Een Vis Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Een Vis. Here they are! All 8 of them:

β€œ
Hij genoot van de verschillende afvalcontainers die overal stonden, van de ingeblikte groenten in de ziekenhuiskoele winkels – supermarkten werden ze genoemd –, hij genoot van de trams en hun heupdans die de passagiers heen en weer schudde wanneer zij klingelend een bocht maakten, hij genoot van de bomen die overal voor schaduw zorgden, compleet met een kroost van groene houten banken en een vuilnisbak, hij genoot van de grachten, die rimpelend een wiegenlied voor hem zongen, hij genoot van de vooroverhellende en schuine grachtenpanden, hij genoot van de standbeelden bedekt met patina en duivenuitwerpselen, hij genoot van het bruisen van zo veel mensenlevens, hij genoot van de pleinen en de onberispelijke kantoorgebouwen met ramen waarin het universum weerkaatste, van de vele straatbelichting, de neonreclames – de stad was 's nachts een ware boomgaard van kleurig neon –, hij genoot van de markten waar het rook naar gezouten vis, gebrande noten en kaas, van de vele eethuizen die met de mensen mee waren geΓ«migreerd, hij genoot van de fietsers die elke verkeersregel overtraden, hij genoot van het stille lawaai en de zinderende sensualiteit die de meisjes uitwasemden en van verliefde stellen die hun liefde op straat uitstalden voor voorbijgangers, hij genoot van het wolkenheer, van de regens en de buien, van de natte zonnen op regendagen als beslagen brillenglazen, van de regenplassen en hun weerspiegelingen, hij genoot van de chaos, van de beierd ver weg tussen het hooi van zijn doofheid, hij genoot van de duiven, van de zwervers met hun winkelwagentjes vol onbegrijpelijke huisraad, van de drankschuiten die over de effen straten kapseisden, zijwaarts hellend door een overbelaste lever, hij genoot van de sissende venters van genotsmiddelen, hij genoot van de drukke winkelstraten waar alles wat men nodig had te koop was en alles wat men niet nodig had, hij genoot van de rosse buurten en de uitstalling van vrouwelijk vlees, dat niet aan duitloze hem besteed was, van de vele kroegen en bars waarin klanten dronken en kwetterden en zich ontlastten zoals de vogels in de johannesbroodboom van Cheira en Heira, hij genoot van de welvaart die de mensen zichtbaar goeddeed, vooral de vrouwen met hun papieren tassen vol nieuwe aankopen in de weekeinden en hun ontspannen roddels en koetjes en kalfjes op terrassen, op vensterbanken achter de geraniums, hij genoot van de broeders die steeds in aantal toenamen en hem eerbiedig bejegenden wanneer hij hun bedwelmende koopwaar weigerde, met eerbied want hij was een van hem en het deed hem goed om te zien dat ze hoe dan ook werk hadden gevonden, hij genoot van de levendige rusteloosheid van dit alles, van de Amstel die voor verfrissing zorgde en het land bevloeide en het meest genoot hij van de ultieme wonderen in het park, dat hij nu betrad.
”
”
Hafid Bouazza (Paravion)
β€œ
Plankton zal voorgoed verdwijnen, als een uitmuntende visser bij het vissen naar vis, onderscheid maakt, wat door de mazen van het net zal wegvloeien.
”
”
Petra Hermans
β€œ
Hij hield extreem veel van zijn echtgenote. Hij hield, met andere woorden, te veel van die ene vrouw. Dat ze op jonge leeftijd overleed zag hij dan ook als de wraak des hemels voor die liefde. een andere verklaring voor haar dood had hij niet. Na het overlijden van zijn echtgenote hield hij zich ver van alle vrouwen. Hij nam niet eens een meid in huis. Het koken en poetsen liet hij over aan een man. Dit deed hij niet omdat hij alle andere vrouwen haatte. Het was omdat die vrouwen allemaal leken op zijn echtgenote. Zo rook bijvoorbeeld iedere vrouw net als zij naar vis. En, overtuigd dat ook dit de wraak des hemels was omdat hij te veel van zijn vrouw had gehouden, vond hij berusting in het feit dat hij het moest stellen zonder vrouw in zijn leven. Maar in zijn huis was één vrouw aanwezig om wie hij niet heen kon. Hij had een dochter. Uiteraard leek zij meer dan welke andere vrouw ook ter wereld op zijn overleden echtgenote. De dochter zat inmiddels op de hogere middelbare meisjesschool. Midden in de nacht ging het licht aan in haar kamer. Hij gluurde door een kier in de schuifdeuren. Het meisje hield een kleine schaar vast. Terwijl ze haar opgetrokken knieën uit elkaar spreidde en langdurig omlaag tuurde, hanteerde ze de schaar. De volgende dag, nadat zijn dochter naar school was vertrokken, staarde hij stiekem naar de witte bladen van de schaar en hij kreeg koude rillingen. Weer ging midden in de nacht het licht aan in de kamer van zijn dochter. Hij gluurde door de kier in de schuifdeuren. Ze griste een witte doek van de vloer, klemde hem in haar armen en liep de kamer uit. Hij hoorde water uit de kraan stromen. Even later stak zijn dochter het vuur van het komfoor aan, legde de witte doek erop en ging afwezig zitten. Daarop begon ze te huilen. Toen ze ophield met huilen, knipte ze haar nagels boven de doek. Op het moment dat ze de doek wegnam vielen die er kennelijk af, want hij rook de misselijkmakende geur van brandende nagels. Hij had een droom. Daarin vertelde zijn overleden echtgenote aan hun dochter dat hij haar geheim had gezien. Sindsdien keek zijn dochter hem niet meer aan. Hij hield niet van zijn dochter. De gedachte dat een man op zijn beurt de wraak des hemels zou ondergaan vanwege zijn liefde voor haar, deed hem huiveren. Op een nacht richtte zijn dochter uiteindelijk een dolk op zijn keel terwijl hij sliep. Hij wist dat. Hij berustte erin dat het de wraak des hemels was, omdat hij tot het uiterste van zijn echtgenote had gehouden en te veel had gehouden van die ene vrouw, en hij hield rustig zijn ogen gesloten. Hij voelde dat zijn dochter het had gemunt op de vijand van haar moeder, en hij wachtte op het mes.
”
”
Yasunari Kawabata
β€œ
Weet je wat ik zo aantrekkelijk aan jou vind?' vroeg ik terwijl Jason in hemdsmouwen een kabeljauwschoteltje uit de oven op tafel zette. 'Nondedju,' zei Jason wat hij brandde zijn vingers. 'Dat je van die mooie mannenarmen hebt,' zei ik, 'm'n broers hebben ook van die armen, sterk met donker haar erop. Als we dan zaten te eten bij Locatelli was het net alsof alles nog als vroeger was, dat je niks kon overkomen, bedoel ik. Ja, ik vond dat nogal aangenaam.' 'Où sont mes petits copains d'antan,' zong Jason plotseling en toen ging het gesprek over de zee bij Newfoundland, waar eerst een bloeiende visserij had geheerst, maar hoe de kabeljauw in de baai steeds schaarser werd, hoe de staat en de milieubewegingen steeds dreigender geluiden lieten horen over overbevissing en quota, maar hoe de welvarende bevolking dacht vis is vis en hoe er toen op een dag geen kabelauw meer te bekennen was, niet één, in die enorme baai nergens meer een kabeljauw te bespeuren. De baai was leeggevist en alle pogingen die de overheid en de industrie in het werk stelden brachten de vis niet terug. De kabeljauw was weg en bleef weg, het was een dood stuk zee geworden. 'Geen vis meer,' somde Jason op, 'geen visolie meer, geen vislijm meer, geen boten meer, geen vissers meer, geen brood meer op de plank.
”
”
Doeschka Meijsing (Over de liefde)
β€œ
Ik eet vis met een vieze vork van een vies bord. Deze vis smaakt zo verrukkelijk, dat ik in vervoering een toespraak zou willen houden!
”
”
Willem Frederik Hermans (Nooit meer slapen)
β€œ
Konden we politici die kunst als hobby wegzetten maar een tijdje laten afkoelen op de Ijslandse hooglanden. Als een vis op het droge zouden ze naar cultuur liggen happen. Niet als entertainment maar als datgene wat de mensheid van mosland onderscheidt.
”
”
Laura Broekhuysen (Flessenpost uit Reykjavik)
β€œ
Over de aardbol waaiert de geest van een onkundig desolaat vis en runderen dichtwerk.
”
”
Petra Hermans
β€œ
Een visser laat bij het vissen van de vis, plankton dor de mazen van het net, verdwijnen.
”
”
Petra Hermans