Dat Dus Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Dat Dus. Here they are! All 100 of them:

Het is een kwestie van durven, meer niet. Dat geldt voor alle kunst, dus ook voor die van het leven
Arthur Japin (Vaslav)
Ik adem, en ik beweeg, dus ik leef. Is dat duidelijk? Welke beproevingen ook komen, ik leef.' Hij zoog de borst vol adem en stapte in bed. 'Het is gezien,' mompelde hij, 'het is niet onopgemerkt gebleven.' Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap.
Gerard Reve (De avonden)
Ik constateer dat iedere minuut van je leven zit de staat om het hoekje, je stapt nog maar in je auto, je moet je veiligheidsgordel aan doen, decreet van de staat, je mag maar 120 per uur rijden, decreet van de staat, maar je mag wel 33% BTW betalen, aan de benzinepomp mag je wel 80% aan de staat afdragen, op ieder sigaret heb je weer staat, ik rook 7 pakjes per dag dus ik onderhoud de staat.
Jean Pierre Van Rossem
Ik tors drie lasten: ik ben homoseksueel, ik ben katholiek, en ik ben blank. Moet ik mij daarvoor schamen? Geenszins! (Goedkeurend gemompel.) Homoseksueel ben ik bij geboorte, en rooms-katholiek ben ik door genade: aan geen van beide is dus ene moer meer te doen. En kan men mij verwijten dat ik blank ben? Ik zoude niet weten hoe. Ik schaam mij er niet voor dat ik blank ben, en ik houd het ook niet geheim: ik zoude dat niet eens willen. (Geroep: "Die man die heb gelijk!")
Gerard Reve
Ik dacht aan hoe je mijn hand pakte, tegen je aan legde en zei: Ik ben hier dus gewoon, Onder je hand. Voel je dat?
Maartje Wortel (Er moet iets gebeuren)
Precies op dat moment stak de wind op en duizenden en nog eens duizenden gele plataanbladeren maakten zich los van hun levensbron en fladderden door de lucht. herfstbladeren vallen niet; ze vliegen. Het is hun enige kans om te zweven, dus nemen ze er de tijd voor. Ze wervelden, zeilden en dwarrelden op de windvlagen, het zonlicht weerkaatsend.
Delia Owens
Wilders gooide met zijn uitspraak over ‘minder Marokkanen’ een grote steen in een stille vijver. Want waar gaat het om. De Marokkanen moeten kiezen: Of ze zijn Nederlander, en dan weten ze ook dat iedereen in Nederland mag zeggen wat hij wil zeggen. Geert Wilders dus niet minder. Of ze zijn hier gewoon als gasten. Dan moet voor hen een andere regeling gelden.
Ali Lahrouchi (De ontworsteling)
Iedereen kan mythes over zichzelf kweken als ze genoeg mest krijgen, dus als het gras aan de andere kant van de schutting groener lijkt, komt dat vermoedelijk doordat het vol zit met shit.
Fredrik Backman (Anxious People)
Hoewel de bevolking dus niet profiteert van de bio-industrie, is het ironische ook nog eens dat ze niet alleen van ons verwachten dat we hun producten kopen, maar ook nog eens betalen voor hun fouten. Alle vervuiling, alle onkosten voor het opruimen van hun afval wentelen ze af op de gemeenschap. Hun prijzen zijn kunstmatig laag - voor alle verborgen kosten mag iedereen nog jarenlang betalen.
Jonathan Safran Foer (Eating Animals)
De rede is van ons bewustzijn maar de buitenkant. Daaronder zit het gevoel. Vanbinnen, waar niemand ons kan zien, durven wij er feilloos op te vertrouwen. Daar weten wij alles zonder woorden. Als wij nooit naar buiten hoefden te treden zouden we geen moment aan onze intuïtie twijfelen. Maar we gaan uit en willen de anderen ook ons innerlijk keurig presenteren. Dus kammen we onze gedachten uit en trekken ze recht. Herinner jij je dan niet dat je als kind instinctief aanvoelde hoe mensen in elkaar zaten, bij wie je het goede kon vinden en wie voor jou gevaarlijk was, wat je moest doen om gevoed te worden, te overleven en liefde te vinden? Ik geloof dat veel van de kennis waarnaar wij op zoek zijn, een antwoord op alle belangrijke vragen, al vanaf onze geboorte in ons aanwezig is en dat wij alleen maar zijn vergeten hoe we die moeten aanboren. Sterker, van het meeste zijn we vergeten dat het bestaat (…). Al die intuïtieve kennis, die op zijn sterkst is bij onze geboorte, wanneer wij haar het hardst nodig hebben omdat ons nog geen andere middelen ter beschikking staan om te overleven, en die minder wordt naarmate wij leren te denken in plaats van te voelen, dat instinctieve weten is niet vergaan. Het ligt alleen bedolven onder de lawine aan argumenten en redeneringen die wij tegenwoordig nodig hebben om onze wereld voor onszelf begrijpelijk te maken. Af en toe, een enkele keer in een droom, in een moment van verstrooiing vinden we er misschien ineens iets van terug. Inspiratie zal een kunstenaar het noemen, voor iemand die gelooft is het een openbaring. Maar voor ons, die rationeel proberen te denken? Misschien zouden wij het een inval noemen, een moment van verlichting waarin je ineens de oplossing ziet van een vraagstuk dat je nog niet eens had geformuleerd.
Arthur Japin (In Lucia's Eyes)
De combinatie geel en zwart, godbetert, smaaklozer kan je 't niet bedenken. [...] Bidden wij dus voor alle ouders van een zoontje dat supporteert voor NAC Breda of SK Lierse en zulks kenbaar wil maken via het behangpapier op zijn kamer, zijn kaften, zijn jassen en zijn sjaals. Kleurterreur die z'n sporen moet nalaten op het brein en waar de schoolresultaten van het ventje uiteindelijk bijzonder onder gaan lijden.
Dimitri Verhulst (Essay over het toegewijde bestaan als supporter van voetbalclub Standard de Liège)
Dus mijn zus is een professionele probleemoplosser?' vroeg ik afgemeten. 'Zij lost de problemen van andere mensen op? Dat is toch geen baan?' 'Vraag en aanbod, Tess,' zei Vivvie. 'In Washington noemen we dit soort mensen fixers.
Jennifer Lynn Barnes (The Fixer (The Fixer, #1))
De rust waarvan ik in een bibliotheek zo geniet bestaat niet alleen uit stilte. Al dat papier dempt ieder geluid, maar ook het ruisen van mijn gedachten. Hun ongedurigheid vindt troost in de overmacht aan kennis langs de wanden. Die is zoveel groter dan ooit in mijn hoofd zal passen. Dat kalmeert me en herinnert mij eraan dat ik niet per se alles hoef te weten en begrijpen. Zoveel is al opgeschreven en ik heb het allemaal binnen handbereik. Daar hoef ik mij dus niet meer mee bezig te houden. Zelfs al zal ik nooit meer dan een fractie van al die feiten tot mij kunnen nemen, ze zijn er, het staat er, de wereld is gerubriceerd, en als ik er eens nodig iets uit moet begrijpen kan ik het opslaan. Als de werkelijkheid zo onder controle en verifieerbaar is, kan ik haar makkelijker loslaten. Misschien is dit wel het nut van al die schrijvers, dat zij vastleggen wat buiten mij is zodat ik mij, zolang ik me met hen omring, kan wijden aan wat in mij leeft.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Ik lees nauwelijks fictie. Onder ons gezegd en gezwegen, ik vind het iets voor verveelde huisvrouwen. Fictie. Dan Brown heb ik gelezen, omdat zoveel mensen dat kochten. Ik dacht, eens kijken of de massa smaak heeft. Maar dat was dus niet zo.
Arnon Grunberg
Het valt niet te ontkennen dat wij in elke afzonderlijke tak van het menselijk kunnen zo veel vooruitgang boeken dat wij terecht het gevoel hebben het niet bij te kunnen houden; zou het niet mogelijk zijn dat daaruit ook het gevoel ontstaat dat wij geen vooruitgang beleven? Uiteindelijk is vooruitgang niets anders dan het resultaat van alle gezamenlijke inspanningen, en eigenlijk kun je dus al van tevoren zeggend at de werkelijke vooruitgang altijd juist dat zal zijn wat niemand wilde.
Robert Musil (Der Mann ohne Eigenschaften: Erstes Buch (German Edition))
De periode waarin mijn ouders het bezit van een mobiele telefoon met elkaar deelden, was te kort geweest voor mijn vader om het gebruik ervan in veel detail aan mijn moeder uit te leggen. Dat kwam mooi uit, want mijn moeder is niet geïnteresseerd in hoe dingen werken. Ze wil alleen maar dát het werkt. Dat is het mooie aan oud worden: je leert de overbodigheid van kennis waarderen. Na mijn vaders dood hield mijn moeder de gsm. Nu kan ze opnemen, bellen, haar prepaidkaart laden en zelfs sms'en. Het instellen van de voicemail daarentegen is een concept dat haar idee van de maakbare wereld ver overstijgt. Dus toen ik mijn moeder belde was het mijn vader die opnam. Het deed goed zijn stem weer te horen. Alleen jammer dat hij ook nu weer zei dat hij eventjes niet bereikbaar was.
Ivo Victoria (Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het mij spijt))
Linh Cinder. Die vermaardheid. Die reputatie. De klanttevredenheid. De beste monteur van heel Nieuw Beijing was dus... een tiener? … Ze was knap, maar niet buitengewoon. Niet opvallend - tenzij je de moeite nam goed te kijken. Kai realiseerde zich licht verrast dat hij dat ook deed.
Marissa Meyer (Stars Above (The Lunar Chronicles, #4.5))
Ja, het is best een leuk bedrijf, al zitten er hier en daar een paar lijken in de kast." Ik kreeg het angstige voorgevoel dat ze dit letterlijk bedoelde. "En welk bedrijf heeft er nu niet een paar monsters in dienst?" Dat bedoelde ze waarschijnlijk ook letterlijk, maar ik had voor Mimi gewerkt, dus ik was wel wat gewend.
Shanna Swendson (Enchanted, Inc. (Enchanted, Inc., #1))
Heb jij zelf geen kinderen, of wil je geen kinderen?' vroeg een kereltje. Ik staarde naar zijn brilletje en ik weet niet meer hoe ik het precies zei, maar het zal geklonken hebben als: 'Jongeman, noem me ouderwets, edoch het is een diep gevoel van beschaving dat lieden elkaar slechts tutoyeren nadat zij hierover elkaar vooraf om toestemming hebben verzocht. Ik duid u uw vrijpostigheid niet euvel - u bent jong en dus bij voorbaat geëxcuseerd voor uw verlies van decorum - maar ik stel er prijs op dat u mij vousvoyeert tot ik u vriendelijk vraag dit niet meer te doen. Voorlopig verkeren wij nog niet op een dusdanige voet van vertrouwelijkheid dat we dit soort intimiteiten met elkaar delen, duidelijk?
Ronald Giphart (IJsland)
Weet je wat misschien het vreselijkste is van alle gezegden? "De tijd heelt alle wonden". Maar het is waar. Er blijft altijd een litteken, dat misschien pijn doet als het weer omslaat; maar de wond is op een dag geheeld. Als jongen van een jaar of acht ben ik eens gestruikeld met zon gebogen, puntig nagelschaartje in mijn handen, dat drong diep in mijn knie en ik weet nog precies hoe ik gilde van de pijn. Net als iedereen heb ik dus een litteken op mijn knie, maar ik zou je nu niet kunnen zeggen, op welke. Jij hebt beslist ook littekens, waarvan je je de wonden niet meer kunt herinneren. Daar zit toch iets afschuwelijks in. Dat betekent toch, dat die wonden er achteraf evengoed niet geweest hadden kunnen zijn.
Harry Mulisch (The Discovery of Heaven)
VTM wist reeds bij aanvang dat ik enkel aan het spelletje zou deelnemen in de rol van clowneske rebel. Ik heb die rol naar behoren gespeeld en ben van mening dat het optreden in De Laatste Show en beide artikelen in Humo het programma heel wat meer kijkers hebben opgeleverd dan het hen heeft gekost, Ik zal dus op de gepaste manier reageren tegen deze onfaire houding van VTM'.
Jean Pierre Van Rossem
Dacă singurătatea e ceva ce te atrage doar fragmentar, dacă nu îţi imaginezi întreaga ta viaţă trăită undeva cu totul şi cu totul izolat de oameni, atunci niciodată, cu niciun preţ, sub nicio formă, nu trebuie sa devii prea deştept. Dacă aş fi avut puţină înţelepciune şi instinct de conservare, acum aş fi fost mediocru, adică prost, şi aş fi putut avea o iubită. O familie. Un copil sau doi. Un câine. Un apartament de două camere cu chirie. Cu balcon. Aş fi urmat un program strict, întocmit de femeia mea, de dezalcoolizare, dezintoxicare şi depurificare. Aş fi mers la sală, iar cu băieţii aş fi avut voie la bere doar sâmbăta seară, de două ori pe lună. Aş fi avut job, mi-aş fi făcut credit la bancă pentru un apartament care să fie doar al nostru. Aş fi mers în vizită la soacră, i-aş fi dus un buchet frumos de flori. I-aş fi pupat mâna. I-aş fi dus crănţănele şoricarului soacrei. Aş fi fost atent să nu-l calc cu bocancul pe cap, sub masă. Aş fi ajutat-o să aducă farfuriile din bucătărie şi să pună masa pentru toată familia. Aş fi dat anunţ la ziar pentru a-i găsi şoricarului soacrei o şoricară cu care să facă şoricăruţi.
Cristina Nemerovschi (Pervertirea)
Weet je, je ogen hebben de kleur van bladeren,' zei hij zachtjes. 'En je haar heeft de kleur van dat hert. Je lijkt wel een slordige bosfee.' 'Is dat een compliment?' vroeg Audrey, met een blik op haar modderige, gescheurde kleren. 'Ja,' antwoordde Mika met een spoortje van een glimlach. 'Dus... we gaan een oorlog tegenhouden.' 'Ja,' zei ze ferm. 'Maar eerst gaan we je zus zoeken.
Emma Clayton (The Roar (The Roar, #1))
Ik heb gewoon even wat tijd nodig om... na te denken.' 'Er is weinig om over na te denken,' zei Torin. 'U hebt dit meisje gevraagd wat ze moest doen, en ze heeft een zeer beknopt antwoord gegeven. We weten allemaal dat u haar zult helpen, dus het lijkt me pure tijdverspilling om eerst nog de voor- en nadelen van die beslissing te gaan afwegen... Ik weet vrij zeker dat ik ze wel een kwartier kan ophouden.
Marissa Meyer (Winter (The Lunar Chronicles, #4))
Seventig tot negentig procent van de kippen in de winkel heeft een andere potentieel dodelijke ziektekiem onder de leden, de campylobacter. De kippen worden vaak door een chloorbad gehaald om slijk, stank en bacteriën weg te spoelen. Grote kans dat het de consument opvalt dat hun kip niet helemaal smaakt zoals het hoort - hoe lekker kan een met medicijnen volgepropte, van ziektes vergeven en met stront overdekte vogel in vredesnaam smaken? - dus wordt het vlees geïnjecteerd met kunstmatige geur- en smaakstoffen en zoutoplossingen zodat het oogt, ruikt en smaakt zoals we het intussen gewend zijn. (Uit onderzoek van consumentenorganisaties is gebleken dat kip- en kalokoenproducten, vaak zelfs met het predicaat 'natuurlijk', voor tien tot dertig procent bestaan uit toegevoegde geur- en smaakstoffen en water.
Jonathan Safran Foer (Eating Animals)
Ik weet niet wat het is met ons,' zei hij gelaten toen ik een week voor zijn dood de nacht naast hem doorbracht. 'We doen het er niet om maar op de een of andere manier vallen wij overal buiten. Heb je dat ook gemerkt? Word jij ook wel eens beslopen door het gevoel er niet bij te horen zonder dat je zou kunnen zeggen waarbij? Dat je rebels wordt genoemd alleen maar omdat je niet het riedeltje van Koekoek Eenzang zingt? Zorg daarom dat je zelf je plan trekt, ook als ik er niet meer ben, anders word je verpletterd door de horden. Het belangrijkste in het leven is zelfredzaamheid. Dan komt er een hele tijd niets, en dan komt voetje voor voetje de zachtheid aangeslopen. Zachtheid en zelfredzaamheid, daar gaat het om. Maar die zachtheid moet natuurlijk wel verdiend worden, dus daar moet men uiterst spaarzaam mee omgaan. Niet vergeten.
Charlotte Mutsaers (Harnas van Hansaplast)
dacă n-aş fi fost silit să vorbesc, n-aş fi vorbit niciodată. pînă la şase ani nu mi-au cerut-o nu i-am iertat nici pentru faptul că m-au dat la şcoală, unde a trebuit să vorbesc, iar mai tîrziu să mă străduiesc să le semăn celorlalţi, care vorbeau de zor şi dădeau din mîini şi din picioare, năucindu-mă cu viaţa lor. chiar şi astăzi vorbesc doar cu spaimă, pentru că locuiesc tot acolo, sub clopot, iar vorbirea îmi face rău. n-am nimic de spus în vorbire umană, unde totul este întîmplare şi zarvă. mă prefac însă cu o anume dibăcie că vorbesc, iar afară se aud sunete aproape omeneşti, dar în gîtlej e un muget analfabet şi inform, care n-are de a face cu vorbitul. mai rău e însă că ştiinţa tăcerii mele s-a dus, s-a dus şi îngerul care mi-a stat la căpătîi pînă la şase ani, s-a dus şi omul care putea fi alt om, tăcînd în aşa fel încît, la capătul multor ani de muţenie, să poată dezvălui ştiinţa cea mai neiertătoare a ştiinţelor, singura care ar fi putut face moartea mai suportabilă şi maşinile mai îngăduitoare. şi a fost bine, pentru că stăteam sub vorbire ca sub un clopot de fontă perfect ermetic. ascundeam acolo o ştiinţă pe care, la şase ani, m-au silit să o pierd. îl vedeam pe înger nu în somn, ci aievea, ziua-n amiaza mare, cînd realitatea e de netăgăduit.
Ioan Es. Pop
Ik vind het vervelend dat ik het je moet vertellen, maar je zult nooit gelukkig worden. Ik wil je geen pijn doen door dit te zeggen. Ik zeg het omdat ik het wel zo eerlijk vind om open kaart te spelen voor we beginnen. Ik hoop dat je dat waardeert, want vanaf nu zal niemand meer open of eerlijk tegen je zijn. Dus nogmaals, ik zeg het je vooraf maar: je zult nooit gelukkig worden. Ik heb het voor je opgeschreven. Heel graag gedaan.
Joey Goebel
Fanny zag ik niet meer. We waren overeengekomen dat ze pas bij me zou komen op de dag voor de aanslag, voor de laatste instructies, want zij moest de bommen klaarmaken en ze aan me geven. De kameraad die ik nog één keer ontmoette, gaf me het precieze tijdstip op: kwart voor twaalf 's avonds. Het was ons onmogelijk de schouwburg binnen te komen, want daar mocht je alleen in op uitnodiging; we moesten dus wachten onder de zuilengalerij.
Irène Némirovsky (The Courilof Affair)
Hoe gaat het? vroeg de jongeman, hoe is het thuis? Heel slecht, zei Frits op een opgewerkte toon, heel slecht, Viktor. Laten we de dingen bij hun naam noemen. Laat ons, als het slecht is, zeggen: slecht. Juist, zei Viktor, slecht dus. En met je ouders? Een heel schrandere vraag, antwoorde Frits, dat is zoiets als te vragen, als het onweert: hoe is het weer op het ogenblik? Ach nee, dat is weer een flauwe vergelijking. In elk geval rot.
Gerard Reve (De avonden)
Defne zou geenszins door dezelfde drek als ik gaan, dat stond ik niet toe, ik nam haar lot in eigen handen. Voor zover ik kon, want ik kon haar nu niet van haar wetenschapbestrijdende extatische basisschool en Koranschool af tiefen, ze was immers niet uit mijn kut gerold, en dus had men ooit bepaald dat ik dan geen zeggenschap had en dat de kut die baart, de kut die waakt is. En ik was de kut die mitst en maart. En voor nu was ik de kut die hierover bedaart.
Lale Gül (Ik ga leven)
Angst is een natuurlijke reactie van de mens op datgene wat hij niet begrijpt of niet kent en waarvan hij denkt dat het gevaar inhoudt. Het is gewoon een afweermechanisme, net als zweten wanneer je het warm hebt en rillen wanneer je het koud hebt. Je bent nu bang omdat je niet weet wat daar is, dus moet je gaan kijken om erachter te komen. Is er niets, geweldig, vals alarm. Is er wel iets of iemand, dan kun je dat alleen overwinnen door uit te vinden wat het is en het dan het hoofd te bieden.
Elia Barceló (Cordeluna)
De kunstenaar kan dus iets overbrengen wat de filosofen niet kunnen uitdrukken?' 'Dat was de opvatting van de romantici. Volgens Kant kan de kunstenaar ongehinderd met zijn vermogens tot inzicht spelen. De Duitse dichter Schiller werkte de gedachten van Kant verder uit. Hij schrijft dat het werk van de kunstenaar een soort spel is, en alleen wanneer mensen spelen, zijn ze vrij, omdat ze dan hun eigen wetten maken. De romantici vonden dat alleen de kunst ons bij het "onuitsprekelijke" kon brengen. Sommigen gingen nog verder en vergeleken de kunstenaar met God.
Jostein Gaarder
Nee, ik geloof niet dat geluk mogelijk is, maar wel rust. Daarom onttrek ik me aan wat me ergert. Ik ben ongezellig. Dus mijd ik gezelschap en ik vaar er wel bij. Een reisje naar Parijs is een zware onderneming voor me geworden. Zodra ik de kruik schud, stijgt de droesem omhoog en vertroebelt alles. De geringste dialoog met wie dan ook brengt me buiten mezelf, omdat ik iedereen stompzinnig vind. Mijn rechtsgevoel komt voortdurend in opstand. Er wordt uitsluitend over politiek gepraat en op wat voor manier! Waar is de schaduw van een idee te vinden? Waar moet je je aan vastklampen? Op welke zaak kan je je nog met hartstocht werpen?
Gustave Flaubert
Toen gebeurde het dat zijn grootmoeder voortijdig overleed; gebeurtenissen zijn immers niets anders dan onmogelijkse tijden en onmogelijke plaatsen, je wordt op een verkeerde plaats neergelegd of vergeten en je bent zo machteloos als een ding dat door wordt opgeraapt. Ook wat veel later gebeurde, gebeurt duizenden keren op de wereld, en het was alleen niet te begrijpen dat het Tonka overkwam. De dokter verscheen dus, de lijkbezorgeres kwamen, de overlijdensakte werd ingevuld en grootmama begraven - het een volgde heel gladjes op het andere zoals dat nou eenmaal hoort in een nette familie. De erfenis werd geregeld; je mocht blij zijn dat je daaraan niet mee hoefde te doen; slechts een enkel punt in de nalatenschap vereiste de aandacht: de verzorging van juffrouw Tonka met de prachtige achternaam, die een van die Tsjechische familienamen was die 'hij zong' of 'hij kwam over de weide' betekenen. Er was een arbeisovereenkomst. Het meisje zou behalve haar loon, dat laag was, voor elk voltooid dienstjaar met een bepaald bedrag in de erfenis bedacht worden, en omdat men met een vrij lang ziekbed van grootmama rekening had gehouden en, overeenkomstig de te verwachten steeds moeilijker wordende verpleging een langzaam oplopend bedrag had vastgesteld, leidde dat ertoe dat het geringe bedrag op een jong iemand een stuitende indruk moest maken, als hij de opgeofferde maanden van Tonka's jeugd in minuten zou omrekenen.
Robert Musil
En jij,' zei Winter, 'bent mijn verloren gewaande nichtje en mijn dierbare vriendin. Ik kon het tot op dit moment niet geloven, maar het is dus echt waar.' Winter pakte Cinders handen vast. 'Kun je je mij nog herinneren?' Langzaam schudde Cinder haar hoofd. 'Dat geeft niet,' zei Winter, en haar gezicht zei dat het echt in orde was. 'Mijn herinneringen zijn ook vaag, en ik ben een jaar ouder dan jij. Maar toch hoop ik dat we weer goede vriendinnen kunnen worden... Vergeef me. Je bent niet langer alleen maar mijn vriendin en nichtje, en dit is niet de juiste manier om je te begroeten.' Ze maakte een buiging als een ballerina en drukte een kus op Cinders metalen knokkel. 'Mijn Koningin, het is me een eer om u te dienen.
Marissa Meyer (Winter (The Lunar Chronicles, #4))
Zomaar een mijmering, een pasgeboren stuiverfilosofietje: Dat de tranen die vloeien als de pupillen elkaar aanraken, zoals ik vroeger droomde, misschien heel anders zijn dan de tranen die de gangbare traangebruiker kent. Ik bedoel - misschien zijn het honingzoete tranen die komen uit een verborgen reservetraankliertje dat we niet eens kennen. Het enige orgaan dat geschapen is in de wetenschap dat het nooit gebruikt zou worden. Een droevige privé-grap van God, die van tevoren wist met wie hij te maken had, want de aantrekkingskracht kan kennelijk wel overwonnen worden, maar niet de afkeer en afweer van een ziel die ineens een andere ziel voor zich ziet, dichtbij en gapend, waarna dus meteen de knippering komt, die de grenswacht is.
David Grossman (Be My Knife)
Een beetje medelijden en een beetje ruimhartigheid, zei ik, ik zei geen liefde: in universele liefde geloof ik niet zo. Liefde van iedereen voor iedereen, dat kunnen we misschien beter overlaten aan Jezus. Liefde is immers iets heel anders. Het lijkt helemaal niet op ruimhartigheid en evenmin op mededogen. Integendeel. Liefde is een eigenaardig mengsel van twee tegengestelde dingen, een mengsel van het ergste egoïsme en de meest volmaakte toewijding. Een paradox! Bovendien, liefde, de hele wereld praat voortdurend maar over liefde, liefde, maar liefde kies je niet, je raakt ermee besmet, als een ziekte. Liefde overvalt je, als een ramp. Dus wat kies je dan wel? Waartussen moet een mens bijna elk moment kiezen? Óf ruimhartigheid, óf kwaadaardigheid.
Amos Oz (A Tale of Love and Darkness)
Het centrale proustiaanse besef bestond eruit dat niets in de psychologie van de mens eenvoudig is en dat er geen misleidender gedrag bestaan dan dat wat voor de hand liggend lijkt. Niet alleen draagt iedereen een masker, maar mensen hebben ook verschillende maskers, een hele garderobe vol, voor verschillende gelegenheden. Het leven is een gemaskerd bal waar alle deelnemers met een grote koffer vol maskers naartoe komen voor elke ontmoeting een ander exemplaar opzetten. Mensen begrijpen wordt nog verder bemoeilijkt door het feit dat alle kennis over anderen relatief is en volledig afhangt van de waarnemer (wat dat betreft zat Proust op één lijn met de moderne fysica). Er kan geen onbevooroordeeld, goddelijk begrip zijn, want de waarnemer oefent altijd invloed uit op de geobserveerde. Een ander probleem is dat de geobserveerde een bewegend doelwit is: mensen veranderen voortdurend, maar op subtiele manieren die moeilijk waarneembaar en nog moeilijker te beschrijven zijn. Een van de lastigste opgaven voor een romanschrijver is om het karakter weer te geven als een proces, als een voortdurend op onvoorspelbare manieren veranderende entiteit die tegelijk, paradoxaal genoeg, in essentie hetzelfde blijft. [...] Het sociale leven is dus een ingewikkeld rollenspel tussen wat mensen eigenlijk zijn, wat ze zelf denken te zijn, hoe graag door anderen gezien willen worden en wat anderen feitelijk zien. Het komt maar zelden voor dat deze percepties met elkaar overeenkomen. Mensen veranderen ook voortdurend, maar zijn zich daar overwegend niet van bewust omdat ze zodanig door het rollenspel in beslag worden genomen dat ze geen ruimte hebben om nog iets anders dan hun eigen optreden te zien - en dus zijn de mogelijkheden voor misverstanden en conflicten schier eindeloos.
Michael Foley (Lang leve het gewone. De lessen van het alledaagse leven.)
Hij aarzelde even en vervolgde toen: 'Maar belangrijker is dit. U moet de invloed die het verleden op het heden en op de toekomst heeft niet onderschatten. Wij bewandelen vanaf onze geboorte geen rechte weg, maar trekken, hoe ouder we worden, steeds meer cirkelvormige paden. Elke stap voorwaarts wordt als het ware gevolgd door twee stappen opzij en drie stappen terug. De ziel kent een ander tijdmechanisme dan de klok op de schouw. Hoe meer zij aan jaren wint, hoe sneller zij achteruit begint te lopen. Met de jaren verwerven we daarmee de mogelijkheid om dichter naar onze oorsprong terug te keren. Dat kan soms een kalme berusting schenken, maar het kan ook oude wonden openrijten. Meestal komen deze herinneringen aan pijnlijke gebeurtenissen tijdens periodes van emotionele verwarring naar boven. Om die een plaats te geven, moeten we het verleden als bron serieus nemen. Ouder worden betekent feitelijk niets anders dan vrede sluiten met de jeugd.
Joke J. Hermsen (De liefde dus)
Het is niet verrassend dat de inheemse bevolking van Hawaii en de Maori's niet staan de juichen als paleontologen hun vertellen dat hun voorouders de helft van all e vogelsoorten die op Hawaii en Nieuw-Zeeland waren geëvolueerd hebben uitgeroeid, en evenmin vinden de Indianen het leuk als archeologen hun vertellen dat de Anasazi delen van de zuidwestelijke Verenigde Staten hebben ontbost. De veronderstelde ontdekkingen van paleontologen en archeologen klinken voor sommige toehoorders als het zoveelste racistische voorwendsel dat blanken naar voor brengen om inheemse volkeren van hun grond te verjagen. Het lijkt alsof wetenschappers zeggen:'Jullie voorouders waren slechte rentmeesters van hun land, dus ze verdienden het om te worden verdreven.' Sommige blanke Amerikanen en Australiërs die verontwaardigd zijn over de betalingen door de overheid en het teruggeven van land an de Indianen en aboriginals, grijpen inderdaad naar zulke ontdekkingen om dat argument naar voor te brengen.
Jared Diamond
Er zijn eenvoudige, korte oefeningen die het lichaam in kort bestek afmatten en dus tijd besparen, en vooral dat laatste moeten we goed bijhouden. Ga bijvoorbeeld hardlopen, of oefenen met gewichten, of springen. Je kunt hoog- of verspringen, of laat ik zeggen 'ritueel dansen' of, om het banaler te zeggen, stampen als de wasman in zijn tobbe. Kies maar, het is allemaal simpel en gemakkelijk om te doen.Maar wat je ook doet, keer snel weer terug van het lichaam naar de ziel! Want die moet je dag en nacht trainen, die wordt door matige inspanning gevoed. En dat soort training wordt niet belet door kou of hitte, nee, niet eens door ouderdom. Richt je op iets goeds dat op den duur alleen maar beter wordt. En ik zeg niet dat je altijd boven je boeken of schrijftafeltjes moet zitten. Laat je geest ook eens wat anders doen, maar dan zo dat het ontspannend werkt en niet ontkrachtend. Een tochtje in de wagen schudt de ledematen los, zonder de studie te beletten: je kunt iets lezen of dicteren, je kunt praten of luisteren, allemaal dingen die ook tijdens een wandeling mogelijk zijn.
Seneca
Net zoals Hitler de Brand van de Reichstag in de schoenen schoof van Marinus Vander Lubbe en zo een grote schoonmaak begon te houden in Duitsland, schuift Erdogan de coup geheel gratuit in de schoenen van Gülen om voortdurend mensen (het zijn er al meer dan 9.000!) te laten oppakken. Zijn zuiveringsactie, waadrbij de scheiding der machten niet langer wordt gerespecteerd, loopt geheel parallel met die van Hitler. Maar omdat Turkije lid is van de Navo kan Erdogan straks een spil slaan tussen Rusland en Amerika, genoeg voor een derde wereldoorlog. Natuurlijk wordt het prutsleger van Erdogan dan onder de zoden gelopen door het Russische leger, maar dan zal hij de hulp inroepen van zijn Navo-bondgenoot Amerika. Erdogan is met zijn dubbele agenda zowat de grootste bedreiging voor de wereldvrede en de Belgische Turken die nu achter hem staan kunnen straks gevaarlijke collaborateurs worden. Dus heren politici als het waar is dat 'gouverner c'est prévoir', begin dan maar nu met het terugsturen van al die domme Turkse oproepkraaiers in ons land naar het land van hun aanbeden Erdogan.
Jean Pierre Van Rossem
Het mag eigenaardig heten, dat, volgens de overleveringen der oudste kolonies, dit stuk grond vroeger er bijna precies zo uitzag als het stadspark thans. Veertig of vijftig of misschien wel vijfenzeventig jaar geleden was die plek namelijk een open bosterrein met een werkelijk natuurmeer in het midden. Later werd het meer drooggelegd omdat men er koren wilde gaan verbouwen en de vissen, die er leefde - voornamelijk edele soorten als baarzen en snoekbaarzen - stierven in de door de zon verkorste modder. De plaats waar het meer geweest was bleef evenwel drassig en er vormde zich eigener beweging een poel, die met de jaren groter werd en dus eigenlijk niets anders was dan een poging van het meer om zich staande te houden. En het is dus wel nogal zonderling, dat er gebouwen gesloopt zijn moeten worden en er veel geld is moeten worden besteed alleen om het kleine bosterrein met het meer tot zijn vroegere bekoorlijkheid te reconstrueren. Zodat men geneigd zou zijn zich verwonderd af te vragen waarom men van het begin af aan de dingen maar liever niet gelaten heeft zoals ze nu eenmaal waren.
Edison Marshall
Toen onze genen niet meer alle informatie konden opslaan die nodig was om te overleven, vonden we langzamerhand de hersenen uit. Maar toen kwam de tijd, misschien 10.000 jaar geleden, dat we meer moesten weten dan de hersenen gevoeglijk konden bevatten. Dus leerden we enorme hoeveelheden informatie buiten ons lichaam op te slaan. Wij zijn voor zover we weten de enige soort op onze planeet die een gemeenschappelijk geheugen heeft uitgevonden dat noch in onze genen noch in onze hersenen zetelt. De opslagplaats van dat geheugen wordt bibliotheek genoemd. Een boek wordt gemaakt van een boom. Het is een verzameling vlakke, buigzame delen (nog steeds 'bladen' genoemd), bedrukt met donker gekleurde kriebels. Eén oogopslag en je hoort de stem van iemand anders - misschien een persoon die al duizenden jaren dood is. Millennia na dato spreekt de schrijver, duidelijk en zwijgend, binnen in ons hoofd. De schrijfkunst is misschien wel de grootste van alle menselijke vindingen; ze bindt mensen te zamen, bewoners van ver verwijderde tijdperken die elkaar nooit hebben gekend. Boeken verbreken de kluisters van de tijd, een bewijs dat de mens een tovenaar kan zijn.
Carl Sagan (Cosmos)
Het was eruit voor hij het wist: 'Hoe komt dat toch dat negers zo'n lange hebben?' De neger, die trouwens So heette, want ze hebben ook een moeder die hen af en toe aan tafel moet roepen, leek niet te zijn geschrokken van deze impulsieve reactie en kwansuis bijna liet hij het zich ontvallen dat ook blanke mannen over een lange penis kunnen beschikken. Een blanke man een grote jan? Hoe dan? De neger, So dus, legde het recept voor een halve meter mannelijkheid uit en die avond nog bond Lode een baksteen aan zijn fluit. Zeker een kilogram zwaar was dat ding, maar het scheen de wetten van de fysica inderdaad logisch toe dat ieder lichaamsdeel, voortdurend onderhevig aan de trekkracht van een dom gewicht, langer kon worden. Er was trouwens sprake van kinderen met één te lange arm, namelijk die arm aan de hand waarmee ze altijd al hun boekentas hadden gedragen. De baksteen hing daar als een dobber aan een vislijntje, Lode ging ermee werken, baden en slapen tot de steen het gewenste resultaat had opgeleverd. Toen So één week later naar de vorderingen in Lodes onderbroek informeerde was het een glimlach waaruit zijn woorden kwamen: 'Hij is nog geen centimeter gegroeid, maar hij ziet wel al zwart.
Dimitri Verhulst (Problemski Hotel)
We hebben een ongelooflijke kracht waarmee we betekenis toekennen aan de dingen, aan plekken, aan alles: maar we kunnen het gewoon niet vastleggen, alles wordt meteen weer neutraal, geleende voorwerpen, vluchtige ideeën, gevoelens zo breekbaar als kristal. Zelfs lichamen, de begeerte van lichamen: onvoorspelbaar. We kunnen met alle intensiteit die we in ons hebben op een bepaald stukje wereld mikken, maar een uur later is dat weer als pasgeboren. Je kunt iets begrijpen, het tot in detail kennen, maar zelf heeft het zich alweer omgedraaid, het weet niets van jou af, het heeft een eigen raadselachtig leven dat geen rekening houdt met hoe jij haar ziet. Degenen die van ons houden verraden ons, en wij verraden degenen van wie we houden. We kunnen niets vastleggen, geloof me. Toen ik jong was, en probeerde te verklaren waar die doffe pijn die aan me kleefde vandaan kwam, was ik ervan overtuigd geraakt dat het probleem lag in het feit dat ik niet in staat was mijn eigen weg te vinden; maar ziet u, in werkelijkheid legt men een lange weg af, en ook vol moed, inzicht, hartstocht, en eenieder over zijn eigen, juiste weg, zonder fouten. Maar we laten geen sporen na. Ik weet niet waarom. Onze voetstappen laten geen sporen na. We zijn misschien wel sluwe, snelle, wrede dieren, maar we zijn niet in staat om de grond te markeren. Ik weet niet. Maar, gelooft u me, we laten niet eens sporen na in onszelf. Er is dus niets dat onze intentie overleeft, en wat we bouwen is nooit gebouwd.
Alessandro Baricco (La Sposa giovane)
Het is zonneklaar dat er met BDW en zijn N-VA doodgewoon niet te regeren valt. Eerst liet hij ons 541 dagen verliezen rond Brussel-Halle-Vilvoorde, nudeinst hij er niet voor terug de Vlaamse Raad één jaar lang lam te leggen door Kris Peeters op te zadelen met allicht één jaar lopende zaken, stilletjes hopend vervroegde verkiezingen uit te lokken. Nu laat hij weer zijn visceraal conservatisme blijken: ASO is altijd goed geweest, dus waarom het afschaffen? Altijd teruggrijpen naar het verleden en steeds weer negeren dat we in de postmoderniteit leven waar het huwelijk al lang niet meer de hoeksteen van de gezonde maatschappij is. Wat was er dan zo goed aan dat fameuze ASO? Mijn kinderen weten niet eens welke de literaire codes zijn van Classicisme over Sturm und Drang, Vroegromantiek, Romantiek, Naturalisme, Realisme, Symbolisme, Modernisme, Postmodernisme; hebben nooit geleerd wat de dominerende stromingen in de filosofie zijn, hebben nooit geleerd hoe je een kram in de muur moet kloppen, hoe je een luchter ophangt, hebben wel tot 7 uur per week volkomen nutteloos Latijn gestudeerd, ikzelf 8 uur per week godsdienstlessen gevolgd. Maar uitleggen hoe de sociale dynamica werkt, hoe formele sociale controle de steeds verder achteruitboerende informele controle kan rechttrekken (onmogelijk!), oh neen! Het niveau van ons fameuze ASO is bedroevend laag. Onderwijs is een verlengstuk van de noden van het bedrijfsleven geworden. Geschiedenis? Daar weten mijn kinderen niets van tenzij dat in 1302 een stel Vlaamsche boeren de Franse adel in het zand lieten bijten. Maar dat de Galopin doctrine de Société Générale er niet van weerhield uranium te leveren aan de Nazi's: niets van geleerd. Wij kweken op scholen onderdanige nuttige idioten. En dat wil BDW verderzetten, want je moet al goed idioot zijn om op zulk'n oerconservatieve kwal te stemmen.
Jean Pierre Van Rossem
Als Berthe vraagt of ze ergens trots op is aarzelt ze even en zegt dan dat ze jaren geleden, in dat strafkamertje, waar ze dus inderdaad vaak zat, wat ze eigenlijk prettig vond omdat dan niemand zich met haar bemoeide, dat ze, toen ze nog echt een kind was, probeerde op haar handen te staan met haar voeten tegen de muur, bijna zo lang als het Misearatur duurde en dat dat lukte en dat het haar voor het eerst een ongekend gevoel van vrijheid gaf en dat ze toen, dat ze zich toen afvroeg wat er nog meer kon zijn dat haar vrijheid gaf, maar dat ze dit aan niemand heeft verteld omdat op je handen staan toch niet echt nodig wordt gevonden en ook niet gepast, dus het is iets wat niemand weet. Een wolk haalt het groene veldje licht en de rode toef op het bureau weg. Berthe vraagt of ze het nog steeds kan, op haar handen staan, en ze zegt dat ze het al wel drie jaar niet meer heeft gedaan en dat ze nu ook een stuk langer is geworden en Berthe vraagt of ze het voor haar alleen toch nog een keer wil doen, en hoewel het zo lang geleden is en nog nooit iemand heeft gekeken en het vast niet meer goed gaat als iemand naar haar kijkt terwijl ze het doet, omdat alles altijd het beste gaat als niemand kijkt, zegt ze toe, omdat het voor Berthe is en voor niemand anders, ze wil graag iets doen voor Berthe alleen, iets waar Berthe haar om vraagt, daarom probeet ze het, met haar lijf dat zoveel langer is geworden en haar borsten die last hebben van de zwaartekracht, het gaat vijf keer mis en vijf keer zegt ze: Ziet-u-wel-ik-kan-het-niet-meer-en-vroeger-kon-ik-het en de zesde keer staat ze daar op haar handen met haar voeten tegen een blinde wand aan en zegt ze in één teug: Misereatur-mei-omnipotens-Deus-et-dimittat-mihi-omnia-peccata-mea-liberet-me-ab-omni-malo-salvet-et-confirmet-in-omni-opere-bono-et-perducat-me-ad-vitam-aeternam-amen, waarna ze haar voeten weer naar de vloer laat vallen.
Joke van Leeuwen (Feest van het begin)
Vedem pe marii poeti ai antichitatii - intre ei Homer, cu spada in mana - poeti cu care Dante schimba cuvinte ce nu pot fi reproduse. Insa aici troneaza tacerea, pentru ca totul este dominat de teribila pudoare a celor care nu vor vedea niciodata chipul Domnului. Dar, indata ce ajungem la cantul al cincilea, vedem ca Dante facuse deja marea sa descoperire: posibilitatea unui dialog cu sufletele mortilor, pe care apoi ii va judeca in felul sau. Nu, nu-i va judeca; el stie ca nu este judecator; judecator este altcineva; este cel de-al treilea interlocutor, este divinitatea. Ei bine, aici se afla Homer, aici se afla Platon si alti barbati ilustri. Dante vede insa doi oameni pe care ii cunoaste si care apartin lumii contemporane lui: Paolo si Francesca. El stie cum au murit cei doi adulteri. Ii cheama si ei vin indata. Dante spune: 'Quali colombe dal disio chiamate'. Suntem in fata a doi pacatosi, iar Dante ii compara cu 'doi porumbei chemati de dorinta'. Si asta pentru ca senzualitatea trebuie sa fie, de asemenea, in centrul scenei. Atunci se apropie de el Francesca, singura care vorbeste (Paolo nu poate vorbi), multumindu-i pentru ca i-a chemat, si ii spune aceste cuvinte patetice: 'Se fosse amico il re de l'universo noi preghiremmo lui de la tua pace', 'Daca Regele Universului ne-ar fi prieten l-am ruga pentru pacea ta', adaugand: 'din moment ce pacatele noastre nu-ti inspira mila'. Apoi, ea isi povesteste istoria si o spune de doua ori. Prima data o povesteste intr-o maniera rezervata, dar insista asupra faptului ca ea continua sa fie indragostita de Paolo. Continua sa fie indragostita de Paolo, deoarece sentimentul caintei este imposibil in Infern. Cainta este oprita in Infern, astfel incat, stiind ca a pacatuit, ea continua sa fie credincioasa pacatului sau, iar aceasta ii da o grandoare eroica. Ar fi fost oribil, de pilda, daca s-ar fi lamentat, daca s-ar fi cait, daca s-ar fi plans de cele intamplate. Dar ea accepta aceasta pedeapsa, stie ca pedeapsa a fost dreapta si continua sa-l iubeasca pe Paolo. Vorbind despre dragostea lor, Dante aminteste ca 'Amor condusse noi ad una morte', si, intr-adevar, dragostea i-a dus pe amandoi la moarte; amandoi au fost executati impreuna. Apoi, Dante este curios sa mai afle ceva. Dar pe el nu-l intereseaza adulterul, nu-l intereseaza in ce mod au fost descoperiti si apoi ucisi. Pe el il intereseaza ceva mult mai intim. El ar vrea sa stie cum si-au dat seama ei ca erau indragostiti, cum s-au indragostit si cum a venit timpul dulcelor suspine. [...] Aici este ceva ce nu spune Dante, ceva care se simte de-a lungul acestui intreg episod si care-i subliniaza virtutea. Iata: Dante, cu infinita compatimire, ne infatiseaza destinul celor doi amanti, dar, totodata, se simte ca el invidiaza acest destin. Ei raman in Infern, iar el se va salva. Ei insa s-au iubit, in timp ce el nu a reusit sa fie iubit de femeia pe care el o adora, Beatrice. In schimb, acesti doi infami sunt impreuna, desi nu-si pot vorbi si se rotesc in acea neagra involburare, fara nici o speranta, fara a spera macar, ne spune Dante, ca suferintele lor vor inceta vreodata, dar ei sunt impreuna, si cand ea vorbeste, spune 'noi'. Cu alte cuvinte, ea vorbeste pentru amandoi, ceea ce inseamna ca, intr-un fel, ei sunt impreuna. Sunt impreuna pentru eternitate, impartasesc amandoi Infernul, iar acest lucru ii pare lui Dante un fel de Paradis...
Jorge Luis Borges
Eram într-o frizerie. Tin minte fiecare amanunt...[..] În timp ce frizerul ma tundea, vedeam în oglinda, la garderoba, o femeie cam de patruzeci de ani, cu un aer simplu, modest îmbracata si cu ceva blînd si casnic în atitudini. Una din acele femei care nu trebuie sa fie nici frumoase, nici bine îmbracate, care au un fel de maternitate elementara si o blîndete resemnata si tacuta, traind între gesturi mici. Statea la garderoba, în aceeasi pozitie, fara nici o miscare, fara nici o vorba, privind în gol. De fapt, aveam impresia ca nici macar nu se gîndea.[..] La un moment dat am vazut-o cum se îmbraca, si-a luat o punga de plastic si era gata sa se îndrepte spre usa cînd s-a întîmplat ceva. Probabil, unul dintre frizerii care lucrau de partea cealalta, si mai spre fund, i-a zis ceva ce nu auzisem. Eu o vedeam numai pe ea. A stat cîteva clipe fara sa spuna nimic, privind fix spre partea din fund a frizeriei. Apoi deodata s-a congestionat si a început sa strige. Si pe masura ce striga, vocea ei se subtia, devenea tipat, pîna cînd tipatul s-a sfarîmat. Ea îsi dadea seama ca vocea n-o mai ajuta si tipa atunci si mai tare. Nu întelegeam nimic din ce spunea, dar tipatul acela nesigur, ca o lama de cutit care se frînge, suna atît de strident încît era înfricosator. Nu mai era un tipat omenesc. Era un tipat animalic plin de disperare si de neputinta. Nu stiu cît a durat astfel, dar parca nu se mai termina si simteam ca nu mai puteam sa suport. Si poate si mai mult m-a înfricosat faptul ca în acest timp nimeni din frizerie n-a întors privirea spre locul acela. Ca si cum tot ce vedeam si auzeam erau nascociri ale imaginatiei mele. Pentru ceilalti, femeia aceea tacea în continuare la garderoba ei sau plecase. Întelegeti? Tipatul ei nu exista. În zadar tipa, nimeni nu vroia s-o auda. Inclusiv eu, de fapt. Caci în tot acest timp nu m-am sculat de pe scaun sa ma întorc. L-am lasat pe frizer sa ma tunda mai departe. Si numai dupa ce femeia s-a dus undeva în spatele frizeriei, unde îsi lasau frizerii halatele, caci i se facuse rau, l-am întrebat pe cel care ma tundea: "Ce s-a întîmplat?" Ca si cum eu nu fusesem de fata sau ma gîndisem la altceva, nu fusesem atent. Frizerul mi-a explicat atunci ca femeia lucra acolo de mai multa vreme si fusese concediata, iar ea, neavînd din ce trai, venea totusi si-si facea treaba mai departe fara nici un salariu, multumindu-se cu ceea ce primea bacsis. Unul dintre frizeri îi aruncase o vorba grosolana, adaugînd ca nu era nevoie de ea acolo, de ce venea...Îi auzeam înca gemetele cînd am platit si am plecat cît am putut mai repede. Simteam ca trebuia sa ajung afara. Sa n-o mai aud pe femeia aceea gemînd. Si parca tipatul ei plutea în continuare ca un tais de pumnal în aerul frizeriei, desi ceea ce se petrecuse nu zdruncinase nici un detaliu. Rumoarea era aceeasi ca deobicei. "Criza de isterie, a zis unul. Am mai vazut noi de-astea."Atît. Întelegeti? Acesta a fost singurul comentariu pe care l-am auzit... [..]Tipatul dizgratios si disperat, aproape animalic, al acelei femei sfîsiase brutal tot ce tesusem eu cu grija ani de zile. Fericire? Lumina? Frumusete? Gogosi! Cacialma, domnilor. Nu exista decît tipatul si tacerea. Gemetele de animal înjunghiat si exclamatia: "Am mai vazut noi de-astea". Atunci am priceput prima oara ca traisem într-o minciuna aurita. [..] Mi-am dat seama ca tipetele exista, însa nu le auzim.Nu vrem sa le auzim. Sîntem surzi, iar cei care tipa se chinuiesc sa tipe si mai tare vazînd ca nimeni nu-i aude. Toti îsi vad de treburile lor mai departe, ca si cînd nimic nu s-ar fi întîmplat, iar tu te simti atunci ca o papusa dezarticulata.
Octavian Paler (Viața pe un peron)
Er zijn een paar veel belangrijkere dingetjes die je niet weet en het eerste is dat je nooit wordt wat je wil worden, onthou dat goed - het is vervelend om 't te beseffen, maar vroeg of laat moet je ermee leren leven, dus je kan 't maar beter meteen weten.
Paolo Giordano
Ik wil jullie graag voorstellen aan Scathach. Ze zal jullie waarschijnlijk niet veel over zichzelf vertellen, dus vertel ik jullie maar dat ze van het Aloude Ras is en dat ze de afgelopen tweeduizend jaar elke krijger en held uit de legenden heeft opgeleid. In de mythologie is ze bekend als de Krijgshaftige Maagd, de Schaduw, de Demonendoder, de Koningmaker, de...' 'O, zeg maar gewoon Scatty, hoor,' zei de jonge vrouw, en haar wangen kregen dezelfde kleur als haar haar.
Michael Scott (The Alchemyst (The Secrets of the Immortal Nicholas Flamel, #1))
Marineregels, Butler. Je bent op mijn boot, dus ik geef hier de bevelen.' 'Voor zover ik me kan herinneren heb ik die boot hiernaartoe gebracht.' 'Ja, bedankt dat je mijn boot hebt gebracht.
Eoin Colfer (The Atlantis Complex (Artemis Fowl, #7))
Een persoon kan ongeveer 3000 boeken lezen in zijn leven. Geef jij iets vijf sterren, dan zeg je eigenlijk: dat moet een van die 3000 boeken zijn. Een liefhebber zou het liefst 3000 meesterwerken lezen. Dus al die drie en vier sterrenboeken: ik lees ze niet, en als het vijf sterren heeft zonder dat het in de 3000 thuishoort dan zijn we getuige van een literaire misdaad.
Martijn Benders
Als we hebben ingezien dat het ondanks alle inspanning toch een kwestie van puur geluk is of iets lukt of niet, als we dus hebben ingezien dat we met alles wat we doen en beleven, drijfzand zijn voor onszelf: wat gebeurt er dan met al die vertrouwde en veelgeprezen gevoelens als trots, wroeging en schaamte?
Pascal Mercier (Night Train to Lisbon)
De executie ontaardde in een zeer rommelige aangelegenheid. Het meisje werd door de knechten haastig de betimmering opgetrokken en met haar rug tegen de paal op de stoel geduwd en vastgebonden. Het ging allemaal zo ongeordend dat bijna niemand had opgemerkt hoe de beul zijn plaats al had ingenomen. Ineens was hij waar hij wezen moest, Chris Jansz, achter de rug van zijn patiente met het touw als een vingervlugge goochelaar klaar voor gebruik in zijn handen. Hoewel niemand uit het publiek er eenentwintig jaar geleden bij was geweest, wist iedereen hoe sereen, ja heilig Elsjes voorganger zich aan het doodmaken had onderworpen. Volkomen in de war gebracht door de opeenhoping van enorme gebeurtenissen in haar leven met daaropvolgend de cel en de zachte stem van de dominee, was de minderjarige moeder van de verdronken zuigeling voor haar rechters op de knieen gevallen. Niet om te smeken, maar om te bedanken voor de straf die ze haar oplegden. Op Justitiedag had ze uit zichzelf de verhoging beklommen en was met wijdopen ogen gaan zitten, glimlachend, zonder verwachting dus ook zonder angst, als iemand die thuisgekomen is. Uitstekend zichtbaar voor het ontroerde publiek had de beul het touw om de hals kunnen leggen, bedaard, vakkundig, en dan plotseling aantrekken met een typisch korte beweging die niets van zijn vervaarlijke kracht naar buiten bracht, wat de suggestie gaf dat dit wurgen niet noemenswaardig verschilde van de manier waarop veel huisvrouwen, gesteld op hun schone tegelvloer, bij voorkeur hun kippen en parelhoenderen doden. Nu ging het wel even anders. Omdat het meisje maar bleef tegenstribbelen stond vooral de logge knecht aan de Dampleinzijde maaiend met zijn armen in het zicht. Wat een geworstel om Elsje op de stoel met het lage rugleuninkje te krijgen.
Margriet de Moor (De schilder en het meisje)
Het slapengaan werd uitgesteld. Aanleiding daartoe waren: de Muggen. De horren konden de beestjes niet tegenhouden. Er zaten overal gaatjes in. Dus werd gebruik gemaakt van een wondermiddel, 'citronelle' genoemd. Het werd royaal over de kussens gesprenkeld en, zo beweerden de volwassenen, de muggen zouden hen nooit meer bijten. Doch de muggen bleven de kinders steken. En elke ochtend opnieuw zaten ze vol met jeukende gezwellen. De citronelle had na een paar dagen haar magische werking verloren. Het kinderbloed was zoet en in overvloed aanwezig. Men ging dan over op azijn. Het gebeurde weleens dat een van de kinders in opstand kwam en verklaarde niet te zullen gaan slapen alvorens de laatste mug gedood was. Er begon dan een systematische verdelgingingsjacht. De muggen werden tegen het behang geplet, dan viel op hoeveel in vroeger jaren gedode beestjes hun sporen daarop al hadden achtergelaten. Alleen was het spatje bloed niet zo rood meer als van de vers-gedode beestjes. Het zag nu zwart-bruin. De muggenjacht was steeds een jolige aangelegenheid die de kinders nogal opwond en er werd door zijn moeder dan ook radicaal een eind aan gemaakt. Ze zouden nu vast en zeker allemaal dood zijn. Ze hadden er op z'n minst wel twaalf gevangen. Doch het mocht niet baten. 's Anderendaags had hij een gezwollen lip, zagen de benen van Nicole eruit als de Alpen en zat ook zijn moeder weer vol. Ze had een te kinderlijk bloed bewaard. Jeannot had medelijden met haar en met hen. Maar muggen maakten deel uit van de vakantie, daar was nu eenmaal niet aan te ontsnappen.
Eric de Kuyper (Aan zee: Taferelen uit de kinderjaren)
Voorzover ik me herinner duurde het geruime tijd voordat ik van mijn verbazing over de onverhoopte terugkeer van Austerlitz was bekomen; in elk geval staat me nog bij dat ik, voordat ik naar hem toe ging, een tijdlang nadacht over zijn gelijkenis met Ludwig Wittgenstein die mij nu voor het eerst opviel, over de verbijsterde uitdrukking die ze beiden op hun gezicht droegen. Ik geloof dat het vooral de rugzak was, waarvan Austerlitz mij later vertelde dat hij hem vlak voordat hij was gaan studeren voor tien shilling had gekocht uit voormalige Zweedse legervoorraden in een surplus-store aan Charing Cross Road, en dat het het enige waarachtig betrouwbare in zijn leven was geweest, het was geloof ik deze rugzak die mij op het eigenlijk nogal bizarre idee bracht van een zekere lichamelijke verwantschap tussen hem, Austerlitz, en de in 1951 in Cambridge aan kanker gestorven filosoof. Ook Wittgenstein had voortdurend zijn rugzak bij zich gehad, in Puchberg en Otterthal evenzeer als wanneer hij naar Noorwegen ging of naar Kazachstan of naar zijn zusters thuis om het kerstfeest te vieren in de Alleegasse. Die rugzak, waarvan Margarete haar broer op een keer schrijft dat hij haar bijna net zo lief is als hijzelf, reisde altijd en overal met hem mee, ik geloof zelfs over de Atlantische Oceaan, op de lijnboot Queen Mary, en vervolgens van New York tot Ithaka. Als ik nu dus ergens op een foto van Wittgenstein stuit, heb ik steeds meer het gvoel dat Austerlitz mij daarop aanstaart, en als ik naar Austerlitz kijk is het alsof ik in hem de ongelukkige denker zie, die zowel in de helderheid van zijn logische gedachtengangen als in de verwarring van zijn gevoelens zat opgesloten, zo opvallend is de gelijkenis tussen die twee, in hun gestalte, in de manier waarop ze je als van achter een onzichtbare grens bestuderen, in hun slechts provisorisch ingerichte leven, in het verlangen met zo weinig mogelijk toe te kunnen, en in het onvermogen zich bezig te houden met preliminairen, dat karakteristiek was zowel voor Austerlitz als voor Wittgenstein.
W.G. Sebald (Austerlitz)
Mensenkennis is niet mijn sterkste kant, maar dromen kan ik als de beste. Ik heb vaste dromen. Een gaat over mijn ouderdom, en het eind daarvan: mijn dood. Ik ben een zonderling geworden maar mijn geest is helder. Het huis is vervallen, ik kan niet alles meer bijhouden. Mensen bezoeken mij zelden, de televisie is gelukkig kapot en het abonnement van de krant is zo lang niet betaald dat de bezorging is gestaakt. Dieren zijn er in overvloed, net als nu, maar er zijn toch kleine veranderingen te bespeuren. Ik wil niet zeggen dat zij de baas zijn, maar er hangt een waas van gelijkwaardigheid over alles. De oude man is niet meer de meester over zijn erf, hij is een natuurlijke bewoner geworden, hij is verlost van de demon van de macht. Helaas, de wereld is niet onverschillig. Nooit. Er zijn maar heel weinig mensen die werkelijk met rust gelaten worden. Misschien moet je een groot organisatietalent hebben, een ver vooruitziende blik, een ijzeren wil en een diepe, uitstralende minachting voor je medemens, misschien lukt het je dan om alleen en met rust gelaten te worden. Ik mis deze eigenschappen en drijf dus als een vlot in mijn ouderdom, ik woon toevallig alleen, ik ben vierennegentig jaar, 's morgens en 's avonds voer ik mijn dieren, 's middags fiets ik broos (en mompelend) naar het dorp waar ik inkopen doe die ik in een papieren zak aan mijn stuur hang. Ik maai geen gras meer, ik rook sigaren, mijn mondhoeken zijn bruine sapkanalen geworden, mijn honden slapen bij me in bed. Ik herlees de boeken van mijn jeugd en probeer me te herinneren waarom ik toen, zestig/zeventig jaar geleden, zo geemotioneerd was. Maar op een dag komt er een meisje op bezoek dat in haar stage voor maatschappelijk werk zit. Zij maakt een scriptie over alleenstaande ouderen. Zij schrikt als ze ziet hoe ik leef en ik zie niet dat die schrik het steentje is dat de lawine in gang zet.
A.L. Snijders (De taal is een hond)
Zeg, Pa, je moeder was toch een Chinese? Dus jij bent een halve Chinees. En ik een kwart Chinees, die de weg in zijn DNA volgt met het snuffelen in de 'I Tjing', dat raadselachtige 'Boek der Veranderingen'. De 'I Tjing' zegt ergens in Hexagram 29: 'Want alleen door herhaling neemt de leerling de stof in zich op.' Helaas kennen ze hier in Holland geen kritische zelfreflectie. Ze leuteren maar wat over slaven, koelies, gastarbeiders en de kinderen van de koloniale liefde. Ooit verspreidden ze jullie eerste generatie Indischen over gans het land: in elke straat een Indische famile was zo'n beetje het quotum in de jaren vijftig. Ze hadden jullie beter in een getto kunnen stoppen. Den Haag-Zuid zou een populaire wijk zijn geworden, met ons, de volgende generaties, als de laatste resten gemixt tropisch Nederland achter de ramen en balkonnetjes, met elke zaterdag een braderie met Hawaiaanse muziek, indorock, vliegeren en lootjes trekken. Nu wonen de 'allochtonen' er bij elkaar, en hinderlijk veel politieauto's patrouilleren in de straten.
Alfred Birney (De tolk van Java)
Het was van jongs af aan duidelijk dat in de kleine Kim een groot tennispotentieel zat. Maar, en nu komen we op het terrein van Mönks, wat zou er van de kleine Kim zijn geworden als haar omgeving niets had gedaan met dat potentieel? Stel dat niemand haar voor het eerst een racket had aangereikt? Er zijn ongetwijfeld kinderen die jarenlang in hun tuin balletjes tegen de muur slaan zonder dat hun talent ooit wordt opgemerkt. Er zijn ongetwijfeld heel veel mensen die een bepaald talent in zich hebben, maar nooit de handvaten krijgen aangereikt om dat talent verder te ontwikkelen. Vandaar dus de overtuiging van Mönks dat ook 'de omgeving' van een hoogbegaafd en hooggetalenteerd kind heel belangrijk is.
Tessa Kieboom (Hoogbegaafd: als je kind (g)een einstein is)
Ras en huidskleur hebben helemaal niks met elkaar te maken. Ras is een wetenschappelijk fabeltje, er bestaan wezenlijk alleen maar Homo Sapiens, Neanderthalers etc dat zijn mensenrassen. 'Wit' is gewoon geen goede omschrijving van de huidskleur van de mensen waar hier op wordt gedoeld, noch is 'zwart' een correcte aanduiding. Als je toch een verzamelkleur moet benoemen probeer dan een beetje realistisch te duiden, varkensroze bijvoorbeeld. Ik denk verder niet dat Sunny Bergman over een eeuw nog bekend zal staan als een van de grote filosofische vernieuwers van de 21e eeuw. En ook ontgaat me wat er precies mis is met het pantone systeem, dat is een universele en realistische kleur aanduider. Als je dus zo nodig wilt identificeren met een zelfde kleur zoek je Pantone 456c bijv.
Martijn Benders
Het licht van zo'n ster doet er zo lang over om hier te komen, dat we in feite terug in de tijd kijken. Zelfs het zonlicht is van bijna acht minuten geleden als het je huid raakt. Misschien bestaat die ster intussen niet eens meer. Wij zien dus dingen die niet meer bestaan en dat accepteert iedereen. En toch, als we dan over zoiets horen als tijdreizen, dan concluderen we dat dat niet kan.
Iris Boter (Mislukt)
Nu kwam ik tot het besef dat boeken niet zelden over boeken spreken, met andere woorden dat het is alsof ze met elkaar spreken. In het licht van deze overweging kwam de bibliotheek mij nog onrustbarender voor. Het was dus de plaats van een lange, een eeuwenlange fluistering, van een onhoorbare dialoog tussen perkamenten, een levend ding, een vergaarplaats van niet door een menselijk brein te beheersen krachten, schatkamer van geheimen ontsproten aan ontelbare breinen, geheimen die degenen die ze hadden geproduceerd of doorgegeven, hadden overleefd.
Umberto Eco
De literaire prijs als middel om gedrag te straffen of belonen. Wie zich als actief burger inzet voor de goegemeente maakte vroeger ook al meest kans op een prijs, dus wat dat betreft is er geen enkel verschil: jaren en jaren actief zijn in de poëziegemeenschap, tomeloze inzet ten gunste van mede-sekteleden, en elke jury en systeemcriticus zal je ten lange leste met moeite eruit geperste bundeltje met toegeknepen oogjes lezen: deze poëziedienaar dient beloond, dat hij niet echt kan schrijven, ach, hij doet toch zelfs daar gewoon zijn best?
Martijn Benders
Mag de columnist liegen? Natuurlijk, als het maar lekker leest wat hij schrijft en als hij maar niet klaagt wanneer anderen zijn leugens ontdekken. Vorige week heb ik op deze plaats ook gelogen. Weliswaar heel onschuldig, maar toch, de waarheid was het niet. Ik schreef iets over mijn neiging tot mompelen, en gebruikte daarvoor 'de grote lijster' - turdus viscivorus. Om te beginnen wist ik tijdens het schrijven niet precies of viscivorus wel met v's geschreven moest worden (ik lijd namelijk aan een milde vorm van dyslexie - ook een moeilijk woord, dat dan ook niet voor niets 'woordblindheid' betekent) en ik kon de dichtbundel waarin dit woord staat, de verzamelde gedichten van Jan Hanlo, niet vinden. Mijn woordenboeken geven geen uitsluitsel voor dit type woord, dus ik zat ermee. Maar omdat ik toch door moest, besloot ik het erop te wagen. Ik typte het hele stuk uit en stuurde het een dag voor de deadline naar de krant. Natuurlijk kwam het boek boven water toen de brief al verzonden was. Ik bleek me niet vergist te hebben, viscivorus wordt inderdaad met v's geschreven. Maar nu had een ander deel van mijn hersenen me weer gefopt. Ik had me als titel 'St Louis Blues' herinnerd, terwijl het ''s Morgens' is. Wat te doen? Er is een tijdgrens voor schrijvers zoals ik, en die is ruim bemeten. De krant zelf hanteert ook een grens en tussen die twee zit natuurlijk wel wat tijd. Ik zou kunnen telefoneren en vragen of St. Louis Blues nog veranderd kon worden in 's Morgens. Daarover stond ik in dubio, want er was nog een andere mogelijkheid: de reacties van de lezers afwachten. Ik besloot tot het laatste. Iedereen die me zou schrijven om me op de vingers te tikken, zou een schuldbewust en boetvaardig antwoord krijgen. Met de hand geschreven. Ik kocht bij de kantoorboekhandel alvast een pak A4. Ik moet u zelfs een kinderlijke bekentenis doen, de dag na het uitkomen van de krant liep ik in spanning naar de brievenbus om de vloed in ontvangst te nemen. Maar er kwam niets, niemand nam de moeite of niemand vond het een ernstig probleem of niemand leest jan Hanlo of niemand leest mij. Zoiets moet het zijn. Maar wat me toch kwaad maakte, langzamerhand, als aanwakkerende wind, was de selectie. Als ik namelijk een enkele (doodenkele) keer vloek in deze rubriek, of beweer dat ik ernstig twijfel aan het bestaan van een Almachtige God, of een opmerking maak die in het gevoelige brein van een feministe als 'vrouwonvriendelijk' wordt genoteerd, dan komen de brieven wel, compleet met opzeggingen van het abonnement. Maar als ik een werkelijk belangrijke misser maak, een groot dichter verkeerd citeer, dan blijft het stil. Het lijkt erop dat mijn prioriteiten toch anders liggen dan die van mijn lezers. (En misschien is dat maar goed ook.)
A.L. Snijders
Zullen we om de beurt de wacht houden?' stelde ze voor. 'Fijn dat jij je daar vrijwillig voor aanbiedt,' antwoordde hij zonder zijn ogen open te doen. 'Wek me maar over twee uur.' 'Dus dat ik van het zwakke geslacht ben speelt geen enkele rol?' vroeg ze. 'Nee, absoluut niet. Leve de gelijkheid. Bovendien ben ik een oude man, dus heb ik mijn rust nodig... Het zwakke geslacht, tsss. Mijn rug op!' - Thorn en Lydia
John Flanagan (The Hunters (Brotherband Chronicles, #3))
Een tijd geleden wist ze Halt zelfs zover te krijgen dat hij een keer naar de kapper ging. Voor hun trouwen.' Malcolm, die zich al menigmaal verwonderd had over Halts haardos, boog het hoofd. 'Dus inderdaad - een toverheks!' - over Vrouwe Pauline
John Flanagan (Halt's Peril (Ranger's Apprentice, #9))
Dat is het probleem met woorden. Hun oppervlak is te klein om te laten doorschemeren wie je onder dat oppervlak misschien bent, hoe mededeelzaam en warm, hoe vlot, hoe relaxed, hoe cool, en dus komt het allemaal nogal belachelijk en onhandig en onbeholpen naar buiten
Rebecca Lee (Bobcat and Other Stories)
Griekenland kreeg 'Cultuur'. Dat leek beslist te kloppen als je denkt aan de Griekse oudheid als fundament van de Europese cultuur, maar tegelijk ook cynisch als je de afbrokkelende democratie in Europa in verband wilde brengen met de slavenhoudersmaatschappij uit de Griekse oudheid - tegelijk was het heel simpel: Griekenland was vanwege zijn inmiddels eindeloze financiële en begrotingscrisis uitgeteld, dus weerloos, en moest nemen wat het kreeg: het geringschatte departement. Het was geen opdracht, het was een straf: wie niet met geld kan omgaan, die krijgt maar beter geen geld in handen, krijgt dus het departement zonder budget.
Robert Menasse
Dus jij hebt echt ja gezegd, tegen die speciale dienst van Crowley?' 'Inderdaad,' antwoordde Will. 'Ik neem aan dat je het daarmee eens kunt zijn?' Zij keek hem van opzij aan. 'Laat ik het zo zeggen. Als je nee gezegd had, dan was ik je achterna gegaan en had ik je aan je enkels hierheen gesleept tot je bij zinnen was gekomen!
John Flanagan (The Kings of Clonmel (Ranger's Apprentice, #8))
Waarom heb ik het over 'wit' in plaats van over de oude, bekendere term 'blank'? Simpel, de term 'blank' is tijdens de gehele koloniale geschiedenis door witte mensen gebruikt als het tegengestelde van mensen die werden aangesproken met het n-woord. Daar waar zwarte mensen een inferieure, niet-menselijke status hadden, was de 'blanke' persoon het toppunt van civilisatie. Daarom wil ik, en vele anderen met mij, afrekenen met zowel het n-woord als het woord 'blank'. Het zijn overblijfselen uit het Nederlandse koloniale verleden. Het idee dat 'blank' een neutrale term is, is dus allesbehalve waar. 
Anousha Nzume (Hallo witte mensen)
Soms denk ik zelf dat mensen het onderwerp mijden als de pest, omdat als je zou toegeven dat je het weet en ziet, je er iets mee moet doen. Omdat je anders bijdraagt aan een vreselijk systeem. En dus is het makkelijker om gewoon weg te kijken, weg te lopen
Anousha Nzume (Hallo witte mensen)
Volgens Snær Magnason, die iets later ook het boek Tijd en Water schreef, leven we in mythologische tijden. 'De machtigste krachten van de aarde hebben de geologische tijd verlaten en veranderen nu op menselijke schaal', schrijft hij. 'Veranderingen die voorheen honderdduizend jaar duurden, voltrekken zich nu in honderd jaar. Zo'n snelheid is mythologisch; het beïnvloedt al het leven op aarde, de wortel van alles wat wij denken, kiezen, produceren en geloven. Het beïnvloedt iedereen die we kennen, iedereen van wie we houden.' We zijn als mensheid een vreemd en onbekend terrein binnengetreden: de duizelingwekkende uitgestrekte geologische tijd van het Antropoceen, de 'diepe tijd'. Wat lang als ogenschijnlijk neutrale en rustige achtergrond guneerde, de aarde, begint zich steeds meer op de voorgrond van ons bewustzijn te manifesteren. Felix en zijn generatie zijn dus niet alleen kinderen van deze eeuw, maar ook kinderen van de diepe tijd: ze groeien op in een tijdsgewricht waarin de menselijke tijd de geologische tijd doorkruist. Of simpeler gezegd: waarin wij opeens beseffen dat wij, de mensheid, niet los van de immense geschiedenis van de aarde staan, maar er de meest recente fase in zijn: we zijn onszelf in het gesteente van de aarde aan het inschrijven. Zullen wij er over 3000 jaar, als er meerdere lagen aan gesteenten bij zijn gekomen, nog steeds zijn?
Ruben Jacobs (De eeuw van Felix)
Goed. We wisten dus, dat er represailles zouden komen. Ja? Dat er een huis in brand zou worden gestoken, en dat er gijzelaars zouden worden gefusilleerd. Moesten we het daarom achterwege laten?' Toen hij niets meer zei, keek Anton hem aan. 'Wilt u, dat ik daarop antwoord?' 'Zeker.' 'Dat kan ik niet. Dat weet ik niet.' 'Dan zal ik het je zeggen: het antwoord is nee. Als je zegt, dat jouw familie nog had geleefd als wij Ploeg niet hadden geliquideerd, dan is dat waar. Dat is eenvoudig waar, maar meer ook niet. Als iemand zegt, dat jouw familie nog had geleefd als je vader destijds een ander huis had gehuurd, in een andere straat, dan is dat ook waar. Dan had ik hier misschien met iemand anders gezeten. Tenzij het in die andere straat was gebeurd, want dan had ook Ploeg misschien ergens anders gewoond. Dat is een soort waarheden, waar we niks aan hebben. De enige waarheid waar we iets aan hebben, dat is, dat iedereen is afgemaakt door wie hij is afgemaakt, en niet door iemand anders. Ploeg door ons, jouw familie door de moffen. Als je vindt dat we het niet hadden moeten doen, dan moet je ook vinden, dat het beter was geweest als de mensheid niet had bestaan, gezien de geschiedenis. Dan kan alle liefde en geluk en goedheid van de wereld niet opwegen tegen de dood van ook maar één kind. Het jouw, bij voorbeeld. Vind je dat?
Harry Mulisch (De Aanslag)
De toename van het aantal niet-westerse vreemdelingen – meer specifiek van de moslims onder hen – leidt in heel Europa tot de wijd verspreide perceptie dat het er veel meer zijn dan er in werkelijkheid zijn. Het onderzoeksbureau Ipsos Mori publiceert jaarlijks de zogenaamde Index of Ignorance. Daaruit blijkt dat mensen behoorlijk last hebben om een aantal fenomenen die typisch zijn voor de postmoderniteit correct in te schatten. Op de vraag hoeveel immigranten er in hun land zijn antwoorden Italianen dat het om 30 procent gaat, terwijl het er slechts 7 procent zijn. (Met “migranten” bedoelen de onderzoekers personen met een vreemde nationaliteit, niet de etnische afkomst.) De Amerikanen zitten er 19 procent naast: ze denken dat het om 32 procent gaat terwijl het er in werkelijkheid slechts 13 procent zijn. Van de ondervraagden uit 14 landen zitten de Belgen er als derde het verst naast. In België hadden op 1 januari 2015 1,26 miljoen of 11,20 procent van de bevolking een vreemde nationaliteit (dus niet verwarren met de etnische herkomst, want dan gaat het om 1,8 miljoen of 16 procent van de bevolking). De ondervraagde Belgen dachten dat het om 29 procent ging en zaten er dus bijna 18 procent naast. Australiërs en Zweden zaten het minst fout, maar toch ook met een overschatting van 7 procent. Op de vraag hoeveel procent moslims er in hun land zijn zaten de Belgen er het verst naast. Ze dachten dat het om 29 procent ging, terwijl het er in werkelijkheid net geen 5 procent zijn, een fout van 24 procent. De Fransen maakten een fout van 23 procent, de Britten en Italianen van 16 procent, de Amerikanen van 14 procent. Minst slecht scoorden de Polen met een overschatting van 5 procent en de Japanners met een overschatting van 4 procent. De onderzoekers concludeerden: “People (…) massively overestimate the proportion of Muslims.
Jean Pierre Van Rossem
Ik vrees dat die groep oververwende getatoeëerde halve jeanetten zelfs tegen Ierland niet kan winnen, mogelijks enkel tegen Zweden. In het laatste geval eindigen we 3de in onze groep en komen we in de 1/8ste finale uit tegen Duitsland waar de zogezegde n°2 van de wereldranking, België dus, genadeloos zal worden afgemaakt. Dat zou trouwens geen slechte zaak zijn, dan kunnen we vanaf juni 2017 Michel Preudhomme nationale coach maken. En speel eens met een achterlijn met op de flanken Meunier en Jordan Lukaku naast Alderweireld en Vertongen, met op het middenveld Carasco en in de spits Batsuay. Zet de leeggespeelde De Bruyne (al weken niet meer in vorm) op de bank en laat Hazard maar over het veld dartelen zoals hij wil. En negeer al wat Wilmots (geef hem stadionverbod als het moet) als instructies meegeeft. Speel eens lekker anarchisisch onder de leuze "Ni Dieu, ni maîre" (Léo Ferré).
Jean Pierre Van Rossem
Wie play money heeft (minstens 2500 euro) kan morgen een serieuze slag slaan. Stel dat je ermee naar een casino gaat en het inzet op rood, en dat rood uitkomt, dan verdubbel je je inzet. Momenteel is er 1 kans op 2 dat de Britten uit de EU stappen. Als dat gebeurt zullen het Britse pond en de beursindex gevoelig dalen. Je kan dus à la baisse gokken op één van die twee door te gaan voor put opties. Door de hefboomeffecten op opties kan je, bij een effectief brexit makkelijk maal 10 of meer winnen, veel meer dan je in een casino kunt winnen.. 't Is maar dat je het weet. Ikzelf zal het NIET doen (1) omdat ik geen play money meer heb en (2) omdat ik vermoed dat de rede uiteindelijk zal zegevieren en dat de Britten de EU niet zullen verlaten. Jammer eigenlijk, want met die Britten hebben we niets dan last.
Jean Pierre Van Rossem
Wat momenteel in Beringen en in Heusden-Zolder (waar politie de huizen van Gülen aanhangers moet bewaken) is wraakroepend. Dat komt ervan als je Turkse fanatici, vaak niet eens in staat zich deftig uit te drukken in één van de talen van ons land, toeliet een dubbele nationaliteit te hebben. Het wordt dus hoog tijd dat er een wet wordt gestemd die Turken die rellen veroorzaken in ons land de Belgische nationaliteit afneemt en hen stante pede terugstuurt naar Istanbul, met compleet verlies van alle verworvenheden inzake sociale zekerheid.
Jean Pierre Van Rossem
Het ego zorgt ervoor dat je keuzes maakt die zo veel mogelijk waardering en succes opleveren en die wegblijven van de oude pijn. Maar die keuzes worden dus eigenlijk gemaakt vanuit angst – angst dat wanneer je helemaal jezelf zou zijn, zoals jouw ‘ware zelf’ naar het leven kijkt, dat je dan weer afgewezen wordt.
Suzette Hermsen (Lekker laten lullen (Dutch Edition))
De heuvel was een toneelgordijn, maar niemand had zin in de voorstelling. De mens is zo laf als hij zich kan veroorloven. Als die heuvel er niet was geweest, hadden we de oorlog recht in ons gezicht gekregen, als een echte, reële realiteit. Terwijl we nu konden doen alsof we van niets wisten, ondanks de geluiden die eruit opstegen als scheten uit een ziek lichaam. De oorlog gaf zijn voorstellinkjes achter de heuvel, aan de andere kant, ver weg dus, dat wil zeggen zo goed als nergens, dat wil zeggen aan het einde van wereld die de onze niet eens was. Niemand had echt zin om te gaan kijken. We maakten er een legende van; zo konden we ermee leven.
Philippe Claudel (Grey Souls)
Ik ben bang dat ik geen afscheid kan nemen van mijn beste chef.' - Rathborne 'Alleen van Rose dus,' zei Celeste kortaf.
Catherine Doyle (Twin Crowns (Twin Crowns, #1))
Ik voel een steek in mijn hart als ik aan haar denk en ik wil niet dat het voelt als medelijden, dus ik heb besloten het te zien als liefde. Als liefde uitmondt in medelijden, kun je daar niets aan doen.
Baek Se-hee (I Want to Die But I Want to Eat Tteokpokki)
Wie weet, flitste 't door mijn brein, of mensen, zo gemoedloos als ik, niet altoos de gewaarwording hebben, dat elke gevoelsuiting van anderen een aanstellerij of een overdrijving is. Ja, misschien acht iedereen zijn evenmens, die hij niet begrijpt en dus niet natuurlijk kan vinden, min of meer een acteur.
Marcellus Emants (Een nagelaten bekentenis)
Kleur houdt ons op afstand van de taal, en dus van concepten en definities, en dus van interpretatie en betekenis, en dus van cliché en vooringenomenheid. Kleur reinigt de waarneming. Kijk naar ons, zegt kleur, gewoon kijken, zonder al die woorden - zonder dat eeuwige verhaal van je.
Sander Kollaard (De kleuren van Anna)
Ik heb me een beetje geschaamd voor de wijze waarop ik in de vorige editie beschreef hoe het slavenvervoer in de zeventiende en achttiende eeuw plaatsvond. Ik kon destijds niet voorzien dat die beschrijving zoveel opzien zou baren. Ik had berekend dat de ruimte van een slaaf ongeveer zo groot was als de ruimte die een passagier heeft in de economy class van een Boeing 747. Dat is gehéél verkeerd gevallen: ‘De racist Emmer vergelijkt een slavenreis met een vakantiereis.’ Dat slaat nergens op en is kwaadaardige laster, maar goed. Ik heb de vergelijking dus maar weggehaald. Maar de berekening klopte, ik had precies de kubieke centimeters uitgerekend, dat kan ik zo laten zien. Bovendien heb ik onderzocht dat Duitse landverhuizers die in de achttiende eeuw door Nederlandse schepen naar Pennsylvania werden gebracht nog minder ruimte hadden aan boord.
P.C. Emmer (Geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel)
Tijd is het enige echte schaarse dat we hebben, dus met iemand tijd doorbrengen is het meest waardevolle dat we kunnen doen
Philip Huff (Open)
Ik geloof die onzin dat jij ongeluk brengt niet, en je bent een malloot als je het wel gelooft,' zei Zenith. Feniks trok haar wenkbrauwen op, afgeleid van haar eigen gedachten die maar in kringetjes bleven ronddraaien. 'Dus ik breng ongeluk en ik ben een malloot,' zei ze. 'Geweldig. Nu voel ik me echt veel beter. Bedankt, Zenith.
Aisling Fowler (Spreeuw en de Lichtgrot (Vuurbloed, #3))
Dus dan ken je dat gevoel', zei ik rustig, 'dat je leven al vanaf het begin ergens door vergiftigd was. Net alsof je een zwarte vloeistof in een bak schoon water giet'.
Benedict Wells (Vom Ende der Einsamkeit)
Dat is dus eenzaamheid, dacht ik, dat je niet meer durft te bewegen omdat de geluiden te hard zijn.
Jannah Loontjens
We will never be able to whistle as the birds, but in return they will never be able to talk same Like us. So be never unsatisfied but positive For the things to come or going happen. Wij zullen nooit zo kunnen fluiten als de vogels, maar daar tegenover staat dat zij nooit zo zullen kunnen praten als ons. Dus ben nooit ontevreden maar positief voor wat er gaat komen of gebeuren.
Jan Jansen
Hoe het ook zij, dat was dus Lavicini's ongeluk met de teleportatiemachine. Loesers teleportatieongeluk was op geen stukken na zo ernstig. Er vielen geen doden. Het Allianztheater werd niet verwoest. Alleen Klugweils beide armen raakten uit de kom. Dat werd overigens pas later vastgesteld. Het enige wat Loeser en Blumstein zagen nadat ze waren toegesneld, was dat Klugweil half uit zijn riemen hing met zijn armen en benen in rare hoeken, lijkbleek en met uitpuilende ogen. Het schouwspel deed Loeser onweerstaanbaar denken aan een stel bovenmaatse, bleke mannelijke geslachtsdelen die op pijnlijke wijze klem zaten in een sportbroekje.
Ned Beauman (The Teleportation Accident)
Ik zal u een geheim verklappen. de werkelijke boodschap van mijn filosofie, als je het filosofie magnoemen, past op één A4'tje. Wat zeg ik? Een half A4'tje. De inhoud staat in feite in de inhoudsopgave. Het gaat erom dit alles uit te smeren over een boek van krap driehonderd pagina's. En ik bedoel dit uitsmeren niet eens in negatieve zin. Die driehonderd pagina's dienen een doel: mensen zijn eerder bereid om €19,99 neer te tellen voor een boek dan voor een A4'tje. Dat heet 'waar voor je geld'. Maar de meeste mensen zijn ook traag van begrip. In 'Makkelijk leven' hamer ik mijn boodschap erin. In de eerste plaats door meer voorbeelden te geven. Maar wie het hele boek uit heeft (en dus kennelijk traag van begrip is), kan daarna terugvallen op de vijf à tien hoofdpunten: het hele of het halve A4'tje.
Herman Koch (Makkelijk leven)
Zelf heb ik Frisch één keer ontmoet, in Edinburgh. Wat weet ik daar nog van? Niet veel. Met Mulisch en Reve was ik de Nederlandse delegatie bij een groot schrijverscongres. 1962. Vier jaar voor hij aan dat dagboek zou beginnen. Hij was niet groot, en had een bril met een zwaar montuur en zoiets als dubbele glazen, waardoor het leek of de ogen vergroot werden. Ik was negenentwintig, en het enige dat er van mij vertaald was kon hij niet gelezen hebben. Maar je bent aanwezig, dus misschien ben je wel wat. Van Harry was toen ook nog niet veel vertaald, maar hij had zijn allure mee, en straalde een onmetelijke zekerheid uit. We stonden met Frisch aan de bar, wat we besproken hebben is vervlogen. Frisch had een behoorlijke slok op, amuseerde zich, en liet ons praten. Harry sneed door een menigte met die neus als een schegbeeld, misschien heeft Frisch dat wel opgeschreven. Ontmoetingen met schrijvers die je niet kunt lezen hebben altijd iets spannends, omdat er niets te bewijzen valt. Henry Miller liep er rond, Angus Wilson, Stephen Spender, Normal Mailer, beroemde Schotten waar wij nog nooit van gehoord hadden, je hoort erbij maar je bent niemand en god weet wat je geschreven hebt in die rare taal van je, en iedereen is vriendelijk. Ik voelde me zoals een van de onnozele kinderen in het voorgeborchte, nog niet gezondigd, wachtend op de hemel die misschien wel een hel is. Eén beeld is me altijd bijgebleven. In een zaal waar al die beroemdheden rondliepen zat een adellijke Schotse familie in kilts met de kleuren en ruiten van hun clan. Ze hadden schoenen met zilveren gespen, en een dolk met een zilveren gevest in een wollen kniekous gestoken. Smokingjasjes op die rokken, een zwartglanzende vlinderdas, ridderordes. Geen ogenblik keken ze op naar de eventuele beroemdheden, al ze die al kenden. Ze zaten daar als atavistische beelden in een feodale oase, werden van achteren bediend door mensen die ze niet aankeken, en waren zichzelf volstrekt genoeg. Het is een halve eeuw geleden en ik weet het nog.
Cees Nooteboom (533. Een dagenboek)
Hij zei: "Bell is voor de duvel niet bang," wat dus absoluut niet waar is, maar toch...' 'Ik geloof dat je wel een kansje maakt.
Mary Hoffman (City of Ships (Stravaganza, #5))
Ja, ja, Rebecca en Douglas MacKenzie, ik zie dat jullie zonder mij zijn begonnen? De problemen hangen als vliegen tegen een autoruit aan jullie kont, niet? Croziers schuld?...' 'Je hebt onze telegrammen dus gekregen?' vroeg Doug. 'Jawel hoor. En als jullie het lef hebben mij er nóg een te sturen, draai ik jullie er de nek mee om... En jij... Tien tegen één dat jij lid bent van dat Edelhoogachtbaar Gilde van Mafkezen... ik ben beschoten door een Britse bal gehakt en mijn vliegtuig raakte ik kwijt aan een andere Britse bal gehakt.' - Liberty
Joshua Mowll (Operation Storm City (The Guild of Specialists, #3))
De rust waarvan ik in een bibliotheek zo geniet bestaat niet alleen uit stilte. Al dat papier dempt ieder geluid, maar ook het ruisen van mijn gedachten. Hun ongedurigheid vindt troost in de overmacht aan kennis langs de wanden. Die is zoveel groter dan ooit in mijn hoofd zal passen. Dat kalmeert me en herinnert mij eraan dat ik niet per se alles hoef te weten en begrijpen. Zoveel is al opgeschreven en ik heb het allemaal binnen handbereik. Daar hoef ik mij dus niet meer mee bezig te houden.
Arthur Japin
In de totalitaire dictaturen van de twintigste eeuw gebeurt er namelijk iets met de mens dat in zijn geschiedenis tot dusver zonder weerga is: de totalitaire taal, of zoals Orwell het noemt, de 'newspeak' , dringt met behulp van een goed gedoseerde dynamiek van geweld en angst onherroepelijk door in het bewustzijn van de individuele mens en sluit hemzelf daar langzaam buiten; hij heeft dus geen toegang meer tot zijn eigen innerlijk leven. Hij identificeert zich steeds meer met de hem toebedeelde of opgedrongen rol, of die nu bij zijn persoonlijkheid past of niet. Bovendien is de volledige acceptatie van die rol, die functie, zijn enige overlevingskans. Maar op deze wijze wordt ook zijn persoonlijkheid volledig vernietigd, en als hij er werkelijk in slaagt te overleven, zal het waarschijnlijk lang duren tot hij ertoe in staat is -zo hij dat ooit zal zijn- om de geloofwaardige, persoonlijke taal terug te veroveren waarin hij zijn tragedie kan vertellen. Wellicht komt hij er dan achter dat die tragedie niet te vertellen valt.
Imre Kertész
Yannick Dangre. Mensen, zo heet toch niemand? Het moet wel bijna een pseudoniem zijn. Als je echt 'Yannick Dangre' heet moet je wel gek zijn onder die naam poëzie te gaan schrijven, kun je net zo goed meteen 'rijkeluiszoontje' op je voorhoofd tatoeëren. Nee, als de jongen echt zo heet, mijn god, dan heb ik met hem te doen. Je ziet zijn moeder voor je, Helen Dangre, die tegen vader Jacques Dangre zegt, zeg, zullen we onze zoon Yves noemen? Nee, gotsiemikkie, wat gewoontjes, maak er maar Yannick van. Jakkie! Maar als hij echt Yannick Dangre heet, dan had hij wis en waarachtig poëzie geschreven onder de naam Frits van den Ende, of als het ludiek moest wezen Frits Mompelkut, en zo weet ik dus stellig te beweren dat het alleen een pseudoniem kan zijn, maar die gedachte is onverdraaglijk, ik kan er niet van slapen. Je gaat poëzie schrijven en je noemt jezelf 'Yannick Dangre'. En dan heb je tot overmaat van ramp zo'n 18e eeuwse krullendos, en schrijf je met een ganzenveren pen met grote sierlijke prulletters de derde nachtbundel van het jaar, geadverteerd als 'De wereld lijkt langzaam in een donkere nacht te verdwijnen en dat vraagt om reactie.' Nou, bij deze dan, Yannick. Met je nacht en navel. Kom uit de kast, zeg ik. Zou dit dezelfde onverlaat zijn die ook Chretien Breukers verzon?
Martijn Benders