachtig bestaan?' 'Ook daarom,' zei Siddhartha, 'bekommer ik mij niet zo erg, Of die dingen nu schijn zijn of niet, als zij schijn zijn, dan ben ik dat ook, en op die manier zijn ze toch altijd gelijk aan mij. Dat is het juist waardoor ze mij zo lief en zo eerbiedwaardig worden: zij zijn zoals ik. Dat is de reden waarom ik van ze houden kan En dit is nu weer zo'n leer, waarom je wel zult lachen: de liefde, Govinda, schijnt mij het belangrijkst van alles te zijn. De wereld te doorgronden, haar verklaren, haar verachten, dat laat ik graag aan grote denkers over. Voor mij is het alleen van belang dat ik van die wereld kan houden, haar niet hoef te verachten, haar en mijzelf niet hoef te haten, haar en mijzelf, en alles wat bestaat, met liefde, bewondering, en eerbied beschouwen kan.
”
”
Hermann Hesse
“
Tot zijn verbazing schoot Renn een pijl af, en even later plofte een sneeuwhoen op het mos neer.
Toraks mond viel open. 'Hoe deed je dat?'
Renn bloosde. 'Nou ja, ik oefen veel.'
'Maar... Ik heb nog nooit iemand zo goed zien schieten. Ben je de beste schutter van je stam?'
Ze keek niet erg op haar gemak.
'Is er iemand die beter is?'
'Eh, niet echt.
”
”
Michelle Paver (Wolf Brother (Chronicles of Ancient Darkness, #1))
“
Vind je het erg?'
'Hoe bedoel je?'
'Over... wat ik ben.'
Tot zijn verbazing grinnikte ze. 'Torak, je bent een wie, niet een wat! Je bent nog steeds een iemand.
”
”
Michelle Paver (Spirit Walker (Chronicles of Ancient Darkness #2))
“
Er bestaan 2 wegen van waaruit meedogenloos wordt gehandeld. U begrijpt allen, dat ik de meest erge zal huldigen.
”
”
Petra Hermans
“
Er zijn er die geen stuiver uitgaven aan mijn bundel, want het werk noch de schrijfster werd bijzonder sterk of erg gewaardeerd. Het gaat naar de hoeren.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
“
We deden ons best ons steeds flexibeler op te stellen en we merkten ook dat we vergevingsgezinder werden, jegens onszelf én iedereen die we onderweg tegenkwamen. Erg veel keus hadden we eerlijk gezegd ook niet. Met reisplannen die afhankelijk waren van de aanwezigheid van plaatsen waar we gratis ons afvalwater konden lozen (die ons gps-systeem niet altijd aangaf…) en eventueel oponthoud in stadjes onderweg (als gevolg van een optocht, een marathon, wegwerkzaamheden) waren een open mind en een vrije geest haast een vereiste. En dan was er nog de waslijst aan dingen die we onveranderlijk thuis vergaten, waardoor we gedwongen werden een creatieve oplossing te verzinnen voor bepaalde dingen. Om nog maar te zwijgen van onze ontmoetingen met coyotejongen, elanden, beren, vlinders die zich massaal verplaatsten, of de vrouw die op hoge hakken haar varkentje uitliet op de camping, gehuld in een trui met monogram, die perfect paste bij het truitje dat het varken droeg. Hoe door de wol geverfd je ook bent en hoe goed je ook probeert te plannen, reizen leert je nergens meer van op te kijken en overal gewoon in mee te gaan. Natuurlijk
”
”
Tim Bauerschmidt (Driving Miss Norma (Dutch Edition))
“
Als klein meisje hield ik erg van wat ik 'boekjes maken' noemde. Ik nam een opschrijfboekje en plakte er plaatjes in, maakte tekeningen, experimenteerde met Prittstift en puntenslijpsel (dat wordt gewoon heel mooi samen, echt) en schreef op wat ik allemaal meemaakte.
'We zijn vandaag naar Paleis 't Loo geweest', bijvoorbeeld, 'Het was er heel mooi want de koningin heeft daar vroeger gewoond.' Of: 'Ik heb een nieuw badpak gekregen. Het is heel tof met roze en paars en mama zegt dat het een echt wedstrijdbadpak is.' De belevenissen van een achtjarige. Veel later, als dertienjarige, chagrijnige, prehormonale puber, schreef ik cynisch commentaar in de kantlijn van mijn kleinemeisjesdagboek: 'Ja hoor', en: 'Leuk voor je.'
Weer later, toen ik zeventien was en op zoek naar lege blaadjes voor mijn weltschmerz-poezie, werd ik boos op de dertienjarige die zo cru was tegen dat kleine enthousiaste meisje. Zo gemeen vond ik het. Als een reaguurder avant la lettre, een agressieve internettrol die zo nodig moet zeiken op iemand die gewoon gezellig iets wil vertellen. Weliswaar niet op internet - dat was nog lang niet uitgevonden - maar op mijn eigen, persoonlijke web van negentientoen naar tweeduizendzoveel.
Als dertienjarige verachtte ik het achtjarige kind dat ik was geweest, en als zeventienjarige verachtte ik de dertienjarige. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Een leven lang, om precies te zijn. Want die gedichten waarvoor ik ruimte zocht in mijn dagboekjes, die dikdoenerij die ik maakte toen ik zeventien was, daar kon ik me als drieentwintigjarige alweer danig aan ergeren, en zo blijf je aan de gang.
Maar, zoals The Lau het zo mooi zong in 'Rode Aarde':
Edelman of bedelman
Het zal je kind maar zijn
De sterrenhemel leert
Verschil is klein
Vergeet niet wie je bent
Is wie je altijd bent geweest
”
”
Claudia de Breij (Neem een geit)
“
Toen ik jong was, heb ik jarenlang gedacht dat als je iets ergs wenste, het ook echt gebeurde. Want dat was zo. Bij mij. - River
”
”
Laure Eve (The Graces (The Graces, #1))
“
Maddie mompelde een niet erg damesachtige verwensing.
'Zo, dat verwacht je niet te horen uit de mond van een prinses,' merkte Will op. 'Waar heb je die uitdrukking in 's hemelsnaam geleerd?'
'Van mijn moeder,' antwoordde ze kortaf.
Will knikte. 'Aha, natuurlijk. Vandaar.
”
”
John Flanagan (The Royal Ranger (Ranger's Apprentice #12 Ranger's Apprentice: The Royal Ranger #1))
“
Er zijn vrouwen die, hoe meer ze van hun man houden, des te vaker ruzie met hem zoeken. Werkelijk waar, ik heb zo'n vrouw gekend: "Je weet," zei ze, "dat ik erg veel van je houd en uit liefde pest ik je, dan voel je het tenminste." Weet je dat men een ander uit liefde met opzet kan kwellen. Vooral vrouwen doen dat.
”
”
Fjodor Dostojevski
“
Ik ben helemaal voor alternatieve wijzes van bloemlezen. Zelf geloof ik enkel in de hoogstpersoonlijke bloemlezing, zoals ik die maakte met het Boek der Dode Uilen. Een kleine verzameling van je persoonlijke favoriete gedichten. Zodra de intenties canoniek worden wordt het concept erg problematisch, vind ik. Ik heb die bloemlezing van Pfeijffer en sta er zelf ook in, maar het komt op mij over als iemand die zich een maand in een bibliotheek opsluit en dan gehaast maar hier en daar wat aanvinkt, en dat allemaal met de nodige eeuwigheidspretenties. Die gehaastheid is het grote probleem. Iets als een canonieke bloemlezing zou een levenswerk moeten zijn.
”
”
Martijn Benders
“
Misschien kon het haar niets schelen wie ik was, zag ze me alleen maar als een gesprekspartner met wie ze van voren af aan kon beginnen. Dat is nog iets vervelends voor iemand die een drama heeft meegemaakt: dat de gevolgen ervan bij hem veel langer duren dan het geduld van degenen die bereid zijn naar hem te luisteren en hem gezelschap te houden, toewijding duurt nooit erg lang als die een eentonig tintje krijgt. En zo blijft de verdrietige persoon vroeg of laat alleen achter als zijn rouw nog niet is geëindigd of als men hem niet meer toestaat te praten over wat nog steeds zijn enige wereld is omdat die wereld van droefenis onverdraaglijk wordt en afschrikt. Hij beseft dat elke willekeurige ellende voor de anderen een sociale houdbaarheidsdatum heeft, dat niemand in de wieg is gelegd om verdriet gade te slaan, dat een dergelijk schouwspel slechts gedurende een korte periode toelaatbaar is, zolang het nog diepe ontroering en verscheurdheid overbrengt, en hen die ernaar kijken en erbij aanwezig zijn een zekere kans geeft om de hoofdrol te spelen, om zich onmisbaar, reddend en nuttig te voelen. Maar als ze constateren dat er niets verandert en dat de getroffen persoon niet vooruitgaat, of erbovenop komt, voelen ze zich vernederd en overbodig, zien dat bijna als een belediging en wenden zich af: 'Was het misschien niet voldoende voor hem? Hoe kan het het dat hij nog niet uit de put komt, met mij aan zijn zijde? Waarom houdt hij hardnekkig vast aan zijn verdriet terwijl er al enige tijd verstreken is en ik hem afleiding en troost heb geboden? Als hij er niet bovenop kan komen, laat hem dan maar instorten en verdwijnen.' En degene die gebukt gaat onder het verdriet doen dan het laatste, hij trekt zich terug, gaat weg, verbergt zich.
”
”
Javier Marías (Los enamoramientos)
“
Ik heb onvoldoende grond om al van kleins af aan meer te voelen voor flats dan voor feestjes. Om verjaardagen te haten en op een vreemde manier jaloers te zijn op mensen die overlijden. Vroeger was ik gebiologeerd door kinderen die iets ergs meemaakten. Ik dacht: als mij zoiets overkomt dan snap ik wat ik nu voel. Alles is erg. Dat gevoel snap je niet als feitelijk alles niet erg is. Ik snap het eigenlijk nog niet.
”
”
Femke Schavemaker (Karkas)
“
Bij een reis naar een erg warm land had hij geen behoefte aan luchtig en dun ondergoed, integendeel, juist in hete landen moest hij warme kleding bij zich hebben, weliswaar lichte maar evengoed warme kleding, fijne kasjmier vesten bijvoorbeeld, en in elk geval onderhemden. Je zit immers bij onderhandelingen en meetings en bij de maaltijden voortdurend in door airconditioning flink afgekoelde vertrekken, nergens heb je het kouder dan bij die woestijnsjeiks waar kou als luxe wordt gezien en luxe als levensdoel. Als je in Doha niet toevallig op straat rondloopt - maar wie doet dat daar? en waarom zou je het doen? - is het daar kouder dan op een parkbank in Noord-Finland.
”
”
Robert Menasse
“
En als je denkt dat deze twee erg zijn, zou je Halt eens moeten horen. Dat is een wat oudere Jager en die heeft echt geen greintje respect voor mij.'
'Dat valt best mee, heer,' ging Gilan tegen de koning in. 'Hij heeft juist heel veel respect voor u, als u het tenminste maar met hem eens bent.
”
”
John Flanagan (Scorpion Mountain (Brotherband Chronicles, #5))
“
Jij bent getraind in uren stilzitten, terwijl een heel mierenleger over je heen marcheert en allebei je benen slapen... Jij hebt het maar makkelijk. Jij kunt tenminste nog door dat gaatje kijken!'
Will keek hem geërgerd aan. 'Wat moet het erg zijn om jou te zijn,' fluisterde hij gemeen. 'Zo'n groot lijf vol kriebelende mieren, en dan nog geen kijkgaatje ook!'
'Ach, hou je bek,' zei Arnaut. Iets slimmers wist hij niet te verzinnen.
”
”
John Flanagan (The Siege of Macindaw (Ranger's Apprentice, #6))
“
U ziet er erg ongelukkig uit, zei Momo.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
“
Waag het niet ooit van je leven nog eens naar Newmarket te bellen,' voer ze tegen me uit, knarsetandend van boosheid. 'Dit is geen grapje. Ik heb een heel ernstig probleem met mijn man. Jij en ik mogen elkaar een tijdje niet zien of spreken. Alsjeblieft. Ik smeek het je. Als je echt van me houdt, doe dat dan voor me. (...) Maar bel me nooit meer op. Ik zit in de puree en ik moet erg uitkijken.
”
”
Mario Vargas Llosa (Travesuras de la niña mala)
“
Ze was erg blij, toen ze zag, hoe ik hier stand hield.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
“
Het Beeld viel stuk op de nek van een erg jong Kind.
”
”
Petra Hermans
“
Mijn kindertijd was bijna voorbij. Het is erg jammer dat we pas als we volwassen worden de bekoring van deze tijd beginnen te begrijpen. Als kind was alles zo anders. We bekeken de wereld met klare en zuivere ogen, alles leek zoveel stralender.
”
”
Konstantin Paustovsky (Verre jaren : herinneringen uit het tsaristische Rusland)
“
The town had been cobbled together by child pornographers and lowlifes, tax cheats and deranged psychopaths. North of Wire, upwind of Spittle, drive on past the ergs of Shell County, out beyond Moosejaw and you're there ...
Ersatz was fortified with apathy, clotted by corruption. You go to sleep a boy; wake up an old man.
”
”
Chris Kelso (The Black Dog Eats the City)
“
Die leugens hebben de oppositie erg verzwakt.'
'Leugens?'
'Eh... realistische waarheidsverhalen, bedoel ik eerder, mijnheer de President. Excuses.
”
”
Tom De Cock (Storm (Lily #2))
“
Omuta’s sun would not flare and rupture, would never endanger life on the planet with waves of heat and radiation. Instead the sun would shrink and collapse into a small black sphere, with every erg of its fusing nuclei lost to the universe for ever.
”
”
Peter F. Hamilton (The Neutronium Alchemist (Night's Dawn, #2))
“
Ik moest erg aan de vrede wennen. Al dat geklets over goed en slecht, over zwart en over wit. De ervaring had me geleerd dat er mensen bestonden die zeer slecht waren, maar de ervaring had me ook geleerd dat het merendeel zich in het rijk der tussentinten ophield. Dat was een verademing.
”
”
Armando (De straat en het struikgewas)
“
ERG theory”: people seek existence, relatedness, and growth, in that order.
”
”
Josh Kaufman (The Personal MBA)
“
Geef plaaggeesten nooit waar ze op uit zijn, want dan hebben zij gewonnen. Het beste wat je kunt doen, is niet boos op ze blijven. Dat iemand ze vergeeft, ondanks alles, en gewoon voor ze blijft openstaan en vasthoudt aan zijn eigen, móóie dromen, dat brengt ze in de war en neemt iets van hun hardheid weg.
‘Maar,’ zul je zeggen, en terecht, ‘zulke dagmerries kunnen erg lang duren. Nare dingen mogen dan voorbij gaan, maar met zo’n plaaggeest zit je soms jaren opgescheept. En als je daar dan niet plots uit kunt ontwaken, zoals uit merries in de nacht, hoe houd je je dan zo lang staande?’
Het antwoord is simpel: de oplossing zit hem in het vasthouden aan grotere dromen, heuse levensdromen.
”
”
Arthur Japin (Dromen voor het leven)
“
《La grammatica dei tenaci
è fatta di avversative:
"tuttavia, nondimeno,
nonostante...
IO CE LA FARÒ!".
Ogni coniugazione
si erge come scudo
contro l'ostacolo e
il verbo si fa spada
che fende
a colpi di determinazione. 》.
”
”
A.
“
ERG theory”: people seek existence, relatedness, and growth, in
”
”
Josh Kaufman (The Personal MBA)
“
Haar ouders noemden zichzelf 'christelijk-conservatief', een deftig woord voor 'heel erg bekrompen'.
”
”
Daniël Rovers
“
Taallesje. Er zijn vele soorten kanker. De meeste kwalificaties zijn geschikt om duidelijk te maken hoe erg de ziekte is. Klote, vreselijk, rot, afschuwelijk, lullig, zwaar, ellendig, alles vernietigend, ontwrichtend, eng, verdrietig, ontzettend. Wanneer iemand meelevend zegt: 'Meid, wat lullig voor je', moet ik erg lachen. Voor de ander is dit een onbegrijpelijke reactie. Cultureel bepaalde humor: ik heb eierstokkanker en 'lullig' is niet de meest geschikte kwalificatie voor deze vorm van gynaecologische kanker. Teelbalkanker is zwaar klote. Prostaatkanker is ontzettend lullig. Bij eierstokkanker heb ik persoonlijk een sterke voorkeur ontwikkeld voor één kwalificatie: vet kut.
”
”
Suzanna van Hunnen
“
Waarom had ze niet z'n hand gepakt en gezegd: "Ik houd van jou". Waarom wilde ze niet, wat ze zoo erg wilde? Wat kon haar gebeuren, erger dan deze dood levend om te dragen? Waarom was ze? Waarom moest ze ongezoend dood gaan? Niet zoo maar 's gezoend, maar heel erg. Ze gloeide overal, haar hart werd groot. Ze maakte haar goed open voor den spiegel en bekeek haar borsten, zoo wit in haar zwarte japon en hield ze op haar beide handen.
Rein en onaangeraakt was zij. Ook een lolletje.
”
”
Nescio (Dichtertje)
“
Voor sommige mensen is er maar één goed moment voor het juiste woord. Dat is erg jammer, maar er schijnt niets aan gedaan te kunnen worden.
”
”
Terry Pratchett (Nation)
“
Hoe kan het dat niet iedere man in de stad hijgend achter jou aan loopt? vraagt ze. 'Als je dit allemaal weet?'
Marietta glimlacht. 'Als jij wist wat ik allemaal weet, zouden dan alle mannen hijgend achter jou aan lopen?'
Lucia begint te lachen. 'Mooi niet! Het is al erg genoeg zonder toverdrankjes!'
'Dat bedoel ik,' zegt Marietta...
'Hm,' zegt Lucia een poosje later. 'En het is natuurlijk veel handiger om ze hijgend achter je aan te laten lopen wanneer het jóú uitkomt... Om ze te laten doen wat jij wilt.
”
”
Annejoke Smids (Belladonna)
“
Like a recovering alcoholic, he marked each day without a jack in as an accomplishment. It was an exciting life, cutting through databank security and pilfering whatever he could, battling live Net security agents in some liquid mercury duel with programs he built from the ground up. The full-on speed of a crèche run was so different from just jacking into the front of the crèche. If a regular jack run was a sprint, a crèche run was a drag race, an intense compression of time and speed and data folded into every erg of consciousness. That kind of intensity couldn’t be easily put down, and once Bridge had removed himself from those runs, he’d felt their absence every goddamn day.
”
”
Gary A. Ballard (Under the Amoral Brigde)
“
Nu hield ik erg van groot en zacht, dat doe ik nog. Ik ging trouw naar bed met een vossebont dat vreselijk verhaarde en kleine glimmende kraaloogjes had. Het is tot nu toe mijn grootste liefde gebleven, samen met de geelgerande watertor, een half jaar gehouden in een zinken emmer, toen ging hij dood; en wellicht die poedel gekocht bij de dames Heuvel van de speelgoedwinkel, zelf uitgezocht, ja, ik had goede ouders.
”
”
Dirkje Kuik
“
Soms lees ik in een boek 'ik hou van u', daar moet ik dan erg om lachen. Alsof je van een 'u' kunt houden! Je houdt van een 'je', toch?
”
”
Yusuf Atılgan
“
Mensen hebben tijd nodig om met het nu overweg te kunnen, voor het hun ontglipt en toen wordt. En wat ze bovenal nodig hebben, is dat er niet erg veel bijzonders gebeurt.
”
”
Terry Pratchett (Volk (Dutch Edition))
“
«Drammaticamente, Cristo ha un primo nemico che si erge contro di lui; un primo nel senso immediato del termine: siamo noi. Questa compagnia si sfalda: ognuno fugge per la strada della sua paura che riveste di opinione intellettuale, che riveste di “è impossibile”, che riveste di istintiva ripugnanza a cui cedere».
”
”
Alberto Savorana (Vita di Don Giussani)
“
if you have the power to see everything from a dream vision all will look extremely beautiful.
Als je de kracht Hebt om alles vanuit een droom visie te bekijken alles zal er dan erg mooi uitzien.
”
”
Jan Jansen Easy Branches
“
Ik probeer me wel eens in te beelden dat ik directeur ben van bijvoorbeeld een internationaal poëziefestival. En dat ik dan snoepreisjes ga maken met jonge dichteressen naar Mongolië, en dan samen met zon dichteresje een bundel schrijf en haar aandoenlijke ansichtkaartjes stuur welk ik dan trots op facebook post. En dat dan zo'n #metoo rage uitbreekt en ik een jonge redacteur die wat teveel blowt publiekelijk aan de schandpaal genageld zie worden. O nee wacht, dat probeer ik me juist niet in te beelden. Net zo min als ik me de dikke directeur van het Stedelijk in wens te beelden, al schilderijtjes schilderend met jonge kunstenaresjes. Zo ben ik nu eenmaal, niet erg gesteld op al te lokale fantasietjes. Ook de krijgsheer in Afghanistan zou me niet in zulke mate weten boeien dat ik mijn fantasie erop wil zetten, u mag hierin een zekere wereldvreemdheid zien, maar ik zie het zelf gewoon liever als een verlangen naar het grotere verhaal.
Zou echter die directeur kunstlessen beginnen geven, waarbij de amateurs door kunstenaars worden geïnstrueerd en hijzelf de meestercursus verzorgt, nee, nee, zelfs dan ga ik mijn mond houden. Loopt u vooral door, de stroopwafels liggen links, Jan Wolkers rechts. Ik hef als geen ander het Wilhelmus aan. Dat de koning van Spanje erende Duits bloed, hoe makkelijk verwar je het op den duur met de passie der geuzen.
”
”
Martijn Benders
“
Wij hebben geen verdriet om wat erg is, maar om wat wij erg vinden.
”
”
Miriam van Reijen (Stoïcijnse levenskunst)
“
Eindelijk kwam Gauvain. Hij zette zijn auto aan de rand van de klif, ik hoorde het portier dichtslaan en raadde zijn omtrekken in de duisternis. Hij zal me wel in het licht van de koplampen hebben gezien, want hij holde meteen de rotsachtige helling af. Ik was met mijn rug tegen een op het zand getrokken bootje gaan zitten om me tegen de wind te beschutten, de armen om mijn knieën geslagen in een pose die me zowel sportief als romantisch toescheen... Als je twintig bent let je heel erg op je houding. Gauvain greep mijn beide handen om me sneller op te trekken en voordat ik een woord had kunnen uitbrengen, drukte hij me heftig tegen zich aan, zijn been meteen tussen de mijne, zijn mond opende de mijne, mijn tong klampte zich vast aan zijn kapotte tand, mijn hand voor het eerst onder zijn jasje, in zijn geurige warmte, mijn vingers drongen door in de ontroerende holte die ontstaat tussen de broeksband en de welving van de rug, tussen de spieren van de lendenen, bij sommige mannen. Geluidloos begon het te regenen en we bemerkten het niet ogenblikkelijk, zo ver waren we heen.
”
”
Benoîte Groult (Zout op mijn huid)
“
In de verte schreeuwde iemand 'stilte'. Daarna werd er een naam geroepen. De mensen keken rond. Weer een naam. Iemand fluisterde 'ach die'. Weer een naam. Er liepen een paar mensen voor ons langs. Zij liepen van het plein af. Fluisterend vroeg ik of wij ook weg mochten. Mijn vader zei dat ik goed moest luisteren. Als ik onze naam zou horen, dan zouden wij ook weggaan. Ik probeerde de namen te verstaan, maar het was te moeilijk. Er werden ook nummers geschreeuwd en dat maakte het nog moeilijker. Het duurde erg lang. 'Ze zijn bij de M,' zei mijn moeder, 'nu goed opletten.' Mijn vader en moeder hielden elkaars hand vast. Ik kon er niets van verstaan.
Ineens draaide mijn vader zich om. Hij kuste mijn moeder en zij kuste hem. Zij drukten zich tegen elkaar aan. 'Heb je het gehoord?' vroeg mijn moeder aan mij. 'Zij hebben onze naam afgeroepen.' Ik zei dat ik wel zoiets gehoord had, maar toch niet goed. Mijn vader zei ook, dat ze onze naam hadden geroepen. Zij kusten mij. 'Nu gaan we weg. Nu gaan we naar Palestina.' Ik zei dat het volgens mij een andere naam was geweest. Toen we het plein afliepen, gaven de mensen ons een hand of legden een hand op mijn vaders schouder. Ze zeiden 'geluk' en streelden over mijn hoofd. Mijn vader en moeder zeiden 'ach'. Ik vroeg aan mijn vader waarom hij de mensen niet aankeek als hij tegen ze sprak. Ik moest van hem altijd iemand aankijken die met mij sprak. Mijn moeder zei dat zij mij dat later wel zou uitleggen; nu moesten wij gauw weg. Er liepen meer mensennaar hun barak. Sommigen huilden.
”
”
Jona Oberski (Kinderjaren: Een Novelle (Dutch Edition))
“
Vermeulen schraapt de laatste kapucijners van zijn bord en merkt ineens dat er aan de andere kant van het eethuis, achter een tafel naast de ingang, onafgebroken een jongen naar hem zit te staren. Een bekend gezicht heeft die knaap. Blootshoofd, met zijn handen naast zijn bord kijkt hij maar en kijkt, zonder zijn ogen af te wenden. Erg jong is hij nog, een jaar of zestien, zeventien - een schooljongen, als hij tenminste op school zit. Aan zijn kleding te zien heeft hij het thuis niet breed. Het is het soort jongen dat je in de stad bestellingen rond ziet brengen of als hulpje met een timmerman of schoorsteenveger mee ziet lopen. Al heeft hij geen dom of volks gezicht, eerder kwetsbaar en gevoelig. En prachtige, donkere schroei-ogen.
Waar ken ik die jongen toch van? denkt hij. In de Universiteitsbibliotheek zal ik hem niet tegengekomen zijn. Misschien kwam hij ook vaak muziek luisteren achter de hagen rond de Concertgebouwtuin. Ja, dat is het. Die jongen is een 'hek-abonnee', net als ikzelf vóór ik aan 'De Tijd' kwam.
”
”
Erik Menkveld (Het grote zwijgen)
“
Gwenn hield van Joc maar hij 'deed' niets meer. Waarom was dat, vraag ik haar. Vond ze het erg? Nee. Waarom vond ze dat niet erg. En nu komt er iets nieuws. Ze waren op elkaar uitgekeken, hij op haar en zij op hem. Even ben ik gerustgesteld. Maar dan wil ik weten hoe dat dan kwam. Haar antwoord: Als de verliefdheid weg is dan ben je van elkaar gaan houden. Joc en zij kenden elkaar al twintig jaar. Vijftien jaar zonder seks. Een vrolijke meid had hem meegenomen. Eind goed al goed, nu had ze mij.
'Vrijen wij binnenkort ook niet meer?'
'Dat lijkt me sterk.'
Dat lijkt me helemaal niet sterk. Zo is het met haar man gegaan. Nu begrijp ik waarom sommige echtparen ruzie met elkaar maken. Ze vechten niet tegen elkaar maar tegen een toestand. Ik zie de ergste dingen voor me. Stel dat ik wel wil en dat Gwenn één keer zucht. Een halve zucht van verveling is al voldoende om me onzeker te maken. Vechten tegen een toestand.
”
”
D. Hooijer (Sleur is een roofdier)