Een Glimlach Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Een Glimlach. Here they are! All 36 of them:

Ik dacht dat je nog geen volleerde heks was,' zei hij. Maar hij voelde een glimlach opkomen. 'Ik ben Ongevederd,' verbeterde ze hem. 'Maar ik ben als heks geboren.
Aisling Fowler (Phoenix and the Frost Palace (Fireborn #2))
Zeg maar Kai.' Ze knipperde. 'Sorry, wat?' 'Je mag dat "uwe Hoogheid" achterwege laten. Dat hoor ik al genoeg van... iedereen om me heen. Noem me maar gewoon Kai.' 'Nee, dat zou niet...' 'Ik wil er geen keizerlijk bevel van hoeven maken.' Een suggestie van een glimlach speelde rond zijn lippen.
Marissa Meyer (Cinder (The Lunar Chronicles, #1))
Weet je, je ogen hebben de kleur van bladeren,' zei hij zachtjes. 'En je haar heeft de kleur van dat hert. Je lijkt wel een slordige bosfee.' 'Is dat een compliment?' vroeg Audrey, met een blik op haar modderige, gescheurde kleren. 'Ja,' antwoordde Mika met een spoortje van een glimlach. 'Dus... we gaan een oorlog tegenhouden.' 'Ja,' zei ze ferm. 'Maar eerst gaan we je zus zoeken.
Emma Clayton (The Roar (The Roar, #1))
Ik ga een nieuwe wet invoeren waarin staat dat je je monarch op correcte wijze begroet door hem of haar een high five te geven.' - Cinder Kais glimlach begon te stralen. 'Dat is geniaal. Dat ga ik ook doen.
Marissa Meyer (Winter (The Lunar Chronicles, #4))
Toen ik uit de meest duistere uren van mijn leven tevoorschijn kwam, nam ik me voor om de rest van mijn leven gelukkig te zijn, met een glimlach op mijn gezicht, want als je glimlacht, lacht de wereld met je mee. Het leven bestaat niet altijd uit geluk. Soms zijn er vele zware dagen. Maar je moet beseffen dat je geluk hebt dat je leeft - zo hebben we allemaal geluk. Elke ademteug is een cadeau. Het leven is prachtig als je dat toelaat. Je hebt het geluk in eigen hand.
Eddie Jaku (The Happiest Man on Earth)
Amsterdam, vanmorgen vroeg. Het duurde lang voor een stoplicht op groen sprong. In mijn achteruitkijkspiegel zag ik Samarinde zitten achter het stuur van haar stokoude BMW. Ze zwaaide naar me. Onze karavaan was op weg naar Schiphol en hier stonden we aan het einde van de nacht in een verlaten landschap te wachten tot we verder mochten trekken. Zonder dat daar aanleiding voor was trapte ik mijn rempedaal in, terwijl ik in mijn spiegel bleef kijken. In de rode gloed werd Samarinde nog mooier. Ik liet het pedaal los en de gloed verdween. Weer trapte ik de rem in. Een warme glans op Samarindes witte tanden. Haar glimlach vaag als het schilderij Extase van Mathijs Maris. Er is een Japanse uitdrukking die mukushoh heet, lachen met de ogen (heeft Samarinde me verteld). Samarinde mukushohde naar mij. Naast Samarinde zat Meija, die zich even vooroverboog om iets uit het dashboard te pakken. Ook zij kwam in mijn fantasmagorische gloed te zitten. Meija lachte naar me, niet met haar modellenlach, maar puur en oprecht. Ik dacht: in remlicht is ieder meisje mooi. En daarna dacht ik, van mijn hand een vuist makend: wat een geweldige openingszin voor een roman die ik waarschijnlijk nooit zal schrijven.
Ronald Giphart
Het was eruit voor hij het wist: 'Hoe komt dat toch dat negers zo'n lange hebben?' De neger, die trouwens So heette, want ze hebben ook een moeder die hen af en toe aan tafel moet roepen, leek niet te zijn geschrokken van deze impulsieve reactie en kwansuis bijna liet hij het zich ontvallen dat ook blanke mannen over een lange penis kunnen beschikken. Een blanke man een grote jan? Hoe dan? De neger, So dus, legde het recept voor een halve meter mannelijkheid uit en die avond nog bond Lode een baksteen aan zijn fluit. Zeker een kilogram zwaar was dat ding, maar het scheen de wetten van de fysica inderdaad logisch toe dat ieder lichaamsdeel, voortdurend onderhevig aan de trekkracht van een dom gewicht, langer kon worden. Er was trouwens sprake van kinderen met één te lange arm, namelijk die arm aan de hand waarmee ze altijd al hun boekentas hadden gedragen. De baksteen hing daar als een dobber aan een vislijntje, Lode ging ermee werken, baden en slapen tot de steen het gewenste resultaat had opgeleverd. Toen So één week later naar de vorderingen in Lodes onderbroek informeerde was het een glimlach waaruit zijn woorden kwamen: 'Hij is nog geen centimeter gegroeid, maar hij ziet wel al zwart.
Dimitri Verhulst (Problemski Hotel)
Je kust me Je sust me Omhelst me Gerust me Je vangt me Verlangt me Oneindig, ontbangt me Je roept me Je hoort me Je redt en verstoort me Gelooft me, Berooft me Verstikt en verdooft me Je ademt en leeft me Siddert en beeft me Vertrouwt me Beschouwt me als mens En weerhoudt me Van bozige dromen Die op komen dagen De eenzame vragen van eindig geluk Met je krullen als nacht Hoe je praat, hoe je lacht Hoe je stem zo dichtbij als een engel verzacht In mijn dromen doorstromen Oneindige leegtes Je remt me Je temt me Je roert en beweegt me Ik mis je Ik mis je Ik grijp je Ik gris je Ik wil je Bespeel je Ik roer en beveel je Om bij me te blijven In donkere nachten Om niet meer te smachten naar jou Laat me los Ik moet nu alleen En houdt me vast als het nodig is In gedachten Ik zoek je in alles om me heen Maar al denk ik soms dat het zo beter is Kan ik het niet helpen dat ik je soms mis Ik smoor je Bevroor je Verlos, en verloor je Weg naar een andere plek maar ik hoor je Omarm je Verwarm je Ik zie je en voel je Ik aai je Ik streel je Ik knuffel en kroel je Je rijpt me Begrijpt me Verwart en misleidt me Het schrikt me soms af Hoeveel ik op je lijk nu Mijn glimlach Mijn tranen Mijn liefde Mijn beleven Het spijt me van alles Kom help en bevrijd me En laat me los Ik kan het alleen Maar houd me vast als het nodig is In gedachten En ik vind je in alles om me heen Maar al denk ik soms dat het zo beter is Kan ik het niet helpen dat ik je mis Ik kus je Ik sus je Ik doof en ik blus je Je blijft heel dichtbij me Maar in mijn hoofd rust je
Maaike Ouboter
Wanneer ik probeer na te gaan wat ik aan de kant van Méséglise te danken heb - de bescheiden ontdekkingen die daar hun toevallige decor of onmisbare inspiratiebron hadden - herinner ik me dat het op een van die wandeltochten was, dat najaar, bij de dichtbegroeide helling die Montjouvain beschut, dat ik voor het eerst werd getroffen door die onevenredigheid tussen onze indrukken en de gebruikelijke uitdrukkingswijze daarvan. Toen ik, na een uur monter tegen regen en wind te hebben opgetornd, aankwam bij de plas van Montjouvain, bij een met dakpannen afgedekt hutje waar de tuinman van M. Vinteuil zijn gereedschap opborg, was de zon weer doorgebroken, en zijn in de stortbui schoongespoelde verguldsel glansde als nieuw in de lucht, op de bomen, op de muur van de hut, op het nog natte pannendak, waar boven aan de nok een kip rondstapte. De blazende wind rukte horizontaal aan de grassen die in het muurbeschot groeiden en aan de donzen veren van de kip, die, het ene zowel als het andere, gerekt tot in hun volle lengte, meegaven op het waaien met de overgave van inerte, lichte dingen. Het pannendak bracht in de plas, die de zon opnieuw liet spiegelen, een roze marmering teweeg waar ik nooit eerder acht op had geslagen. En toen ik op het water en op het muurvlak een bleke glimlach de glimlach van de hemel zag beantwoorden, riep ik in mijn enthousiasme, zwiepend met mijn weer dichtgevouwen paraplu: 'Allemachtig, allemachtig.' Maar tegelijkertijd besefte ik dat het mijn plicht zou zijn geweest het niet bij die ondoorzichtige woorden te laten, maar te proberen iets van mijn verrukking te begrijpen. En het was ook die dag - dankzij een voorbijkomende boer die er al uitzag of hij vrij slechtgehumeurd was, wat erger werd toen hij bijna mijn paraplu in zijn gezicht kreeg, en die mijn 'mooi weer hè, goed om te lopen' stug beantwoordde - dat ik te weten kwam dat dezelfde emoties zich niet tezelfdertijd, volgens een al van tevoren vaststaand patroon, bij alle mensen voordoen. Altijd als ik, later, door het wat langdurige lezen in een spraakzame stemming was gebracht, had de schoolvriend met wie ik maar al te graag een gesprek wilde beginnen er juist plezierig op los gepraat en wenste nu ongestoord te kunnen lezen. Als ik net vol genegenheid aan mijn ouders had gedacht en bezield was van de beste voornemens, die hun het meest plezier zouden doen, hadden zij dezelfde tijd gebruikt om achter een - door mij vergeten - pekelzonde te komen waar ze mij streng om berispten terwijl ik naar hen toe rende om hun een zoen te geven.
Marcel Proust (Du côté de chez Swann / À l'ombre des jeunes filles en fleurs / Le Côté de Guermantes)
Geleidelijk bloeide en rijpte in Siddhartha het inzicht, werd het hem duidelijk wat eigenlijk wijsheid was, welk doel zijn lange pelgrimstocht feitelijk had. Niets anders was het dan een bepaalde zielsgesteldheid, een bekwaamheid, een geheime kunde om zich op ieder ogenblik in zijn leven die eenheid te kunnen indenken, die eenheid te voelen en te ademen. Geleidelijk bloeide dit in zijn binnenste op, straalde het hem toe uit Vasuveda's kindergezicht: harmonie, het besef van de eeuwige volmaaktheid van de wereld, glimlach, eenheid.
Hermann Hesse
toch ging haar gekartelde hart uit naar zachte dingen zoals wanneer de wind de zon nakeek die neersijpelde door de kieren van het bladerdak en daarvan zuchtte. Of wanneer een geluidloze zucht aan vriendelijke verhaalrijke ogen ontsnapte en dan een glimlach tatoeëerde in haar tranen.
Anna Jae
Na het eten neemt hij het koele besluit in de toekomst zichzelf gade te slaan, even geboeid maar emotioneel onbewogen als gold het een vreemdeling die op bezoek is, iemand met wie hij slechts toevallig te maken heeft. En feitelijk is de wending 'als gold het' een stijlcliché, want het gaat om een doodgewone realiteit. Zichzelf begluren als een willekeurige mens, met wie men opgescheept zit: ziedaar zijn nuchter project. Dit heeft niets te maken met navelkijkerij, wel integendeel. De navelkijker is een blindstaarder die zichzelf vol eigendunk het middelpunt van de wereld acht. Wie scherp toekijkt echter, ontmaskert en verpulvert, niet dramatisch, maar met een juist gedoseerde glimlach, die meteen ook gechecked wordt op de mogelijke aanwezigheid van pose. Wie op die manier zichzelf bekijkt, raakt aan de hele wereld, leert de hele wereld kijken en glimlachen.
Paul de Wispelaere (Paul-Tegenpaul)
Op mijn leeftijd ga je niet in één klap dood. Je bent als een huis waarvan de luiken worden gesloten, waar de meubels een voor een worden weggehaald, waar eerst het gas wordt afgesloten, dan het water, en ten slotte het licht, totdat de deur voor de laatste keer op slot wordt gedraaid en de sleutel wordt weggegooid. Een grappige gedachte. Niemand ziet het, maar ik glimlach.
Philippe Claudel (Een Duitse fantasie)
Geef ons een zonsondergang van een verdronken zon, geef ons een vuurrode dageraad. Praat met de beuk en de eik, praat met de overweldigende donder. En toon wonderen als het laatste uur daar is, wanneer de blik een glimlach ontlokt, de lamp de nachtvlinder verleidt, de kinderen een droom omhelzen, de olmen een tijd van twijgen aanduiden, de heuvels worden neergedrukt door het Niets. En toon de verblindende pijl, de hemel die tot uitbarsting komt… Toon de harmonische kleuren, wanneer de ademhaling stopt en de vingers droefheden tekenen, de kinderen van glimlachen dromen, de rotsen naar de stilte luisteren, de cipressen de horizon opensplijten. Toon de rust die terugkeert, de hemel die trilt… Praat met het blaadje en de bloem, praat met de dag die verstrijkt. Geef ons een stevige, zekere hartslag. Geef ons, nu, rust.
Marcello Fois (Misdaad op Sardinië: Intriges op een Italiaans eiland)
Maar toen ik erover nadacht, besefte ik dat het frustrerende aan jou de manier is waarop je je in het algemeen in of tegenover de wereld gedraagt. Wat vind je belangrijk? Door welk verlangen word je gedreven? Waar ben je trouw aan? Zelfs in de discussies over 'Het labyrint der onmenselijkheid' leek je onverschillig, alsof het je er vooral om te doen was ons in vuur en vlam te zien raken. Maar waar is jouw vuur? Ik neem het je kwalijk dat je, als een spook door een muur, door alles en iedereen heen zweeft. We raken gehecht aan je en een tijdlang lijk jij ook gehecht aan ons. Maar dan op een nacht ben je vertrokken: we worden wakker en je plek naast ons in bed is koud en we weten niet eens waarom je bent weggegaan of waar je bent. We weten alleen dat je niet terugkomt. Mensen zijn geen proefobjecten, geen laboratoriumdieren, ik ben verdomme geen rat waarop je kunt experimenteren, Diégane. Mensen zijn geen literair materiaal, dat voortdurend beschikbaar is, een zin in wording waaraan je, met een ironische glimlach, in je hoofd verder breit.
Mohamed Mbougar Sarr (La plus secrète mémoire des hommes)
Ik zal nooit over koninkrijken regeren, olympische medailles winnen of de klimaatverandering stoppen. Maar ik kan proberen om een dier een goed leven te geven. Totdat hij besluit om weg te gaan,' voegde hij eraan toe, zijn glimlach bitterzoet. 'Maar in dat geval hoop ik dat ze weten dat ze hier altijd een thuis zullen hebben.
Anniek Rodenburg (Kroon en kyrata)
Ik hou Buik vast. Ze is opeens rustig, alsof ze net wakker is geworden uit een boze droom maar nu beseft dat alles in orde is. We kijken naar elkaar in de spiegel. Ik glimlach, en zij kan dat ook, wanneer ik haar een beetje naar omhoog trek en mijn navel als mond gebruik. Ik moet lachen. Ik voel het tot diep in Buik. Zij voelt het ook.
Frauke Heyde
Opgroeien in het warme Brabant was vooral veel galgje spelen met mijn autistische zus. Galgje, een prachtig spel, dat ze op de televisie helemaal hebben weten verknollen door de galg met een ballenbak te vervangen en de beul met Francois Boulangier. Wanneer je zo'n klassieke beul de kap zou aftrekken zou je weliswaar dezelfde psychotische glimlach zien als die van Francois, maar het punt is dat men die beulskap toch niet voor niets heeft uitgevonden, maar dat begrijpen ze in Hilversum kennelijk niet. Enfin, na lange gelukkige jaren oefenen waren inmiddels alle kinderen uit de buurt zo gewend aan het idee dat een beperkte taalschat een genadeloze dood voor hen in petto had dat het gros van mijn jeugdvrienden zichzelf later heeft verhangen, waarschijnlijk toen ze lucht kregen van mijn succes als schrijver.
Martijn Benders
Er is niks mis met mijn verschijning, maar van sommige hoofden maak je geen beeld. Een goeie kop heeft een mysterie, mensen met een goeie kop vergeet je niet, het zijn de mensen naar wie je onbewust blijft staren in de tram; koppen met een verbeten overtuiging, koppen met een naïeve blik, koppen met een tragische glimlach, trotse koppen, gevaarlijke koppen, zoekende koppen, arbeiderskoppen. Naar mij staart niemand in de tram.
Shira Keller (M.)
It's indignant that the person who brought your smile to your face yesterday is the one causing the tears today. Het is verontwaardigd dat de persoon die gisteren een glimlach op je gezicht bracht, vandaag de tranen veroorzaakt
Jan Jansen Easy Branches
La cathédrale engloutie Debussy Echo's ontwaken donker en gedempt als klokgelui uit lang verzonken steden. Uit diepten, raadselig en onbestemd, doemen de schimmen op van het verleden. De dromen die ik nooit ten einde droomde, en de contouren van een oud verhaal voegden zich samen tot een cathedraal die langzaam oprijst uit het overstroomde gebied Vergetelheid, omschenen door het bleke licht van de herinnering, een liefelijke, bovenaardse gloor: de glimlach van wat eens verloren ging... O Tijd, meedogenloze metronoom! Terwijl de laatste tonen traag weerklinken, zie ik het beeld dat oprees als een droom, opnieuw en onherroepelijk verzinken.
Hanny Michaelis (Verzamelde gedichten (Dutch Edition))
Het was de eerste keer dat ze hem aanraakte, toen ze zijn linkerhand pakte om de duim te verbinden. Met moeite onderdrukte zij een glimlach bij het zien van het wondje, dat ongeveer een centimeter lang en weinig diep was. Ze knipte een pleister af en voelde dat zijn ogen haar gezicht aftastten. Ze deed alsof ze niets merkte, trok de witte beschermstrookjes van de hechtzijde en legde de pleister zorgvuldig om de uitgestoken duim. Het was haar niet geheel duidelijk waarom deze situatie zo spannend was, waarom ze moest slikken en haast niet durfde ademen. Iets bracht haar ertoe zijn hand langer dan strikt noodzakelijk vast te houden. Toen de jongen zijn arm terugtrok hielden haar vingers de pols van zijn linkerhand omklemd en bewoog haar hand enkele centimeters mee, zodat zij elkaar, een fractie van een seconde, aanraakten zonder het legitimerende alibi van het wondje, dat immers al verbonden was, en zonder het excuus, van, bijvoorbeeld, het aangeven van een kop thee. Niets kon deze aanraking verontschuldigen.
Leon de Winter (Zoeken naar Eileen W.)
Natuurlijk blijf ik.' Ik glimlach. 'Geen twijfel mogelijk.' Constance slaakt een opgeluchte zucht. 'Dat was overigens geen vraag, maar een bevel.' Daarop krullen mijn mondhoeken omhoog in een glimlachje en laat ik mijn hoofd rusten tegen dat van de prinses. 'Zoals u wenst, Hoogheid.
Denise Marinus (Zoals u wenst)
Vriendelijk en dynamisch,' zei hij terwijl hij naar de tafel liep en een stoel voor haar klaarzette. 'Bent u dat,'vroeg ze met een glimlach en ging zitten terwijl ze haar schort strak trok over haar billen. 'Wel geweest,' zei hij spottend. 'Op het uitsloverige af. Als ik daaraan denk heb ik reuze spijt. Wat ben ik lief en goed geweest voor de mensen. Wat een naïef geloof heb je als je jong bent. In iedereen, in de hele mensheid. Maar er verzuurt veel in de loop der jaren. De meeste mensen blijken gewoon zelfzuchtige rotzakken te zijn die het goorste ochtendblad lezen en naar de walgelijkste televisieprogramma's kijken. Ze hebben een pisbiertje binnen handbereik en een karrevracht nepzoutjes en het lijkt allemaal vrij vredig, maar ze zijn net zo gemakkelijk op te stangen als Hitler indertijd heeft gedaan met het duitse volk. Illusies hoef je je niet te maken. Er is niet de minste hoop. Het ergste is dat je bij de grote klap met al dat tuig samensmelt. Dat er geen olifantenkerkhof is waar je je waardig neer kan vlijen.
Jan Wolkers (De perzik van onsterfelijkheid)
Het leven heeft me al vaak onderuit gehaald, loerend vanachter een hoekje, om me tijdens de breedst mogelijke glimlach te verrassen, me een vennijnige dreun te geven die me wezenloos achterlaat.
Eva Daeleman (En dan vraag ik me af: doe ik het goed, het leven?)
Iedereen heeft zijn eigen tranenmaker. Het is degene die je kan laten huilen, je gelukkig kan maken en je met één blik kan verscheuren. Het is degene die bij ons vanbinnen zit en die zo'n belangrijke plek inneemt dat hij ons met een woord wanhopig kan maken, of met een glimlach kan ontroeren. En we kunnen niet tegen hem liegen want de gevoelens die je aan hem binden, staan boven elke leugen.
Erin Doom
Beelden, zijnde driedimensionale objecten in plaats van tweedimensionale schilderijen, zijn echter dan schilderijen,” zei een heer. “Daarom zijn ze in staat een bedrieglijker illusie te creëren – dat wil zeggen dat beeldhouwkunst de hoogste kunstvorm is.” “Daar ben ik het geheel mee oneens,” zei ik terwijl ik een paar stappen achter Galileo stond. Op het moment dat hij me herkende, strekte zijn glimlach zich helemaal uit tot de bult onder zijn oog. Hij opende hun kring om me naar voren te laten komen. “Wat denkt de signorina?” spoorde een heer aan, alsof een dame die een mening durfde te uiten een noviteit was. Ik kende deze mannen niet, maar ik stortte me in de discussie, hun kunstmatige manier van spreken aannemend. “Reliëf dat het gezichtsvermogen misleidt ligt net zozeer binnen het bereik van de schilderkunst als van de beeldhouwkunst omdat met schilderen alle kleuren van de natuur vorm kunnen worden gegeven, waar de beeldhouwkunst slechts licht en donker tot haar beschikking heeft. Hoewel de beeldhouwkunst diepte creëert die door aanraking wordt waargenomen, verwerft de schilderkunst diepte zonder dat voordeel. Daarin ligt de grotere uitdaging en derhalve haar superioriteit.” “De signorina heeft gelijk,” bracht Galileo in. “Wat is er zo indrukwekkend aan het nabootsen van de beeldhouwster, de Natuur, door de natuur zelf, steen, te gebruiken om volume te creëren?” Hij wendde zich tot mij voor mijn instemming. “ Van de twee is de schilderkunst de superieure, maar om meer dan één reden. De schilderkunst, zijnde tweedimensionaal, staat verder van de realiteit, en hoe verder de middelen om na te bootsen staan van datgene wat nagebootst moet worden, des te bewonderenswaardiger de nabootsing zal zijn.
Susan Vreeland (The Passion of Artemisia)
Dat was geluk, een onverwachte dans zonder choreografie. Met gedachten die zwierden in de wind en alles wegbliezen, behalve de glimlach.
Federica Brunini
Die ochtend kwam de verdelger. In de woonkamer, op de eerste verdieping van ons huis, bleef hij staan voor de platenkast. Een gele bidon in de ene en een lange metalen sproeier in de andere hand. Hij floot tussen zijn tanden. “Hoeveel elpees zijn dat?” “Tweeduizend”, zei ik. “Wow.” Hij hield zijn hoofd schuin en begon de platenruggen te lezen. “Allemaal jazz”, zei ik. “O.” Er viel een stilte. Hij bleef zijn hoofd schuinhouden. Dat doen ze allemaal. Ik dacht aan zijn nieuwsgierigheid, misschien was het zelfs een prille vorm van enthousiasme geweest, die langzaam uit zijn lichaam wegsijpelde en langs armen en benen de vloer op stroomde. Nog even, een paar seconden, en ik zou het kunnen zien liggen aan zijn voeten: een plasje onbegrip. Hij bleef kijken. De pezen in zijn nek spanden zich op. Lang kon het niet meer duren. Door de smalle, hoge ramen aan de voorzijde brak de zon door – een weifelende glimlach. En allemaal zeggen ze nog iets, ter afsluiting van wat geen gesprek meer kan worden. “Mmm. Jazz, hé? Daar ken ik niks van.” Ik knikte even en zei: “Ik ook niet.” Het hoofd van de verdelger kantelde, en zette zich opgelucht weer recht op diens romp.
Ivo Victoria (Dieven van vuur)
Ze schonk hem een bescheiden glimlach en opeens drong het tot Samuel door wat een puinhoop de afgelopen drie jaar voor hen beiden geweest waren.
Guillaume Prévost (The Gate of Days (The Book of Time #2))
Voor altijd met elkaar verbonden,' merkte Akiko met een zwakke glimlach op. Yori rammelde met de zware ijzeren handboeien rond zijn polsen. 'Zeg dat wel!
Chris Bradford (The Return of the Warrior (Young Samurai #9))
Het heeft wel iets, een manlijke glimlach zonder borstharen, met ballen zonder soep.
Petra Hermans
Haar begrafenis werd door minder dan vijftig buren bijgewoond, zij die niet ziek waren of niet bang om de straat op te gaan of besmet te raken. Stefanie vergezelde hem tijdens de teraardebestelling en hij was de enige van de aanwezigen die glimlachte toen de kist afdaalde in de vochtige woonsteden van de aarde. Stefanie, weer, begreep zijn glimlach en ze wisselden een hartelijke blik die niemand zag.
Antonio Gómez Rufo (El alma de los peces)
Dat is mijn verhaal, een heel triest verhaal. Ik denk daar liever niet te veel aan. Het is veel beter om vrolijke kleren aan te trekken en de wereld met een glimlach tegemoet te treden. Ik kan het verleden niet veranderen en ik kan mijn fouten niet ongedaan maken. Het enige wat ik kan doen, is doorgaan met mijn leven. Doorgaan met leven en doorgaan met proberen, meer kan een mens niet doen.
Nicky Pellegrino (Een zomer in Venetië)
Waarom regent het?' Dat was de raarste vraag die Ophelia ooit had gehoord. 'Het is niets,' verzekerde Brunhilde hem met een bevallige glimlach. 'Ik ben een beetje gespannen, dat is alles.
Christelle Dabos (Les Fiancés de l'hiver (La Passe-Miroir, #1))
Vroeg of laat breken we daar toch door.' 'Maar dat zou jullie een hoop mensenlevens kosten,' hield Hal nogal koppig vol. De Sha'shan glimlachte. Het was een glimlach zonder humor. 'Wij hebben een heleboel mensen. We houden er altijd genoeg over om jullie te verslaan.
John Flanagan (Return of the Temujai (Brotherband Chronicles, #8))