Een Nieuw Huis Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Een Nieuw Huis. Here they are! All 12 of them:

Toen hij de kluizenaar in de zachte aarde naast het beekje begroef, besefte hij dat alles mogelijk zou zijn voor hem op deze plek. Hij had voedsel en water; hij had een huis; hij had een nieuwe identiteit voor zichzelf gevonden, een nieuw en totaal onverwacht leven. Hij kon de ommekeer bijna niet vatten. Nog geen uur geleden had hij willen sterven. Nu beefde hij van geluk, niet in staat te stoppen met lachen toen hij de ene schop na de andere op het gezicht van de dode man wierp.
Paul Auster
Moedig Belgisch volk, jullie hebben op beslissende wijze overwonnen! Zorg er nu voor om voordeel uit die overwinning te halen, jullie vijanden zijn verstomd, laten we geen moment verliezen, laten we ons verenigen rond het voorlopig bewind, dat er dankzij u is gekomen, twijfel er niet aan dat de brandstichters, die jullie zo vernederend uit jullie hoofdstad hebben verdreven al nieuwe misdaden beramen. Gedaan met aarzelen en ontzien, we moeten voorgoed de moordenaars uit ons huis verjagen die hier te vuur en te zwaard te werk zijn gegaan, hebben verkracht en vernield. We dienen onze moeders, onze vrouwen, onze kinderen en onze eigendommen te redden, wij moeten leven als vrije mensen, of ons begraven onder een berg van as. Laten we eendrachtig zijn beste landgenoten, dan zijn wij onoverwinnelijk, de ware orde, ze is onontbeerlijk om onze onafhankelijkheid te behouden. Lang leve België!
Louis Joseph Antoine de Potter
Maar je ziet het als je oefent. Je contouren die dunner worden, je silhouet dat vervaagt. Je bent nog niet helemaal verdwenen. Dat duurt een hele poos. Jaren. Maar je verdwijnt. Je verdwijnt voor jezelf, wordt een ander, elke dag. Je bent niet wie je ooit was. De microscopisch kleine cellen die je gezicht vormen op de foto die je ouders in de kamer hebben hangen, zijn weg, vervangen door nieuwe. Je bent niet meer wie je was. Maar ik ben er nog wel, de atomen wisselen van plek. Zo is het ook met de mensen van wie je houdt. Met bijna stilstaande snelheid verkruimelen ze in je armen en je zou willen dat je je aan iets bestendigs in hen kon vastklampen, hun skelet, hun tanden kon vastpakken, de hersencellen, maar dat kun je niet, want bijna alles is water en het heeft geen zin dat vast te houden. Alle sporen verdwijnen, stukje bij beetje. En later verdwijnen de sporen die ze hebben achtergelaten, het huis waarin ze woonden, de tekeningen die ze voor je maakten, de woorden die ze op briefjes schreven. De herinneringen waarmee je achterblijft zullen uiteindelijk ook loslaten, als oud behang, en mettertijd zal het niet meer mogelijk zijn om antwoord te geven op de vraag of er op deze planeet aan de rand van dit perifere zonnestelsel ooit leven is geweest.
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
Zonder mijn moeder was ik misschien wel een heel raar kind geworden. Ze bewaakte de rust en regelmaat in het huis. Mijn vader liet geen dag voorbijgaan of hij verzon iets nieuws. De zomerkermis in Beek, zelf pottenbakken in de Preekherengang, de geit van bomma in haar bedstede opsluiten, passanten opwachten achter de Helpoort en 'Boe' roepen. Voor kerst gaf hij me een beeld van een monnik, dat appelsap plaste als je op de kop duwde.
Marente de Moor (De Nederlandse maagd)
... terwijl ik mijn gezicht in de spiegel bekijk. Dat verandert van dag tot dag. Sommige dagen meer dan andere. Niet veel, natuurlijk, maar als je goed kijkt, als je oefent, je concentreert, dan kun je de minuscule veranderingen in de huid zien, de rimpel in mijn voorhoofd die in de loop van de nacht is veranderd, misschien maar een halve millimeter. Maar je ziet het. Als je oefent. Je contouren die dunner worden, je silhouet dat vervaagt. Je bent nog niet helemaal verdwenen. Dat duurt een hele poos. Jaren. Maar je verdwijnt. Je verdwijnt voor jezelf, wordt een ander, elke dag. Je bent niet meer wie je ooit was. De microscopisch kleine cellen die je gezicht vormen op de foto die je ouders in de kamer hebben hangen, zijn weg, vervangen door nieuwe. Je bent niet meer wie je was. Maar ik ben er nog wel, de atomen wisselen van plek, niemand kan de bokkensprong van de quarks controleren. Zo is het ook met de mensen van wie je houdt. Met bijna stilstaande snelheid verkruimelen ze in je armen en je zou willen dat je je aan iets bestendigs in hen kon vastklampen, hun skelet, hun tanden kon vastpakken, de hersencellen, maar dat kun je niet, want bijna alles is water en het heeft geen zin dat vast te houden. Alle sporen verdwijnen, stukje bij beetje. En later verdwijnen de sporen die ze hebben achtergelaten, het huis waarin ze woonden, de tekeningen die ze voor je maakten, de woorden die ze op briefjes schreven. De herinneringen waarmee je achterblijft zullen uiteindelijk ook loslaten, als oud behang, en mettertijd zal het niet meer mogelijk zijn om antwoord te geven op de vraag of er op deze planeet aan de rand van dit perifere zonnestelsel ooit leven is geweest.
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
Hij haalt kabelaanbinders uit zijn bestelwagen. Aan de andere kant van het huis maakt hij beide ladders met het zwembord aan elkaar vast. 'Straks ga ik trouwens bij jullie buren langs', zegt hij, weer in de keuken. Els en Dieter staren hem aan alsof er een bijl vastzit in zijn schedel. Waarom hun buren, willen ze weten. Hij legt uit dat hij er met een kleurenwaaier langs zal gaan, zodat ze een kleur kunnen kiezen - eens hij hier klaar is, begint hij bij hen. Dieter wikkelt zijn armen om zijn hoofd, Els slaat met haar vlakke hand tegen een geschilderde muur. 'Verdomme,' zegt ze, kijkend van haar Pick Nickroze hand naar de skeletvingers op de muur. 'Sorry.' Alphonse drukt een doek tegen de mond van een fles terpentine, houdt haar hand in de zijne om die schoon te maken. Even staat ze erbij als een beteuterd kind, haar vingers opengesperd zodat zijn kordate, vaderlijke vegen alle verf kunnen vinden, dan laait haar toorn weer op: 'Niet normaal! Dat is gewoon niet meer normaal!' Hij haalt een kleine, nieuwe verfroller uit de verpakking en laat die als een lichte pletwals een luchtige tocht over de handafdruk maken. Het werkt. 'Alles wat wij doen, willen zij ook', verduidelijkt Dieter. 'Geen idee hoe dat zit in het hoofd van die mensen. Ze hebben je bestelwagen voor onze deur zien staan en hup, hun keuken moet ook een nieuwe kleur krijgen.' 'Hun slaapkamers.' Ze hebben hem niet gehoord. 'Het is al jaren aan de gang. Wij een huis, zij een huis. Wij een kind, zij een kind. Wij een nieuwe wagen of een reis door de Verenigde Staten: zij ook.' Somber verwijdert Els verfresten van onder haar nagels. 'Wat moeten wij doen? Verhuizen?
Annelies Verbeke (Dertig dagen)
En dan, heel onverwachts, zo onverwachts dat het bijna een schok is, voelt hij dat hij iets mist, zelfs ontzettend mist. Hij moet blijven staan, staat doodstil en zet zich schrap tegen de oprukkende wind. Moest hij dan de hele weg hierheen afleggen, over de sombere fjord in een bootje met een doodsbenauwde mederoeier, over twee hoogvlaktes en dan verdwalen in een sneeuwjacht zonder zicht met een goddeloze gletsjer achter de storm om erachter te komen dat hij zich in het huis van Geirthrud eigenlijk haast prettig voelde? In elk geval zo goed dat hij kan voelen dat hij het mist. Voor hem een totaal nieuwe ervaring iets te missen wat niet voor eeuwig is verdwenen. Dit nieuwe gemis is veel natuurlijker en het is licht erbinnen.
Jón Kalman Stefánsson (حزن الملائكة)
Ik vroeg me af of ik wel klaar was om met hem mee te gaan, of ik wel klaar was om die ene stap verder te zetten in het nieuwe leven dat ik weg van huis begon te ontdekken. Hier was ik een volwassene; die hele wereld van goede en slechte keuzes ging voor me open.
Seán Hewitt (All Down Darkness Wide)
Je zou de huurprijzen kunnen limiteren. We zijn het enige land in Europa waar de immobiliënprijzen stijgen. De huurprijs zou maar zo hoog mogen zijn als wat dat huis op een spaarboekje opbrengt. Mensen die in een appartement van 100.000 euro leven, betalen dan maar 170 euro huur per maand. Zo schiet er meer geld over om te consumeren en begint de bal te rollen. Voor je het weet zal de economische groei terug toenemen. Het is zo klaar als pompwater, maar toch voert de regering liever enorme belastingen in. Ze bedelven de mensen onder een massa onzekerheden: de mensen weten niet meer tot hoe lang ze moeten werken, welk pensioen ze zullen trekken, wat ze voor een huis zullen moeten betalen. Allemaal om die 16 miljard bijeen te krijgen. En voor wat is dat geld nodig, denk je? Ah, om aan de banken te geven, mijnheer! Dezelfde banken die aan de basis liggen van onze crisis door hun ziekelijke hebzucht. Het klinkt paradoxaal, maar hoe scherper de crisis, hoe meer de banken profiteren. Ik heb de cijfers opgezocht. Tijdens de petroleumcrisis in de jaren ’80 verhoogden de banken hun winsten hebben met tien procent! Vandaag zegt de man in de straat: ‘Een nieuwe salon kopen? Neen hoor, ’t zijn slechte tijden. Ik wacht wel tot het beter gaat.’ Terwijl eigenlijk de omgekeerde beweging moet ingezet worden. In plaats van te jammeren, geef uw geld uit! Koop die frigo en die auto nu! Mocht iedereen leven zoals Van Rossem zou er geen crisis zijn, want ik geef meer uit dan ik heb.
Jean Pierre Van Rossem
Ze moet het huis uit, en haar hoofd uit. Zolang we in een bekende omgeving zijn, blijven we hangen in ons hoofd, met al die onzinnige gedachten waar we niets mee opschieten. In het buitenlans léven we in onze zintuigen; dan nemen we al die nieuwe en prachtige taferelen, geuren en geluiden in ons op. We stijgen uit boven het zinloze gepruttel van onze gedachten en leven volkomen in het nu." Fairfield Park -
Santa Montefiore
Dit avontuurlijke leven dat mijn hartstocht is, waarin je alles op het spel zet, waarin je als je verliest je weer opnieuw begint, dit rijke leven dat altijd iets nieuws geeft aan degenen die van het risico houden, dit leven waarin je intens gespannen bent tot de diepste vezels van je wezen, dit leven dat in ons klopt zodra we in beweging komen, zodra we uit het raam springen om het avontuur in te gaan het avontuur dat binnen het bereik van allen ligt, zelfs op de overloop van je huis als je er intens naar verlangt. dit leven waarin je je nooit gewonnen zult geven, omdat je op hetzelfde moment dat je een slag verloren hebt een andere voorbereidt in de hoop ditmaal te winnen, deze levenshonger die je nooit moet trachten te stillen, waarmee je op onverschillig welke leeftijd, in onverschillig welke situatie, je altijd jong moet voelen, om te leven, te leven, in volle vrijheid, zonder enige barrière die je kan beperken tot welke categorie of welke gemeenschap dan ook.
Henri Chappière
Ik had, drie jaar oud, een huis-leeraar gekregen. Niet alleen dat men mij, om mijne eenzelvigheid, een bijzonder schrander kind achtte, maar dewijl over de straat een zeer arm onderwijzer woonde die veel kinderen had, lang ziek was geweest en nu behoefte had aan goed voedsel dat hij niet koopen kon, bracht mijne ouders tot het besluit dat ik mijne letters zou leeren. Ik zie dien leeraar nóg voor mij: een man als een magere muil-ezel, zoo van kop als van jagenden romp en oneindige, knokige leden. Aan hem is, evenzeer als aan mijn zeer geboeiden vlijt - ik leerde met ziekelijke gretigheid -, aan hem is een scherpe herinnering verbonden van gebraden vleesch op ongewone uren en aan eene bijzondere deftigheid mijner moeder. Zekeren dag had deze mij, ter gelegenheid van een geheimzinnigen Sinterklaas, ten behoeve van mijne lessen - zij hadden in de donkere achter-kamer plaats -, eene nieuwe lei gegeven, waar ik zeer blijde om was, want mijne moeder had er - wonderschoon docht mij, - een bloem-pot op gegriffeld met drie ontloken tulpen. Ik toonde de lei aan mijn meester; deze merkte mijn schroom-vollen trots niet, en veegde de tulpen uit met mijn sponsje en een beetje speeksel. - Mijn verdriet was onbedaarlijk: ik kreeg geen les dien dag. Zelfs als mijn moeder naar haar beste vermogen op de lei een nieuwen bloem-pot geteekend had, kwam een herhaalde tranen-bui mij overweldigen. Telkens herbegon mijn gehuil, dat mij van lieverlede als een behoefte was geworden. De nacht die daarop volgde, voor een goed deel slapeloos en koortsig, is de eerste van velen geweest waar ik mij verkneuterde in mijn verdriet, mijn verdriet overdreef...
Karel van de Woestijne (Verzameld werk. Deel 3. Verhalen en parabelen (Dutch Edition))