Een Vrouw Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Een Vrouw. Here they are! All 100 of them:

β€œ
Wat is er erger dan een man die zegt: "Wij zijn zwanger", waarop hij zichzelf nog een glas wijn inschenkt terwijl zijn vrouw het zoveelste glas biologische appelsap achteroverslaat. Voor de duidelijkheid: de vrouw is zwanger en zal in pijn moeten baren, de man mag iets doen met natte washandjes en een videocamera.
”
”
Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding)
β€œ
Een man viel, sleepte heesters, spreeuwen, schoonheid met zich mee. β€˜Doe dat nog eens,’ zei een vrouw, en hij viel opnieuw, sleepte triestheid en muziek en liefde met zich mee, en kasten vol kinderen. β€˜En nog eens,’ zei zij, en hij viel met een schreeuw, sleepte de zon met zich mee. β€˜En nog eens,’ zei zij, en het werd koud om hem heen - hij viel in duizend stukken. β€˜En nog één keer,’ zei die vrouw, en hij viel opnieuw.
”
”
Toon Tellegen
β€œ
Hij zegt: "Hoor eens, Georgie, je bent nu een jonge vrouw(wat was ik dan eerst, een jong paard?)
”
”
Louise Rennison (Angus, Thongs and Full-Frontal Snogging (Confessions of Georgia Nicolson, #1))
β€œ
De ijskoningin van de pose liet zich het liefst van al portretteren in een decor van bloemen of struiken. Ze had ook de eigenaardige tic deze bloemen of struiken te moeten aanraken voor de camera. Heel lullige foto’s levert dat op, een vrouw die stokstijf met een bevroren tandpastareclameglimlach de lens aangaapt en onderwijl in een mimosa knijpt.
”
”
Dimitri Verhulst (De laatkomer)
β€œ
Zo was Hofmeester een man geworden die bang was weer te worden wat hij nooit meer wilde zijn: de minnaar van de vrouw die zijn dochter was.
”
”
Arnon Grunberg (Tirza)
β€œ
Een hond is een nogal slechte imitatie van een kat, maar kan als hond erg fraai zijn.
”
”
Ronald Giphart (Mijn vrouw en andere stukken)
β€œ
Daar lag de liefde van een vrouw, en niemand had honger.
”
”
Tommy Wieringa (Joe Speedboot)
β€œ
Als een vrouw die haar kont en tieten laat zien al een BV is, dan is het ver gekomen.
”
”
Jean Pierre Van Rossem
β€œ
Roof een vrouw, wanneer je hart het je beveelt!' β€” Zo denkt de man; de vrouw rooft niet, zij steelt.
”
”
Friedrich Nietzsche (The Gay Science: With a Prelude in Rhymes and an Appendix of Songs)
β€œ
Hij kon een vrouw aankijken alsof het de eerste vrouw was die hij zag.
”
”
Peter Verhelst (Tonguecat)
β€œ
Omdat ze een vrouw was verdacht men haar van ijdelheid, maar hoe kon zij een veroordeling voor schoonheid ernstig nemen als het kwam van heren die dat voor haar sekse verplicht stelden?
”
”
Monika van Paemel (De vermaledijde vaders)
β€œ
Jarek kneep zijn ogen tot spleetjes. 'Had ik jou om je mening gevraagd, struiklander?' ... 'In het struikland,' zei Roa, 'hoeft er niemand om de mening van een vrouw te vrΓ‘gen. Men gaat ervan uit dat ze die gewoon zal geven.
”
”
Kristen Ciccarelli (The Last Namsara (Iskari, #1))
β€œ
Gisteravond was het me allemaal te veel. Ik word al weken gekweld door een overheersend 'spagettigevoel', een gemoedstoestand die stamt uit de tijd dat ik een jaar of dertien was en ik op televisie een vrouw nogal somber naar een bolvormige schaal spaghetti zat te kijken. Zuchtend staarde ze langdurig naar het blanke deeg en de rode tomatensaus. Toen bewoog ze voorzichtig naar de schaal, stak ze haar handen in de spaghetti, bracht ze de pasta naar haar gezicht en smeerde ze zichzelf langzaam helemaal onder. Ik vond dit toen al pure nonsens natuurlijk, maar toch had ik het gevoel dat ik de daad van de vrouw begreep. Vanaf die dag heb ik op gezette tijden mijn eigen spaghettigevoel, dat ik somber zit te zijn achter een bord voedsel, me pathetisch afvragend: ' Waarom smeer ik me niet met dit voedsel in?
”
”
Ronald Giphart
β€œ
De keuze van een vrouw is een kwestie van instinct. Ze is de grootste gemene deler, of het kleinste gemene veelvoud - ik zag zo gauw het verschil niet - van je eigen lafheid, moed, angst en daar kon je je verder bij neerleggen. In de dubbele betekenis van het woord. (p. 208)
”
”
J.J. Voskuil (Binnen de huid)
β€œ
Je kon, bedacht ik, alleen op de liefde van een vrouw rekenen als je in staat was iets van magie in haar achter te laten. Vlak voordat je de deur uitging, in de ochtend of, beter nog, op een onverwacht moment, goochelde je charme en inspiratie door elkaar en liet je zo in haar iets van verwondering, verbazing achter. Dan vertrok je en liet de magie zijn krachtige werk doen. Lukte je dat niet, dan kwam je vanzelf op de koffie. Dat overkwam mij. De magie bleef achterwege en wij werden fantomen voor elkaar. Als schaduwen streken we langs elkaar heen. Dan kon je maar het beste gaan rennen.
”
”
Abdelkader Benali (Marathonloper)
β€œ
Wist u dat ze een cyborg was?' vroeg een vrouw, zonder de afkeer uit haar toon te houden. Kai staarde haar aan en leek verward. Hij liet zijn blik over de menigte gaan, schuifelde wat dichter naar het podium toe en er verscheen een plooi boven aan zijn neus... 'Ik zie niet in wat het ertoe doet dat ze een cyborg is.
”
”
Marissa Meyer (Scarlet (The Lunar Chronicles, #2))
β€œ
In een hoek zat een dikke vrouw een werkelijk verbijsterend gekrijs uit te stoten, wat algemeen als vrolijk gelach werd aanvaard.
”
”
Bob den Uyl
β€œ
Op een andere plek, in een andere tijd, hadden een oude zwarte man en een jonge blanke vrouw elkaar kunnen omhelzen, maar niet daar, niet toen.
”
”
Delia Owens (Where the Crawdads Sing)
β€œ
Ik heb maar altijd genomen wat ik vond, omdat ik niet wist, wat ik zocht.
”
”
Carry van Bruggen (Een coquette vrouw)
β€œ
Hij is geen huilbaby,' zegt ze, 'hij heeft alleen moeite om op aarde te komen.
”
”
Tommy Wieringa (Een mooie jonge vrouw)
β€œ
Een jonge vrouw die op Natacha lijkt staat op de brug, haar handen op de verschansing, een opgetrokken been dat met de zoom van haar jurk speelt, en ik, misschien ben ik daar ook wel.
”
”
Laurent Binet (HHhH)
β€œ
Ik lees een net ontvangen sms: Ik heb over je nagedacht, jij bent zo postmodern als de pest. Daarom kan je Dostojevski niet lezen en van een vrouw houden. Alles uitsluitend door een filter. Via via. Dingen mogen je alleen via reflexieve curves aanspreken. Babel, CΓ©line. Vooral niets rechtstreeks ervaren. Niettemin zou ik vannacht wel bij je willen blijven slapen, kan dat?
”
”
Emil Hakl (Pravidla smΔ›Ε‘nΓ©ho chovΓ‘nΓ­)
β€œ
De echtgenote gaat voor hem staan en draait een rondje. Op hoge hakken kunnen haar benen de vergelijking met lang geleden doorstaan. Hun eerste kennismaking, de eerste dagen, de eerste weken. De tijd dat je een onbeschreven blad bent voor de ander, de vrijheid die dat met zich meebrengt, het geluk. Ergens in haar benen zit de vrijheid die Hofmeester is kwijtgeraakt, en weer heeft teruggevonden op Schiphol. Maar toen smaakte die vrijheid hem niet meer, beter gezegd, daar proefde hij de ware smaak van de vrijheid: gal. Ergens in haar benen zit de herinnering aan geluk. Mooi waren ze altijd al geweest, die benen, lang, slank en toch gespierd. Als ze indruk wilde maken deed ze een korte rok aan. Hij herinnert zich de blikken van de andere mannen, hij herinnert zich de eerste keer dat hij besefte dat hij kinderen had gekregen met een vrouw die eigenlijk te jong voor hem was, die niet bij zijn leeftijd noch zijn status paste. Haar stillevens stelde niet veel voor, maar als stilleven was ze zelf onovertroffen. De hel waren niet de anderen. Hij was het zelf. De hel zat diep in hem. Verankerd, verborgen en onzichtbaar, maar wel levend en warm. Gloeiend heet.
”
”
Arnon Grunberg (Tirza)
β€œ
Wat weten Amerikanen eigenlijk van moraal? Ze willen niet dat hun president een penis heeft, maar het doet hen niets als hun president stiekem hulp voor Nicaraguaanse rebellen organiseert nadat het Congres dat heeft verboden; ze willen niet dat hun president zijn vrouw bedriegt, maar het kan hen niets schelen als hun president het Congres bedondert - als hij liegt tegen het volk en de grondwet van het volk schendt.
”
”
John Irving (A Prayer for Owen Meany)
β€œ
Sommigen zijn volledig doorgeslagen in hun waanzin: ze denken dat zij kunnen worden beledigd door... een vrouw. Maar hoe welgesteld een vrouw ook is, hoeveel dragers ze ook heeft, hoe vol haar oren ook hangen, hoe ruim en gerieflijk haar draagstoel ook is, wat maakt het uit? Ze blijft een dier dat niet nadenkt. Alleen door kennis en veel onderwijs wordt ze meer dan een wild beest dat zijn begeerten niet de baas is.
”
”
Seneca (Onkwetsbaarheid (De Constantia Sapientis, De Tranquillitate Animi))
β€œ
Maar ik hoor best hoe je nu stilletjes tegenwerpt dat het huwelijk een zegen is zolang alles goed uitpakt, maar hoe zit het als je een kreng van een vrouw krijgt? Of een slet? Of als je kinderen god noch gebod erkennen? Er zullen gevallen bij je opkomen van mensen die kapotgingen aan hun huwelijk. Sleep er zoveel bij als je wilt, maar het gaat toch altijd om zwakheden van mensen, niet van het huwelijk. Heus, alleen slechte echtgenoten krijgen een slechte vrouw. Bovendien heb je de keuze van een goede zelf in de hand. En als ze dan slecht wordt? Een goede vrouw kan door een slechte echtgenoot slecht gemaakt worden, maar een slechte wordt door een goede echtgenoot altijd beter gemaakt. Het is niet terecht dat de vrouw de schuld krijgt: ik verzeker je, iedereen met een vrouw die niet deugt heeft dat altijd aan zichzelf te wijten.
”
”
Erasmus (Lof en blaam: bevat: Lof van het huwelijk . Lof van de geneeskunst . Lof der Zotheid . Julius buiten de hemelpoort)
β€œ
Godverdomme als ik dan toch een naaktfoto maak… dan is het minstens van een knappe kunstzinnige vrouw met de passende rondingen en niet van zo'n ineengestorte bouwvallige ruΓ―ne als die nachtmerrie uit Dag Allemaall
”
”
Jean Pierre Van Rossem
β€œ
Joden moesten de Tora strikter naleven dan ooit tevoren. Het was niet langer voldoende geen moord te plegen, ze moesten ook hun woede inhouden. Niet alleen overspel was verboden, een man mocht zelfs niet begerig naar een vrouw kijken. De oude wetten van vergelding - een oog voor een oog en een tand voor een tand - werden opzij gezet: de joden moesten nu zelfs wie hen op de rechterwang sloeg, hun linkerwang toekeren en hun vijanden liefhebben.
”
”
Karen Armstrong (The Bible: A Biography (Books That Changed the World))
β€œ
Het grote verderf van het "mindere" is, dat het het "betere" aan zichzelf doet twijfelen -, omdat het kenmerk van het "mindere" het redeloze, de zelfverzekerdheid is, en het kenmerk van het "betere", het redelijke, juist "de twijfel".
”
”
Carry van Bruggen (Een coquette vrouw)
β€œ
We zijn inferieure schepselen, net goed genoeg om te jongen. We hebben eierstokken, moeten ons er iedere maand bij neerleggen dat we bloeden, we zijn afhankelijk van de maan. Onze hersenen zijn minder ontwikkeld dan die van onze metgezellen en onze lichaamskracht is geringer. In alle omstandigheden zijn we emotioneler. Als een vrouw ziet dat een rivale mooiere schoentjes draagt dan zij zelf, zal ze niet ophouden de ander omlaag te halen en te kwetsen. Kun je je twee mannen voorstellen die elkaar verfoeien vanwege hun molières? Mannen wedijveren met elkaar op het niveau van geld, ambitie en intelligentie. Zij hebben het vermogen tot afstand nemen en onthechting, terwijl vrouwen iedere beheersing verliezen zodra ze een poederdoos of een ring zien. Nooit zal een vrouw een Michelangelo, een Bach of een Palladio zijn. Grote filosofen met een rok aan bestaan niet. Hoe wil je dat ze systemen ontwerpen zoals Kant, Hegel of Marx? Een dergelijk abstraherend vermogen kan niet ontstaan in de geest van een pop.
”
”
Claire Goll
β€œ
je kunt alles doorstaan zei Phoebe, zelfs als het vertrouwen geschonden is, als het maar eerlijk wordt bekend. je wordt dan levenspartners op een andere manier, maar je kunt nog wel partners blijven. maar liegen- liegen is een goedkope manier van macht uitoefenen over de ander. wie liegt, kijkt toe terwijl de ander handelt op basis van onvolledige informatie- met andere woorden zichzelf vernedert. ... het is toch eeuwig hetzelfde verhaal. de man verliest de hartstocht voor de huwelikspartner, zonder dat kan hij niet leven. de vrouw is pragmatisch. de vrouw is realistisch. zeker de hartstocht is geluwd, maar zij is tevreden met de lichamelijke genegenheid, gewoon samen met hem in bed liggen, hij in haar armen, zij in de zijne. maar voor hem is dat niet genoeg. hij is een man die niet zonder leven kan
”
”
Philip Roth (Everyman)
β€œ
Stelen is het ergste dat je kan doen. Als je iemand vermoordt, steel je een leven. Je steelt het recht van zijn vrouw op een echtgenoot en berooft zijn kinderen van een vader. Als je een leugen vertelt, steel je iemands recht op de waarheid. Als je iemand bedriegt, steel je zijn recht op een gelijkwaardige behandeling.
”
”
Khaled Hosseini (The Kite Runner)
β€œ
Ik kwam tot de conclusie dat overspel er is om gepleegd te worden. Ik vermoed dat ik nooit een sul heb gehad die zich uitsluitend aan mijn verering wijdde, en zelf ben ik ook vaak verleid door het fruit van een ander, hoewel ik er wel eerlijk bij moet zeggen dat ik van mijn eigen (theoretisch uitstekend onderbouwde) buitenechtelijk biologieles nooit een blijvende natte plek in mijn pyjamabroek overhield, maar dat ik van het overspel van mijn vriendjes doodverlangend bedroefd kon zijn, zelfs bijna - of beter juΓ­st - als ze me bezwoeren dat het neuken van een vreemde vrouw 'niets voorstelde'. Als het niets voorstelde, vroeg ik me dan altijd hysterisch schreeuwend af, waarom deed je het dan, onmens?!
”
”
Ronald Giphart
β€œ
Die arme Swann,' zei Mme des Laumes die avond tegen haar echtgenoot, 'hij is altijd even aardig, maar hij ziet er doodongelukkig uit. U zult het wel zien, want hij heeft beloofd een van deze dagen te komen eten. Ik vind het eigenlijk belachelijk dat een man met zijn intelligentie lijdt om een vrouw van dat slag, een die niet eens interessant is, want het moet een idioot zijn, zegt men,' voegde ze eraan toe met de wijsheid van mensen die niet verliefd zijn en vinden dat een geestrijk man alleen ongelukkig zou mogen zijn om een vrouw die de moeite waard is; wat ongeveer gelijk staat aan verbaasd zijn dat iemand zich verwaardigt aan de cholera te lijden door toedoen van iets zo nietigs als de kommabacil.
”
”
Marcel Proust (Du cΓ΄tΓ© de chez Swann / Γ€ l'ombre des jeunes filles en fleurs / Le CΓ΄tΓ© de Guermantes)
β€œ
Gelukkig liet ik veel eerder al, en buiten het medeweten van Moniek, testamentair vastleggen dat het mij waarlijk worst zal wezen waar mijn stoffelijk overschot belandt. Zolang het maar niet naast mijn vrouw in de grond wordt gestopt! Moniek en ik hebben meer dan nachten genoeg als lijken naast elkaar gelegen, dat we het niet ook nog eens hoeven te doen in een familiegraf.
”
”
Dimitri Verhulst (De laatkomer)
β€œ
Zo is het gegaan met de Indiaanse bevolking van San Nicolas-eiland, voor de kust van Los Angeles, die uiteindelijk werd gereduceerd tot één enkele vrouw die in volstrekte afzondering nog 18 jaar leefde.[...] Brachten de laatste inwoners van Henderson veel tijd door op het strand, generatie na generatie starend over zee in hoop de kano's te zien die nooit meer kwamen, totdat zelfs de herinnering aan hoe een kano eruitzag was vervaagd?
”
”
Jared Diamond (Collapse: How Societies Choose to Fail or Succeed)
β€œ
Alexander sloot zijn ogen en Marie zweefde hem bloot voor de geest. Nee, niet in deze kamer. In een eenzaam landhuis, stijl Frank Lloyd Wright, de kamer gaat onmerkbaar over in een subtropische savanne, zon op rode aarde, enorme cactussen dragen gele bloemen, de hemel is donkerblauw, het huis is naar alle kanten open en toch zwaar beschaduwd door het ver uitstekende dak. Aan de horizon huilen coyoten en deze vrouw strekt zich naakt uit op enorme kussens van bordeauxrood, blonde vrouwen zijn de naakste van alle…
”
”
Willem Frederik Hermans (Hermans is hier geweest)
β€œ
Het hoofd van een meisje van een jaar of vier wordt door een moederlijke orkaanoorvijg achterovergeslagen en roteert eventjes hulpeloos als een duikelaartje dat zijn evenwicht heeft verloren en daarom de grootst mogelijke moeite heeft weer overeind te komen. Eindelijk staat het kinderhoofdje weer loodrecht boven de wervelkolom, en het laat vreselijke geluiden horen, waarop het door de ongeduldige vrouw weer uit het lood wordt geslagen. Het kinderhoofdje is nu al gekleurd met onzichtbare inkt, de moeder is nog veel erger dingen van plan. Zij, de vrouw, moet zware tassen sjouwen en zou dat kind het liefst zien verdwijnen door een rioolrooster. Om het kind te kunnen mishandelen moet zij namelijk elke keer even de zware tassen op de grond zetten, en dat betekent extra werk. Die kleine moeite lijkt het haar echter wel waard. Het kind leert de taal van het geweld, maar het leert niet vlot en onthoudt ook op school niets. Een paar woordjes, de allernodigste, beheerst het reeds, al kan men ze bij dat gedrein slechts gedeeltelijk verstaan.
”
”
Elfriede Jelinek (The Piano Teacher)
β€œ
Hoe hoger de graad van postmoderniteit hoe meer burgers te verliezen hebben en hoe groter de onzekerheid m.b.t. hun toekomst (kan ik morgen nog mijn hypotheek aflossen, mijn huur betalen, trekt mijn vrouw of mijn man er niet van onder met een ander, krijg ik nog wel een deftig pensioen, geef ik mijn kinderen en kleinkinderen nog wel een ecologisch leefbare wereld mee). Hoe groter ook de graad van postmoderniteit hoe groter de uitgaven voor leger, politie en gerecht om criminaliteit, terrorisme, of oorlog te bestrijden).
”
”
Jean Pierre Van Rossem (Postmoderniteit: Onzekerheid & Onveiligheid)
β€œ
Als het nu min of meer vaststond dat die man en ik geen van beiden om haar, of om welke vrouw dan ook, iets gaven, maar wel voor elkaar, ik bedoel Herman voor mij en ik voor Herman, iets gevoelden of gingen gevoelen… Maar hij was verzot op hÑÑr… Dit was toch allemaal mijl op zeven…? Welke filmkoning kon dit gegeven gebruiken en aannemelijk maken…? Zelfs voor een onbegrijpelijke β€˜experimentele’ Italiaanse film, in de besloten, culturele nachtvoorstelling van de liga, om middernacht, met applaus na ― zelfs dÑÑrvoor was de grondidee nog te verward…
”
”
Gerard Reve (De vierde man)
β€œ
Zou je me vragen wat ik het beste lied uit de Lage Landen vind, dan zou ik niet twijfelen, dat was "Laat me, Vivre" van Ramses Shaffy en Liesbeth List, onmiddellijk gevolgd door Tim van Wim de Craene. En als ik Liesbeth zo bezig zie, in een opname bij Paul de Leeuw, dan kan het toch niet anders dat zij, ooit de vrouw van de schrijver Cees Nooteboom, Ramses heeft bemind in de meest onmogelijke van alle liefdes. Ze heeft hem altijd bewonderd en uit die bewondering ontstond een platonische liefde die ze tot zijn dood (slokdarmkanker) levend heeft gehouden.
”
”
Jean Pierre Van Rossem
β€œ
Vol schaamte dat ik niet genoeg liet horen over uw schoonheid, vrouwe, denk ik weer hoe zij mij zozeer trof, die eerste keer, dat mij geen ander ooit nog zal bekoren. Maar u te loven is mij niet beschoren: te ontoereikend blijkt mijn ganzenveer. Mijn hersens lijken, als ik het probeer, verlamd te zijn en in ontzag bevroren. Vaak ving ik aan te zingen, maar moest zwijgen omdat mijn krachten mij begaven, want welk stemgeluid kan tot uw hoogte stijgen? Vaak wilde ik een lofdicht op u maken, maar schroom heeft steeds mijn pen, mijn hoofd, mijn hand gedwongen om die pogingen te staken. (Ike Cialona)
”
”
Francesco Petrarca
β€œ
(...) in de perioden van mijn leven waarin ik niet verliefd was en het wel graag wilde zijn, zat er namelijk in mijn hoofd niet alleen een fysiek schoonheidsideaal, (...) maar ook de geestelijke schim -altijd klaar om te worden belichaamd- van de vrouw die verliefd op me zou worden en mijn tegenspeelster zou willen zijn in de romantische komedie die al sinds mijn kinderjaren kant en klaar in mijn hoofd stond geschreven, (...). Van dat toneelstuk stonden het scenario, de verwikkelingen en zelfs de tekst helemaal vast, afgezien van de nieuwe 'ster' die ik opriep om er de rol in te creΓ«ren of over te nemen.
”
”
Marcel Proust (In the Shadow of Young Girls in Flower)
β€œ
Het huwelijk Toen hij bespeurde hoe de nevel van den tijd in d'oogen van zijn vrouw de vonken uit kwam dooven, haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt. Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij den baard en mat haar met den blik, maar kon niet meer begeeren, hij zag de grootsche zonde in duivelsplicht verkeeren en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard. Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond het merg uit haar gebeente, dat haar tΓ²ch bleef dragen. Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen, en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond. Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand. Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wasschen en rennen door het vuur en door het water plassen tot bij een ander lief in eenig ander land. Maar doodslaan deed hij niet, want tusschen droom en daad staan wetten in den weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat. Zoo gingen jaren heen. De kindren werden groot en zagen dat de man dien zij hun vader heetten, bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten, een godvergeten en vervaarlijke' aanblik bood.
”
”
Willem Elsschot
β€œ
Geluk en ongeluk werden zielenstaten buiten haar om. Zij is: niets! Kan dat sereniteit wezen? Zij is een meisje geworden dat de eenvoudigste functie van het bestaan voltrekt zonder dat daar enig gevoelen bij te pas komt. Zij is een jonge vrouw die zich door de stad beweegt en geen indrukken meer van buiten ontvangt; een jonge vrouw, wier innerlijk niet meer afgestemd is op iets van buitenuit. Een wezen zonder ziel, misschien! Zo zijn er inderdaad velen; hier is echter een ziel geweest. Die ziel geleek een vlinder. Hij fladderde op, er blijft wat gekleurd stof van de vleugels trillen op het plantblad, en dat stof wekt voortdurend herinnering aan de weggefladderde vlinder. De tijd verglijdt.
”
”
Lode Zielens (Moeder, waarom leven wij?)
β€œ
Mijn vrouw is ziek en dat verandert mijn leven drastisch. Ik beheers namelijk slechts drie keukenhuishoudelijkheden: ei bakken, thee zetten, brood bakken. Om thee te zetten breng ik water in een fluitketel aan de kook. Bij de fluittoon kookt het water en zet ik het gas af. Ik giet het water in een theepot waarin ik een theezakje heb gehangen. De theepot zet ik op een warmhoudplaatje. Als ik een ei ga bakken, zet ik een koekenpan op het vuur, doe er een scheut olijfolie in, wacht even op de hitte, tik het ei met een mes open en laat het in de pan vallen. Als het er als een glimmend tijdschriftplaatje uitziet, leg ik het op een boterham. Brood bak ik al vijfentwintig jaar dagelijks. Dat komt omdat ik een Hobart bezit, een professionele, ontilbare deegkneedmachine. Ik doe een beetje lauw water in een kannetje waarin ik een klontje gist laat vallen en een schepje suiker. Daarna doe ik meel in de mengkom van de machine, en een eetlepel zout. Vervolgens roer ik het water-gist-suikermengsel en giet het op het meel. Dan zet ik de Hobart aan, die het karwei klaart. Terwijl ik naar het mechanisch kneden sta te kijken, denk ik aan de merkwaardige uitdrukking 'het karwei klaren' en neem me voor het etymologisch woordenboek te raadplegen, want ik wil nu eindelijk wel eens weten wat het woord 'klaren' betekent. Dat stel ik dan uit tot de volgende dag, zodat ik al vijfentwintig jaar onwetend op deze drempel sta. Als de Hobart klaar is, doe ik het brood in vormen die ik ingevet heb met alweer olijfolie. Daarna laat ik ze een uurtje rijzen en bak ik ze in de gasoven.
”
”
A.L. Snijders (De taal is een hond)
β€œ
Misschien staat alles wel in het teken van een groot moederschap, als een gemeenschappelijk verlangen. De schoonheid van de maagd, een wezen dat (zoals u het zo fraai uitdrukt) β€˜nog niet heeft opgeleverd’, bestaat in het moederschap, dat zichzelf voorvoelt en voorbereidt, dat vrees en verlangens koester. En de schoonheid van de moeder bestaat in een dienend moederschap, en in de oude vrouw leeft een grote herinnering voort. En ook in de man is moederschap, lijkt me, zowel lichamelijk als geestelijk; zijn verwekken is ook een soort baren, en baren is het als hij uit zijn meest persoonlijke rijkdom creeert. En misschien zijn de seksen wel verwanter dan men denkt, en de grote vernieuwing van de wereld zal er misschien wel in bestaan dat de man en het meisje, bevrijd van alle valse gevoelens en gevoelens van onlust, elkaar niet als hun tegenpool zullen zoeken, maar als broer en zus en als buren, en dat zij zich als mens zullen aaneensluiten om eenvoudig, ernstig en geduldig de hun opgelegde zware last van hun seksualiteit gezamenlijk te dragen. - Thans in Worpswede bij Bremen, 16 juli 1903
”
”
Rainer Maria Rilke (Letters to a Young Poet)
β€œ
Als ik mij identificeer met - beter: als ik mij vervreemd op grond van - beelden en idealen die ingaan tegen mijn lichaam, dan is mijn buik de eerste lichaamsregio die protest aantekent, lang vooraleer ik bewust besef wat er aan de hand is. Onze (onder)buik is een lichaamsregio waar affecten voelbaar worden, wat we kunnen terugvinden in de wijsheid van onze taal: "het ligt zwaar op mijn maag", "ik doe het in mijn broek van angst", "er ligt iets op mijn lever". Wanneer ik daar geen gehoor aan geef en ondanks de protesten verderga op de ingeslagen weg, worden de signalen dwingender en verschuift protest van ongemak naar pijn en vervolgens naar ziekte. Mijn lijf tekent protest aan - het doet pijn. Geef ik daar gehoor aan? Bij gebrek aan een goede afstemming op mijn lichaam doe ik dat niet. Het kan nog erger: vanuit het concurrentieprincipe kan ik zelfs nog een stap verdergaan en de pijn die ik voel als deel van het "offer" beschouwen dat ik moet brengen om een ideale vrouw of man te worden, als een te bepalen prijs om succesvol te zijn. Een dergelijke interpretatie van pijn illustreert hoe vervreemding erin slaagt ons een voor de hand liggende betekenis van signalen te doen negeren of zelfs om te keren. Pijn lezen als een aanmoediging om nog harder door te gaan op de ingeslagen weg - veel gekker hoeft het niet te worden.
”
”
Paul Verhaeghe (Intimiteit)
β€œ
In hun nieuwe, eigen ontplooiing zullen het meisje en de vrouw slechts tijdelijk mannelijke deugden en ondeugden imiteren en mannelijke beroepen nabootsen. Na de onzekerheid van zulke overgangen zullen de vrouwen het grote aantal en de wisseling van die (veelal belachelijke) vermommingen alleen hebben doorgemaakt om hun meest persoonlijke wezen te zuiveren van de misvormende invloeden van het andere geslacht. De vrouwen, in wie het leven directer, vruchtbaarder en rijker aan vertrouwen is genesteld, moeten immers in wezen rijpere mensen zijn geworden, menselijker mensen dan de lichte, niet door het gewicht van een lichamelijke vrucht onder het levensoppervlak getrokken man, die, verwaand en gehaaste als hij, onderschat wat hij meent lief te hebben. Dat zal dit onder pijnen en vernederingen tot rijping gekomen mensdom van de vrouw, als zij de conventies van de slechts-vrouwelijkheid in de vermommingen van haar uiterlijke staat zal hebben afgelegd, het licht zien, en de mannen die dit nu nog niet voorvoelen zullen erdoor worden verrast en verslagen. Op zekere dag (waarvan nu reeds, vooral in de noordelijke landen, betrouwbare tekenen spreken en schitteren), op zekere dag bestaan er het meisje en de vrouw, wier naam niet meer alleen een tegenpool van het mannelijke zal betekenen, maar iets op zichzelf staands, iets waarbij je niet aan aanvulling en begrensdheid denkt, alleen aan leven en bestaan: de vrouwelijke mens. Deze vooruitgang zal het liefde-beleven dat nu vol dwaling is (vooralsnog zeer tegen de wil van de voorbijgestreefde mannen), veranderen, grondig wijzigen en omvormen tot een verhouding die bedoeld van mens tot mens, en niet meer van man tot vrouw. - Rome, 14 mei 1904
”
”
Rainer Maria Rilke (Letters to a Young Poet)
β€œ
De echtgenote gaat voor hem staan en draait een rondje. Op hoge hakken kunnen haar benen de vergelijking met lang geleden doorstaan. Hun eerste kennismaking, de eerste dagen, de eerste weken. De tijd dat je een onbeschreven blad bent voor de ander, de vrijheid die dat met zich meebrengt, het geluk. Ergens in haar benen zit de vrijheid die Hofmeester is kwijtgeraakt, en weer heeft teruggevonden op Schiphol. Maar toen smaakte die vrijheid hem niet meer, beter gezegd, daar proefde hij de ware smaak van de vrijheid: gal. Ergens in haar benen zit de herinnering aan geluk. Mooi waren ze altijd al geweest, die benen, lang, slank en toch gespierd. Als ze indruk wilde maken deed ze een korte rok aan. Hij herinnert zich de blikken van de andere mannen, hij herinnert zich de eerste keer dat hij besefte dat hij kinderen had gekregen met een vrouw die eigenlijk te jong voor hem was, die niet bij zijn leeftijd noch zijn status paste. Haar stillevens stelde niet veel voor, maar als stilleven was ze zelf onovertroffen. De hel waren niet de anderen. Hij was het zelf. De hel zat diep in hem. Verankerd, verborgen en onzichtbaar, maar wel levend en warm. Gloeiend heet.
”
”
Arnon Grunberg (Tirza)
β€œ
Kijk eens nar die zee. Ze is als een vrouw, in die kobaltblauwe jurk van haar verleidt ze je met loom gewieg waarna ze zachtjes je voeten kust, en schuimende kransjes om je enkels legt.
”
”
Khalid Boudou (De president)
β€œ
Every woman is a culture. Daarom is iedere vrouw van nature een meesterwerk dat niet vernietigd kan worden, en al helemaal niet genegeerd. Een man daarentegen is een project, een ontwerp. This sense of being a project makes every man a walking tragedy.
”
”
Anonymous
β€œ
Kijk eens naar die zee. Ze is als een vrouw, in die kobaltblauwe jurk van haar verleidt ze je met loom gewieg waarna ze zachtjes je voeten kust, en schuimende kransjes om je enkels legt.
”
”
Khalid Boudou (De president)
β€œ
Scathach!' riepen Sophie en Josh verrukt uit. De vrouw glimlachte, waarbij ze een mond vol vampiertanden ontblootte. Ze schoof de bril naar beneden en onthulde felgroene ogen. 'Mis,' zei ze bits. 'Ik ben Aoife van de Schaduwen. En ik wil weten wat er met mijn tweelingzus is gebeurd.
”
”
Michael Scott (The Necromancer (The Secrets of the Immortal Nicholas Flamel, #4))
β€œ
Gerhard voelde dankbaarheid. Hij was dankbaar voor Jules bestaan, voor iedere minuut van haar aanwezigheid, voor ieder woord dat ze tot hem sprak. Hij had het gevoel dat hij geen recht op Jule had, en dat gevoel was, erkende ze al gauw, de enige fatsoenlijke basis voor een gelijkwaardige relatie tussen man en vrouw
”
”
Juli Zeh (Unterleuten)
β€œ
Sommige mannen wisten blijkbaar niet hoe met een vrouw te mogen omgaan.
”
”
Petra Hermans
β€œ
Een vrouw van mijn kaliber kan zich onmogelijk verlagen tot de lage staat van zijn, der verdwaasden zonder universum.
”
”
Petra Hermans
β€œ
Dee kromp in elkaar en probeerde zich zo klein mogelijk te maken. 'Meesters,' zei hij. 'Vergeef me.' Het paar negeerde hem. Ze staarden naar de tweeling. 'Sophie,' zei de man. 'Josh,' zei de vrouw. 'Mam... pap,' zei de tweeling in koor. Het paar maakte een buiging. 'Hier heten we Isis en Osiris. Welkom in Danu Talis, kinderen. Welkom thuis.
”
”
Michael Scott (The Warlock (The Secrets of the Immortal Nicholas Flamel, #5))
β€œ
Zij kwamen om 10 uur binnen - de vrouw voorop, met ere grijs, de man, een kleine, dunne opa met een zeer kippige bril, bibberde, makkelijk Γ³m te duwen, achter haar aan.
”
”
Simon Carmiggelt
β€œ
Het trappehuis hield voor hem op iedere etage een herinnering, een emotie in, iets ouderwets en ongrijpbaars, iets dat ergens trilde in het flakkerende schijnsel van zijn geheugen: een gebaar, een geur, een geluid, een fonkeling, een jonge vrouw die opera-aria's zong waarbij ze zichzelf op de piano begeleidde, onhandig getik op een schrijfmachine, een hardnekkige cresollucht, geschreeuw, een kreet, geroezemoes, het geruis van zijde en bont, klaaglijk gemiauw achter een deur, geklop tegen muren, tot vervelens toe op krassende grammofoons gedraaide tango's of, op de zesde etage, het permanente gebrom van de decoupeerzaag van Gaspard Winckler, dat drie verdiepingen lager, op de derde etage links, nog altijd alleen beantwoord werd door een ondraaglijke stilte.
”
”
Georges Perec (Life: A User's Manual)
β€œ
Mijn moeder is Papa Africa's derde vrouw. Dat mag van zijn geloof. Als zijn Egyptische vrouwen een minnaar nemen, slaat hij ze dood. Dat mag ook van zijn geloof.
”
”
Tommy Wieringa (Dit is mijn moeder)
β€œ
Nederland kent geen kernwaarden. Als een oude vrouw bloedt, doet men eerst de grond af. Mooi levenseinde.
”
”
Petra Hermans
β€œ
Het getuigt van goede smaak, als een vrouw bijzonder charmant uit de ogen kijkt, maar eveneens parmantig haar lichaamstaal laat spreken.
”
”
Petra Hermans
β€œ
Een vrouw in Vikingkleren zwaaide naar hem, gebaarde dat hij naar de opening in de piramide moest rennen. 'Rennen, Jake!' Het was Kady! Hij herkende haar bijna niet. Haar kleren waren gescheurd en ze had bloed op haar gezicht, maar ze stond fier overeind. Ze hief het zwaard in haar hand op en weest naar de top van de piramide.
”
”
James Rollins (Jake Ransom and the Skull King's Shadow)
β€œ
We deden ons best ons steeds flexibeler op te stellen en we merkten ook dat we vergevingsgezinder werden, jegens onszelf Γ©n iedereen die we onderweg tegenkwamen. Erg veel keus hadden we eerlijk gezegd ook niet. Met reisplannen die afhankelijk waren van de aanwezigheid van plaatsen waar we gratis ons afvalwater konden lozen (die ons gps-systeem niet altijd aangaf…) en eventueel oponthoud in stadjes onderweg (als gevolg van een optocht, een marathon, wegwerkzaamheden) waren een open mind en een vrije geest haast een vereiste. En dan was er nog de waslijst aan dingen die we onveranderlijk thuis vergaten, waardoor we gedwongen werden een creatieve oplossing te verzinnen voor bepaalde dingen. Om nog maar te zwijgen van onze ontmoetingen met coyotejongen, elanden, beren, vlinders die zich massaal verplaatsten, of de vrouw die op hoge hakken haar varkentje uitliet op de camping, gehuld in een trui met monogram, die perfect paste bij het truitje dat het varken droeg. Hoe door de wol geverfd je ook bent en hoe goed je ook probeert te plannen, reizen leert je nergens meer van op te kijken en overal gewoon in mee te gaan. Natuurlijk
”
”
Tim Bauerschmidt (Driving Miss Norma (Dutch Edition))
β€œ
Voor de zoveelste maal kom ik thuis van de reis en weer staat mijn stoel gereed, tafel en bed gedekt, pantoffels bij 't vuur, alsof ik iedere dag verwacht werd. Mijn kinderen hebben heel gewoon 'Pa' gezegd en mijn vrouw heeft gevraagd wat ik verkoos, lever of haring. Ik heb niet geantwoord omdat ik de moed niet had mijn eigen stem aan te horen, heb de hand uitgestoken naar wat het dichtstbij stond en zwijgend mijn maag gevuld. Hun gerustheid, hun zekerheid dat ik ook ditmaal terugkeren zou heeft mij beschaamd en diep gegriefd. Maar was ik aan 't bulderen gegaan dan had er niets op overgeschoten dan met weerzin weer op te staan. En het trekken lokt mij niet meer. Ben ik vermoeid of kan ik het licht van gindse land niet meer verdragen? Ik voel in ieder geval dat van een volgende tocht niets meer terechtkomt. En zo is het goed ook, want mij rest nog maar net de tijd om eindelijk met vrouw en kinderen wat mee te leven, mij te koesteren aan de warmte van de haard en te werken voor onze oude dag die voor de deur staat. Zolang ik ginder dwaalde heb ik mijn kinderen niet opgevoed maar met hen gespeeld, voor mijn vrouw niet gezorgd maar van haar genoten. Die meimaandjes zijjn nu voorbij. Hier bij' t vuur, in onze kooklucht, komt het eropaan mijn plicht te doen als een doodgewoon mannetje dat ik tenslotte ben. Want hun ogen zijn op mij gericht. Doet mijn vrouw haar plicht niet als zij wast en plast, als zij op griezelige regendagen op de vismarkt loopt te dwalen zonder acht te slaan op haar aderspatten noch op haar slechte stoelgang? Doen niet die kinderen eveneens hun plicht wanneer zij achter schoolmuren hun zonnigste dagen slijten?
”
”
Willem Elsschot (Tsjip - De Leeuwentemmer)
β€œ
Zonder enige overgang is het volgende beeld dat ik van hem heb dat van een stil huilende man - hij zit aan het kleine tafeltje waaraan hij schilderde en schreef, gekleed in zijn grijze kiel, zijn zwarte hoed op zijn hoofd. Het gele ochtendlicht valt door het kleine, wingerdomgroeide raam; in zijn handen houdt hij een van de vele reproducties die hij geregeld uit kunstboeken scheurde, en die hij gebruikte bij het maken van kopieΓ«n (hij prikte de reproductie op een plankje dat hij met twee houten pennen aan het schilderspalet vastklikte); hij houdt de afbeelding in zijn handen, ik kan niet zien wat het is, maar ik zie dat er tranen over zijn wangen lopen en dat hij in stilte iets prevelt. Ik ben de drie treden naar zijn opkamertje opgelopen om hem te vertellen dat ik het skelet van een rat heb opgedolven; nu trek ik me snel en stil terug, ik sluit zijn deur weer, maar later, wanneer hij beneden koffiedrinkt, sluip ik naar boven en vind de afbeelding op zijn tafel: het is het schilderij van een naakte vrouw, die met haar rug naar de kijker ligt, een slanke vrouw met donkere haren, ze ligt op een soort sofa of bed voor een rode voorhang, haar vredig mijmerende gezicht is te zien in een spiegel die haar wordt voorgehouden door een cupido met een blauw lint over zijn schouder; prominent zijn haar slanke naakte rug en ronde billen. Dan verplaatst mijn blik zich naar de frΓͺle schouders, de fijn krullende haartjes in haar hals, dan weer naar de haast obsceen naar de kijker toegekeerde derriΓ¨re; geschrokken leg ik de afbeelding weer neer, ik loop naar beneden, daar is mijn grootvader in de keuken. Hij staat bij mijn moeder en zingt voor haar een liedje in het Frans, dat hij zich herinnert uit de oorlog.
”
”
Stefan Hertmans
β€œ
Hij hield extreem veel van zijn echtgenote. Hij hield, met andere woorden, te veel van die ene vrouw. Dat ze op jonge leeftijd overleed zag hij dan ook als de wraak des hemels voor die liefde. een andere verklaring voor haar dood had hij niet. Na het overlijden van zijn echtgenote hield hij zich ver van alle vrouwen. Hij nam niet eens een meid in huis. Het koken en poetsen liet hij over aan een man. Dit deed hij niet omdat hij alle andere vrouwen haatte. Het was omdat die vrouwen allemaal leken op zijn echtgenote. Zo rook bijvoorbeeld iedere vrouw net als zij naar vis. En, overtuigd dat ook dit de wraak des hemels was omdat hij te veel van zijn vrouw had gehouden, vond hij berusting in het feit dat hij het moest stellen zonder vrouw in zijn leven. Maar in zijn huis was één vrouw aanwezig om wie hij niet heen kon. Hij had een dochter. Uiteraard leek zij meer dan welke andere vrouw ook ter wereld op zijn overleden echtgenote. De dochter zat inmiddels op de hogere middelbare meisjesschool. Midden in de nacht ging het licht aan in haar kamer. Hij gluurde door een kier in de schuifdeuren. Het meisje hield een kleine schaar vast. Terwijl ze haar opgetrokken knieën uit elkaar spreidde en langdurig omlaag tuurde, hanteerde ze de schaar. De volgende dag, nadat zijn dochter naar school was vertrokken, staarde hij stiekem naar de witte bladen van de schaar en hij kreeg koude rillingen. Weer ging midden in de nacht het licht aan in de kamer van zijn dochter. Hij gluurde door de kier in de schuifdeuren. Ze griste een witte doek van de vloer, klemde hem in haar armen en liep de kamer uit. Hij hoorde water uit de kraan stromen. Even later stak zijn dochter het vuur van het komfoor aan, legde de witte doek erop en ging afwezig zitten. Daarop begon ze te huilen. Toen ze ophield met huilen, knipte ze haar nagels boven de doek. Op het moment dat ze de doek wegnam vielen die er kennelijk af, want hij rook de misselijkmakende geur van brandende nagels. Hij had een droom. Daarin vertelde zijn overleden echtgenote aan hun dochter dat hij haar geheim had gezien. Sindsdien keek zijn dochter hem niet meer aan. Hij hield niet van zijn dochter. De gedachte dat een man op zijn beurt de wraak des hemels zou ondergaan vanwege zijn liefde voor haar, deed hem huiveren. Op een nacht richtte zijn dochter uiteindelijk een dolk op zijn keel terwijl hij sliep. Hij wist dat. Hij berustte erin dat het de wraak des hemels was, omdat hij tot het uiterste van zijn echtgenote had gehouden en te veel had gehouden van die ene vrouw, en hij hield rustig zijn ogen gesloten. Hij voelde dat zijn dochter het had gemunt op de vijand van haar moeder, en hij wachtte op het mes.
”
”
Yasunari Kawabata
β€œ
Er zijn vrouwen die, hoe meer ze van hun man houden, des te vaker ruzie met hem zoeken. Werkelijk waar, ik heb zo'n vrouw gekend: "Je weet," zei ze, "dat ik erg veel van je houd en uit liefde pest ik je, dan voel je het tenminste." Weet je dat men een ander uit liefde met opzet kan kwellen. Vooral vrouwen doen dat.
”
”
Fjodor Dostojevski
β€œ
Nadat zijn vrouw hem had verlaten, leerde Mutsuo veel bij. Een niet-gesneden brood werd na drie dagen hard. Op gesneden brood groeide na een week groene schimmel. En een Frans brood was na een maand een knuppel. Melk, ook al zette je die in de koelkast, werd na een week link. Achter in de koelkast trof hij trouwens een plastic tasje met grasgroen water aan. Hij kon zich niet herinneren dat hij groen roomijs had gekocht. Na zijn hersenen te hebben gepijnigd, daagde het hem dat het een komkommer was die erin was gelegd door Sugiko, zijn vrouw die er drie maanden eerder vandoor was gegaan. Hij wist nog van de middelbare school dat komkommers voor zeven- of achtennegentig procent uitwater bestaan. Kijk eens aan, dacht hij, alsnog onder de indruk, maar sindsdien was hij bang om de koelkast open te doen.
”
”
Kuniko Mukoda
β€œ
Eenzaamheid is een hond waarvan je de haren vindt lang nadat ze is vertrokken.
”
”
Sander Kok (Smeltende vrouw)
β€œ
Je kunt een geliefde, kunstwerk, landschap nooit werkelijk begrijpen, maar je kunt door de vervoering wel meer begrijpen dan je anders had begrepen en meer voelen dan je anders had gevoeld, meer zien dan je anders had gezien. Vervoering is een bril voor een anders halfblinde.
”
”
Sander Kok (Smeltende vrouw)
β€œ
Ook dit bezoek verliep volgens een vast programma. Zodra we zaten kwam de huisknecht binnen met een blad vol gebak en bonbons en madame Odette schonk uit een grote blauwe kan chocolade. Dat was het moment waarop de jonkers binnenstoven, die met groot misbaar hun aandeel opeisten. Er waren altijd dezelfde soort gebakjes, hoog en langwerpig met drie lagen mokkacreme gevuld, versierd met zilveren pilletjes op de wijze van dominostenen. Als gast kreeg ik altijd dubbel-zes met de twaalf zilveren pillen, tot woede en ergernis van Lucien en Robert. Gelukkig verdwenen die altijd met de buit naar hun eigen kamers en daarna werd het pas echt gezellig. Een vette witte kat, met de knecht binnengekomen, lag te spinnen op de satijnen schoot van de barones die dicht bij de grote gashaard zat. Ik zat soezerig naar de vlammetjes te staren toen madadme Odette met een serie zuchten opmerkte: 'Een vrouw zoals ik. Beleeft haar hel. Hier al op aarde.' Ik vond dat ze zich niet te beklagen had in die mooie warme kamer met al dat lekkers en zo prachtig gekleed; en daar Lucien en Robert haar eigen kinderen waren, zou zij ze niet akelig vinden.
”
”
Ida Simons (Een dwaze maagd)
β€œ
Selene van het Winterwoud,' zei vrouwe Zi'ita zacht. 'Dat is een naam die ik lang niet gehoord heb. Hij wordt uiteraard ook niet gaarne door gildeleden uitgesproken. Wil je zeggen zij een voorouder van je is?' Ailinn knikte.
”
”
MariΓ«tte Aerts (De Spreukenzinger (Het Huis Elfae #2))
β€œ
Een tijd geleden wist ze Halt zelfs zover te krijgen dat hij een keer naar de kapper ging. Voor hun trouwen.' Malcolm, die zich al menigmaal verwonderd had over Halts haardos, boog het hoofd. 'Dus inderdaad - een toverheks!' - over Vrouwe Pauline
”
”
John Flanagan (Halt's Peril (Ranger's Apprentice, #9))
β€œ
Die jonge Vrouwe Alyss van jullie, die zit daar als een eiland van rust en verstand in een stormzee vol botsende golven. Zij heeft geduld, heel veel geduld. Alhoewel ik een paar keer het idee kreeg dat zij op het punt stond mijn onderhandelaar met een stapel van zijn paperassen om de oren te slaan. - Selethen
”
”
John Flanagan (The Emperor of Nihon-Ja (Ranger's Apprentice, #10))
β€œ
Vrouw en kinderen waren veilig, achter de deur.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Hij vernedert zijn vrouw in het bijzijn van anderen.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Zo ken ik mijn meisje weer!' brulde Xander. 'Vrouw,' verbeterde Max hem. 'Zo ken ik mijn vrouw weer! En "mijn" is uiteraard bedoeld op een compleet niet bezitterige en absoluut onpatriarchale manier!' Max hief haar glas. 'Reken maar van faxing yes.
”
”
Jennifer Lynn Barnes (The Final Gambit (The Inheritance Games, #3))
β€œ
Andere verhalen gaan over een man, een vrouw en hun bed waarin steeds meer dekens nodig zijn om warm te blijven.
”
”
Jannie Regnerus (Het wolkenpaviljoen)
β€œ
Je bent een beste jongen, maar je hebt één vreselijke tekortkoming: je gebrek aan ambitie. Je bent tevreden met wat je bereikt hebt, hè? Maar dat is niets, brave jongen. Daarom zou ik ook nooit je vrouw kunnen zijn. Ik zal nooit tevreden zijn met wat ik heb. Ik wil altijd meer.' Ik wist niet wat ik moest antwoorden, want al deed het pijn, ze had iets waars gezegd. Voor mij was geluk dat ik haar had en in Parijs woonde. Betekende dat dat je een onverbeterlijk middelmatig mens was, Ricardito? Ja, waarschijnlijk wel.
”
”
Mario Vargas Llosa (Travesuras de la niΓ±a mala)
β€œ
Als je dan toch zo kil en pervers bent, waarom vermoord je David Richardson dan niet, stout meisje? Dan vermijd je de risico's van de scheiding en erf je zijn vermogen.' 'Omdat ik niet zou weten hoe ik dat moet doen zonder in de gevangenis te belanden,' antwoordde ze zonder te glimlachen. (...) Het was een spelletje, maar toen ik haar zo schaamteloos die gruwelijke dingen hoorde uitspreken, kon ik een huivering toch niet onderdrukken. Ze was niet langer dat kwetsbare meisje dat duizend moeilijkheden had moeten overwinnen en vooruit was gekomen dankzij een ongebruikelijke stoutmoedigheid en vastberadenheid; ze was nu een volwassen vrouw, overtuigd van het feit dat het leven een jungle was waar alleen de slechtsten zegevieren, tot alles bereid om niet verslagen te worden en hogerop te komen.
”
”
Mario Vargas Llosa (Travesuras de la niΓ±a mala)
β€œ
Ik zal h iets uitleggen, graag, dan wil ik eerst van weten uit hoeveel personen een huwelijk bestaat, uit twee, de man en de vrouw, fout, in een huwelijk heb je er drie, de vrouw, de man en dan wat ik de derde persoon noem, de belangrijkste, de persoon die door de man en de vrouw samen wordt gevormd
”
”
JosΓ© Saramago (All the Names)
β€œ
Heerhugowaard liefkoost een prachtige vrouw.
”
”
Petra Hermans (Voor een betere wereld)
β€œ
Je hield toch van me? Heb je een ander?' 'Nee! Ik zweer je, er is geen ander, Bo. Jij bent de enige vrouw van wie ik heb gehouden. Je bent het mooiste wat me is overkomen. Vergeet dat nooit.
”
”
Carry Slee (Bangkok boy)
β€œ
Een betrouwbare kracht om op te leunen, iemand die alles al een keer had meegemaakt, een moederlijke vrouw die zachte vesten droeg waar je de zijkant van je hoofd tegenaan vlijde.
”
”
Rob van Essen (Miniapolis)
β€œ
Hoe moet ik het hun duidelijk maken, vroeg ze zich af. Hoe moet ik hun vertellen dat alle dagelijkse handelingen, opstaan, wassen, lopen, zitten – soms kon ze van de pijn niet eens zitten – een enorme, voor anderen niet te bevatten krachtinspanning van mij vergen. De lichamelijke kracht die het haar kostte kon ze niet overbrengen, werd anderen pas duidelijk op de momenten dat ze volledig instortte. Ze dacht dat het onbegrip waarmee ze te maken had haar eigen schuld was. Ze verweet zichzelf dat ze zich sterker voordeed dan ze was. De prijs die ze voor die houding betaalde was dat de mensen gewend waren geraakt aan een sterke vrouw, een vrouw die alles alleen kon, geen hulp nodig had en zelfs anderen hielp. Dat vond ze fijn, maar vaak zakte ze van vermoeidheid in elkaar.
”
”
Slavenka Drakulić (Frida's Bed)
β€œ
Opnieuw richtten wij ons tot elkaar op die bijzondere toon van voortdurende irritatie en verwijt die altijd ten onrechte deed geloven dat wij ruziemaakten en die ik tussen moeder en dochter zou herkennen in welke taal dan ook
”
”
Annie Ernaux (Een vrouw / Alleen maar hartstocht)
β€œ
Mijn moeder, die geboren is in een onderdrukt milieu waaruit zij zich wilde losmaken, moest eerst geschiedenis worden opdat ik mij minder alleen en kunstmatig voel in de overheersende wereld van woorden en ideeΓ«n waarin ik, naar haar wens, ben overgestapt.” ― Annie Ernaux, Een vrouw / Alleen maar hartstocht
”
”
Annie Ernaux (A Woman's Story)
β€œ
Mijn moeder, die geboren is in een onderdruk milieu waaruit zij zich wilde losmaken, moest eerst geschiedenis worden opdat ik mij minder alleen en kunstmatig voel in de overheersende wereld van woorden en ideeΓ«n waarin ik, naar haar wens, ben overgestapt.
”
”
Annie Ernaux (Een vrouw / Alleen maar hartstocht)
β€œ
Of had ik maar zorgen, grote zorgen, of desnoods een vrouw om te bedriegen. Was ik maar een dief, moordenaar of flessentrekker. Angst en schuldgevoelens geven de liefde kraak en smaak. Kermend van angst en vreugde zou ik keer op keer de bodem van het genot bereiken.
”
”
Remco Campert (Het leven is vurrukkulluk)
β€œ
Mijn laatste vrouw kwam mijn leven binnengewandeld als in een bloemrijk vers van een stokoude Lodeizen. Ze beloofde me vijf jaar te wiegen. Ze stelde me voor aan haar zoon. Zeven jaar oud. En omdat het Austeriaanse Legoland Perpectief ook wat wil in dit universum, bleek het joch dezelfde ziekte als ik te bezitten. De televisiegenieke versie ook nog. Gooien, smijten en slaan. En er was nog een verrassing: zo onopgevoed had ik een kind nog nooit gezien. Onbegrijpelijk onopgevoed. In mij stond een vader op. Zo'n enorm groot beest van een vader, dat ik Opvoeden wilde tot ik erin bleef. Na drie weken was de vrouw jaloers op de aandacht die ik het kind schonk. Na vijf weken gebruikte ze hem als chantagemiddel.
”
”
Nanne Tepper
β€œ
In Nuenen heeft Vincent van Gogh gewoond, om precies te zijn van 5 december 1883 tot 24 november 1885. Geen dag langer, geen moment eerder. De schilder was een jaar of dertig en woonde bij zijn ouders, in de pastorie midden in het oude dorp: Berg 26. Hij werkte hard en had het zwaar, zoals altijd. Het beroemdste doek dat hij in Nuenen schilderde, was 'De aardappeleters'. Intussen flirtte hij met het buurmeisje. De pastorie staat er nog steeds, in Nuenen. En er woont ook nog steeds een dominee - in dit geval dominee Wijlhuizen, die op zijn houten naambordje naast de bel in het Nederlands en het Engels heeft staan dat aanbellen geen zin heeft en dat in het huis geen rondleidingen worden gegeven. Toch maar even aanbellen. Wat is het geval? In de tuin van de pastorie staat een perenboom, die Van Gogh zou hebben geschilderd. En de dominee heeft een kapvergunning voor de boom aangevraagd, want de boom is hartstikke dood. Dit heeft onmiddellijk tot een storm van verontwaardiging in Nuenen geleid - een boom omkappen die Van Gogh geschilderd heeft, schande! Dat is cultureel en historisch erfgoed, daar blijf je met je tengels van af! Goed. De dominee doet vrijwel onmiddellijk open. Het is een frisse, blakende man met ironische bruine ogen. Hij ziet er niet uit als een dominee, maar dat komt misschien omdat ik al zo lang niet in de kerk ben geweest. Hij doet meer aan een dierenarts denken. Vrolijk gaat hij me voor naar de achtertuin van de pastorie. In de keuken zit zijn vrouw de krant te lezen. De dominee begrijpt alle commotie niet zo goed. Van Gogh heeft de boom geschilderd - het schilderij is dan toch het erfgoed, of niet? Kijk, daar staat de boom.
”
”
Martin Bril (Heimwee naar Nederland)
β€œ
De Hamiltons hadden een beroemde gast over de vloer, de grote admiraal Nelson. Hij was zojuist teruggekeerd uit egypte. De admiraal sprak niet veel, hij leek volledig in de ban van de vrouw des huizes. De decoraties waarmee zijn uniform behangen was, vroegen glimmend om aandacht. Hamilton merkte op dat hij Napels vreselijk miste, omdat hij zich op SiciliΓ« niet aan zijn liefhebberij van het verzamelenvan antieke schatten kon overgeven. Het viel Elgin op dat 'vrouwe' Hamilton niet veel meer droeg dan een onderjurk, die meer van haar lichaam toonde dan betamelijk was. Ze pronkte met haar borsten. Hij vond die borsten mooi, ze voldeden althans aan het klassiek schoonheidsideaal. Ze wiegde overdreven met haar heupen, wellicht omdat ze die heupen zo vaak gebruikte. Haar donkerbruine gazellenogen keken iedereen doordringend aan. Ze had volle, sensuele lippen en had zich smaakvol opgemaakt.
”
”
Jan-Willem Anker (Een beschaafde man)
β€œ
Leesvaardigheid in drie moderne vreemde talen (Frans, Duits, Engels); is dat geen gepasseerd station? Het gepasseerde station roept het beeld op van een reisdoel dat onbereikbaar is geworden doordat de trein er voorbij is gereden. Maar zo onomkeerbaar zijn treinreizen niet. Wie in de laatste trein naar Uithuizermeeden in slaap valt en wakker wordt in Roodeschool (het eindpunt), heeft alle reden zijn lot bitter te beklagen. Toch hoeft hij niet de rest van zijn leven in Roodeschool te slijten. De volgende morgen gaat weer een trein richting Groningen. De onfortuinlijke reiziger kan alsnog zijn reisdoel bereiken door in Uithuizermeeden uit te stappen.
”
”
Hans Nieuwenhuis (Brief aan een jonge academisch gevormde vrouw: een en ander over recht, geleerdheid en het verlangen naar de verloren tijd)
β€œ
Roem maakt van een echt mens een personage in het leven van een anonieme massa.
”
”
Connie Palmen (De zonde van de vrouw)
β€œ
Recent empirisch onderzoek bracht aan het licht dat het rechtenstudenten lastig valt te bepalen wat zwaarder is: een kilo appels of een kilo peren. De een schatte een kilo appels op anderhalve kilo. De ander wist het zeker: een zak met een kilo peren woog beslist niet meer dan één pond.
”
”
Hans Nieuwenhuis (Brief aan een jonge academisch gevormde vrouw: een en ander over recht, geleerdheid en het verlangen naar de verloren tijd)
β€œ
Een vrouw die in de handen van de psychoanalytici is gevallen wordt totaal en voorgoed onbruikbaar. Dat fenomeen moet niet als een neveneffect van de psychoanalyse worden beschouwd maar wel degelijk als het hoofddoel ervan
”
”
Michel Houellebecq (Whatever)
β€œ
De Oval Office, waar Allan tegenover zijn drinkmaatje uit Los Alamos zat terwijl hij naar diens uiteenzetting luisterde, was bijna net zo ovaal als Allan gedacht had. De president vertelde dat hij werd lastiggevallen door een vrouw die hij om politieke redenen niet kon negeren. Ze heette Song Meiling, had Allan misschien al eens over haar gehoord? Nee? Hoe dan ook, ze was de vrouw van Chiang Kai-shek, de leider van de Kwomintang, oftewel de Chinese Nationalistische Partij. Ze was beeldschoon, had in Amerika gestudeerd, was de beste vriendin van mevrouw Roosevelt, trok duizenden toeschouwers als ze ergens verscheen en had zelfs een toespraak voor het congres gehouden. Nu maakte ze president Truman echter het leven zuur omdat ze wilde dat hij alle mondelinge beloften nakwam die ze volgens haar van president Roosevelt had gekregen wat betreft de strijd tegen het communisme. 'Ik wist wel dat het weer met politiek te maken zou hebben', zei Allan. 'Het is een beetje moeilijk om dat te ontwijken als je president van de VS bent', zei Harry Truman.
”
”
Jonas Jonasson (The Hundred-Year-Old Man Who Climbed Out of the Window and Disappeared (The Hundred-Year-Old Man, #1))
β€œ
Als er te weinig zijn, worden wij vluchtelingen uitgezet als konijnen in een reservaat, en als we met teveel zijn, zijn we kermiskonijnen voor ambitieuze politici, die met onze huid in hun handen hun vrouw gaan bedanken. Illegalen, vluchtelingen, we zijn brandstof. Brandstof voor boeren, ronselaars, politici, bejaarden, verknipte, compensatiezoekende Lufianen, prostituees, huisjesmelkers en suΓ―cidale, vegetarische trutten zonder cv.
”
”
Khalid Boudou (De president)